Ao 1884. 2Ssle Jaargang» A L G E !tl E E N A D V E R T E X T I E- ZOADAG A I El \V S- \j A X B O I AV B L A I). 50 NOVEMBER. J. WINKEL, r m BE EEB. a M 1833. Bekendmaking. paard. IN ONZEN TIJD! TE SCHAGENi Laan, Wijk D, No. 5. den teen te Scha gen. SIIIAI.HR COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- aaq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenlièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één das vroeger. UITGEVER: Pfijs per jaar/3.Franco per post 3.6Ö Afzonderlijke nummers 0.U5. Advertentiën van één tot vijf regels 0 75; iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter gemeente secretarie alhier zijn inlich tingen te bekomen betrekkelijk een onder deze gemeente onbeheerd gevonden lam en SC'liaap, alsmede betrekkelijk een op de markt van 27 November j. 1. achtergebleven Hot Hoofd van hot Plaatselijk Bestuurder gemeente Behagen, brengt bij deze ter kennisse van de inge zetenen dier gemeente, dat de kohieren Nos. 3 en 4 voor de belasting op het Personeel dienstjaar 1884(85, op den 21 dezer door den Heer Provincialen Inspecteer in deProviDcie Koordbolland zijn executoir verklaard en op heden aan den Heer ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven. leder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk aebt te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit Dalatigheid zouden voortvloeien Roman van Friedrich Friedrich. (22.) XI. Bruno's toestand was iets beter geworden, zoodat de hofarts Borcbers deu bekommerden vader de verzekering kon geven, dat er voor het leven van zijn zoon geen gevaar meer bestond aange nomen, dat het hem niet aan de vereischte verpleging ontbrak en hij zich voortdurend ontzag. Wel is Waar had hij niet kunnen verhelen, dat de borBt van den Zieke altijd wel zwak zon blijven. Soltau's zorgCD •waren daardoor evenwel weinig verminderd. Hij had gearbeid en ontboerd, om zijn zoon te kunnen laten studeereD, bij wilde hem een gemakkeljjker levens baan bezorgen, wat kon bij nu nog hopen, daar Bruno's gezondheid geknakt was Doctor Ruling bad hem van allen arbeid ontslagen, Zootang zijn zoon verpleging noodig had; hij had dit dankbaar aangenomen, maar iedere drukfout, die hij in de courant zag, pijnigde zijn angstvallig nauwgezet geweten. Hjj sehreel aan Rüling, dat bij gaarne bereid wras, de noodige correcties te lezen bij het ziekbed tan zijn zoon. In plaats van te antwoorden kwam Rüliog zelve. „Denk nu niet aan de courant, maar aan uw zoon," zeide bij. „Ik heb altijd met de grootste gestreng heid correctheid verlangd, ik ontbeer uw scberp en geoefend oog, maar de drukfouten zullen nu de courant niet meer aebaden doen, en al zou ik ook daardoor eenige abonnementen verliezen, dan zou mij dat in dit geval weinig hinderen. De hofarts beeft mij Leden morgen de meest geruststellende verzekeringen gegeven omtrent uw zoon. Hij verlangt echter voor deu zieke vooreerst nog de beste ver-- Ijleging en dan nog eenige weken betere lneht, de genezing en versterking in een of andere badplaats. „Ik zal alles voor hem doen, wat in mijn vermo gen is,-" verzekerde Soltau. „Keen, vriend, die zorg laat gij nu eehs aan mij over," viel Rüling t.em in de rede. „Gjj hebt mjj jaren lang trouw gediend, altijd heeft mi) de gele genheid ontbroken, u mijne erkentelijkheid daarover te betoonen, ik zal dat nu daardoor doen, dat ik voor uw zoon zorg. Ik heb den hofarts gezegd, dat in alles, wat den zieke betreft, de kosten op *ujne rekening moet stellen, omdat ik- die dragen Wil." Soltau vatte Ruling* hand, hij wilde sprekeü, doch niet in staat, een woord uit te brengen. De banen, die over zijne wangen biggelden, verrieden duidelijk, vrat er in hem omging. „Bedaar. Soltanzeide Rüling. „Gij kent ffiij h^0'8, om te weten, dat ik datgene, wat "ik vrijwillig loot, ook gaarne doe. Breng mij