Binnenlandsch Nieuws.
versterking op nieuwe rekening afgeeft. Tn
dat geval is het, tehuis gebracht, al aanmer- I
kelijk verminderd, maar aangenomen, dat dit j
«oo niet is dan komt de man na t voorloo-
pig afgelegd bezoek, waarbij hij natuurlijk oude
kennissen ontmoet en nieuwe afspraken ge
maakt heeft, thuis, knapt zich op en daarna
verlaat hij de woning, om den avond buitens
huis door te brengen.
Hoe hij terugkomt en hoeveel er door de
vingers is gegaan, behoort tot de zoogenaam
de publieke geheimen, die niettegenstaande
alle mogelijke drankwetten blijven bestaan,
en aangezien de politie geen Argus kan zijn
blijft er helaas 1 veel onopgemerkt, 't zij wil
lens of onwillens. Gering wordt het deel, dat
aan de vrouw dikwijls nog morrende en met
tegenzin wordt ter hand gesteld en 't natuurlijk
gevolg is gebrek of ophooping van schul
denlast
Er zijn al wat riemen papier volgedrukt met
het schetsen ven al de tooneelen, die-de
jeneverpaleizen te aanschouwen geven en bij
voorkeur ergert zich de lezer, wanneer hij
daar leest van de gruwelijke ellende, die daar
heerscht in steden als Londen en New-York
en men vergeet, dat ons eigen gezegend va
derland iets dergelijks, zij 't dan op kleiner
schaal, te aanschouwen geeft.
Wanneer men cijfers ziet en eene opgave
leest van 't aantal vonnissen in 't jaar 83
uitgesproken wegens overtreding van de drank
wet, dan doet het ons gevoel pijnlijk aan,
dat zoovele onzer medemenschen zoo zwak,
zoo onverbeterlijk zijn, maar tevens komen
we tot eene andere conclusie. Om niet wordt er
geen drank verstrekt j zij, die zich daaraan
hebben overgegeven, bezaten derhalve de
daarvoor benoodigden fondsen, die bij elkan
der gerekend, gedurende den loop van een
jaar een waarlijk zeer aanzienlijke som
vormen. Eene som van weggeworpen kapi
taal, van weggeworpene verdiensten
Verdiensten. Er is dus gelegenheid geweest
om te verdienen en zelfs, om veel te verdie
nen. Maar wanneer die gelegenheid daar
heeft bestaan, wanneer er dus werk genoeg
is geweest, dan moet men ook niet klagen
over de slechte tijden, over gebrek aan werk.
Dan valt, dunkt mij, de ongerijmdheid en
onbillijkheid van die klacht dadelijk in 'toog.
Maar is 't dan niet de algemeene klacht?
Och ja! 't is eene klacht zoo oud als de weg
vnn Home. Eene klacht, die nooit zal ophou
den, zich te doen hoorenmaar die nooit
komtuit den mond van werkelijk arbeidzame men-
bijzonder mooieljjke verhouding poraken, waaneer ik
den vader zijner beminde niet kan ontzien. Zal er,
al moet hij mij toch ook recht laten wedervaren, in
zijn hart geen bitterheid tegen mij ontstaan
Misschien kunt gij hem meer ontzien,* antwoord
de zijn moeder, „gjj zult, wanneer gij hem nader
hebt keren kennen, veel met een milder oog aanzien
__Rüling echuddo het hoofd.
»En al ware hij miin beste vriend, dan zon bij
niet recht kunnen maken, wat in mijn oogen onrecht
is. Daarop berust de macht en de zekerheid vato
mijn blad, dat het steeds op onverschrokken en on
partijdige wijze voor het reobt is opgetreden; daardoor
heeft mijn blad het vertrouwen gewonnen van zoovele
duizenden, en de eer van mijn blad is mijn eer,*
„Mjjn zoon, gij schildert u de toekomst veel to
donker, gij rijt opgewonden, bange gedachton, die
nog niet verwezenlijkt zijn, jagen u vrees aan.*
rZij zijn reeds verwezenlijkt. Ik vrees immers niet
voor roijzelven, want mijn levensweg ligt tamenlijk
scherp afgebakend voor mij, ik ben alleen bezorgd
om Hermann, Reeds nu heelt er een conflict plaats.
