A LGESIEEIV A D V E R T E A TI E - IVIE L' W S- 10 MEI. v 29slc Jaarnan?;. ZOJYDAG Aangifte van Verhuizing. SCHUTTER IJ. J. WINKEL, TE SCHAGEN Gemeente Scha gen. ai! Bekendmakingen. M 1879. C 9 l R A V T, LANDBOUWBLAD. N F ittS C Uitblad verschijnt tweemaal per week Woens- faq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: Laan, Wijk U, No. 5. Burgemeester en Wethouders van Sehagen, krengen, voor zooveel noodig, met het oog op - het verzuim, betrekkelijk het doen van aangifte ter Secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente, den ingezetenen in herinnering, de U(j i volgende artikelen van het politiereglement dezer gemeente, als Art. 11. Ingeval van verhuizing binnen de gemee'ntè, - zal daarvan, binnen acht dagen, behooren tè worden kennisgegeven ter Secretarie der 1 gemeente, op den voet als hierna is bepaald, te weten Voor een geheel gezin, inwonende dienst-* [jl j en werkboden daaronder begrepen, door het o hoofd van dit gezin. f Voor afzonderlijk levende personen, door Aenzelven. ]l Art. 12. Orertreding van het vorig artikel wordt gestraft, met eene boete van een galden. Seliagen, 21 April 1885. Burgemeester en W ethouder voornoemd; G. LAN GEN 13ERG. de Secretaris, L- MN IJS. ;i| f jclü Rureemeester en Wethouders van Sehagen, roepen mits deze op, alle zoodanige ingezetenen, die op den 1en Januari 1885, hun 25ste jaar van ouderdom zijn ingetredenheievens de zoodanigen, die zich van Buitenlandsch in deze Gemeente gevestigd hebben, voor zooverre zij nóch in een der klassen van de Schutterij vallen, om zich tusschen 15 Mei en 1 Juni aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente voor den dieast der Schutterij te dom inschrijven, zullende tot ontvangst van hun aangifte te dier plaatse speciaal gevaceerd worden op alle werkdagen des Voormiddags van 9 tot 12 ure. 'Jat naricht dér bëldnghebbèndén dient: Dat als ingezetenèn in deze worden beschouwd, alle .Nederlanders, in bet Rijk hun gewoon verblijf houdende; en alle vreemdelingen, in het Rijk woonachtig, welke hun voornemen om zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den dag gelegd Dat de aangifte tot inschrijviug in alle gevallen voor de ingezetenen van den hierboven bedoelden ouderdom behoeven gedaan tè worden, ook dan zelfs wanneer de belanghebbenden vertfieenen tot de vrijgestel den of uitgestotenen 'ot den schutterlijken dienst te behoo en, dat zij, die bevonden 2nllen worden zich niet voor den len Juni 1885 te hebben doen inschrij ven, door het Plaatselhk Destuur èmbtshalve worden ïneeschreveh, en ter mke van hun vorzuirti in een geldboete vervallen, terwjjl de/elve daarenboven ion- der loting zullen wórden ingelijfd. En worden ovêri- ièn8 de ingezetenen aangemaand om zich tijdig van een geboorte-extract te voorzien, eu zie!) alzoo van hun juisfon ó'udordom te verzekeren, ten èiude de inschrijving behoorlijk geschiede, en zij alzoo niet kooïen te vervallen in de straffe bij de Wet bepaald. Sehagen. den len Mei 1885. Bcrrgèmeester en Wethouders voornoemd, G. LA'NGENBEKG, Burgein. DENIJS, Secret. Prijs per jaar/3..Franco per post /3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels f 0 75, iedere regel meer 0.15. Groote letters wor* den naar plaatsruimte berekené [jgg Marktwezen. Burgemeester en Wethouo'ers van Scbagerï brengen ter kennis e van belanghebbenden, dat, wegens den invalli ndeo U e rn e I v a a r t s d a g, de w e k e 1 ij k s c h e 1) o n d e r d a g s c li ef markt, zal worden gehouden op Woensdag; den l3en Met a. s. Sehagen, t Mei 1885, Burgemeester eb Wethouders voornoemd G. LANGENBERG, de Secretaris DENIJS. niets! I. -Mo) Brieven schrijven is voor menigeen eetï zeer lastig