A L G E SI E E X
A. 1) E U T E V I 1 -
DOADERDAG
AT I E L W S-
4 DECEMBER
m
Ao iSSA.
2Sste Jaargang;
M IS3/J.
L A ADBOUAVBL A
J. WINKEL, I
TE 9CHAGEN.
Gemeente Scha gen.
Bekendmaking.
Binnenlandsch Nieuws.
SOUAttEB
c li Si A T.
Dit blad verschijnt tweemaal per week oens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 8
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
Laan, "Wijk D,' No. 5.
POLITIE.
Ter gemeentesecretarie alhier zijn inlich
tingen te bekomen betrekkelijk een onder
deze gemeente onbeheerd gevonden SCÏliliip,
Het Hoofd van hot Plaatselijk Bestuur der gemeente
Schagen, brengt bij deze ter kennisse van de inge
zetenen dier gemeente, dat de kohieren Nos. 3 en 4
voor de belasting op het Personeel dienstjaar 1884(85,
op den 21 dezer door den Heer Provincialen Inspecteur
in de Provincie Noordholland zijn executoir verklaard
en op heden aan den Heer ontvanger der directe
belastingen binnen deze gemeente ter invordering
zijn overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt
alzoo vermaand op de voldoening van zjjnen aanslag
behoorlijk acbt te geven, teneinde alle perechteljjke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeien
te ontgaan.
Schagen, den 24 November 1884.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
G. LANGENBERG.
Roman van Friedrich Friedrich.
(23.)
II.
Toen Hermann Rüling eenige dagen, nadat het ar
tikel verschenen was, des avonds z[jn verloofde be
zocht, outving Eger heni in het oog loopend koel.
Reeds na eenige woorden gewisseld te hebben, kwam
het gesprek op het onderwerp, waarmede de geneele
stad zich bezig hield.
„Ik begrijp uw vader niet," zeide de bankier tot
Hormann. „Hij heeft een vonk in een vat met kruit
geworpen, ik vrees intusscben dat hij bij de ontploffing
juist het minste zal winnen."
„Ik geloof niet, dat mijn vader ook maar een
oogenblik gedacht beeft aan zijn winst of verlies, 4
antwoordde Hermann met een bedaard lachje.
„Dan begrijp ik het nog minder," ging Eger voortt
„ik zal het gedrag van den luitenant van 'iilly vol
strekt niet billijken, ofschoon hij de gevolgeu niet
kon voorzien, maar er wordt bepaald van dit ge* al
te veel ophef gemaakt. Het spijt mij voor den jongen
man, maar daar ik het gebeurde toeh niet veranderen
kan, zoo bekommer ik mij er ook niet verder om, en
ik meen, dat dit het eenige ware standpunt is
„Dat kan intusschen niet bet standpunt zijn van
een redacteur," zeide Hermann. „Het is zijn plicht,
zulke misbruiken openljgk ter sprake to brengeo, om
dergelijke gevallen te voorkomen."
„Dien plicht ODtken ik juist," riep de handelsraad
vrij geraakt uit. „Ik houd het voor een beslist mis
bruik, dat de couranten zich in alles mengen, toestan
den, die haar in het geheel niet raken, in bet publiek
besprek' n. over zaken oordeclen, waarvan zij geen
verstand hebben, en daardoor dikwijls enkele personen
meer schade doen, dan zij ooit weder kunnen goed
maken. Zoo iets schijnt mij aanmatigend toe
Hermann zou niet geantwoord hebben, doch de
toon waarop Eger sprak, dwong hem wel. Het is
de plicht der goede en eerlyke couranten, bet al
gemeen belang en het recht te dienen, antwoordde
hij.
„Wat is recht Zijn de redacteuren van een courant
verstandiger dan andere menschen 4 riep Eger uit,
die er groote behoefto aan scheen te hebben, een in
hem spokende ont-vredenhcid lucht te geven. Uw
vad-T heett m'j herhaaldelijk door zijn courant groote
schade toegebracht, terwijl hij mijne ondernemingen,
die ik voor goed hield, berispte en er voor waarschuwde!
Hoe komt tij daartoe?"
„Ik kan u de verzekering geven, dat hij altijd
naar zijn waro overtuiging gehandeld heelt,4 ant
woordde Hermann, dio op zijn beurt nu zijn vader
m bescherming nam.