L'e handelsraad heelt hem namelijk gevraagd, waarom
hjj geen gebruik maakte van zijn adellijken naam,;
die vraag zou weinig indruk op hem gemaakt hebben,
had niet Feodoor eenige dagen geleden in togen-,
woordigheid van eenige andere reserve-luitenants hem
dezelfde vraag gedaan."
Feodoor?" herhaalde zij verbaasd,
„Hij heeft het gedaan!" verzekerde Ruling niet
zonder eenige ontroering. „En hjj hoeft hem toegevoegd,
dat het niet gebruik maken van zjin recht gelijk stond
roet een minaohiing van den adel."
De oude vrouw bewoog het hoofd langzaam heen
en weder, daarna hief zij het blonde gelaat op tot
den voor haar staanden zoon.
„Albrecht, geef aan de woorden van nw broeder
geen vorkeerde uitlegging," zeide zij. „Vergeet niet,
dat gij beide zeer uiteenleopend zijt, gij waart het reeds
als knapen en toch zijt gij beiden rojjne zonen, ik
Weet dat uwe harten even braaf en goed zijn, mijn
hart heeft u even lief en ik kan goen van u ongelijk
geven. Hot leven heeft het innerlijk verschil in u nog
verscherpt en ieder van u heeft van zijn standpunt
nit, gelijk. Wilt gij uw broeder, die als overste een
geheel anderen stand, ik zou bijna zeggen een gebeel
andere wereld toebehoort, cr een verwijt van maken, dat
bij anders denkt en anders gevoelt dan gij Q jj zijt in
uwe politieke en godsdienstige overtuigingen tegen
standers, ieder van u is de zijne heilig, omdat zij op
waro gronden berust, hij is trotsch op zijn adellijken
naam, wilt gij hem daarover berispen?"
„Neen, moeder, ik verlang slechts hotzelfde van
hem,* antwoorddo R(üing met heldere, vaste stem.
sehen. De luiaard cn lediglooper vnn profes
sie 1-lnnr-* ri"i>n en hoen. Hat hij niet werken
,ka n ette: voor zijn onwil. Hij
zou gaarne leven en et t en drinken, zonder
e"ii hnnd uit te steken en derhalve ten
koste van anderen, die rijker zijn dan hij,
en die daarom, volgens zijne wijze van rede
neeren, gehouderi zijn, hem te onderhouden.
In 't aangehaalde voorbeeld kwnm een man
voor uit de, ja, laat ik 't maar noemen laag
ste volksklasse, op welke door zoovele met
min- en verachting wordt neergezien zulke
menschen hebben zoo totaal geene denkbeelden
van fatsoen en beschaving en 't is dus niet
te verwonderen, dat zij hoegenaamd geen maat
weten te houden.
Zoo is misschien de op- of tegenwerping,
door menigeen gemaakt. Maar ik ben opzet
telijk op de laagste sport begonnen, ten einde
langzamerhand wat hooger te kunnen klimmen
en dan zal 't moeten blijken of bij toeneming
van ontwikkeling 't besof van eene behoorlijke,
regeling van ontvangsten en uitgaven steeds
in eventedigheul daarvan wordt gevonden.
"i Wederom zouden cijfers moeten spreken.
Wanneer de dagbladen als eene curiositeit
meedeelen, hoevele duizende menschen in den
loop van zeer weinige dagen gebruik hebben
gemaakt van de vervoermiddelen, 't zij spoor
of tram, en men dan daarbij bedenkt, dat
verreweg 't allergrootste getal van die menschen
dit niet voor zaken, voor bezigheden, uit nood
zaak, maar alleen voor genoegen hebben gedaan,
allen op fatsoendelijke wijze, niet zoo als die
man van het gepeupel, als een dronkaard
neen zeer netjes en betamelijk, natuurlijk om
zich to ontspannen van al die drukke weke-
lijksche bezigheden, om zich ook eens te ver
zetten, dan komt men alweer tot dezelfde
slotsom. Geen spoor noch tram neemt zijn
passagiers voor niet mee, dat is kinderachtig
eenvoudig en wanneer men dan het totaal van
al die betaalde vrachten bij een zag, zou men
voor zeker de handen in een slaan van ver
bazing over dat weggeworpene kapitaal, die
weggeworpene verdienste.
