Uinnenlandsch /Vieuws
ecne onmogelijkheid te wezen, of men wordt
met den besten wil van den wereld door aller
lei oorzaken, als door ziekte, door afwezigheid
of wat ook, verhinderd, om zijn plan uit te
voeren.
De waarheid van het hier aangevoerde zou
inderdaad blijken, wanneer t vergund was,
in zoo menig zakf>oekje eenen blik te slaan.
Wen zegt: ffde weg naar de hel is met goede
voornemens geplaveid" en dit is op.vele men-
schelijke ondernemingen en plannen toepasselijk.
Men neemt zich zoo dikwijls vele goede zaken
voor, begint met loffelijken ijver en toch blijft
men in 't werk steken en volvoert zoodoende
niet, wat men voornemens was.
En zoo geschiedt het, dat men aan 't einde
des jaars niet meer op de hoogte is van 't
geen anderen voor ons hebben gedaan, en dat
diens volgens de nieuwejaars rekeningen moeten
tegenvallen.
Er zijn in 't. leven van die vreemde, dikwijls
onverklaarbare toestanden en daaronder behoort
ook deze Wanneer m«n in een winkel 't een
of ander koopt, betaald men zulks, in den regel,
dadelijk. Ten minste kan men bet doen. Zoo
gaat het ook bij enkele werkzaamheden, die
voor ons verricht zijn, bijv. met een kleer
maker, schoenmaker enz. Maar bij zeer vele
werkzaamheden doet men dit niet. Waarom?
Ja, dat weet men zelf niet. Omdat het nu
eenmaal een gewoonte is. anneer men een
timmerman, metselaar of smid, zoodra deze
iets voor ons heeft verr icht, dadelijk het daar
voor verdiende loon en de waarde der gebruikte
materieelen kon betalen, dan was men ten
minste van 't oploopen der rekeningen ge
vrijwaard.
Mij dunkt dat het voorde mensehen zeiven
niet onaangenaam kon zijn. Zij, die knechts
in hunnen dienst hebben, moeten toch eiken
Zateterdagavond het verdiende werkloon uit
betalen, terwijl zij zei ven tot nieuwejaar en
mischien nog eenige weken of maanden
langer op de voldoening daarvan moeten
wachten. Dat schijnt bij den eersten opslag on
zinnig en onverklaarbaar en toch is 't een aan
genomen gebruik, waarvan niemand afwijkt',
uit vreeze van klanten te verliezen.
En welke zijn de gevolgen?
Onophoudelijk en overal hoort men klachten
aanheffen over slechte betaling en de groote
zondebok is de tegenwoordige malaise, een
woord, dat evenzeer in ieders mond bestorven
ligt, als het woord depressie in de aankondi
gingen aangaande het woêr, dat men te wach
ten heeft. Maar zou de groote zondebok of
liever de werkelijke oorzaak nog niet eerder
te vinden zijn in die aller ongelukkigste ma
nie om te borgen? Borgen even zeer gezocht
van de zijde des koopers als aangeboden,
dringend aan en op gedrongen van de zijde der
verkoopers?
De verkooper, die, zooals men zulks belieft
te noemen, er den slag van heeft, om zijne
waar aan den man te brengen, zal u daardoor
tot koopen animeeren en overhalen, door er
u op te wijzen, dat gij niet dadelijk behoeft
te betalen. Gij kunt weken, ja, maanden
wat h&d hersteldI*
Heimann zweeg en staarde voor zich uit,.
„II? zal u iok zi ggen, waarom hij dezen band
heeft verbroken!" ging Rüliitg vcort „Ik ben er de
oorzaak van Hij hoopte door doze verbintenis in m;j
een bevorderaar van zijne onzuivere ondernemingen
le winnen; bij heeft ze!Is deze hoop tegen ruij uitge
sproken, m-iar ik l eb het van de hand ge vezen. Ik
weet dat gij zrlve nirtmer geduld zoudt hebben, dat
ik mijne overtuiging en mjjn eerlijken naam tan offer
bad gebracht aan Kgers voordeel!"
„Kn Toni?" vroeg Hermann, zonder op te zien.