- "f j
J
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op art. 265 der Gemeentewet, brengen ter
kennis van belanghebbende dat het door Heeren
Gedeputeerde Staten op 19en November j.L goedge
keurde Suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag
dezer gemeente en dat voor de belasting op dc honden,
dienst 1884, gedurende vjjf maanden ter Secretarie
der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3
maanden na den dag der uitreiking van hot aanslag
biljet, bij den Raad, op ongezegeld papier, worden
ingebracht,
Schagen, den 25en November 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG,
de Secretaris,
DENIJS.
De Directeur van het postkantoor te Scha
gen, noodigt allen uit, die bij gelegenheid
van het Sint Nicolaasfeest voor verzendingen
van de Pakketpost gebruik willen maken, de
pakketten zooveel mogelijk daags te voren aan
zijn kantoor te bezorgen, opdat, door wellicht
een overgrooten toevoer op 5 Dec. men geen
vertraging ondervinden
De verzending zal zoodanig geregeld wor-
„Maar ik verlang zijn oordeel immers niet, riep de
bankier geraakt uit. „Wie geeft hem dan de zekerheid,
dat zijne overtuiging de ware is? Hij kan zich toch
ook vergissen, en hij kan door eene vergissing dui
zenden schade berokkenen Mij heeft hij reeds groot,
onberekenbaar nadeel berokkend
„De eenige maatstaf voor iedero meening, is de
publieke meening," antwoordde Hermann, nog faltjjd
bedaard blijvende. „Geen courant kan op den duur
vasten grond winnen, w anneer zij niet door de publieke
mneuing gesteund wordt en het vertrouwen geniet
van duizenden I"
De bankier lachte honend.
„Pah! De courant is een zaak ove-als al het andere.
Do nitgever wil abonnementen winnen, om geld te
verdienen en dat vind ik zeer rechtvaardig. Uw vader
heet met al zijn eerhjkhcids-artikelen zich onder de
hand veel vjjanden gemaakt."
r Doch nog meer vrienden," verzekerde Hermann.
„In de voorname kringen niot. Al mijne bekenden
zijn tegen het artikel; zij dei ken er even zoo over
als ik, en ik wil u open bekennen, dat ik er mij zells
over schaamde, daar uw vader toch door u nader aan
mij verhonden is. 4
Hermann stond eensklaps op.
„Geschaamd?" Herhaalde hij.
„Zeker; het kan mij toch niet onverschillig zijn,
hoe men in bet algemeen denkt over iemand, dio in
mijne familie komt!4
„Mijnbeer de handclsraal, ik geloof niet, dat iemand
ter wereld zal en kan twijfelen aan de eerlqkheid van
mijn vader,4 antwoordde Hermann. „Zijn geheele
leven getuigt er voor, dat hij nooit een* zaak heeft
bep.eit of het er voor opgenomen heeft, van wier
waarheid en eerlijkheid hij niet overtuigd was !4
Eger baalde de schouders op.
„Dat zijn inzichten, jonge vriend." antwoordde hij.
„Ik vind het natuurlijk dat gij uw vader in bescher
ming neemt doch wij willen daarover zwijgen,
want ik vrees, dat onze meeningen nimmer tot elkander
zullen komen."
Hermann zweeg, maar alle lieftalligheid van Toni
was met in staat, den indruk weg te nemen, diende
woorden van haar vader op hem hadden gemaakt,
v oor de eerste maal zag hij de toekomst met beangst
bart te gemoet, bij zag door Egera karakter dnistere
wolken naderen, en wie gaf hem de zekerheid, dat
deze niet den geheelen hemel van zijn geluk zouden
bedekken
Het was hem mogelijk geweest, zich zeiven tebe-
heerachcn, maar kon hij hopen, dat het hem ook in
den toekomst zou gelukken. Niet eens de vijanden
aan zijn vader hadden het gewaagd diens karakter
van te tasten, en Eger stond bekend als een verbazend
groot en rekbaar geweten te bezitten, wanneer er
sprake van was, gold te verdienen, en deze haalde nu
minachtend de schouders op.
5 roeger dan gewoonlijk en in onaangename stem
ming keerde bij huiswaarts. Den volgenden dag
ontweck bij zyu vader zooveel mogelijk, want bij zou
Prijs per jaar/3.Franco per post /3.G0
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentièn van één tot vijf regels f 0.75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
den, dat elk pakket op den gewenschten tijd
aan fijn adres komt.
