A L G E M E E A I) V EIV T E A' I I E - ril SI) JU] Ao 1885. 29ste Jaargang. IS99. Ufooistefeeirs. Jan Roos en Tijs Bijpost. Nationale Militie. De Schcone Weduwe. 1% I E L' IV S- La V li O W Ei E A Gemeente Schagen Bekendmakingen. J. WIKKEL, TE SCHAGEN, Vasthouden van Eenden. N ETST x. (0) Burgemeester en Wethouders van Schagen Gezien art. 174 en 175 van het pölitieregle ment dezer gemeente; Gelet op art. 179, letter O der wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad no. 85) Brengen bij deze ter kennis van de ingezete nen dat door hen, voor het jaar 1885, tot hooi- stekers voor de geheele gemeente zijn aangesteld: Wordende belanghebbenden tevens herinnerd aan de bepalingen, voorkomende in de hierbo ven genoemde art. 174 en 175 van het pölitiereglement. Schagen, 7 Juli 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd; Cs. DE PATER, Wethr. de Secretaris, DENIJS. Burgi meester en Wethouders van Schagen, daartoe de noodige aanschrijving ontvangen hebbende, brengen Roman van E. II. v. Dedenroth. (22.) Achtste Hoofdstuk- ,Gij hebt slecht uw woord gehouden," zeide do loutvfcster, die er zeer verstoord uitzag. „Gij zoudt voor mij pleiten. Dacht het al dadelijk, dat het niets geven zou. De gendarme was hier. Ik moet op het gerecht komen. Men zal het haar ook wel weder oververteld hebben, dat mij de gal overliep?'' De houtvester sprak dit alles op honend bitteren don, gelijk iemand, wien het onverschillig is, of otgeao wat hem drukt, nog zal toenemen of niet; za§ llet hem aan, dat hij besloten was, een Md van vertwijfeling te begaan. "aarom moet gij naar het gerecht? vroeg nu velick. „Wanneer gij niets zwaars misdaan hebt, a. Voor u pleiten. Ik ben de raadsheer Frelieh." e houtvester sprong van zijn stoel op; hij scheen oogenblik door de hoop geëlectriccerd, maar s in het volgende oogenblik verduisterde zijn U u' 's 10 'aab" antwoordde hij, „ik had mijn oe: raGester moeten blijven, en eerst aan baar oe en. schrijven. Maar die lafaard, de inspecteur, te veel gesard. Het is te laat." at is er ^au gebeurd vroeg Frelieh vol oe'angskJIing. j ,feet' ^oe f"10* gebeurd is maar het is ije r"r<Jdompelde de houtvester. „Ziet gij", mijnheer toon"8] er' ^etï°n bij eensklaps op geheel anderen Ui 7 a 8 0vermeesterde hem een zachtere gomoeds- lroinveni^' rjk heb, zoo vaar God leeft, altijd jlt P iotit vervuld- Ik kon bet toch niet helpen, ij nj| eer von Lieben mijne zuster heeft verleid Ui, pp'.1",1"011 ee(^ °P doen, dat wij beiden er niets !t imrrT°,en ',ebben, dat hij gehuwd was; Huidais hèrioljt k"8 en<^'8 genoeg door geworden. Toen het "a®, dat mijnheer von Lieben in deu oorlog *a$ *edu ^dgescbot 'ftluwe Puen crl dat deze heerlijkheid aan zijue leiden 10 *le, wilde mijnheer von lira mij ver- tian'c-°°r u^S U'1 houtvesterij geld te slaan, Vers tc 'L n°^ vrD 8Pe^ badden; lang zou het w«t wee'0 me' ^uren, en mij zou men tóch bet ta,i was T 'k an%00r4de hem, dat ik een eerlijk 5Ün eontrt l,lijyen wilde> en dat voor het overigo ^dort dat"0 mbn £oe<^ rtcbt mij beschermde, pt ooo. i. UU,r '3en 'k den inspecteur oen doorn in ^aald>epJ I ld)ij dat bij de barones ook wel Wrledon weet, dat Hulda en ik van den 4 daarjsn ('"u ten 6etc,kend stuk hebbep, doch dat °cj geen gebruik wil maken; dat h6t Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- gaq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentién in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één daq; vroeger UITGEVER Laan, "Wijk D, No. 5. Prijs per jaar f %r—. Franco per post f 3.G Afzonderlijke nummws f-0.1)5." Adverlentiën van één tot vijf-regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Pie'er