nu bij uw zoon. e .Waste Uelt mij toegestaan, mjj door hem bet te ontgaan. Behagen, den 24 November 1884. Het Hoofd van bet Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. LANGENBERG. Burgemeester cn Wethouders van Scbagen; Gelet op art. 265 der Gemeentewet, brengen tèr kennis van belanghebbende dat het door Heeren Gedeputeerde Staten op 19en November j.L goedgo- keurde Suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente 0n dat voor de belasting op de honden, dieust 1884, gedurende vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd_ Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3 maanden na den dag der uitreiking van het aanslag biljet, bij den Raad, op ongezogeld papier, worden ingebracht. Behagen, den 25en November 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LAKGENBERG, de Secretaris/ DENIJS. gebeurde uitvoerig te laten mededeelen wees onbezrgdi ik zal hem niet ontroerd maken. Het is geen nieuws" gierigheid die mij hiertoe aanspoort. Ik houd het voor mijn plicht, dit geval uitvoerig en met alle nauwge zetheid in mijn blad te bespreken. Uw zoon kan dit niet schaden, want wegens zijn zwakke borst moet hij onherroepelijk uit den militairen dienst ontslagen worden. Ik wil anderen nuttig zijn. Het is helaas bij onzen militairen stand een donker puDt, dat dergelijke mishandelingen niet zelden voorkomen, liet hangt misschien samen met de te gestrenge discipline, de schuld kan daaraan ook wel liggen, dat de onderofficiers niet op dat standpunt der beschaving staan, waarop zij moeten staan. Ik zal het mes in het zieke vleeseh zetten, ik lil bewijzen dat de fouten der ondergeschikten gedeeltelijk geweten worden aan de meerderen. Gaarne wil ik toegeven, dat zij in de meeste gevallen er geêD kennis van dragen, dan moeten er voorzorgs maatregelen genomen worden, dat zjj daar\an in kennis worden gesteld, om de schuldigen te kunnen straffen. Ik ben inderdaad niet verdeeld tegen den militairen stand, omdat ik de noodzakelijkheid van zijn bestaau ten volle erken, maar ik beschouw het als een schande, wanneer de ouders er tegen opzien, dat hunne zonen moeten voldoeD aan hunne militaire plichten. Ik verlaog strenge discipline, maar even strenge gerechtigheid Dat zal ik bij deze gelegenheid open en vrij in mijn blad uitspreken." <Dat is ook mijne overtuging," verzekerde de cor rector. „Ik weet het," zeide Rüling glimlachend. „Breng mij nn naar uw zoon." Ruling trad aan bet bed van deD zieke, hij gaf hem de hand en ging bij het bod zitten. Op kalme, vriendelijke wijze verzocht hjj hem, bet gebeurde kort, nauwkeurig, doch streng naar waarheid mede té deelt n. „Ik twijfel niet aan uwe waarheidsliefde," voegde hij er aau toe. „Verzwijg du Diets, spreek langzaam en zacht, vermoei u uiet, want ik heb den tijd. Ver mijd ook, u op te windeD. Het gebeurde is niet te veranderen, vertrouw er op, dat ik u zooveel dit mogelijk is, voldoening zal verschaffen. Ik zie, dat uwe oog en vonkelen kalm, kalm, jonge vriend grijpt het verhaal u heden te zeer aan, dan zal ik morgen terugkomen. „lk zal bedaard zijn," antwoorde Bruno met zachte stem en vertelde toen het gebeurde. Met weinige woorden verhaalde bij de behandeling,die bij gedurende zijn diensttijd had ondervonden. „Ik wist, dat de luitenant von Tilly mij haatte en naar iedere gelegenheid zocht, om mij te pijnigen," eindigde hij. „Ik spande al mijne krachten in, om mij niet aan het minste vergrijp schuldig te maken, ik maakte de oefeningen onberispelijk, hij vond ze toch slecht, om een voorwendsel voor zijn wraak te hebben.'' „Zwijg nu verder," viel Rüling hem in de rede. „Wat gij mij verteld hebt, is voldoende. Den luitenant is slechts de gerÏDge straf van een veertien daagsch arrest opgelegdik hoop u voldoening te verschaffen. Houd t bedaard en laat u door niets opwinden. Ik zal u wijn zendende hofarts heeft dat toegestaan Wat mij Verwonderde zal ik mededee/erf.