Algemeen
Aövertenti e
ZONDAG
16 AUGUSTUS.
De Schoone Weduwe.
29ste Jaargang.
AT 8 E l W S-
L a ndbou w 15 l A 1).
ITGEVER
WINKEL.
TE SOU AG EN,
Laan, Wijk I)No. 5.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
P A T ENTE N.
De Burgemeester van SCHAGEN brengt ter
algeraeene kennis, dat de patenten, aangevraagd
n de maand MEI j. 1., tot uitoefening der
«roepen van Tapper, Slijter in wijnen,
Sterkedranken en bieren, en Koffiehuis-
mis houd er, voor het dienstjaar 1885[86,
rader overlegging van het aanslagbiljet, waaruit
foidoening der helft van den aanslag blijkt, ter
peentesecretarie door belanghebben kunnen
irorden afgehaald, op alle werkdagen des voor-
middags van 9 tot 12 ure.
Schagen den 31 Juli 1885,
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
PATENTEN.
De Burgemeester van SCHAGEN brengt ter
gemeene kennis, dat de patenten, aangevraagd
de maand Mei j.L, voor het dienstjaar 1885[86,
gemeentesecretarie door belanghebbenden
nnnen worden afgehaald vanaf Zaterdag den
;n Augustus tot en met Vrijdag den 21en
ïigustus a. s., des voormiddags van 9 tot 12
ire, de invallende Zondagen uitgezonderd.
Schagen, den 7en Augustus 1885.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Morsen met Inkt.
SS
Eoo maai* cïomt familiaar!
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens-
Ir- Zaterdagavond. Bij inzending tot. 's
iddags 12 ure, worden Advertentièn in het
terstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post 3.(5
Afzonderlijke nummers O.Uö.
'Adverientiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte Berekend.
Itoman van IJ. II. v. Dedenroth.
Elfde Hoofdstuk-
Ik barones sprak gedurerdo haar terugrit raar
's, ?cen woerd; zij bevond zich in een onbeschrij-
ontroering, het was baar niet mogelijk, zich
tJi heldor oordeel to vormen of zulk een heftige op-
ff barer ontevredenheid gerechtvaardigd was.
|5 Mn kalmer nadenken meest zij zich zelve afvra»
of de prins zulle oen harde afwijzing verdiend
"i de indruk, wolken de woorden, die Barning He-
ae had toegefluisterd, in het eerste oogenblik te
'schijïi had geroepen, kreeg nu een ander karakter,
v 11a gevoelde, gelijk wij reeds mededeelden, geen
ji0™ere genegenheid voor den prins, maar zij
i 'pMo door hem bemind te worden zij wist, dat
'ah bet aaDzoek vau don prins om haar hand
61100 beoordeelde, ais eens dat van baron Liebon,
1) bet recht om over baar vermogen te beschikken,
scfignlijk in den laatsten tijd des te merkbaarder
in £e,landhaafd, opdat zij zich niet aan de verbeelding
0vergeven, door een tweede huwelijk den band
'oogdijschap te verbreken. Toon in den laatsten
.ar de gedachte bezig hield, dat zij door
valsah beoordeeld, veracht werd, en bij haar
angen g0boren werd, aan haar lot een wending
i^ oni door aan de zijde van den prins een
'>lanrrS,ean voor l°ekomst te zoeken, welk
haar naar L. bracht, moest derhalve
selinge ontdekking, dat Willi belang
Krajstelde, een verbazende uitwerking op
i D" A'was °°k aan 'iaar ^ar' geduchte
i dat het liefde kon zijn, wat haar zich er over
L-pelt° "•nien' z'' teg°nover "Willi zich zoo
•ld .Un8' onhartelpk en lakenswaardig had aange-
^kkl°° ,niaa'5'0 'n dit oogenblik toch do hoop haar
•'"liik'l a nan ^laar Proces en aan a^'e overlg°
er en eun einde zou kunnen worden gemaakt
\Vat vet'c'ar'ng met Willi.
ssnu 'a,ar *rots nimmer gedoogd zon hobbon, dat
- uj «llS -1-1 i i
toestand
id j,e'b Z!1 zich zelve in den pijulijksten
Wflp door onverwachte tegemoetkoming
ia ^c] 1 gctnakkoljjk gemaakt; liij verried vóórhaar
die haar hot voorwendsel gaf,
o°n to verzoeken ou dos nieuw o ondeilian- 1
Maar moest hij 't dan niet doen? Moest
hij zijne medemenschen niet waarschuwen?