„Ik geloof niet, dat rjj kennis heelt gedragen van
de plannen van baar vader zij zal zioh in haar hart
bi di ogen hebber).*
„Neen, want zij beeft mij te dikwijls gezegd, hoe
innig zij mt| beminde!"
„Zij heeft I et gelcotd misschien heeft zij haar
eigen hart niet gekend. Vergaar al uw trots, die zal
u hi t gemakkelijkst uw hoen smart overwinnen."
„Ik hel) gten trots roser, want bet geluk van mjjn
levefi' is vernietigd!" riep Hermann uit. Hij wierp
zich op een steel, verborg zijn gelaat in beide handen
en weende hartstochtelijk.
Ruling tr.id naar hem toe en legde het hoofd van
zijn zoon tegen zijn borst. Hem zelve kwam een
traan in het oog.
„Niet uw levensgeluk, maar alleen uw rust voor
weken en misschien voor maanden," zaide hij op
bewogen toon. „Uw hart kan niet gelooven, dat Toni
u niet meer liof liei ft; ik zou u raden, haar te schrijven,
om vari haar zelve de bevestiging te bekomen, of zjj
zicli voegt naar den wensoli van baar vader; niaar
zjj zou misschien niet antwoorden, de brief zou zoor
goed niet eens in haar handen kunnen komen en dan
zou een koortsachtige ougeiustiioid u vorteren. Schenkt
gij uw vader het vollo vertrouwen?"
Hermann knikte bevestigend.
„Gooi, dun zal ik naar haar heen réizen, om u
«tkerLeid te verschaffen- Bemint zij u nog oprecht,-
vrachten met de betaling. Die hoffelijkheid is
niet alleen zeer dikwijls de ondergang van den
kooper, maar nog meer van den verkooper.
Onaangenaam noem ik den toestand, wanneer
een gekocht voorwerp reeds veel van de eerste
nieuwheid heeft verloren, ja somtijds reeds
half versleten is, zonder dat de e genaar (.J)
nog aan betaling heeft gedacht. Toch gaat het
zoo gemakkalijk, men pronkt en loopt niet
met gekochte, maar met geleende veêren. 't
Is een doorloopeud bedrog evenwel, daar men
den voorbijganger zand in de oogen strooit,
den leverancier niet geeft, wat hem toekomt,
en per slot van rekening, zijne eigene rekening
geheel verkeerd heeft opgemaakt.
De maatschappij is een groote keten. Teder
hangt af van e#n ander. Wanneer niet be
taalt aan b, kan b weer niet betalen aan c.
Zoo wacht de een met de betaling aan zijnen
leverancier, totdat zijne klanten hem hebben
voldaan en deze klanten zeiven zijn zeer dik
wijls verplicht, om hem weer op hunne beurt
te laten wachten, omdat ook zij in eene af
wachtende houding verkeeren
In Utopia heeft men daartegen een probaat
en toch zeer eenvoudig middel. Daar wordt
niets gemaakt niets geleverd zonder kontante
betaling. Daar is hot borgen op gevangenis
straf verboden, 't Is daar evenoel ook oen
saai land, want het speeuleeren is dacr ook
onbekend en '4 leven vloeit er me«r gelijk
matiger voort en daardoor eentoniger. Faillis
sementen en oplichterij zijn daar onbekende
zaken.
In hoe verre menigeen landverhuizer naar
dat onbekende land zou willen zijn, loat ik
daar; misschien is 't daar ook wel niet vol
maakt, maar één ding is zeker, dat men het
borgen kon beperken in plaats van het hoe
langer hoe meer uit te breiden, gedreven door
eene dwaze, onberedeneerde en zeer bedriege-
lijke zucht tot gewin.
Maar er is nog meer. Even als men in
onze kamers telken jare eene staatsbegrooting
tot in do kleinste bizonderheden overweegt
en goedkeurt ot afstemt, even zoo moest en
behoorde elkeen voor zijne afzonderlijke huis
houding niet alleen eene begrooting te maken,
maar zich daaraan ook zooveel mogelijk te
houden en zijne levenswijze daarnaar in te
richten.