Rossen, Roelf t uursma, Jaeob Zeephat, Ario Bruin, Jaeob Bakker, tor algemvcno kinnis, dat tot do werkelijke dienst w°r en opgeroepen, do onderstaande verlofgangers der lichtingen 1882 en 1883, te weten: Dirk Visser, behoorende tot het 2e Regiment Vesting Artillerie, (garnizoen Nuar- den) tegen 11 Augustus a. s. als voren (garnizoen Amsterdam), behoorende tot bot 7e Regiment Infanterie, (garnizoen Amsterdam) tegen 12 Augustus a. s- behoorende tot het Korps Genie troepen, (garnizoen Utrecht) tegen 19 Augustus a. s. Pieter Zvvakman, behoorende tot bet 4e Regiment Vesting-Artillerie, (garnizoen Hel der) tegen 15 Septumber a. s. Welke verlofgangers op opgogevon datums bij bun korps presont zullen mooten zijn vóór des namiddags 4 uro. Schagen, 17 Juli 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd; G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Sehagen Gezien art. 103 van het pölitiereglement dezer gemeente Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat van af heden tot en met 15 Octobor a. s., de eenden binnen vcor mij geen eer is, dat mijne zuster de vorloofde van mijnheer von Lieben is geweest, sedert ik we"t, dat hij haar bedrogen beeft, en omdat Hulda het ook niet wil zij komt liever om, dan dat zij geld eisclit voor haar verlorene en veriadene jeugd. Wilde ik de papieren toonen, die ik van den overleden baron heb, geen mensch zou mij de deur kunnen wijzen. Ik zond beden morgen vroog Hulda weg, ik wilde mij ook niet lalon zoggen, dat zij misschien mevrouw de barones in don weg was. Ik werd op het slot ontboden, maar do barones wilde mij niet zi»n die jonge lafbek ontving mij en zette een hoogon krop. Hij lachte, toen ik eisebte, mevrouw de barones zelve .te spreken; bij zoide, dat een baron wol met een knappe deern stoeide, maar de genadige mevrouw liet op tiaar kamér geen menscheu toe als ik, daartoe was zij te voornaam. Hij hoonde mij en ik antwoordde; hij zeide, dat hij hot bevil had, mij mijn ontslag te geven; ik beritp mij op mijn contract, ik droigd-, ik bleef hem niets schuldig- Toen sloeg hjj eensklaps om en zeide lioonende, dat ik over de barones met bob cdi- gendo woorden had gesproken, dat verbrak hot contiact; versmaadde ik dus hare goedheid, dan zou men geweld gebruiken. De schurk had mij dus met opzet geplaagd; hij had getuigen pchter een deur gezet, om mij ieder woord, dat ik in mijn drift had uitgestooten, te kunnen bewjzen, in mijn contract staat dat ik dadelijk ont slagen kan worden, wanneer ik mij schuldig maak aan gebrek aan eerbeid, of beleodigende woorden tegen mijn landheer zeg." „Ik zal de barones zeggen, hoe alles zich Imeft toegedragen," zeide nu Frelieh, toen de houtvester even op hield om adem te scheppen. „Stol u gorust, het kan alles nog wel terecht komen." Zcnau schudde het hoofd. „Ik ben nog niet gereed," antwoordde hij. „De gendarmo was hier. Hij baat mij, omdat ik zijn jongdn wegens houtdief stal heb gestraft. Hij beval mij, binnen drie dagen do houtvesterij te ontruimen; ik had den inspecteur gedreigd, hem te zullen doodschieten hij daagde mij voer het gerecht wegens beleediging der barones, hij wilde mij niet narbooren, 6chold mij uit voer een leugenaar, en dreigde mij dadelijk iu hechtenis te nemen toen wierp ik hem liet huis uit, en ik zou hem doodgeschoten hebben, wanneer bij op mij de hand had gelegd." De raadsheer schudde nadenkend het hoofd. „Dat is inderdaad zeer kwaad," zeide I ij. „Gij hebt hem aangegrepen en hij was in dienst!" In dienst van den inspecteur en der barones, die hebben hem hierheen gezonden. Maar hij zal het wel anders draaien, 't Is mij g,heel en al onverechiljg. Moet