Wordt ctrtaljdt
:r
Binnen landsch Nieuws.
nlles aanwendt, om hem recht te verschaffen.
Voor recht is menig ridderlijke kamp gestreden
inet bewondering aangezien en door de
gcschiedrollen voor vergetelheid beboèd. Ieder
die een kampioen is voor de rechten van den
natuurgenoot, doet een goed, een edel werk.
Maar er is een ontvettend groot onderscheid
tusschen werkelijke en vermeende rechten en
't is een opmerkelijk verschijnsel, dat menigeen
beweert rechten te hebben, waarop hij geen
nnnsprnnk kan maken; juist die strijd wordt
het hardnekkigst gevoerd. Hoe menig
rechtsgeding werd er piet gevoerd, omdat
iemand halstarrig volhield hier of daar recht
op te hebben, zijne aanspraak van rechtbank
tot rechtbank bracht, totdat hij eindelijk tót
den bedelstaf werd gebracht. Dan klaagde lüj
over onrecht en uitzuiging en verkrachting
zijner rechten en wilde geen wit wit rioeïhen
en schold op de geheele wereld, behalve.,^
np zich zeiven. Zulke menschen zijn er nog
legio—. m
Wat een heerlijk, verblijdend, opWëk'kèïid
woord, als men daar hoort verkondigenrecht
voor allen
Wat een heerlijke uitvinding zónden die
woordvoerders, die beschermers der menseh-
heid gednan hebben, wanneer ze een middel
hadden gevonden om de gouden eeuw terug
te brengen. Maar zoover komen ze niet. Ze
schreeuwen alleen zoo luid mogelijk, dat ze
de verdrukten reeds geruimen tijd met de
meeste, de innigste belangstelling hebben gade
geslagen, dat ze de wonden der maatschappij
nauwlettend hebben bestudeerd, dat ze die
wonden willen heelen en dat ze daarom tot
lenze hebben aangenomen recht voor allen
Maar leven we dan werkelijk in een tijd,
waarin de edelman den geringen tot heeren
diensten kan dwingen? Is er dan volstrekt
geene bescherming voor de minder dóór-'de
fortuin bevoorrechten. Wanneer we bij -her
haling in nieuwsbladen lezen van zaken Vóór
rechtbanken, die pro deo d. i. om God^ wilj
voor niets, behandeld worden, is dit dan geen
bewijs, dat ook de armste niet onverdeqigd
behoeft veroordeeld te worden? Is er^dan
geen recht te vinden Wanneer een voornaam,
een rijk man een schurk is en eene misdaad
„Niet ziek, maar toch onpasselijk.'' gaf de bedien
de ten antwoord. i3sa
„Meldt mij aan; misschien laat mevrouw Ba
rones mij toch toe," merkte Kalinka op.
De bediende snelde heen, koorde na weinige minuten
i rug en nocdigde door een buiging dén sèliilder
uit, binnen le treden. Hij geleiddo hem door versohei-
dene kamers naar liet tuinsalon, waarvatide vleógel-
deuren naar de tuinzijde geopend waren, om'de Warmê
lucht van den schoenen zomerdag, toepang.te vortoioèoü
De barones lag half uitgestrekt, op een,Chaisc-lpngue,
de voeten in een deken gehuld. foc.v
Zij was eene in bet oogloopend schoone vrouw van
misschien zes-en-twintig of aeht-eirtwintig jaren. Hare
regelmatige hleeke trekken hadden -iets koels, endèze
koelheid verdween zelfs dan niffit geheel en al, wappper
zij lachte, en zij kon bijzonder hartelijk lachen-,Hare
donkere, schitterende oogen straalden van een zekere
slimheid en berekening. ?.jj scheen werkelijk onwel
te zijn, want hare wangen waren nog bleeköï dan
gewoonlijk, en onder hare oogen waren donkorblauwo
kringen; doch deze schaduwen verleenden aaftÉbet
gelaat een zachtere uitdrukking.. nuv
„Gij hebt een onderhoud verlangd, dan moet gg'jöok
toestaan, dat ik u in mjjn liggende houding on|ya»g,"
begroette zij den binnentredende met een schertsend
lachje. ,lk bon den geheèlen dag huiverig gewéést,
eerst sedort eenige oogenblikken gevoel ik'riny
verwarmd en mag dus de deken niet 'afwerpeöi
„baarde Mevrouw, de bediende zeide mij, dat'gij
onwel waart, daarom wilde ik mij met eieen- -oogea
de zekerheid verschaffen, dat uwoongesteldheid; geen
aanleiding tot ernstigen vrees zou go ven," antwöördde
de schilder, terwijl hij de smalle, blanke ban.ff djET
barones aan zijne lippen bracht. ,Gjj ziét ^zept
vermoeid uit.*
.Ik ben ook mat," ging Charlotte vpn Ofihó yopr|
„Den geheelen dag heb ik ontzetteuden hoofdpij»
gehad, nu is dat wel is waar bedaard, maar .©fff ge
voel ik mij zeer a'gemat." :i jfi
„Nu, ik kan tenminste de geruststelling medenemen,
dat pii 'del ernstig ziek zijt," merkte Kalinka op.