Ik zou hierop antwoorden, dat ik mer.schen
als die gedienstige heer zoo verachtelijk mogelijk
vind. Ze zijn een ware vloek voor de maat
schappij en 't ongelukkigst is nog, dat ze niet
zulke misdaden, voor welke een politieagent
hen bij den kraag kan pakken en achter slot
brengen.
Ze gaan ongehinderd hunnen weg en laten
overal een morsig spoor achter. Ze werpen
overal hun inkt neer!
De wet der volmaakte menschenliefde, die
ons gebiedt, om onzen naasten te beminnen
als ons zeiven, spreekt over dien gedienstigen
heer het schuldig uit. Menschlievendheid of
kortaf liefde, bedekt vele misdaden, en zal
zich voorzeker er niet toe leencn, om een
smet te werpen op eens anders naam, om
oude, bijna vergetene verkeerdheden of mis
stappen weer op te rakelen en ze meê te deelen
ten nadeele van de persoon, die werkelijk
gezind is, zich te verbeteren en daartoe al
delingen aan te vangen.
Doch nu verscheen de zaak eensklaps anders. Had
er een ontmoeting plaats gehad tusschon Willi ea
den prins, waarbij hij zich had blootgegeven en
dat dit gebeurd was, daaraan twijfelde zij niet
dan hadden minder do belangstelling voor haar, dan
wel nijd en wraak tot zijne woorden aanleiding gegeven,
dan scheen de waarschuwing een bedreiging te zijn
als zou hij dubbel haar vijand worden, wanneer z.j
den prins niet baar gunst onthield. De meest onerg-
denkende laat zich door de openbare meening op een
dwaalspoor brengen en Ella kende Willi te weinig om
er aan te kunnen twijfelen, dat bij meer of minder
door zijn schuld bot oordeel van vervloeking had te voor-
schijn geroepen, dat hem in de maatschappij brand
merkte.Hij bad zich wel is waar, niet kunnen verdedigen,
maar kon zelfs de verontschuldiging, dat hij misschien
getergd was geworden, de schande uitwisschen, dat men
openlijk had geëischt, hem het verblijf in voornaam
gozolschap te verbieden.
rliet is geschiedt," zeide zij tot Ilclene, toen zij
in haar woonkamer op Liebensfein was gekomen on
eindelijk behoefte gevoelde, haar hart lucut te geven.
„Prins Erail zal mij niet weder in den weg treden-
Het is alles anders gekomen, dan ik gedacht had'
maar do mensch wikt, God beschikt en ik zal hot
als eene bestiering beschouwen, dat een plan, hetwelk
mij met twijfel kwelde, voor altijd verijdeld is."
„En ik wenscb u met oprecht hute geluk daarmede,"
antwoordde Ilelene; „ik bob er voor gesidderd dat gij
uit wispelturigheid of misnoegen oen overijlden stap
zoudt kunnen doen, waarover gij later berouw zoudt
bobben."
„Wie weetHier verblindde mij tenminste geen
droombeeld, dat zoo gemakkeljjk hot hart bedriegt,
wat ik voor mij durlde hopen, zou mij geworden
zijn.
Helone schudde het hoofd. „Ik twijfel ook daar-
aan," zeide zij, „doch ik wil tegen den prins geen
argwaan uitspreken, dien allten mijn gevoel iu mij j
deed onstaan, maar waarvoor ik geen bewijzen heb.
Doch iets mag ik bestrijden; gij dacht vtrvuld to
zien wat gy kondet verlangen, maar do hoop is het
leven van het hart, en gij weet niet, wat u den dag
van morgen brengt, wat er misschien reeds als een
nieuw loven in uw borst kiemt."
Ik zou die kiem dooden, wanneer ik kon ver
moeden, dat cr iets in mij ontspruit, dat toch alleen
outnucbteiiug en bedrog brengt.
