LGEMEEN A D V E U T EiVTIE- ZONDAG Katicnalo Militie. n® ra wipp ic De Schoane Weduwe. LjAN D B O W B L AI). 1 JfJM. 2<)sle Jaarna n<*. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. TE SOHAGEN \o 1885, M 1887. scha D.t blad verschijnt tweemaal per week Woens- daq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenlièn in liet, eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. POLITIE. VERMIST. op de markt alhier van 28 Mei j. 1. 1. een lam, zwart gemerkt tusschen de ooren en blauw op het rechteroor en bij den neus. 2. een SCliaap, met een rood marktmerk onder het rechteroog. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer gemeente. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brongon tor kennis van do in <iie gemeente verbhjfhoudende Verlofgangers der Militie to land, behoorende tot de lichtingen 1881, 1882, 1883 en 1884, voor zooverre zij vóór don ion April 1885, in hot genot van onbepaald verlof waren gesteld; dat, zij zullen hebben tegenwoordig to zijn bij het o> derasoek hetwelk zal plaats hebben te Schaden, op Zaterdag den 13en dntii 1885, dos voormiddags ten half tien ure, ten Huidhuize aldaar. Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering gebracht do navolgende bepalingen uit do Wet op de .Nationale Militie van 19 Augustns 1861 (Staatsblad Ho. 72). Roman van E. II. v. Eedenroth. (10.) Vierde Hoofdstuk. rik kan mij uw gevoel verklaren," antwoordde Fröbelt, „en ik billijk hot volkomen, maar uw verlangen verandert voor Ella niets; wanneer gij de erfenis versmaadt, dan komt uw aandeel ten bate van Weldadige instellingen; dan worden er bepalingen van kracht, die gemaakt zijn voor het geval dat er geen nakomeling van Otto Barning zou te vinden zijn. iVilt gj dus Ella eert dienst bewijzen, dan moet gij uw erfdeel opeischen en kunt het dan, wanneer gij wilt, Ella schenken, indien hare trots namonljk zulk een gift aanneemt. Gij kent ntij nog niet, Willi; het is natuurlijk, dat gij aarzelt, mij uw volle vertrouwen to schenken; in uw borst voedt gj twijfel, of Ella's argwaan tegen mj onrechtvaardig is, of ik de toe standen u onpartijdig heb medegedeeld. Ik neem u dat niet kwaljk, maar wanneer gj eenig belangstelt hi het welzjn uwer bloedverwanten, vervul dan mju Wensch, een onpartijdig bemiddelaar to worden tusschen Ella en mj, Ella te hooron, bare aanklachten tegen •rij te onderzoeken en dan te handelen, zooals gj het voor eerlijk en doelmatig houdt. Ik verzoek u, over den inhoud van het testament te zwjgen, voor sooverre het u zelve betreft; voorloopig is het to doen om het proces, dat Ella, verleid door een prul yan oen advokaat, tegen nnj wil voerenliet gelukt u misschien haar er voor te waarschuwen, zich aan ceno vernedering bloot te stellen, wanneer zj hot proces verliest, en dat is buiten allen twjfel, diarbj ook nog de gerechtskosten en de bemoeiingen van een bekenden zwendelaar to betalen, dio als rechtsgeleord consulent een zeer slechten naam heeft." «M arineer gj het mij vrij laat, naar mijne bevinding Ook mij aan de zijde der barones tegen u te plaatsen," antwoordde Willi' na eene korte pauze, „wanneer ik us volkomen vrij ben naar mijn overtuiging to 'aiidelon, dan zal ik die dame heden nog opzoeken." «(,ij kunt niets meer bederven, ook al bedroog u," riep Frolieh tevreden uil; „ik noom alles aau, Wensch niets liever, dan dat Ella iu mj haar a i j m i e u s- U TGEVER J. WIKKEL, Laan, Wijk D, No. 5. Art. 130. tiet crimineel Wetboek en het liegiement van Krijgstucht voor het krjgsvolk te lande zjn op do manschappen der Militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingolijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn; lo. zoolang zij zich bj hun corps bevinden; 2o. gedurende den tjd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duart; 3o. in het