„Blijf nog een oogenblik," vroeg Charlotte pik Héb
wel den bediende bevel gegeven, o!k bezeek af te
wijzen, doch ik ben toch ook blijde, dat gij gekomen
zijt, want ik begon mij reeds te vervelen, daar ik niet
mag lezen. Wanneer ik mij onwel gevoel, ontstaan in
mijn hoofd de dolste grillen; helpt gij mij dan die
te verdrijven.'*
„Gaarne," verzekerde Kalinka.
„Ken oogenblik evenwel,* riep de barones uit. Zij
schelde den bediende en beval hem wijn te brengen.
„Vertel mij nu, wat voor nieuws er is. Ik heb he
den nog niets gelezen, niets gehoord."
„Dan zult gij zeker ook nog wel niet weten, dat
de dochter van den handelsraad Eger verloofd is?"
„Dat sehoone meisje? Ik ken haar. Met wien?*
„Met den referendaris Iiüling."
„Ah!" riep de barones verbaasd uit. „Zij werd anders
veel door officieren omrii gü, en ik gelooide bepaald,
dat een van hen do overwinning wel zou hebben Weg
gedragen. Is de verloYiüg reeds publiek gemaakt
Irgr.nt, waarvoor hij strafschuldig is, dan kan
zich 'f geval voordoen en 't gebeurt, helaas!'
meer dan eens, dat hij zich uit de voeten
maakt en zich'aan de straf onttrekt. Is dit
een bewijs van recbtsverdraaiïng rVeeleer is 't
een bewijs van de heillooze macht, die som
wijlen door 't geld kan uitgeoefend worden,
want dat geld, dat hij met ruime hand om
zich strooit, heeft hem de middelen verschaft,
om in den körtsten tijd de grootste afstanden
af te leggen. De arme, die een misdaad be
gaan heeft, kan dit redmiddel niet aanwenden.
Hem ontbreken de middelen. De rijke en de
arme staan even wel hierin gelijk, dat ze schul
dig zijn en straf verdienen. Wordt nu de arme
gestraft, dan blijft die straf nog rechtvaardig
en falen nu de pogingen der justitie, om den
rijke in hare macht te krijgen, dan is't hard
en te betreuren, maar 't is daarom geene on
rechtvaardige daad.
Zoo wordt er evenwel niet over geoordeeld.
Wanneer die rijke misdadiger door middel
van zijn geld, de zee over steekt, dan gaat
ér een kreet van verontwaardiging op. Wat
zou 't een tooneel opleveren, wanneer die man
toevallig op 't een of ander dorp door 't een
of ander in zijn vlucht werd belemmerd en
daardoor in de handen der vervolgers viel.
Drtn zouden de geringeren zich misschien als
bezetenen op die prooi werpen en niet rusten,
voor ze hem, aan handen en voeten gebonden,
overgeleverd hadden.
