Algemeeiv Advertentie- ZONDAG land b o e yv b l a d, M JULI. N 1 E l w s- J. WIAK.EL De Schoone Weduwe. Jan Roos en Tijs Bijpast- NIETS. TE SOHAGKN, Laan, Wijk D, No. 5. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. Mooistekcrs. A) 13S5. 29.slc Jaargang. SC lltli IIII Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- faq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger UITGEVER Prijs per jaar 3.Franco per post ƒ3.6 Afzonderlijke nummers 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtin gen te bekomen omtrent de volgende ge vonden voorwerpen een gouden slootje, paardendek, hoofdstel en een opgevangen lioild JACHT EA TISSCHERIJ. De Burgemeester der gemeente Schagen; Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende-: De Commissaris des Konings in Noord-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie van 17 dezer, no. 32; G let op art: 11 der wet van 13 Juni 1857, ■{Staatsblad no. 87 Brengt ter kennis van belanghebbenden; 1. dat de jacht op waterwild in den kring begrepen binnen den IPestfriescJicn omringdijk en in de gemoeten Pelten en Callantsoogzal worden geopend op Woensdag den 15 ■den Juli 1885; en in de overige deelen der pro vincie op Zaterdag den Isten Augustus 1885. 2. dat de koenheden met uitzondering van ■die in de gemeente Texel, op wie deze bepaling niet van toepassing is, hunne kooi eenden opge sloten of gehokt moeten houden van l et tijdstip der opening van de jacht op waterwild tot 1 ■September 1885. Roman van E. II. v. Dedenroth. (20.) Zevende Hoofdstuk. Ella snoed TJelena hot woord af, toen deze onder tot ri|den het waadde op te merken, dat lira een 'poisoonlijken wrok scheen te hebben tegen den hout vester. Toen het rijtuig de bocht van het dal bereikte, alwaar de weg naar de houtvesterij van dien naar <|e badplaats L afliep, werden drie mannen zichtbaar, 'die in luid, levendig gesprek van do houtvesterij «amen. Ella herkende reeds van verre de booge gestalte van Willi Barning, evenzo© -den raadsheer rrelich, terwijl in het midden van de beide heeren fen man schreed die naar zijn kleeding te oord telen, houtvester was. bet gemakkelijk gistende Moed van Ella vloeide bij gezicht vuriger door de aderen, de achterdocht lag *oor de hand, dat Barning voor den boutvoster reeds u hulp \an (ien raadsheer had ingeroepen, dat beiden !P'j mot den houtvester op weg waren, het een ot "er plan ten uitvoer te brengen, dat tegon hare ^afregelen was gericht, terwijl Frelich als bohoerder Ïm vermogen misschien zich het recht zou geven, ontslag van don beambte Diet to dulden, dia beefde van toorn. Heemeer zjj geneigd was aan c'en verzoek toe te geven, des te moer erne haar trots de gedachte, zich ook bij de tuiff^arer rechten als landvrouw te moeten Lp en vo°r een voogdijschap, die zij nooit erkend ttaalit"1 zlJn hoed afnam en een gebaar a'S Terwac''tte hij, dat zij hot rijtuig zou -/'■•«taan, om hem to begroeien, en haar sier diensvolgens reeds de paarden inhield, beval .doorrijden f' iti|.t? °°genblik scheen het als bleef het rjjtuig 'benn°°'C ^arD'ng, die eerbiedig den hoed had 'en "J9"' sc'1€en te gelooven, dat Ella terwille van 'ilstan 6't, r* °P 'le' rijtuig toetrad, bevel tot '«we i° gegeven; hij ontstelde als Ella geen «en maa^te' den groet te beantwoorden, en 11 hetzilfvf' woorcl jdoorrijdeu' hoorde, maar bijna 6 houtv> r 00Senl)'ik sprougen de paarden hoog op, ev»||en es or as iien met een sprong in den teugel etrokken G" bedreigde nu den koetsier