ik ten gronde, dan zal ik het Joch diegenen inpeperen, die mij ongelukkig maken. En het viel gvmakkelijk Ta"pn te raden, waarop de deze gemeente, opgesloten of gehukt zullen moeten worden; op do boute bij het polilioieglement bepaald. Schagen, 18 Juli 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd; G. LANGENBERG. do S-cretaris, DENIJS. Na dit verschil van opvatting beschouwd te hebben, willen we verder gaan. Een enkele letter kan eeue zeer groote verandering doen ontstaan, en reeds in den beginne heb ik meegedeeld, dat een beroemd geleerde verklaarde, hoe niets eigenlijk was, niet iets. Hierop doorgaande, kom ik tot een toestand in 't leven, namelijk tot dien, waarin men verkeert, wanneer men die n wordt weg genomen. Omtrent dien toestand loopen de opinies al zeer uiteen. Onze goede Cats schrijft daarover reeds, go dit is mij een bewijs, dut ook in zijn tijd die toestand reeds bekend was, aan 't opmerk zaam oog van dien beschouwer niet ontsnapte, en ergernis opwekte. Hij zegt: „Wanneer niet komt tot iet, is 't allemans verdriet!" houtvester zinspeelde, waarom hij de buks guladen bad. „Kom met mij tnedc," zeide do raadsheer na eonig nadenken. „Do barones zal mij ontvangen. Hpt Komt er vooral op aan, dat zij het ontslag terug neemt en vu» do aanklacht afziet. Gij zljt evengoed een beambte als do gendarme. Do barones zal nnj aaubooren, 011 wanneer wij Hm ontmaskeren en zj u vergeeft, zal de gendarme wol met zich la en onder handelen. Kom mede." De houtvaster schikte zich hierin onwillig; maar hij deid het toch; op aandringen van don raalsheer liet hij ook zijne buks te buis. Hij vergezelde do beide heeren, die hem hunne belangstelling opdrongen als iemand, die tot ven daad van geweld besloten zijnde, die morrend uitstelt, om zich later tegen een betere stem te bunnen rechtvaardigen, wannoor hij toch den demon in dui arm moot vallen. Weinige oogon- blikken daarna had de bewuste ontmoeting met de barones plaats; hij greep de p iardon bij de teugels, toen hij zag, dat zij nitt wilde stilhouden;'zijn wild bloed benam hem elke nadenkendheid, en hij sloeg in het wilde om zich heon, toen Willi hora verbindoren wilde, het rijtuig der barones met geweld terug to houden; hij zag niet wien hij trof; eorst toen bet geleurd was, kwam hij tot bezinning; oen oogonbük staarde hij dm bloedende aan, toen vluchtto hij, als door turieën gelieven. De raadsheer begreep dadelijk niot, wat er geschied wasbij was als vordoofd. Had het hem getroffen en vertoornd, dat dê barones het rijtuig uiot liet stilhouden, bad het hein verschrikt, dat hij mot groot ge>aar aan de wio'en van het rijtuig ont kwam, zoo vermeerde hot laitste beu ld zijuo ontroo- ring do houtvostur door het wiel van don wagen op den grondgeslingcrd, Willi bloedend, het rijtuig pjj'snel wogroihndo, dat alles benevelde zij.ia gedachten. „Het is niets van betcekenis," zeide Willi, die zich het eerst hersteld had, terwijl hij op zijn bloedenden arm wees, „die razende man heeft mij met zijn mos geschramd. God zij d-nk, dat de dames gore! zijn; het scheelde niet veel, of bet rijtuig viel om, toen de paarden verschrikten." „Daar is een huis gij bloeit sterk, ik zal u ondersteunen," zoide Frelicb, terwijl hij cp Willi's woorden ternauwernood ao'nt gaf. H«t stelde hum (enigermate gerust, dat weinige minuten later, uog voor zij het dichtbijzijnd huis betraden, het rijtuig der barones terugkeerde on do koetsier hem vroeg, of hij hulp kon verschaffen. „Zij deukt er touminste dan nog aan," mompelde Frelieh, terwijl Willi een afwijzend autwoonfgif. Wordt Vei votgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1