ff in en Jan (Is c/i A1 euics
in den mond legt, maar een gegrond zelfver- i
trouwen, en daarom beschouwt hij de zaak,
die door de auderen voor een wonderwerk,
voor iets onuitvoerbaars werd gehouden, als
•ecne kleinigheid, als een niets\
vO! dat is niets!" zegt ecne tweede. We
zullen maar iemand nemen, die een examen
moet doorstaan. Zijne kennissen vragen hem,
of hij er niet tegen opziet. Als antwoord op
hunne belangstellende vraag geeft hij de boven
aangehaalde woorden. Is dit dan niet ferm
gehandeld? Betrekkelijk ja, maar ook neen!
Hij is niet geheel gelijk aan den jongen, die
in den boom klom, want hij begrijpt niet,
of wil niet inzien, dat er bij een examen zeer
veel kan geb uren, waardoor de kans om te
slagen vermindert. IIij kan in die dagen niet
zoo wel, niet zoo helder van hoofd zijn, als
anders, hij kan een zeer lastigen examinator
treffen, die hem in de war brengt enz. Zijn
zelfvertrouwen grens aan verwaandheid en zeer
zeker zal hij tot diegenen behooren, wier
kennis niet zoo grondig is als men denkt.
IJ ij beschouwt de zaken veel te licht, en zijne
eigene bekwaamheden weegt hij te zwaar. In
de meeste gevallen beantwoordt de uitslag dan
ook niet aan de verwachting en komen zij,
die er zoo over denken, met teleurstelling
thuis. De bescheidene en voorzichtige, die de
moeielijkheden wel degelijk in aanmerking
neemt zonder zich daarom door een flauwe
vreesachtigheid te laten afschrikken, beziet
zijnen toestand van alle kanten, wikt en weegt,
onderzoekt zich zeiven nauwkeurig, zonder
e,enige genade en beijvert zich, om die zwakke
punten der vesting te versterken en wanneer
hij dan alles heeft gedaan, wat redelijkerwijze
te doen was, dan gaat hij kalm de zware taak
tegemoet en in do meeste gevallen zal hij ook
slagen.
Zeer groot is, helaas! 't aantal derzulken,
die aan overmoed lijden. Vooral bij kinderen is
dit gebrek zeer dikwijls op te merken. Wat
zouden er minder grievende teleurstellingen in
ons leven v oorkomen, wanneer we de zaken niet
zoo gering hadden geacht! O! er zou vrij wat
minder leergeld betaald worden dan nu 't geval
is, alleen omdat men zich voorstelt alles te
weten. Wanneer men anderen iets ziet doen,
dan vergeet men zeer vaak daarbij, hoeveel
moeite zij zich hebben moeten getroosten, eer
ze zoo verre waren, dat ze de zaak konden
uitvoeren, met die vlugheid en gemakkelijk
heid waardoor ze ons allen als een niets
voorkomt.
't Is zoo'n geijkte term, dat«dat kan ik ook
weldat is niets
Hier tegenover staat lijnrecht de man of
liever de persoon, die zich tot niets in staat
rekent. Er zijn verscheidene personen, die zoo
gering over zich en hunne bekwaamheden
denken, dat hun telkens de uitroep ontsnapt
dit of dat kan ilc toch niet. Dit is zoo inge
worteld, zoo'n bepaalde gewoonte geworden,
dat ze niet eens meer de moeite doen, om
te onderzoeken, of ze zich ook vergissen, en
bij de eerste voorstelling der zaak, die reeds,
wat hen aangaat, voor totaal onmogelijk hou
den. Zij laboreeren dus aan een gemis aan
zelfvertrouwen en worden al zeer ongelukkige
wezens, die noch voor zich zeiven, noch voor
de maatschappij iets uitvoeren. Zijn dat nu
juist menschen, die werkelijk tot niets in
staat waren?
Volstrekt niet. Hoofdzakelijk ligt de schuld
aan de ouders. Er zijn zoo van die ouders,
die de gewoonte hebben, om kleine kinderen
altijd klein te laten blijven, hun voortdurend
alles uit de hand nemen, altijd bang zijn, dat
ee, zonder hen, ongelukken zouden k'ijgeri,
en hun nooit leeren, om langzamerhand op
eigen wieken te drijven, zonder leiband te
loopen, zelfstandig te zijn.
Met recht wordt dit een zeer moeielijk
gedeelte van de opvoeding genoemd. Waarom?
Omdat de middenweg voor zoo veel mensehen
in 't duister ligt, en hun onbekend is. Evenzoo
verkeerd als 't is, kinderen reeds vroeg aan hun
lot over te laten, evenzoo verkeerd is 't, om
ze altijd vast te houden. Een kind, dat leert
loopen, zal nu en dan vallen, maar daurdoor
voorzichtig worden.
