DONDERDAG 26 FEBRUARI. Ao 1^5. 298te Jaargang. Alge MEE A 1 E I w s- Aankoop Cavaleriepaarden. J. WINKEL, A. DVERTESTIE" Lasdboüwbla CV tinten te behagen. Bekendmakingen. TE SCHAGEN tlinnenlandsch IV ieniva. M 185S. SCHA Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentién in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur det Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kentiisse van de inge zetenen dier gemeente, dat de kohieren No. 5 en 6 voor de belasting op het Persone. 1 over het dienstjaar 1884185 op den 20sten dezer door den lieer Provin cialen Inspecteur in de Provincie Noordhoüand zijn executoir verklaard en op heden aan den heer Ontvanger •der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven. Ieder ingezetene welke daarbij belang beeft wordt al/.oo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, 4e ontgaan. Schagen, den 23 Februari 1885. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd G. Laugenberg De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat alhier eerlang van Rijkswege eene Commissie zal komen tot aankoop van Paarden, zoo mogelijk ten dienste der Cavalerie. Omtrent de vereischten waaraan die paarden moeten voldoen, kunnen inlichtingen worden bekomen ter gemeente-secretarie. Schagen den 24 Februari 1885. de Burgemeester voornoemd G. LANGENBERG. Roman van Friedrich Friedrich. (46.) XX. De barones beet ongeduldig op haar lippen. „Gij hadt mijnheer von Tiily dat niet moeten vertellen," zeide zij toen. „Maar het is ook het zelfde, ik geloof niet dat Kalinka zal terugkeeren. Hij heeft dwaas gehandeld, dat hij zicb zijner moeder schaamde, en toch kan ik het begrijpen, want hij verkeerde hier in kringen, waarin zijne moeder niet paste. Misschien zou juist die mijnheer de luitenant von Tiily het eerst over die eenvoudige vrouw de schouders hebben opgehaald! Keert gij naar uw woonplaats terug?" „Ja." „Schrijf mij, wanneer Kalinka zijne moeder daar hoeft teruggebracht of gij zijn verblijfplaats te weten komt." „Ik zal het doen." „Wanneer gaat gij heen „Zoodra het mogelijk is, want mijne moeite is te vergeefs geweest." „Niet geheel en al, want bet is mij lief, dat ik van u alles heb vernomen," ging de barones voort. „Gij 2ijt oud en moet u de terugreis gemakkelijker maken hier, neem dit van mij." Zij reikte den ouden onderwijzer hare beurs toe. „Ik zal langzamer reizen, en dan zal het mij ook minder afmatten," morkte hij op. „Neem aan," ging de barones voort. „Ik wensch, dat gij zoo gemakkelijk mogelijk reist, de inhoud van mijn beurs zal u daarloe in staat stellen, en wat gij mocht overhouden, dat kunt gij na uw terugkeer gebruiken, om u het een en ander aan te schaffen. Ik ben rijk, pij moogt dus deze kleine ondersteuning zonder bedanken van mij ainnemen. Kan ik u later nog helpen, schrijf mij dan." De oudo verwijderde zich onder do oprechtste dank betuigingen. Charlolte von Ortfco liep langzaam de kamer op en neder, cm hare inwendige ontroering te bedaren. Kalinka had haar bedrogen en haar de onwaarheid gezegd dit hinderde haar, maar haar hart fluisterde haar honderd verontschuldigingen toe. De liefde voor haar had hem er toe gedreven, hij had gevreesd, dat zij niet de zijne werd, wanneer zij wist, dat hij de zoon van arme ouders was, was dit niet te ver geven? Hoe meer haar hart ten zijten gunste sprak, des le minder werd haar toorn, en ten slotte was zij ^UITGEVER: Laan, "Wijk I), No. 5. Aangaande ons bericht omtrent de in richting der Kolhorner Kaasfabriek, diene ter verbetering