Hoeft hot een gezond Iotod, zeide Helene
zijne pogingen aanwendt. Wij behoeven niet
alles wat we weten, uit te bazuinen, in dien
we daardoor een ander kunnen benadeelen
en vooral niet ongevraagd Verplicht zijn we,
de waarheid te spreken en eerlijk onze niee-
ning uit te spreken en te antwoorden, op 't
geen ons gevraagd wordt.
Doen we dat niet, dan bedriegen we. Willen
we geen oordeel over iemand uit spreken
welnu, dat staat ons vrij. Niemand kan ons
daartoe het mes op de keel zetten en de tijd
van de pijnbank is gelukkig voorbij, maar ga
dan niet tot een geheel ander uiterste over
en geef ongevraagd uwe inlichtingen. Zoo
spat gij overal met inkt en men moge tegen
woordig ver zijn in de kunst, om vlekken te
verdrijven en vlekkenwater en vlekkenzeep
voor weinig gelrl te bekomen zijnochde
vlekken en spatten inkt, die men op de eer
cn den goeden naam van den naasten werpt,
die blijven er gewoonlijk op
Kom je morgen avond bij ons? vraagt A.
aan 13.
A. is iemand, die een goede zaak heeft, en
volgens het oordeel zijner stadgenooten er
warmpjes inzit, llij houdt veel van uitgaan en
menschen zien en zijn vrouw niet minder.
Ze zijn vroeger zeer eenvoudige luirijes geweest,
die hun best hebben gedaan cn gelukkig zijn
lachende, .dan is het sterker dan uw wil."
„Gij spreokt naar uwe ervaringen. Gij zijt
gelukkig geweest in liet ongeluk, bp u heeft een
lioogerc macht de schoonste droom vernietigd, gij
hebt het niet moeten leeren, het vertrouwen en het
geloof aan de menschheid to verliezen. Ik heb heden
weder een ervaring opgedaan. Ik zou hot mijnheer
Barning nooit toevertrouwd hebben, dat hij, alle oer
ver
„Spreek niet verder, mevrouw," viel Ilelene do
barones in de rede, „gij hebt hem nog niet gehoord".
„Houdt gij den prins von voor een leugenaar?"
„Ik acht hem tenminste eerder tot eene onrecht
vaardigheid in staat, dan dat ik zou twijfelen aan do
eerwaardigheid van een man, als mijnheer Barning".
„Gij schijnt zeer ingenomen te zijn mot mijnbeer
Barning. Kont gij hem dan boter?"
„Ja mevrouw," antwoordde Ilelene, met ernst
Ella's sputternp beantwoordendo, „ik heb hem kalmer,
onbevooroordeelder kunnen gadeslaan dan gij."
„En wat hebt gij opgemerkt Dat is inderdaad
zeer interessant."
„Ik heb opgemerkt, dat hij in de opwelling van
edele, mensciielijko gevoelens er niet naar vraagt, of
hij aanstoot gooit, ou zelfs eene dame, wier aanblik
hem betoovert, het hoofd durft bioden; ik heb
gezien, dat hij het reebt cn zijne overtuiging vor-
dedigt, zelfs op gevaar af, eene vrouw te vertoornen,
voor wie bij boreid is ieder offerte brengen, dat hij
zich bebeerscht tegenovor eene beleediging, die hom
wee gedaan heelt- Ik heb opgemerkt, dat hp totrotscU
is, van een daad partij te trekkon, die u noodzaakte,
hem dank to betuigen, dat hij echter eon
trotsche terughoudendheid voorwendt on zich aan
eono bcleedigonde afwijzing blootstolt, waar-
het geldt, u to waarschuwen on zulk ccn man zon
tegen de regelen der hofïolpkhcid en betamelijkheid
zonder geldigo redoncn gezondigd hebben? Mevrouw,
mij kwam de aankiagor die openlijk opzien verwekte
voor zijne beschuldigingen, verdacht voor."
Ella keek naar den grond, bare schielijke verandering
van'gelaatskleur, de verwarring die l aar ongeschikt
maakte to antwoorden, dat allos verried, boe ieder
dezer opmerkingen gevoelens wakker riep, dioin baar
hart sluiuierdon, gedachten opwekte, die tot nu niet
krachtig genoeg geweest waren op haar daden
invloed uit te oefenen.
Zij deed moeite om to lachen. Hot duurde lang
voor tiaar dat gelukte-
„Gij dicht mij daar eene overwinning toe!" zeide