IS u is hier nog maar alleen gesproken vnn
het totaal der betaalde vrachten. Maar als wo
nu met de berekening wilden voortgaan, zoo als
toch eigenlijk moest gebeuren, en daarbij
voegen, wat er op zulke dagen, altijd zeer
fatsoenlijk, wordt verteerd, dan zou er een
cijfer worden bereikt, dat ons op de hoogte
kon brengen van 't groote kapitaal, dat op die
wijze wordt omgezet en dat toch wel degelijk
voortspruit uit verdiende penningen, waardoor
„Ik maak er hem geen verwijt van, maar hij moet
het ook Hermann niet doem Hjj weet, dat ik van
don adel van mijn naam geen gebruik maak, niet om
dat ik dien minacht. Mjjn vader heett uit politieko
overtuiging zijn adelijken titel afgelegd, ik heb hem
dien nooit leeren kennen, ik zag er geen voorreoht
in, hecht er ook geen waarde aan en daarom draag
ik verder den naam mijns vaders, het is ten gevoel
van kiesoheid, dat mij daartoe heeft aangedreven.*
De oude vrouw stak hem de hand toe.
„Ik weet het, ik weet het en ik acht dit hoog,"
zeido zij diep bewogen. „Ik wil alleen, dat gij uw
broeder niet verkeerd beoordeelt. Hij is trotsch op zijn
stand, duidt bet hem niet ten kwade, dat hij den
soldatenstand als bet hoogste beschouwt, hij zelf
strekt dien werkelijk tot eer; Hermann behoort uls
reserve luitenant ook tot dien stand hjj vorder t van
hom slechts, wat hij voor zijn stand meent te moeten
eiscberiji-^'^
„Moeder, uw goed hart oordeolt te zacht," antwoordde
Rüling. „Het is verro van mij, Feodoor te willen
aanklagen, maar hij zelf vergroot de klove tusschen
ons bij iedere gelegenheid, bij ontwijkt mij. wanneer
hij mij toevallig ontmoet, wjj bobben sedert langen,
langen tijd reeds niet meer tegen elkander gesproken,
hij mijdt mij om de gelukkige uitwendige positie
waarin ik leef."
De oude liet haar hoofd een weinig zinken.
„Ik kan het niet golooven," zeide zij na een
kleine pauze,
„En wanneer dit het geval ware dan zou ik hot
toch begrijpelijk vinden. Teodoor bezit goen vermo
gen, en zijne persoonlijke behoeften zijn zeer gering
Het tractement, dat bij als overste ontvangst, is
niet groot, het vrijwaart hem van zorgen, doch het
veroorlooft hem niet zoo te leven, geljjk bij het
meent verschuldigd te zijn aan zijn stand en zijDe
betrekking als overste. Velen zijner ondergeschikten,
zelf vele luitenants kunnen een veel grooter vertoon
maken dan hij. Dat doet hem pijnlijk aan. Gij zijt
rijk en kunt een tienmaal grooteren staat voeren,
dan gij doet; uw maatschappelijke positii dwingt u
daartoe ovenwei niet, gij kunt leven zooals gij wilt;
is het daarom zoo erg, wanneer er een gevoel van
afgunst bij bera opstijgt, omdat gij in overvloed bezit,
wat bem is ontzegd?*
„Moeder, ik ben rijk en ik verbeug er mij over,
omdat ik alles door eigen kracht en arbeid heb ver
worven. Feodoer is trotseh op zijn stand, hjj geniet
de groote voordeelen er van. en ik geloof niet, dat
hij eenige redenen tot jaloerschheid beeft. Duizenden,
van wie meer wetenschap en meer arbeid verlangd
wordt, dan van hen, ontvangen een veel geringer
jaargeld en zij klagen toch niet."
Wordt Vervolgd.
we alweder komen tot de overtuig!™ dnl
dan toch nog al zoo iets verdiend wordt
Hoevele nmbacVshed'"- zouden er wel'
onder dat getal van die duizende vervoerd"
personen? leder, die ooit in een groote stad
heeft gewoond of in de gelegenheid is gewmt
een druk bezocht station gedurende eenigen tijd
gade te slaan, zal weten, dat ze op zulke dnJJ
in menigte worden gevonden, vergezeld van
vrouw en kind of kinderen.