Misschien werd er dan in die eerste dagen
des nieuwenjaars niet zoo menig lang gezicht
getrokken bij de inzage der rekeningenmis
schien verdween dat ongelukkige stopwoord
malaise dan wel van het repertoire, om voor
een aangenamer klinkend plaats te maken.
Deutinchem P. v. d Velde Mz.
Schagen. Door een veertigtal der voor
naamste handelaren die Donderdags onze
gemeente bezoeken, is een adres aan den
gemeenteraad alhier geteekend, waarin ze hunne
instemming betuigen met het adres van een
zestigtal ingezetenen, om een telegraafkantoor
in het centrum der gemeente te vestigen.
dan zal ik u met alle kracht bijstaan tegen haar
va-ier, ik zal haar als mjjn eigen kind beschouwen
en beschermen, maar wanneer zjj u niet moer bemint,
beloof mij dan, dat gij met trots u zult verheffen
boven haar, die uwer onwaardig is."
„Neen, ik zal tot haar gaan!" riep Hermann gejaagd
uit.
„Gij moogt riet, want de slag zou voor u te groot
zjjn," bracht Ruling hiertegen in.
„Vader, wat betet-kend die slag in verhoading tot
da smart, die ik nu gevoel!" ging Lierman voort. „Ik
zou uffo woorden gelooven, maar zou er toch ook
niet nog oenige twjl'el bjj raj achter blijven, of gij
misschien ook elk woord wel goed verstaan hadt
Die twijfel zou steeds sterker worden au u»ij kwellen.
Ik zolt moot mot Toni spreken. Dat zij mjj niet meer
lief heeft, geloof ik alleen dan, wanneer ik bet uit
haar eigen mond hoor!"
„Zult gjj echter ook de kracht bceitten, dit to
kunnen huorun Zal u zulk oen woord niot meer
schokken, dat «ij nu wel meent?"
Hermann zweeg bij dezo tegenwerping stfak
keek hij voorzich uit.
„Ik zal het veidrigen, omdat ik het verdragen
moet," zeide hij eindelijk. „De btief van haar valer
beeft mij imtm rs voorbereid, op hetgeen mj te
wachten staat. Ik heb alleen nog weinig, zeer wei
nig hoop; ik wil ten minste w&ten, waardoor ik hare
liefde heb verbeurd."
„Dat zou ik u wel kunnen zeggen," zcido Rüling,
„doch het is betor, dat gij het van li iar zelf hoort!
wanneer zjj u de waarheid zegt. Alleen heb ik u
een vorzoek te doen: beheersch u, hoe diep 'rjj ook
geschokt mougt worden; er is met uwe liefde een
misdadig spel, een onwaardige berekening gedreven
maar vorgeot daHrtegonover niet wat g-j "aan uw eer
zijt verschuldigd."
*Ik zal het nooit vorgotoD)verzekordo Ilormann.
ordl Vervolgd.
Er had to Breda weder een van die
voorvallen plaats, wolke zoo menigmaal het
gevolg van een ongeregeld levensgedrag zijn.
In een niet gunstig bekend staand huis in de
Vingerhoedstraat aldaar, gehouden wordende
door ecne vrouw, A. Homburg genaamd, bevond
zich in den nacht van Zondag en Maandag 11.,
ongeveer half twee uur, zekere A. Van Aart,
die aldaar een glas bier gebruikte. Over het
betalen nu van dit glas bier ontstond tusschen
Van Aart en den knecht uit dit huis, J- de
Graaf, twist, welke zóó hoog liep, dat eenige
in de nabijheid zijnde burgers er kennis van
kregen, waarom ze bedoeld huis binnen gingen,
ten einde van Aart zoo mogelijk naar zijne
woning te brengen. Dit was hun 'weldra in
zoover gelukt, dat ze van Aart buiten de deur
hadden; doch toen kwam de genoemde
De Graaf met een mes naar buiten en
bracht daarmede aan Van Aart en P. Koch
onderscheidene wonden toe. De hoofdagent
'van politie J. Schurink, die den nachtdienst
had, heeft zich, zoodra hij hiervan iets vernam,
met de agenten J. Van Beek en W. H. Van
den Berg, naar de op het Kloosterplein gelegen
woning van Van Aart begeven en vond dezen
dermate verwond, dat hij zich verplicht rekende
geneeskundige hulp in te roepen, welke door
dr. J. P. Hofman is verleend geworden. De
dader is door gezegde agenten gearresteerd
en naar het huis van arrest overgebracht.