werk; niet zoo zeer, omdat het' schrijven zelf voor hen zoo moeielijk is, och neen dat zou nog wel gaan, want ze kunnen vlug genoeg met de pen omgaan; niet zoo zeer, omdat bet hun altijd aan den noodigen tijd ontbreekt wat anders eene zeer gebrui kelijke verontschuldiging is, maar zeer dikwijls, omdat ze geen stof hebben en die maar niet weten te vinden. Er zijn menschen met veel en met weinig verbeeldingskracht. Sommigen weten altijd wat te verzinnen en zijn vroolijke praters, die men ongaarne in gezelschappen mist, terwijf men anderen de woorden als uit de keel moet halen, en zij, met den besten wil van do wereld, geen onderwerp kunnen vinden, waar óver ze 't woord zullen voeren. van den man, den vorstelijken trots overwint." Er ontstond eene pauze en het scheen de barones1 onaangenaam aan te doen, dat Helene niet ant woordde. „Het is zeer de vraag," zeide de barones eensklaps, aEof zjj met zich zelvo sprak, „of het tot geluk kan voeren aan eène neiging gehoor te geven, waarbij wij zolve niet weten, hoever ons doijdelheid daarbij bekruipt; zo g mp openhartig, Helene, gelooft gij dat het een ernstige, diepere neiging is, dio dea prins aanleiding gèótt, mij tj huldigen?" „Mevrouw, ik waag het niet, daarover een oordeoi Uit te spreken."' „Ik verzoek er u om- Ik geloof, dat gij mij eerlijk genegen zijt, en het natuurlijke gevoel ziot scherper dan de wijsheid der wijsten." „Genadige mevrouw, ik zou, zoolang ik deu ge- ringsten t wij tol koesterde, of iemand mij waarachtig lief had, des te langer met het besluit aarzelen, te grocter hut offor is, dat men mij brengen moest." De barones steeg wederom het bloed naar het gelaat. „Gelooide ik, dat hij denkt mij een offer te brengen, wanöeer bjj„mij zijn k:nd aanbiedt,.Ilebne," riep zij uit, „bij God, ik wees hemde deur. Wannéér hij zijn vorstelijk bloed voor edeler hield dan het mijne, dan mocht hij niet de knie voor mij huigen, dan mocht hj mij niet begeerend naderen; wanneer hij de minste bedenking maakte, ot ik zijn naam waa.d hen, dan was zijn aanzoek eene bespotting, geen hulde. Hjj is de verre bloedverwant van eeneu kleinen vorst, die alleen in naam regeert, hjj heett een klein vermogen; een princes zou hem bezwaarlijk nemen zijn titel is alles vvat hij bezit en mij aanbiedt, dat bréngt ieder man do vrouw, die hij kiest; moet ik dat een offet noemeu Ik breng een offer, ik stel mij bloot aan deu nijd, en deu afgunst, en tot zulk een stap kan mij alleen de gedachte doen besluiten, dat een prins, üie om de hand eener burgelijk gebo rene werft, dat rijpelijker overlegd heett dan een in schulden gestoken edelman; dat een prins zijn gevoel ernstiger onderzoekt, voor hij beslist." „Gjj zult niet gemakkelijk verkeerd doen, wanneer gjj den raad van uw hart volgt." Een bitter laehjo speelde om don mond der barones. „Dan ging ik liever iu een klooster, dau nogmaals in den echt!" mompelde zij in zich zelve. „Een bedrogen hart verleert het vertrouwen. Ik wil vergoteu, ik wil het leven genieten Wordt Vervolgd. P De Schoone Weduwe. Roman van E. II. v. Eedcnroth. (2.) Eerste o f d s t u k. 'Ui Barning keek de tsch wogloopende dame reu eigenaardig lachje, Q,<- om zjjne lippen speelde, |M <Lt de minachtende wijze waarop do dame ■<- a'scheepte, hem minder krenkte, dan wel een Iek'l "'"^dijden bij hem opwekte; hij scheen het te Mft da! zulk eeu schoone vrouw dojr hare eigeu- "h kiieid iedéren gunstijen indruk verjoeg, titii' ^©fgo'jjk gevoel had zich reeds in de- i,S zijner gelaatstrekken verraden, toen hij Lbk 8 u"°VOr ame 8'end; zij moest het bemerkt gcfj1" 1 klJ 'iaar de houding, die zij verlangde, vséi- 'ai d' "auWulijks had zij zich op eenigeu af- Viaro^3'1 ^6" vreemdcliug verwijderd1, of zij gat in tf j"lüed lucht. „Een onbeschaamd mensehl" zeido ^e0||l1fe/?i!el'i". -Het was bepaald de houtvester." Jijp! J' Ze'da het jonge meisje lachende. „Want *el re! i ^oel8ier wel gekend, die weet het ook betcKj. a i" C'at '''L'r zÜt> en zou Uleer eerbied jigCr'.'jen. De heer zag er ook niet als eóu bwi-t V bepaald eeu badgast uit L. ot een |j(t erkeef mij, mevrouw, maar ik geloof, dat *o sm, 7 nSeu ^an den man niet goud begreept, ,Ja 1 'eer D,en8«hlievendf.