f8 JUNI.
Algemeen
Advertentie-
donderdag
n 11: i w s-
landbouwblad,
j. winkel,
Verleent Vergunning,
Ao 1885.
29.slc Jaargang;.
•M 1890.
TE SOHAGE N.
Laan, Wijk D, No. 5.
Gemeente Sc ha gen.
Bekendmakingen.
Schutter ij.
.De Schoone Weduwe.
Binnenlandsch Nieuws.
Buitenlandsch Nieuws.
ENGELANTD-
SI IAUI
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één das: vroeger.
COURANT.
UITGEVER
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen,
Brengen, naar aanleiding van art. 228, alinea 2 dor
wet van den 29en Juni 185L, (Staatsblad No. 85),
aan belanghebbenden in herinnering, dat allo
vorderingen, ten laste der gemeente, zullen
moeten ingediend zijn binnen zes -maan
den, volgende op het jaar waarover dezelve loopen,
•en dat bij gebreke daarvan, die vorderingen zullen
verjaard en vernietigd zijn.
Wordende dus allen, die nog eenige vordering ten
laste dezer gemeente mochten hebben over den jaro
1884, uitgenoodigd. die, voor den 30en Junij a. in
ie leveren, ten einde zich daardoor voor de nietigheid
en verjaring er van te vrijwaren.
Schagen, 5 Juni 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.;
G. LANGENBERG,
de Spcr-'taris,
DENIJS.
Bnrgoraeester en Wethouders van Schagen:;
Gelet op art. 11 van het Koninklijk Besluit van
!1 Maart 1828, (Staatsblad No 6) en artt. 10 en 11
wet van 11 April 1827, (Staatsblad No. 17);
Brengen ter kennis van belanghebbenden
e. dat do alpbabetische naamlijst van alle de binnen
deze g-meente voor de Schutterij ingeschrevenen,
voor de lichting 1885, van af heden tot en m- t den
19en Juni a. s. ter Seoretaiie ter inzage is noder-
gelegd;
Roman van E. II. v. Bedenroth.
(13.)
Vijfde Hoofdstuk.
Onder het lezen van Willi's naamkaartje steeg -E!la
iet bloed naar het hoofd. Haar voorgevo -I oed oog haar
as niet, die aanmatigende man, die hot gewaagd had,
aar in het gezicht te zeggen, dat zij haar gebrek aan
aenschenliefde zou berouwen, versciiool zich achter
en raadsheer, om haar weder te uaderen; bij leefd e
i bondgenootschap met den mart, dien men haar
it voogd had gegeven; hij wilde haar misschien
reigon, ook haar vijand te wordon, wanneer zjj
'ch niet gelukkig mocht gevoelen, hem als bloedver-
'ant te kunnen begroeten.
Haar oogen fonkelden.
„Hij mag komen!" riep zij schielijk uH. Zeg aan
3 jufvrouw, dat ik haar verzoek bij mij te kommen-
in laat gj den heer in de voorkamer hij maij
nneritreden, wanneer ik schel."
De lakei boog diep en verliet het vertrek. Ella
lalde diep adem, zij had zich moeite gegeven, voor
tor bediende hare ontroering te verbergen, des te
mger vloog het bloed haar door de aderen. Zij had
u gisteren moeten dulden, dat een vr eradeling haar
me terechtwijzing gaf, dat een man, op haar
gen grondgebied tot haar koetsier had gezegd, dat
ine meesteres moest wachten, en ten slotte zijn wil
«1 doorgedreven, maar die man had gesproken
gunste van «ene arme, had een beroep gedaan op
gevoel van monaehelijkheid; zij had zich toen
irmbartig betoond tegen de verongelukte en toch
'n vermetele spreker op een afstand geuouden. vV aro
heden toevallig den vreemdeling ontmoet dan
u het haar genoegdoening verschaft hebben,
.m toe te staan, naar de zieke te gaan zien; dan zou
I vernomen hebben dat de voor trots uitgekretene
roties de arme vrouw verscheidene malen bezocht
ar eigenhandig ververschingen toegereikt had, dan
de vreemdeling wel spijt hebben gevoeld, Ella
hbe^06 tlJdellJke gem°edsgesteldheid beoordeeld te
Ella was van nafurc noch (rots, noch hardvochtig; zii
>eide, omdat zij het zijn wilde; zij streefde er
i trotBch en voor iedere zwakto outuegaukelijk
2e. dat de loting zal plaats hebben ten Raadhuize
op Zaterdag 20 Juni a. s. des voormiddags ten 11 ure.