medegedeeld, dat de reusachtig:j kaastobbes niet met zink zijn bekleed, maar met blik. Een bekleeding met zink zou volgens mannen van het vak, volstrekt niet geschikt geweest zijn voor de bekleeding van kaastobben. Ook is er in het /machine kamertje" geen locomobiel, doch slechts eene stoomketel ge plaatst. Al de werktuigen, benoodigd voor deze fabriek zijn geleverd door den Heer B. Brink man te Kolhorn. Dezer dagen is te Gent, bij Nijmegen, naar gemeld wordt, een jongeling, toen hij bij de loting een laag nummer trok van schrik plotse ling dood gebleven. Te Amersfoort was dezer dagen, naar men meende, de alleen wonende weduwe v. D. overleden, en reeds waren door eenige liefdezusters alle gebruikelijke maatregelen genomen, toen den volgenden morgen de vrouw uit hare langdurige bezwijming ontwaakte zij kan thans weder vrij goed spijzen gebruiken. Door een Rotterdamschen tuinbaas is aan Z. M. een mandje met jonge postelein aangeboden. nog alleen boos op hem, omdat hij was heengereisd, zonder baar vaarwel te zeggen. Had hij zich aan hare voeten geworpen en haar allos bekend, dan had zij hem moeten vergeven, omdat zij hem lief had. Zij bepeinsde, wat zij doen wilde, om zijn ver blijfplaats to weten te komen. Of hij haar zou schrijven Of hij zou terug keoren Zijn trotsch karakter gaf haar weinig hoop. De knecht diende nu den luitenant von Tiily aan. Do oogen der barones heldorden eensklaps op. „Zeg hem, dat hij wolkom is," zeide zij. Nauwelijks twee minuten later trad Tdly binnen. „Geachte mevrouw, ik gevoel mij gelukkig, omdat het mij eindelijk vergund is, u te zien," riep hij nit, terwijl hij haar de hand kustte. „Ik heb na die ongelukkige rit geen uur rust gehad, omdat ik vreesde, dat gij door het ongelukkig toeval meer ontroerd zijt, dat het geval zelve eigenlijk wel waard is." „Waarom geloofdet gij dat vroeg Charlotte kalm. „Het heeft mij immers ook geërgerd, dat do schilder, iemand van zulk een afkomst, zich in onze kringen heeft ingedrongen; ik ben tot op zekere hoogte door hom nog meer beleedigd, want ik heb hem als oen vriend behandeld. BespottelijkIk kan toch niet een ieder, dien ik leer kennen, eerst naar zijn geboortebewijs vragenHij verkeerde hier in de beste kringen, toeu moest ik wel aannemen, dat hij afstamde van fatsoenlijke, al zij het dan ook burger lieden." „Is hij dat niet?" vroeg de barones. „Geëerde mevrouw, gij hebt toch zijne moedor gezienHeden morgen was bij mij een oude man, ik geloof dat hij leermeester is geweest, die kent hem van zijn jeugd af en beeft mij alles van hem verteld!" „Hij was ook bij mij." „Nu, geachte mevrouw, dan weet gij het immers." „Wat moet ik weten?" v;oeg Charlotte, alsof zij do woorden van den luitenant niet had begrepen. „Dat hij de zoon is van zeer arme en gewone monschen. Zijn vader was een arme houthakker." „Houdt gij dat voor een schande?" Deze vraag bracht Tiily blijkbaar in het nauw. Een schande wil ik het nu juist niet noemen, maar het maakt hem toch onmogelijk in onze kringen." „Waarom „Bespottelijk! Geachte mevrouw, gij zult toch niet met den zoon van een arme houthakker in het gezelschap willen verkeeren „Ik heb met Kalinka altijd gaarne omgegaan, omdat hij een zeer bekwaam schildor en een verstandig man is.'V „En gij zijn afkomst niet wist!" viel ililly haar laciond in de rede. „Geen mensch zou hier met hem Prijs per jaar/3.Franco per post /3.G0 AlzowtWrüjke nummers f 0.05. Advertenliën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Een carnavalhouder to Nijmegen is slecht te