niet een jachtmes, een paard neder te stoken, En zal dit besluit in het Provinciaal Blad worden geplaatst, en in alle gemeenten van Noord-Holland worden aangeplakt- Haarlem, den 20en Juni 1885- De commissaris des Konings voornoemd: (Get.) SCHORER. Schagen, den 3en Juli 1885. De Burgemeester voornoemd: G. LAAGKNBERG. Burgemeester en Wethouders van Schagen ■Gezien art. 174 en 175 van het politieregle- ment dezer gemeente; Gelet op art. 179, letter O der wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad no. 85); Brengen bij deze ter kennis van de ingezete nen dat door hen, voor het jaar 1885, tot hooi- stekers voor de geheele gemeente zijn aangesteld: Wordende belanghebbenden tevens herinnerd aan de bepalingen, voorkomende in de hierbo ven genoemde art. 174 en 175 van het politioreglement. Schagen, 7 Juli 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd; Cs- DE PATER, Wethr. de Secretaris, DENIJS. wanneer hij niet inhield. Hot was een b<old, dat met vele wee-den niet to beschrijven was; het was een kleui drama, in weinige minuten afgespeeld. De heeren hadden den houtvester beloofd, een goed woord veor hem te doen, en deze had in wooste haTtstocht zich laten verleiden tot een daad van gewold, toen hij zag, dat de trotsche barones niet wilde laten ophouden. Do paarden verschrikten voor den man, die hen een blinkend me3 voorhield; de oude raadsheer, wiens grijze haren in den wind fladdeidon, deinsde vcrbleekund terusr; hij had vol vertrouwen het rijtuig genaderd, en liep zeer groot gevaar everreden te worden. Uelene was doodsbleek; Ella, die den houtvester niet kon zien, begreep niet, waarom het rijtuig eensklaps bleef staan, tot Barning Zornau ter zijde rukte, en vvorsteldo met den woe dende, die zich niet schikken wilde en nu Willi met zijn mes bedreigde. De koetsier evonwel, maakte van hot ©ogenblik gebruik, waarin do straat weder vrij werd, sloeg de paaiden, en het rjjtuig rolde zóó rakelings langs de worstelende manneo, dat een rad den houtvester raakte, eu deze op deu grond werd gerukt. Do wild gewordene rossen vlogen pijlsnel voort, en ©er Ella tot bezinning kon komen, of overleggen kon, of het niet met het oog op den ouden heer die bijna overreden was geworden, plicht was, to laten ophouden, was do wagen ver weg en reeds zeer dicht bjj do badplaats L. Schaamte on woedo streden in haar binnenste een hevigen strijd zij gevoelde, dat zjj door haar bevel aan den koetsier het ongeval had veroorzaakt, maar wio kon haar dwingen, op den straatweg iemand te woord te staan Frelich had zich zeiven wel kunnen zeggen, dat bet gezelschap, waarin hij zich bevond, haar zou terughouden zijntwege t© laten stilhouden. „Ik hoop, dat er geen ongeluk gebeurd is," zoido zij met bovendo stem. „Mjjnbeer Barning sloeg den woedende neder, of bjj ook onder het wiel is geraakt," merkte Helena op. Ella beval den koetsier, stil to houden, en verliet de wagen. „Draai om," beval zjj den koetsier, „en rjjd terug Mocht een der hoeren gekwetst zjjn, bied hem dan. het rjjtuig aan, in het andere geval, keert gij ten spoodigste terug"- De koetsier gehoorzaamde en was met het ledige rijtuig reeds spoedig in L. terug, nog voor de dames, die langzaam voortgewandcld wareD, de wandi lplaals van het bad bereikten- Bjj berichtte, dat de jongste IN. -(o)- 't Is eene bekende waarheid, dat beschou wingen en opvattingen omtrent dezelfde zaak door verschillende menschen gedaan, opmer kelijk uiteen kunnen loopen, maar vooral is dit