algemeon, wanneer zj in uniform zjn gekleed Art. 140. De verlofganger verschijnt bj het onder zoek in uniform gekleed, en voorzien van do kleeding- en uitrustingstukken, hem bj zjn vertrek met verlof medegegeven, van zjn zakboekje en van zjn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in du naastbijgelegen provoost of het naastbjzjnda huis van bowaring of arrest, door den militie commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: lo. dio zonder geldige reden niet bj het onderzoek versch jnt 2o. die, daarbj verschenen zijnde, zonder geldige roden, niet voorzien'is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3o. wiotis klGeding- of uitrustingstukken, hij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4o. dio kleeding- of uitrustingstukken, aan eeD ander behoorende, als de zjne vertoont; Airr. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het'onderzoek tegenwnordig, dan kau lij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is bj niet tegenwoordig en onderwerpt hj zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hj, op scbrittcljko aanvrage van den militie-commissaris, te richten aan den burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder ver ekerd geleide naar de naastbijgelegen provoost of bet n'aastb jz judo huis van bewaring of arrest overgebracht_ welmeenonden vriend erkent, voor zj door bittere ervaringen er toe gedwongen wordt, in te zien, dat het testament tot haar eigen zekerheid is ontworpen en dat er ook niets aan valt te veranderen God geve, dat het u gelukt, haar vertrouwen te verwerven. Klla's onverwacht verblijf op Liebonstein bevestigt mjne booze vermoedens; ik vrees, dat hot daardoor verklaard is, dat tegelijkertijd hi -r in de badplaats een persoon is gekomen, aan wiens rechtschapen inzichten ik moeieltjk kan gelooven, en voor wien ik Ella wensctite te waarschuwen, al is bet ook, dat hj in alle eer om haar hand werft. Het is helaas in Berlin geen geheim meer, daarom mag ik er tegen u van spreken. Prins Emil von is een vurig vereorder van Ella en het heeft veel van een afspraak, dat h j hier en zij op Liobenstein is. Hj heeft eene zeer rijke vrouw noodig, hij steekt diep in schulden. Het zou voor Ella eon hardo en bittere levenservaring zjn, wanneer hij zich zou terugtrekken, zoodra hij vorneemf, hoe zeer hj haar vermogon overschat heeft." Had Willi iu don beginne er aan getwjfold of da raadsheer niet al te ijverig den voogd speelde en zich daarvoor Ella's haat had op don hals gehaald, zoo werd nu door den warmen toon waarop Frelich zijne bezorgdheid over Ella uitsprak, alle twjfel wegge nomen. Smachtte Ella naar do hand van een prins niettegenstaande zj reeds mol Lieben bittere ervaring had opgedaan, zoo scheen de critiek, die haar door jdelheid vorblind noemde, gerechtvaardigd, en dan behoefde vVilli zich niet te ontzien, om tegenover haar als togenpartij op te treden; ja, hem bekoorde zelfs de gedachte, den trots dier schoone, hoogmoodigo vrouw te bostrijden, om haar dan to toonoii, hoo hj het geld verachtte, dat zij hom waarschijnlijk misgunde. Yoor Willi den raadshoor verliet, onderzocht hij, zoovor dat zonder den daartoe vervaardigden spiogol mogolijk was, diens oogen. Frelich laehtte droovig, roods verscheidene geleerden hadden hom gozegd, dat hij reddeloos do verblinding, tegemoet giug, hj had elk geloof aan betere hoop reeds lang opgegeven. Willi gaf zjn gevoelen nog niet te kennen, toon hot onder zoek was afgelóopen, en zcido dat hij zijn instrumenten had medegebracht en zou, zoodra hot Frelich gelogon kwam, een ernstiger onderzoek instellen. Eon half uur later was hij op weg naar Liebcnstein. Eqn geheime macht trok hem daarheen, hoo gaarne hj ich dat gevoel ook ha 1 willen ontkennen, en liet verlan- Prijs per jaar ƒ3.Franco per post ƒ3.00 