pas gekomen. Onder den gemaskerde» meende de politie iemand te zien, die nog een aantal dagen gevangenisstraf te goed had en zich daaraan trachtte te onttrekken. Hij bleek werkelijk de gezochte persoon. In maskarade- costuum., als generaal met steek en épauletten werd hij daarop naar de gevangenis overge bracht, waar hij door den cipier werd ont maskerd. Het Hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't algemeen heeft besloten ten aazien van de bedenkingen van vele departementen, tegen de stichting van eene Kweekschool voor Bewaarschool houderessen, geene buitengewone vergadering te beleggen, maar in de aanstaande gewone algemeene vergadering het voorslag van het dep. Nijmegen op de agenda te plaatsen. Inmiddels is de uitvoering van bovenbedoeld besluit der algemeene vergadering van 1883 geschorst. Naar men verneemt, zal de spoorweglijn PIoorn-Enkhuizen met Mei a. s. voor het publiek wenden geopend op laatstgenoemd station zal een hulpgebouw worden opgetrokken. Men schrijft uit Gorredijk aan de N. R. Ct.In het aan deze gemeente grenzende Oosterend, onder de gemeente Kortezwaag heeft zich dezer dagen een treurig geval van omgegaan hebben, wanneer wij geweten haddon, wie zijne ouders waren. Ik weet, dat ik er ingcloopan ben, doch het stelt mij gerust te weten, dat ik niet de eenigste ben geweest." Charlotte von Ortho had met toenemend ongeduld hem aangehoord. „Mijnheer von Tiily, ik zou u gaarne eeno vraag willen doen," zeide zij toen. „Wat houdt gij voor eervoller, als zoon van arme en onbeschaafde ouders geboren te zijn, zich door eigen kracht op te werken en den naam van een geacht kunstenaar zich te verwerven, of reods in de wieg met rijkdom overladen to zijn, daarvan ruimschoots te genieten en niets ta zijn Tiily draaide beschaamd aan zijn knevel. „Ho, heWaarde mevrouw bespottelijk!" ant woordde hij. „Wie rijk is, behoeft verder niets te zijn!" „Dan gaan onze inzichten nog al ver uiteen, mijn heer von Tillv," zeide de barones spottend. „Ik acht den man naar hetgeen hij doet, en niet naar dat, wat hij van zijn vader heeft geërfd." „Zool'5 riep de luitenant verbaasd uit. „Zoo! keurt gij het dan goed, dat hij zijn moeder heeft verloochend?" „Zeker niet! Maar wat zoudt gij in een dergeiijken toestand gedaan hebben „Bespottelijk, mevrouw! Ik kan immers in zulk een toestand niet komen!" gaf Tihy ten antwoord. „Hij heeft overigens zeer slim gehandeld, dat hij zich dadelijk heeft verwijderd, want hier zou hij oumogeiijk geweest zijn." „Gebruikt gij zulk een strengen maatstaf?" vroeg de barones. „Natuurlijk! Ik kan toch niet omgaan met een mensch, die zijn moeder heeft verloochend!" „Goed, mijnheer von Tiily, dus moogt gij voor u zelve ook niet op een zachtere oordeelvelling rekenen," zeide Charlotte gestreng. „Het zal u dan nu ook niet verwonderen, wanneer ik niet moer kan omgaan met een man, die wegens mishandeling van een soldaat, g' dwongen is, zijn ontslag in te dienen 1" De ex-luitenant trad van ontsteltenis een paar schreden achteruit. „Waarde mevrouw, is u dat ernst?" riep hjj nit. „G zulf toen ni t verwachten dat ik met u scherts." gat de barones met een trotsch, koel lachje ten antwoord. „Ha, ha! Bespottelijk! Vaarwel dan!" riep Tiily en ve. wijdorde zich schielijk. Dridagen later was bij verloofd met do dochter van d.n handels' ad 51 ;er, en tegenover den luitenant von Biilo.v v i laardo hij, dat hij dit alleen gedaan had, oai do barones vieesclijk te ergeren. Wordt Vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1