De ouders zijn in de nabijheid en kunnen
oordcelen, in hoeverre de kinderen nog gehol
pen moeten worden. Maar uitstekend is 't,
wil men ferme, degelijke menschen voor de
maatschappij vormen, om het: «help u zeiven"
reeds vroeg in praktijk te leeren brengen,
liet wankelende, aarzelende kind, zal, zon
der dat, altijd aarzelend en besluiteloos zijn,
niet van wal duiven steken, en eindelijk in
do vaste overtuigii g komen, niet in staat to
zijn, iets te doen.
Dan wordt die mensch de verpersoonlijking
van nietn.
Deutinchcm, 1'. van de Velde Mz.
In het eerste haltjaar van 1885 zijn te
Amsterdam 101 faillissementen uitgesproken.
Men meldt uit Amsterdam, dat mevrouw
KleineGartman zeer zenuwachtig, zwak
en moedeloos is, zoodat het ergste wordt
gevreesd.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage, in
raadkamer vereenigd, heeft de zaak tegen
Jeanne Marie Lorette, thans gedetineerd te
's -Gravenbage, naar de openbare terechtzit
ting verwezen.
Te Arnhem heeft iemand bijzonder veel
liefhebberij om zijn eigen glazen in te slaan-
Donderdag vermaakte hij zich met deze uit
spanning en sloeg voor f 10 a f 15 ruiten in
zijn woning stuk. Daarop trok hij naar den
glazenmaker en kocht daar een nieuwen voor
raad; doch hij verloor er eenige onderweg,
waarop hij vol woede ook de rest tegen de
steenen wierp. Te huis werden toen nog dc
overgeblevenen vernield en daarna een aan
vang gemaakt met het huisraad, waaraan de
sterke arm echter een einde maakte.
Op de weekmarkt te Oud-Beierland
vertoonde zich in de vorige week een socialist
met de bekenden blaadjes. De eerste, de beste,
wien bij zijn waar presenteerde, vroeg hem,
of hij er niet voor bedankte om voor een
klein dagloon te arbeiden. De socialist ant
woordde bevestigend en zag zich spoedig ge
noodzaakt zijn waar weer op te bergen.
Uit Oldenzaal wordt van 7 Juli ge
meld Bij een neringdoende in het nabu
rige De Lutte, werden drie valsch guldensin
betaling aangeboden. De politie, hiervan in
kennis gesteld, had het geluk de daders reeds
gisteren middag te ontdekken en bij de daarop
plaats hebbende huiszoeking de scherven van
den gipsvorm in een vuurpot te vinden. Een
dezer munters, Trap genaamd, heeft reeds
bekend en verzekerd, dat slechts drie dezer
stukken door hen waren gemaakt en in
circulatie gebracht. Doch de andere, Duivels
hof geheeten, onlangs uit de gevangenis te
Leeuwarden ontslagen, blijft hatdnekkig wei
geren zich nadpr uit te laten. Dc personen
zijn gearresteerd.
-Nu, naar men beweert, onze Regeering
weder van plan is stappen te doen om maat
regelen tegen den internationalen meisjeshan
del te beramen, mag ook wel eens de aandacht
gevestigd worden op den gruwel der interna
tionale kinderverpachting, w aarover het week blad
«Recht voor Allen'' eenige onthulling doet.
Of dit euvel grooten omvang heeft aangenomen
weten wij niet maar het is in elk geval af
schuwelijk genoeg om het niet lijdelijk aan te
zien. Een inzender in bedoeld weekblad schrijft
het volgende
«In vele plaatsen in ons land ziet men
dikwijls jonge Euitschc meisjes ronddwalen
met kleine koopwaren, regenschermen of an
dere artikelen. Deze schepselen zijn in den
letterlijken zin slaven. Zoo ze 14 of 15 jaar
oud zijn, komt de een of andere ondernemer
of beter gezegd slavenhouder bij de ouders in
Duitschland en biedt hun aan, het meisje
voor den zomer in dienst te nemen tegen ver
goeding van kost, inwoning en een salaris van
10 a 12 tbaler (f 18 a 36). Onder «zomer"
verstaan de heeren deri tijd van halt Januari
tot half December en het loon wordt aan de
ouders na verloop van dien tijd uitgekeerd.
«De ouders zijn in hun armoede zeer blij
het kind kwijt te raken en cene goede behan
deling wordt verzekerd. Nu neemt de pachter
liet meisje mede naar den vreemde, huisvest
het in zijn eigen woning, meestal met nog
eenige andere meisjes; soms is de man getrouwd,
soms ook niet, en in het laatste geval is hij
natuurlijk meteen in de gelegenheid een harem
er op na te houden. Dadelijk na aankomst
worden de meisjes met een zwaren mand met
galanteriën, zeep en reukwei k of wel een
pak parapluiën de straat opgezonden, elk
in verschillende buurten of wel naar andere
plaatsen in de nabijheid; zoo ze in de stad
blijven, gaat de pachter er af en toe op uit,
om te zien of ze ook bij elkaar komen om to
praten, of ze ook rusten, en of ze ook wat
eten, hetgeen alles streng verboden is.