Bij later geneeskundig onderzoek is geble
ken, dat Van Aart veel ernstiger gewond was
dan aanvankelijk werd vermoed, waarom hij,
als alleen wonende, en dus thuis geene ver
zorging vindende, gisteren eerst naar het R.
C. gasthuis en later naar het stedelijk zieken
huis ter verpleging is overgebracht. Heden
verhaalde men, dat hij reeds was overleden.
Gelukkig echter is dit niet het geval; zelfs
moet hij zich vandaag iets betor bevinden-
Omtrent den hier bedoelden De Graaf kan
nog worden vermeld, dat deze ook reeds vroeger
wegens moedwillige verwonding, vijf jaren
tuchthuisstraf onderging, na eerst op eene
niet eervolle wijze uit den krijgsdienst te zijn
verwijderd. Br- Ct-
Men schrijft uit Zundert het volgende
Dat de alhier vanouds bestaande gebruiken
zich nog zoo gemakkelijk niet laten wegcijferen
bewijst het volgende:
Dezer dagen arriveerde alhier een meisje, van
elders, bij hare ouders, met het doel, om hier
te Zundert ondertrouw te doen.
Het ongeluk wilde echter, dat gezegd bruidje
vergat om aan hare verplichtingen te voldoen
door n. 1. de jongelui der buurt op een glaasje
bier te noodigen.
Nauwelijks was men hiermede bekend, of
men besloot door het hangen van zoogenaamde
offerblokken en de daarbij aoodige inscripties
het noodige geld voor het aanschaffen van
het bier bij elkander te krijgen.
Daar de offerbussen bij het eerste schemer
licht echter trouw werden a%erukt, en het
bij de belangstellenden vast vjL, bier te
moeien hebben, zoo besloo' As ?ten slotte,
om het onderling zelf te betalen
Welnu, het bier kwam op stelling en als
één man kwamen de jongens en meisjes der
buurt bij elkander,brachten eerst het bruidje
in quaestie eene senerade met muziek, en
verlustigden zich vervolgens met springen en
dansen op eene dusdanige wijze, dat wie ook:
in het vervolg hier bruidje wil worden, wel
weten zal, dat men zich alhier die oude
gebruiken nog zoo gemakkelijk niet laat
ontfutselen.
Een groote opschudding heerscht in het
visschersdorp Volendam. Een paar visschers
moeten weder in hechtenis genomen worden
wegens het visschen met den wonderkuil. doch
het algemeen verzet was van dien aard,
dat vijf veldwachters niet in staat waren een
enkelen arrestant te maken.
Men meldt als eene bijzonderheid, dat onder
Kloetinge, op het land van den heer Van Liere,
koolzaad te velde staat, dat in Augustus gezaaid
en in het najaar gebloeid heeft enthans peulen
draagt.
Zaterdagavond omstreeks zes ure ging
een vrouw genaamd E. v. d. M. huisvrouw van
C. O. te Nederhemert, van huis, zooals zij haren
man te kennen gaf, met het doel om een paar
klompen te gaan verruilen. Toen hare terug
komst wat lang duurde, werd de man ongerust
en ging uit om zijne vrouw te halen; doch te
vergeefs, want op de plaats die zij opgegeven
had, was zij niet geweest. Alle moeite werd gedaan
om te zoeken,doch vruchteloos, tot ten laatste
de klompen, die zij medegenomen had, gevon
den werden in een bootje, gelogen in de rivier de
Maas, aan de Bruchemsche krib onder die
gemeente, alwaar in de nabijheid weldra haar
lijk üit de Maas werd opgehaald. Daar deze
vrouw aan zwaarmoedigheid lijdende was, is
het te vreezen, dat zij zich zelve dezen onge
lukkiger! dood heeft aangedaan-
Zooals wij reeds een enkele maal mede
gelden is den ingezetenen van Workondam