Schagen, 12 Juni 1885.
|Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
G. LANGEN3ERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Do Burgemeester van Schagen;
Gezien art. 23 en 29 van het politiereglement dezer
gemeente;
aan de tappers, om gedurende de kermis, muziek te
laten maken, danspartijen te doen plaats hebben en
na bezetten tijd. te mogen tappen.
Schagen, 16 Juni 1885.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Geslaagd te Leiden foor het le natuur
kundig examen de heer B. L. van Albada te
Valkoog.
L. 1. Zaterdagnacht werd aan den Helder
een matroos door twee nachtwachts achtervolgd
en zoodanig mishandeld, d tt hij werkelijk als
dol tegen de huizen aanvloog en eindelijk in
het Meldersche kanaal sprong, waarin hij on-
rniddelijk verdronk. Na ongeveer twee uren
dreggens werd zijn lijk opgehaald en door de
doctors geconstateerd, dat hij, al ware hij niet
Le water geraakt, toch geen kwartier meer
zou hebben kunnen leven, na de ondergane
te zijn; zij deed zich hoogmoedig voor, om den nijd
te trotseeren, die de burgelijk geborene niet in de
aristocratische kringen voer vol d iod gelden, en zij
stolde zich gevoelloos aan, om rechtvaardig, hard, om
niet zwak, streng, om niet licht vertrouwend en dwaas
te schijnen zij behandelde de beneden haar staande
personen liever hooghartig en terugstootend, dan dat
men van haar had kunnen zeggen, dat zij smachtte
naar populariteit, naar da vleiende huldobewijzen
van kruipers en hovelingen.
Het bewustzijn van de macht van don rijkdom
maikte haar voorziehtig en achterdochtig jegens
iedereen, die haar onderdanig naderde; de gedachte,
dat men haar als een parvenu beschouwde, m lakte haar
■opvliegend en lichtgeraakt tegenover iedereen, die
haar niet eerbiedig genoeg behandelde. Sedert
gisteren bad zij beleediging op beleediging moeten
dulden, en nu, als zij zich er op had voorbereid, eeu
prins te bewijzen, dat men haar niet ongestraft kon
veronaebtzamen, drong zieh aan haar een man op,
die bewust of onbewust haar trots hoonde, door
zich te beroepen op de aanbeveling van haar voogd 1
De barones toonde hare gezelschapsjuffrouw, die
door eene zijdeur binnentrad, Banning's kaart en het
was aan haar gloeiend gelaat te zien, hoe het in
haar binnenste kookte en woedde.
„Ik heb geluk op Liebenstein," zeida zij met bittere
ironie, „ik verneem op den Stamburgt van mijn over
leden echtgenoot verrassiugen, als hadden de geesten
der trotsche voorvaderen van dat geslacht elkander
gezworen, mij van hier te verdrijven. De prins, die
mjj in Berlin als een sehaduw volgde, laat mij op zijn
bezoek wachten; de houtvester, dien ik den dienst
opzeg, laat mij zeggen, dat ik als burgelijk geborene
hier niet pas; de man, die mij gisteren bijna met de
strafwet dreigde, om mijn wagen in beslag te nemen,
schijnt zich als bet dreigend spook te onthullen, waarme
de de vaderlijke vriendschap van mijnheer Frelich voor
mijn persoon mij wilde dwingen, hem bij iedere uitgave
om zijne toestemming te vragen. Ik zal hem ontvangen,
maar ik wilde, dat ik kalmer was, m j meer kon beheer-
schea, om hem zoo ie begroeten, dat hj wol niet verlan
gen zal terug te komeu. Ik gevoel, dat ik dien mau haat,
maar ik weet niet, wat hij wil."
„Gij zult kalmer zijn, mevrouw," antwoordde Helene,
„wanneer gi) bedenkt, dat mijnbeer Barning volstrekt
uw haat niet waard is, wanneer uw argwaan wordt
bevestigd; maar ik goloof. d'.t hij alleen het waagt
uw huis te betreden, in bet vertrouwen oau vriende
lijk gehoor te vinden."