Maar, vraagt gij, hadden ze dan geen gelijk
Was die man geen misdadiger? Moet hij dan
ontsnappen Dje geringe menschen hebben
ook gevoel van recht, zij willen immers het
recht zijn loop laten en daarom helpen zij de
justitie.' 1
Een oogenblik geduld. Wat doen diezelfde
menschen, die zoo ijveren voor recht? Lees
het onophoudelijk in de nieuwsbladen, hoe de
politie herhaaldelijk op de ergste wijze in hare
reeds zod moeielijke taak nog wordt bemoeie-
lijkt. Er is eëne vèchtpartij óf iets dergelijks.
l)e politie komt tusschen beiden. Hoe menig
maal heeft de arme agent het hard te Verant
woorden Hoe dikwijls loopt hij klappen en
stompen, zoo niet wat ergers op! Dat is dan
toch al eene zeer vreemde opvatting van 't
woord rechtOdaar zijn zoo ontzettend
veel nuances, in .d0 opvatting van de betee-
kenis van dat woord én ieder oogenblik spreekt
de mensch zich zeiven tegen, om dat hij den
meesten tijd' bij al dat diepe gevoel voor recht
zijn eigen ik daarbij op den voorgrond stelt.
Eene andere grieve in verband niet recht,
willen we eene volgende maal behandelen.
Doetinchem, P. van de Velde Mz.
-— Schagkn Z. D. H. de Bisschop van
Haarlem heeft do WelEerw. Heer ten Brink,
kapelaan alhier, verplaatst naar Vlaardingen,
terwijl de WelEerw Heer A. H. Hulsker
tot kapelaan dezer Parochie is benoemd.
In dpn avond van Donderdag 11. brandde
de groote boerenplaats van Mejufvr. de Wed.
Blaauw a/.d. Grootesloot nabij Burgerbrug af.
De brand barstte ongeveer ruim 9 ure uit en
brandde den volgende morgen nog. De in-
wonenden moesten zich blootvoets redden. Oor
zaak denkelijk het broeien der gerst. Alles
was verzekerd.
Hierachter vindt men eene aankondiging
betreffende het Stout der Heeren van Vollen
hoven Co., te Amsterdam, waarop wij de
bijzondere aandacht onzer lezers vestigen. De
zeer gunstige reputatie en het voortdurend
toenemepd debiet rijn de beste bewijzen voor
de uitstekende eigenschappen dezer biersoort,
welke tegelijk aangenaam van smaak, voedzaam
en versterkend is, en zich verheugt in de
aanbeveling van zeer vele geneeskundigen,
zóó hier te lande, als in het buitenland.
Vrijdag 3 October 11., den dag waarop
ieder jaar Leidens ontzet wordt herdacht,
heeft het Nederlandsche volk zich van een
taak gekweten tegenover één dier „Helden
der" Vrijheid", die in den worstelstrijd met
Spanje uitblonken door Vaderlandsliefde,
Heldenmoed en Volharding: De onthulling
van Van der WerfTs standbeeld heeft plaats
gehad.
Reeds des morgens ten 8 ure nam de
feestviering een aanvang niet een uitvoering
van kóraalmuziek voor koperen instrumenten
op den toren van het Raadhuis.
Na afloop hiervan trokken tallooze scharen
uaar do kerken, alwaar evenals op den dag
van Leidcn's onlzct, 3 Oclobcr 1574, een
dank en bedestond gehouden werd.
Hierna had ten twaalf ure precies, de rje
eostumeerde optocht plaats, van het schut!
tersveld aan den Rijnsburger Singel Jan»,
Leiden's feestelijk uitgedoste straten nnnr
Ruïne, alwaar het onthulde standbeeld stond
Allereerst werd hier door Leiden's Man-
nekoor een toepasselijk toondicht ran Richard
Hol uitgevoerd.
Daarna werd de feestrede gehouden vnn
Professor De Vries hulde brengende aan die
Vaderlandsche helden, die Leiden deden stand
houden, en in het bijzonder aan denman, wient
standbeeld men onthulde, namelijk Pieter
Adriaansz. van de Werff, toenmaals Burgt.
meester van Leiden.