De Directeur,
IIEILYGERS.
Schagen Gaarne vestigen wij de aan
dacht onzer lezers op de aan de binnonzijdo
voorkomende advertentie, waarbij onze Gym-
nastik-en Schermvereeniging „Lvcurgus"
hare uitvoering op aanstaanden Zondag aan
kondigt. De gunstige zijde waarvan genoemde
vereeniging zich steeds deed kennen, o. a. het
laatst dit voorjaar, toen zij haar 5 jarig
bestaan vierde en later op den gymnastiek-
wedstrijd te Hoorn, alsmede de sumenstelling
van haar programma, doet ook thans wed ar
een aangenamen avond verwachten, zoodat
wij een bezoek aan hare uitvoering ten
zeerste aanbevelen, terwijl wij ook liefhebbers
van den dans, niet in het minst de dames,
een gymnastenbal niet dan kunnen aanraden.
niet in staat geweest zijn, hem ta verbergen, wat ec
in zijn gemoed omging.
Een dag later kwam zijn vader zelve bij hem in dv
kamer. Hij was kalm en vriendelijk als altijd, maar
zijn galaat was bleeker dan gewoonlijk.
„Zijt gij niet wet 4 vroeg Hermann bezorgd.
„Welja,- verzekerde Riiling lachende. „Gjj weet,
dat mijn lichaam sterk is en voel verdraagt. Doel»
gaat zittan, Hermann, ik heb iets met u to bespreken.
Ik wil uw oordoel als jurist hooren. Zot alle andero
gevoelens ter zijde en onderzoek datgene, wat ik tl
wil mededeelon, als een vreemderaak, rustigen objectiet'.
Gelooft gij, dat mijn artikel, hetwelk meer opzien
heeft gebaard, dan ik vermoedde, Iets beleedigends ei»
strafbaars bevat? Leus bet eens bedaard over
hier is het."
Hij gaf zijn zoon de courant.
Hermann las het artikel nog eens langzaam over,
elk woord nauwkeurig overwegende.
„Volgens mijne overtuiging bevat liet niets beleedi
gends, noch lormeel, noch zakelijk," zeide hij.
„Hot zal in zekere kringen ergernis vervrekken,
opdat gij oen feit openbaar maakt, dat men gaarne
had willen doodzwijgen, maar gij hebt dit gedaan
op kalme, objectieve wijze, en waar gij er een beris
pend oordeel aan toevoegt, doet gij het, om de belan
gen van duizenden te beschermen, en dat is de plicht
van do pers I"
„Dat is ook mijn inzicht geweest," merkte Rilling
lachend op. „Maar gij heb ze-r voorziebtig gezogdt
naar uw meening. Gjj neemt dus ook aan, dat anderen
een andere meening daaromtrent kunnen hebben
„Zeker."
„Dat alzoo op grond van bestaande wetten eruit
dit artikel een beleediging is te zoeken
„De wet, of liever de uitlogging daarvan is rekbaar,
maar ik geloof niet, dat gij eeDige reden tot vrees hebt."
„Vrees koester ik zeker niet," antwoordde Ruling.
„Ik heb het artikel met mijn naam onderteekend
en zal ieder woord verantwoorden. Een veroordeeling
zou mij zelve weinig tretfen, maar de zaak, die iic
wil dienen, zou het schaden, wanneer ik veroordeeld
werd."
„Gij riet het te dooker in, niemand zal een aan
klacht tegen u instellen."
„Het is reeds gedaan en heden morgen is mij
daarvan kennis gegeven," zeide Rüling, terwijl hij
driftig opstond. „Beoordeel mij niet verkeerd. Het
is niet de eerste maal in mijn leven, dat ik ben
aangeklaagd; tot nu ben ik in alle aanklachten over
winnend uit het strijdperk getreden, ditmaal treft het
mij erger, want het is mijn eigen broeder, die de
aanklacht bij den rechter van instructie beeft ingediend!"
„Deoverste!" riep Hermann uit.
Rüling knikte bevestigend, terwijl hij het vertrek
op en neder liep.
„Hier is de aanklacht lees!" zeide hij toen,
terwijl hij zjjn zoon een te zamen gevouwen schrijven
overhandigde. „In mijne woorden, dat den meerderen
een verwyt treft voor de misstappen van hunne