Afzonderlijke nummers 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels 0 75. iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger verplicht, op don daartoe door di n militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen orn te worden onderzocht. Art. 144. De vorlolganger, die zich bj herhaling schuldig maakt aan het feit, sub. 4o van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde, in het geval verkeert, sub. 2o en 3o van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkeljke dienst, wordt als déserteur benandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen allen wie dit aangaat om, door in achtnemiug van hunne verplichtingen, ziph voor onaangenaamheden eu straffen te vrijwaren. Schagen, den 22en Mei 1885. Burgemeester „en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG, Burgemeester. DENIJS, Secretaris. Burgemeester en Wethouders dor gemeente Schagen, brengen, naar aanleiding van art. 228, alinea 2 der wet van den 29en Juni 1851, (Staatsblad No. 85), aan belanghebuendcn iu herinnering, dat allo vorderingen, ten laste der gemeente, zullen m jeteu ingediend zjn b innen zes ma a u- d e n, volgende op het jaar waarover dezelve lobpen, en dat bj gebreke daarvan, dio vorderingen zulleu verjaard en vernietigd zjn. Wordende dus allen, die nog eenige vordering ton laste dezer gemeente mochten hebben over den jaro 1884, uitgenoodigd, dié, vóór den 30en Junj u. s. in to leveren, ten einde zich daardoor voor do nietigheid en verjaring er van te vrijwaren. Schagen. 5 Juni 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd; G. LANGENBERG, de Secretaris, DENIJS. gou daardoor alleen had yjilkm verklaard zien, dat hij slochts Erelieh's wensch wilde vervullen, hoogstens nieuwsgierig. Te vergeefséh izeide hij tot zich zolvo, dat het' verstand hem gebood, zich te wapenen tegen do hetoovoring' van een scliOone vrouw, wter jdelheid naar uiterljken glans haakte; gelijkhij gisteren de overtuiging had gekregen dat zij niet gevoelloos was, zoo kon hij heden er niet aan geloove dat dozo vrouw alleen den mcnsch schatte naar zjn geboorte- titel De edele kern van haar wezen was slechts verborgen, gelijk Frelich liet gisteren /.elvo nog had uitgedrukt; do natuur kon niet een oppervlakkig, onedel schepsel met hare schoonste bekoorlijkheden versierd hebben. In het dal ontmoette Willi den houtvester, de man kwam van den slotberg, hj zag er verstoord uit; een onheilspellend vuur vlamde uit zjne oogen; h j wilde Willi voorbijgaan, zonder diens groot te beantwoorden hj keek zeer kwaad, toen Willi hom den weg ver sperde en hem aansprak. L'aat mj gaan, ik ben niet gestomd om to babbelen," bromde de man. „Ik hal Hulda niot behoeven weg to zonden, wij haddon samen kunnen gaan; die vrouw jaagt mj van huis cn hof, maar /ij zal haar loon krijgen, of ik morst oen houd zjn, dio zich trappen laat en de handen likt, die hem geslagen hebben." „Spreekt gj van de barones von Lieben vroeg Willi don houtvester, dio zich weder wilde vonvjdoren, doch dien hj door zjn blik dood stilstaan. „Wilt gij het mij beletten P" vroeg de houtvester op spottenden en bitciron tóón, waaruit bleek, dat bj gevraagd wildo zijn omzijn grieven kenbaar te maken, maar dat hij evongaarno handgemeen zou worden met dengene, die voor de barones de partj opnam. „Gij zegt dat mon u van' buis en hof jaagt, dat geschiedt toch njvt zonder oorzaak, gj hebt toch zeker wel een conti act „Dat heb ik, maar het baat.mij niets; de arme is niot opgewassen tegen don rijk''; brief en zegel be schermen niet togen gqwelth" „liet gerecht beschermt het 'recht. Gj zjt opgewon den, heer houtvester. Vertrouw mj uwe grieven toe, en ik boloof u, dat uw recht zal wórden gehandhaafd." Zornau luchtte uitdageud Wordt I 'crvolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1