Maar is dit dar. zoo laakbaar Mogen die
menschen, na de geheele week te hebben
arbeid, dan geene uitspanning hebben Wm,'
moest het heen met gezelligheid en vroolijk-
heid, wanneer ieder zich opsloot en zich geen
genoegen durfde te vergunnen
Tot op eene zekere hoogte goed geredeneerd.
Kluizenaar of menschenhater behoeft niemand
te worden. Integendeel, een vroolijk gemoed
maakt den arbeid gemakkelijk en na zwat?
inspanning mag en moet «r/spanning of liever'
ontspanning volgen. Nu zou 't vooreerst nog
altijd de vraag zijn: of de aangehaalde uitspnn.
ning dit werkelijk altijd is. Wanneer de am
bachtsman dien geheelen Zondag is «//geweest
en altijd hoogst matig en fatsoenlijk, het
noodige heeft genoten, is 't bijna lange na nog
niet uitgemaakt zeker, dat hij 's Maandags
met een uitgerust lichaam, met nieuwe, frissche
krachten voor den arbeid zal ontwaken. Maar
aangenomen zelfs, dat dit doel was bereikt
en do weldadige, lichamelijke gevolgen duide
lijk waren, dan moet er nog worden nagegaan,
of hij, als een goed minister van finantiün
heeft gehandeld.
Doetinchem P. van de Velde Mz,
- Schagen, Mejufvr. A. Buis, onderwijzeres
alhier is benoemd tot onderwijzeres te Zaandam.
Een wereldtaal. Een Zwitsersch geeste
lijk heeft na tal van jaren studie een nieuwe
taal geconstrueerd, wereldtaal (Volnpük) gehee-
ten, welke taal in de Europeesche landen reeds
ettelijke beoefenaars vindt en hier te landen
zijn te Rotterdam en Breda, reeds vereenigingen
tot beoefening er van geconstrueerd.
Te Assendelft is veel gebrek aan werk.
In de afgeloopen week is daar door d-tt
Burgemeester in het huis ,/Assenburg" eene
vergadering bijeengeroepen, om hierin zooveel
mogelijk te voorzien. Een honderddertig arbei
ders, waaronder een dertig hoofden van gezin
nen, zijn zonder werkde oorzaakt ligt in
den kwijnenden toestand der zeildoekfabrieken
te Krommenie.
De zon heeft den logementhouder W.
Dijkinga te Baflo een kolossale kool gestoofd
in diens tuin, een die ruim 15 halve kilo 's
weegt 1
Een der schoonste maansverduisteringen
in deze eeuw zal den 4en October a.s. plaats
hebben. To 8.25 treedt de maan in de scha
duw der aarde, en te 9.25 begint do totale
verduistering, die tot 10.58 duurt.
In Zeeland is een visschersdorp, Anie-
muiden geheeten. 't Ligt niet ver van Middel
burg. Wie naar laatstgenoemde plaats spoort,
komt er langs. Als ieder visschersdorp is ook
Arnemuiden zeer vast in de leer. Jl. Zondag
moest een modern predikant van Middelburg
er een ringbeurt vervullen. Ariiemuiden is
melijk sinds lang vacant. Een van elders komen
de familie wenschte een kind door dien
predikant gedoopt te zien. Voor kerktijd werdt
echter door den kerkeraad op eenigszins on*
heusehe wijze den predikant de onwettig"®"
van dien doop voorgehouden. Wat meer zeg.
den koster werd verboden water in het bekken
te doen, de eerwaarde broeders zetten ziedij
het gestoelte der eere rustig neer, overtuig'
den leeraar het noodzakelijk middel om
doopen ontnomen te hebben.
Inmiddels werden na de predicatie n
formaliteiten verricht., die den doop voorn g"a
Alles was in spanning, behalve missclmen
hoofdpersoon: het vriendelijk lachend w'
Eindelijk brak het oogenblik aan, datde p
aar van den predikstoel moest dalen, oru 0
besprenkeling van water den doop toe ti
Het effect was verrassend: de ader de»
zwol op de voorhoofden der kerkeraad3
De leeraar had van den preekstoel zijn b
drinkwater meegenomen en voibraent
de plechtigheid. 7llitlerzeo
Uit het eenzame Lrk in de L
wordt aan de St. geschrevenbevol-
Zondagmiddag te een uur vrerr Jag5-
king alhier zeer onaangenaam in haa