toepasselijk op 't onderwerp, dat nu be handeld wordt. „O! dat is nietsV' roept de jongen, dia met verscheidene andere jongens bij een boom staat, in welks top een vogel zijn nest heeft gebouwd, 't Nest is voor de meeste andereu te hoog en daarom durven zij 't waagstuk niet ondernemen. Do jongen, die de woorden uitte, treedt vooruit en terwijl de overige be- sluitelooze makkers den boom aangapen, trekt hij zijn jas uit, slaat de armen om den stam en zich al op werkende, bereikt hij dat ge deelte, waar de takken hem hulp en steun kunnen geven en na eenigen tijd heeft hij zijn doel bereikt en kijkt zegevierend naar omlaag naar de anderen, wien 't toch niet aan de noodige kracht ontbrak. Van waar dit? De jongen was zich zijner kracht bewust. Hij had zoo vaak in boomen geklommen en ge klonterd en reeds zoo menig nest uitgehaald, dat hij verzekerd kon zijn, dat zijne vlugheid hem ook nu niet in den steek zoude laten. Bij hem is 't derhalve geen overmoed, geen pochen, dat hem de bovengenoemde woorden en grootste der heeren gewond scheen te zijn; d« oudste had hem reeds in een huis gebracht; deu houtvester had bij niet meer gezien, de heeren hadden geweigerd van het rijtuig gebruik te maken. Het was Ella, als stolde bij dit bericht haar het bloed in de aderen, t e man, dien zij heden do deur had gewezen, was om harentwille verwond geworden „Het is niet mijne sehuld, wanneer er een ongeluk gebeurd is," zeide zij op een toon, die hare woorden logenstrafte, tot Helene, „maar ik moet naar de gewonden omzien; het schijnt, dat het ongelukkig gesternte, dat mij hier vervolgt, mij altijd in nieuwe verwikkelingen brengt." Helene scheen besluiteloos, of zij kon aanradoD, dat de barones de gekwetsten opzocht; het was aau te nemen, dat de houtvester nog in de nabijheid was; bet eenige huis, dat men gezien had en waarin Frelich Willi bepaald gebracht moest heboen, bevond zich ter zijde van dea straatweg. Daarin kon do man verborgen zijn, dio zooeven had bewezon, waartoa hij in zijn hartstocht in staat was. Helene uitte deze bedenkingen; daar kwam van da premonade graaf Sternheira aan, die de dames in do verte gezien had, en scheen te raden dat haar iets buitengewoons was bejegend. De graaf was voor 1111a geen aangenaam persoon; hij had haar reeds dikwijls to verstaan gegeven, dat hij aan zijne vereering voor haar alleen, daarom geen gevolg kon geven, omdat hij voor den prins moest wijken; zij had er instinctmatig een gevoel van, dat hij geen eerlijk karakter had, maar in dit oogen- blik was hij haar toch welkom. Met weinige woorden deelde zij hem mede, wal er gebeurd was, maar tot zijne bevreemding verklaarde zij met beftigdeid er zich tegen, de badpohtie dade lijk den houtvester te laten vervolgen. „Dat wil ik niet; ik wil eerst van Frelich hooron, wat den man tot deze daad heeft bewogen," riep zjj uit, „ik wenseh allcon te vernemon, of mijnheer Bar ning ernstig verwond is; ik duld geen vervolging in mijnen naam, ik verbied dit. Do graaf boog zich, en terwijl Ella met Helene den weg naar de kurzaal injoeg, gebruikte hij het rijtuig rier barones, om baar wenschen te vervullen. Het rijtuig reed voor de tweede maal terug, dat baarde in dit levendigo plaatsje opzien, on spo d g genoeg verbreidde zich in L. het gerucht, dat do barones Lieben op weg naar L was aangevallen en dat myobeer Barning, die haar ter hulpe was gesneld, daarbij verwond was geworden. IVordt Vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1