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post ƒ3.60
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentièn van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
mishandeling.
Tengevolge daarvan begaven zich in den nacht
van Maandag op Dinsdag een groot aantal
matrozen, die hem als een goed kameraad
hadden gewaardeerd, langs den Kanaal weg, waar
zij eene schutting sloopten om zich met de
afbraak te wapenen, naar het wachthuisje bij
het Heldersche plein.
Toen de daar aanwezige nachtwachts de deur
hadden gesloten, bombardeerden zij die aan
stukken, sloegen alles wat breekbaar was kort
en klein, en takelden de wachts onbarmhartig
af. Dat deze er het leven afbrachten
wordt toegeschreven, aan de heerschende
duisternis, de beperkte ruimte en het grooto
aantal bestokers. Deze drie omstandigheden
zijn waarschijnlijk oorzaak geweest, dat men
de wapenen die men zich verschafte, namenlijk
lange latten en stukken hout, niet naar genoegen
heeft kunnen gebruiken.
Nu is echter gebleken, dat men een paar
wachts heeft pogen te treffen die bij de bewuste
zaak niet betrokken zijn geweest, zoodat men
Dinsdagavond nog voorverdere uitwerking vrees
de. Inmiddels zijn vier matrozen gearresteerd.
Londen, 14 Juni. Officieel wordt bericht
dat lord Salisbury de vorming van een Kabi
net heeft aanvaard.
„De vermetelheid, die hij gisteren aan den dag
heeft gelegd, geeft hem den moed daatoe. Ik zie nog
dee dritsien tilik, waarm.de hij mij monsterde, hij
hield mij misschien voor zijns gelijke, omdat hij er
zieh op kan beroemen een familielid van mij te
zijn."
„Hoor hem eerst aan, mevrouw. Ik geloof vml
eerder, dat do botoovering, die gij op oen ieder
uitoefent, ook hem heeft gevangen, en dat het geheel
en al aan uw eigen wil zal liggen, te maken, dit
hij in meerdere of mindere mate er berouw over zal
gevoelen, uw ongenoegen verwekt te hebben."
Ella's gelaat kleurde, maar ontevredenheid sprak
uit hare oogen.
„Uat klinkt als eene vlijorij on is eene beleediging,
mejuffrouw Sehubert," antwoordde zij, en zich snol
omwendende trok zij aan de schel.
De deur van den voorkamer werd geopend, Willi Bar
ning trad binnen. Hij was nu in het zwart gekleed, hij
verseheen er in geheel andere gestalte, dan Ella hem
gisteren had gezien, toen hij in ziju hemdsmouwen
en in bestoven kleederen voor haar had gestaan. H j
had in gestalte eu houding iets oogedwongons, dat
eerder Oen voornamen dan e >n drieston indruk maakte;
was bij Ella onder een aristoeratisehen naam voor
gesteld geworden, waarschijnlijk had zij hem met
geheel andere belangstelling gadegeslagen, dan thans
het geval was. Zij had den vreemdeling opzettelijk
gtaaude ontvangen, zij wilde hem kort en bondig
wegzenden en in dien geest sprak zij Barniug dau
ook aau.
„Hebt gij een boodschap aan mij vroeg zij, terwijl
zij hem met koelen blik mat.
„Mevrouw," antwoordde Willi glimlachend, „gelooft
gij werkelijk dat ik zoo vermetel zou zijn, een ver
zoek tot u te richten; dat ik zoo dwaas zou zijn, do
inwilliging daarvan to hopen?''
Ella steeg het bloed naar het gelaat, zj gevoelde
zich verslagen.
„Gij verkeert in eene dwaling," antwoordde zij,
„ik heb u alleen ontvangen, omdat ik een verzoek
verwachtte."
„Dan vraag ik u bij deze, mij gehoor to willon
verleenen."
„Ik ben daartoe bereid onder voorwaarde, dat gij
geen zaken aanroert, die aan een gerechtelijke
uitspraak wordt onderworpen. Gij beroept u op de
aanbeveling van den raadsheer f'relich. Zoudt gij niet
woton, dat deze boer mij gedwongen hoeft het gerecht
togen hem in den arm to nemon