Toen het teeken gegeven werd om het beeld
te onthullen, 3teeg er een oorverdoovend ge.
juich op uit de kelen van de ontelbare
schare, waaronder duizende vreenidelii geo,
terwijl een duizendstenmiig kinderkoor een
feestcantate aanhiefov ,j;- ^.3. (jp
Op dé jaarmarkt to Odoórn VreWl'flÈfa
door eën der rijkste bcérén nit Borger, tevens
lid van 't kerkelijk kiescollegie, éen' koe aan
gevoerd, die niet gezond was. Een zijuer
knechts, een nog onergdenkende jongen, werd
er mee belast deze koe te verknopen en den
naam van een vreemde als eigenaar op ta
geven. De koe werd gekocht door d.V. uit
Zuidlaren. De verkooper gafals naam,,van
den eigenaar Jan Dop uit Gnsselte op. De
kooper vroeg daarop eenige bekende kooplie-
ddn uit Borger of ze «ok een zekeren Jan
Dop te Gnsselte kerfden. Dezen gingen mee
r.aar de gekochte koe en toen lekte het b drog
uit. De zaak eindigde met vernietiging van de
koop.
Op uitnoodiging van generaal Smit zullen
binnenkort weder vijf weesjongens, alle tim
merlieden, en eenige weesmeisjes uit de Wees-
inrichting te N'eerbosch naar de Transvaal
vertrekken.
r k
De heer A. C. "Wertheim deelt in de
Amsterdamsche bladen het volgende mede:
„Mijn zoon, in gezelschap van drie heeren,
voor wier achtenswaardigheid ik insta, trad
eergisteravond de „Caves de France", koffiehuis
in de Xalverstraat (te Amsterdam) kastelein
de heer Freytag—Gilbcrt, binnen,
De bediende deelde hem mede, dat de hecrai
exceptioneele prijzen moésten betalen, en
toen zij den kastelein ophelderingen vroegen,
luidde het antwoord „dat deze prijzen niet
voor allen, maar voor sommigen golden-"-.
Ik vroeg den volgenden dag den kastelein
rekenschap van die woorden en 't bleek mij,
dat met die „sommigen" Israëlieten, mijn
geloofsgenooten, bedoeld werden.
De „clientèle" en de bestaande vooroordeeien
vorderden uitsluiting, die hij wel niet goed
keurde, maar niet kon verhinderen.
Hij betreurde dat hit zoo had moeten
gebeuren, scheen niet ongeneigd „welwillende
uitzonderingen" te maken maar op mijn
eisch, dat hij schriftelijk zou verklaren zij"
handelwijze niet slechts te betreuren maar
ook te willen herstellen, niet in bijzonderen
maar in algemeenen rin, bleef hij een behoorlijk
antwoord schuldig eri verborg zich achter al
gemeenheden.
Ik geef alsnu gevolg aan 't geen ik ver
klaarde te zullen doen bij gemis aan bevrej*
gende verontschuldiging zijnerzijdshet gf
beurde openbaar te makenniet om oan
persoonlijke gevoeligheid te voldoen, ve
minder om den mij onverschilligen kastel
te benadeelen, die mij voorkomt veeleerwer^
tuig dan hoofddader te zijn; mflar<ütg1.
hen die ijveren voor godsdienstverdwag^
heid in ons vrij land, te waarschuwen;
hun taak nog niet is volbracht."'
Te Garsthuizen (onder de Groning^.
gemeente Stedum) had onlangs naar 1
Gr. Ct meldt zekere W. Bos eene b°«i
plaats, bewoond door Elema, verkocht aaa
Nanninga, aldaar, met de voorwaarde da
het aanwezige losse goed voor f
overnemen. De kooper kreeg echter verm01
dat van deze aanwezige goederen nu en ^y
iets verdween, en hij ging daarover me
Bos spreken. Bij dit gesprek ontston< f^r0llj
vige twist, waarbij N. den ander op den e
wierp en herhaaldelijk op de borst trap
Een paar dagen later kwam Nann111!,fr
den bakker te Garsthuizen en h00^...^ ver-
loops, dat Bos gestorven was. Doode ij
schrikt over deze onvoorziene gevolgdn
drift, spoedde hij zich naar huis, waar
in zijne wanhoop heeft opgehangen»