„Zoo loopen ze nu den geheel™ a
van ochtends 7 tot avonds
mogen in dien tijd niets eten of CI1
althans geld hiervoor krijgen ze niet m
mogen het ook niet van 'het verkochte m'en
den. alhoii-
„Als ze thuis komen, moeten ze. no» h
eigen boeltje wasschcn, en verstellen °n
zg. kleeding die toegezegd weid,' bes,,
hierin, dat dc baas tweemaal in al dien t I
hun schoenen laat maken;wat zemeerr' r
hebben, gaat van de pachtsom af, zocdatW
te begrijpen is, dat de ouders niet veel
vangen. Het eten bestaat 's ochtends
's avonds onveranderlijk uit een beetje aar?
aardappelen met een stukje gebakken
«Als nu de meisjes dagelijks minder tb
brengen dan f 5 of f (i, worden ze naar huk
gestuurd, d. w. z. de baas brengt ze op dc I
trein meteen kaartje tot het eerste grens
on en hoe zij dan naar huis komen, moete' I
ze zelf maar zien.
Dit is natuurlijk een schrikbeeld voor cl I
kinderen, dit dringt ze om toch zooreel moge. I
lijk te verkoopen en vandaar dat ze zoo br? I
taal aan de menschen hun waren moeten on' I
dringen, en meer dan eens gebeurt het dat I
zo' n meisje zich moet laten prostitueerenotn I
toch maar de verlangde som thuis te bren^n I
want de pachter vraagt niet hoe ze er "aan I
komen, als hij maar geld ziet.
«De slavenhouder voert niets uit dan de
meisjes zoo'n beetje naloopen en kan dat ook I
best, want elke slavin brengt hem minstens I
12 a 15 gulden 's weeks op: dat de heeren I
niet met weinig tevreden zijn, blijkt hieruit f
dat een exploiteur mij vertelde dat hij er een I
teruggestuurd had omdat ze minder dan f
of 8 gulden 's weeks voor hem verdiende.
«Als de meisjes wat ouder en met den I
handel vertrouwd zijn, bedraagt de pachtsom
30 a 40 Thalers, doch nooit meer.
Met zekerheid wordt thans door liet f
Ilbl. gemold, dat mr. baron Michiels ran f
Verduijncn, na eenig beraad, verklaard heeft f!
zich niet te kunnen belasten met de verde- f
diging van Jeanne Maria Lorrette.
Het gerechtshof te 's Hage in raadkamer
vereenigd, heeft de zaak tegen Jeanne naar dei
openbare terechtzitting verwezen.
Door G. Schoffel paardenslaclifer te R
Arnhem is bij eene koe, die hij doodde, een i
lever gevonden van 25 kilo. Uitwendig was
aap het dier daarvan niets te bespeuren. Do
lever is opgezonden naar de Rijksvceartsenij-
school te Utrecht.
De Groote Maikt te Haarlem leverde 0
Dinsdag een geheel ongewoon aanzien pp:
aan de nagedachtenis van Willem Bilderdi.k
werd hulde gebracht door het aanbrengen
van een gedenksteen in het huis waf.r do
dichter de 5 laatste jaren zijns levens woonde;
welke steen het opschrift diaagt:
BI LD ERBIJ E
Herdacht in 1 b 8 5.
Do Kunstenaarskring.
Dc leden van dien kring waren dc out- li
werpers van het denkbeeld der hulde, f»
namens hen werd het woord gevoerd door a!
den heer Smit Kleine, die na het uitspreken
eener rede, de onthulling van den steen h
opdroeg aan het etrelid prof. Bcets. N"»11'
nog de heer von Reeken het woord bad ge- 1
voerd daarin later gevolgd door den hetf P
A. J. O. van Es deelde de heer Smit Kk"10 P
mede, dat tot eereleden van den kring waren t
benoemd de heeren A. G. Kruseman en J' t
berdingk Thijm. De aanwezigen begaven''1
nu naar de Groote Kerk, waar men deW|(®
in oogenschouw nam door de vereem^'s
„Bilderdijk" op den grafsteen des
aangebracht cn waar prof. Beets ten sJo l
nog eene rede uitsprak. J
De feestelijke stemming van den
verhoogd door de muziek van de bren
kapel, voor welke op de Maikt een te»1
opgeslagen.
Men leest in het Dagblad van s-G>*a^
hage, dato 27 Juni, het navolgende:
t'e eerste aflevering van den
(elfden) jaargang van 't geïllustreerd tijo ^r.
voor de jeugd, Voos 't Jonge Volkje,'j.
schenen. Zij bevat waarlijk boeiende bij
Redactie en uitgever hebben gewedijveu ,f)j
deze eerste bladen van een nieuw boet
goeds, iets waarlijk belangwekkendste
De vaderlandsehe dichter Anth-L de b jg]jeH)j
aan zijn lier voor 't jeugdig Nederland;,^
ifjkste tonen ontlokt, teiwijl de boom1''1
de heer R Louwerse, niet alleen in Vf
lijke sol,ets de machtige persoonlijk»1 v; a
iiins Yen Ekmarck, die hij als oo bi