- De jaarmarkt tewas dit jaar bij zonder druk bezocht. Niet alleen een vrij groot aantal koeien^ paarden en varkens, waardoof er ook een groot aantal mensC'ben tegenwoor dig was, maar hoewel de markt zelve maar één dag duurt, zag men ditmétal nog een paar heüsche spellen, zooals men die in vroege- ren tijd gewoon was te zien.- Een van dezef was een verzameling van goed springende? menschenkinderen. 't Is vreemd, dat men nogf in een spel moet gaan, om mensöhen groote? sprongen te zieii maken, terwijl men dat- schouwspel meer dan eens in Werkelijkheid buiten de kermis om kan waarnemen. Er is evenwel nog een merkbaar onderscheid hierirt op te merkenwant bij de groote sprongert in de wereld doet menigeen een fameusen val/ Waarbij hij niet alleen zich zelve duchtig be zeert, maar in zijn val ook vele anderen doet- en uw vader en uw zuster zullen dien ook drinken/ want zij hebben insgelijks versterkende middelen noodig." Het publiek sprak bijna al niet meer" óver do' mishandeling van den eenjarige. Het was bekend geworden, dat Tilly veertien dagen arrest harf gekregen, en daar de gestrengheid van deü overste algemeen bekend was, zoo begonnen do meestert aan te nemen, dat de mishandeling van den eenjarige' niet zoo erg kon zijn geweest, daar dé luitenant anders wel zwaarder straf zou hebbeü oütvangen.- Do redenen, waarom de overste ditmaal niet zijné) gestrengheid alleen had laten sprekèn, kende niemand' Men geloofde, dat de mededeelingen vau de' oog-" getuigen overdreven waren geweest. Na verscheen er in Rülings courant eéti lang" artikel, waarin het gebeurde zeer uitvoerig en tot inf de kleinste bijzonderheden verhaald werd. Bijzonder* werd daarin de nadruk gelegd cn ook bewezen dat de luitenant de mishandeling uit wraak had begaan.* Tegelijk werd den meerderen van den luitenant er een verwijt vau gemaakt, daar bij gestreng toezicht door hen, zulk een mishandeling niet had kunnen' voorkomen. Ten slotte was nog vermeld, dat dit geval niet alleon stond, doch ér van verschillende zijden klachten werden geboord, die evenwel niet altijd publiek werden, omdat de militaire rechtspleging nog altijd in het geheim geschiedde, en do uitslag" vau het onderzoek, zoowel al* de bestraffing der' schuldigen, daarom zelden bekend werd. Het artikel was scherp, maar toch bedaard en kalm/ en daarom.maakte het juist een diepereu indruk, daar dit tigelyk getuigde voor de waarheid van den inhoud* Het artikel was onderteekend.- Dr. Albreeht Rüling Dit artikel braebt de gebeele stad in stormachtige' opschudding. Nu kon niemand meer aan het gebeurde' twijfelen, op enkele punten was het nog verschrik ke lijkcr dan de ooggetuigen verteld hadden. Dé Couraut ging van band tot baud, het bureau werd bestormd door koopers voor dit nummer. Men sprak onbewimpeld over de geringe straf, de meesten zagen in dit veer. tien daagsch arrest een beleediging der gerechtigheid- Dat was dus de straf voor de verwoeste gezondheid- van een jong. veel belovend man. Rülings politieke tegenstanders trachtten dit artikel te doen doorgaan voor een slimme manoeuvre van den uitgever der courant, doch daardoor sloegen zij zich ztlven in het gelaat, want ieder was er vast van overtuigd, dat Rüling de volle waarheid had gezegd; men vertrouwde beai. Rüling ontving honderde brieven van dankbetuiging, men prees zijn open en onverschrokken gedrag de» te meer, daar in zijn artikel ook zijn eigen broeder niet ontzien werd. Dagen lang werd er over het artikel gesproken, in iedere kring, in elke sociëteit, op alle bureaus. ja wanneer twee bekonden' op straat elkander ontmoetten,- bleven zij staan, om eikander hunne meening omtrent- het artikel te zeggen. "WORDT VERVOLGD.-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1