« ke')l g°'yR, Helene," viel mevrouw bare >,rticd re^e, wier aarzelendo wijze van spreken [jt1 i-or Cgn *U ',et j°nge meisje vreesde, hare meesteres -L' »Ik 1 Tr]tlJ °De,1'lartig- ge»jjrukon -woord t® vei-töörneii. ♦p-;eWoi auder8 moeten optreden. Maar ik was te .r f'1 ?!6r ^en blief en het bloed steej 8,'t het I ri"" uou onel net D,0<!a 8teeg mlJ ioetsiep i toen hoorde, dat iemand mijnen Bet epr?T en zö'(3u,) dat ik moest wachten." is aat aer dame was hoog rood gekleurd, het 'balen a'}D zmti) dat zij over zicb zelve onte- '«t Wag ,as' Laar boezem bewoog zich onrustig, en ^'f'eliik 'ar a's ^'Bd© zich oen traan in haar van 1'l onó e, Vntroeriug, bitterheid eu hartstocht gloei- Be|"®0 e©©- ^'""nur arc m#e8teres met warme, hartelijke *ü6®j at ."a"' zÜt 'o0 goed," zeidc zij mot J wout wel is waar niot, \vat het ic, dat zoo diep geschokt, zoo heftig ontroerd heeft, maar gij hebt de reis hierht en gemaakt, om u to outspaniien. Bedenk dat er op i. duren droeven dag weder zonneschijn volgen moet, d..t dikwijls eCn slecht bericht minder gevaarlijk is, dan wij m'eeuon. Vertrouw op God „Gij zijt een braaf, lief irï°isje, Helene," viel Ja barones liaa'r in de rede. „Gij wilt mij troosten, gij denkt, dat het eon ol ander ongeluk mij heeft ontroerd. Neen; eeu ongeluk zou ik u medegedeeld hebben, over eene ergernis of een verlies zou ik ntij heengezet hebben. De brief, dien ik ontving, heeft mij aan iets herinnerd, dat mijne ziel op het diepste schokt, dat mjjn lrart vervult met bitterheid en verachting jegé is de ménscheu, mij nét vertrouwen der mensehheid ontneetót. Men verliest do lust, medokiden te hebben; elke weekheid des haiSeu is eene dwaasheid. „Ik zal nu niet naai L. kunnen rijden," zeidede baronóè nu eensklaps, als wiido zij zich niet geweld losrukken van de gédaebten, die haar ontstemden. „Ik vergat den koetsier to zeggen, röij een ander rijtuig te zenden eu bet ongewone bergklimtnen grijpt mij aan." „Wanneer ik u alleen mag verlaten," bood Helene aan,, „dun spoed ik mij naar hot slot ea bestel een rijtuig." „Neen," antwoordde de barones, „Jat mag ik u niet toestaan. Wanneer ik mij den tijd gun eu méérmalen uitrust, kom ik er wel. Het is misschien de bestem ming van het noodlot, dat ik verhindetd ben geworden een misschien te spoedig gegeven belofte te vervullen." Er lag hl deu blik, dien de schoone vrouw bij deze woorden op Helene wierp, iets onderzoekends, als wilde zij iu de ziel harer gezelschapsjufvrouw lezen, boe doze cr over oordeelde. „Zijne Hoogheid zal voor uw wegblijven geen verklaring hebben," autwoordde Helene, „v^anneer mevrouw heden niet naar L. rijdt." „De prins zal de verklaring kunnen halen, wanneer er hem iets aan gelegen ligt, mij geen woordbreuk uit luimigheid te verwijten. „Hij zal daarin eene onverschilligheid zien, wanneer gij niet tenminste een bode zendt, die uw uitblijveu verontschuldigt." „Dat mag hjj! Ik zou eerder hiertoe overgaan, wanneer hjj geen prins ware, die als zoodanig aanspraak maken kan. Ik heb den man, niet den prins toestem ming gegeven, on die horendien nog onbepaald gehouden. liet zal nu' üitkouu-u, ot' bot vortangen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1