Ziedaar een proefje van de redeneeriiig van
Meneins en wanneer ik dit vergelijk met den
tegenwoordigen toestand, en met de leer die
door de voornaamste staathuishoudkundigen
onzer eeuw gepredikt wordt, dan is de over
eenkomst al zeer groot en moet men erkennen,
dat die man reeds zeer zuivere en goede
begrippen had van maatschappelijke toestanden,
en van den band, die alle monsclicu vercenigt.
De behoeften van don een, worden bevredigd
door het werk van den ander, en omgekeerd.
Alle inensohcn leven en werken dus voor elkan
der, en zoodoende kari uit die steeds aanhou
denden arbeid ook geene ontevredenheid ont
staan. 't Is als 't ware, ééne groote nvchine,
welker raderen in cene voortdurende beweging
zijn. Niet één rad kan defekt zijn, of men
wordt dadelijk een stilstand gewaar, waarvan
de gevolgen niet uitblijven.
In 't spreekwoord dat ik aangehaald heb,
speelt de put eene voorname rol en niet, ten
onrechte. Dit zal uit het volgende duidelijk
worden
Reeds in de Heilige Schrift wordt groote
waarde gehecht aan een put, en eerbied werd
betoond aan hen, wier voorzichtigheid en voor
zorg zulk eene nuttige zaak hadden tot stand
gebracht.
In landen als Syrië en Palestina, bewees
de man, die eene put groef, een weldaal, een
dienst aan het algemeen. In ons land zou men
daaraan zooveel gewicht niet hechten, maar
bedenkt men, welk een groot gebrek aan
water er in die landen heerscht, en hoe do
reiziger vruchteloos naar middelen uitziet, om
zijnen dorst te lesschen, dan kan men begrij
pen, dat een put daar bijna een artikel van
weelde is, dat men zeer weinig aantreft, maar
men begrijpt ook tevens, dat hij, die een put
daarstclt, o^k aanspraak heeft op veler dank
baarheid.
Men herinnere zich slechts het verhaal van
de Samaritaansche vrouw. Hoe spreekt de
dankbaarheid der vrouw zich niet luide uit,
wanneer zij gewag maakt van dien vader Jakob,
die den put heeft gegraven? Reizigers uit den
tegenwoordigen tijd weten mee te deelen, dat
de put, die volgens de overleveringen door
Jakob zou gegraven zij 11 en gevonden wordt
op den weg tusschcn Jeruzalem en Sichem,
nu door al de ingeworpene steenen geheel
verstopt is, en reeds sedert verscheidene jaren
geen water meer heeft opgeleverd. In hoeverre
dit waar zij, en of men hier werkelijk met den
zelfden put te doen heeft, dan wel of de verbeel
ding hierbij in 't spel komt, doet weinig ter zake.
Zeker is het, dat hij, die in dorre streken
eencn put graaft, een goed en nuttig werk doet.
Laat ons nu verder gaan.
Deutichem. P. van de Velde Mz.
Bin nenlandsch IVieuivs
Aan de harddraverij, van paarden van
inlandsch ras, gespannen voor Hollandsche of
Priesche sjeezen, Woensdag gehouden door
de Haagsche afdeeling van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, namen llpaar-
pen deel.
Pij dezen wedstrijd behaalde «Willem ÏIT,"
van C. Brommer te Alkmaar, gereden door
J. Koster, den prijs van f 800 met glorie,
zooals de jury, besliste; de eerste premie f 100.
uitgeloofd door het gemeentebestuur van
's Ha ge, behaalde ,/Vitesse" van A. van Ardenne,
gereden door A. de Koning; de tweede premie,
f 50, behaalde een bruine merrie van G. M.
Langhout, van Hazerswoude, door den eigenaar
gereden.
In do vergadering van de Afdeeling
Medeuiblik en Omstreken der Holiandscho
Maatschappij van Landbouw, op Maandag, den
24sten Augustus j. 1. te Medemblik gehouden,
was ingekomen eene missieve van don Heer
11. P. Bultman te Haarlemmermeer, tweede
Voorzitter dier Maatschappij, waarin hij voor
den candidatuur van voorzitter bedankt.
Staande die vergadering werd besloten nu
voor dio betrekking aan to bevelen, den Heer
Mr. I). Visser van Hazerwoude te Amsterdam,
en tot lid van het Hoofdbestuur den Heer
Jb. Zijp Ilz. inspecteur bij het Nederlandsche
Rundvee Stamboek te Wieringerwaard.
Het was een schoon denkbeeld van de
Katholieke Illustratie, ter gelegenheid van de
nationalen feestdag of „Prinsesse-dag", aan
hare inteekenaren aan te bieden het portret
in chromolilhograpkie van H. 1\. 11. prinses
Wdhelmina, onze toekomstige Koningin. Dit
portret gevat in een zwarte of vergulde lijst,
zal tot een waar sieraad strekken voor de huis
kamers, terwijl het volkslied van den nieuwen
nationalen feestdag, ons door J. R. d. Lans
aangeboden, zeker ieder vaderlander welkom zal
zijn. Ook de kostbare prijzen, aan de oplossing
van Rebus no. 1 en 2 verbonden, mogen als
bewijzen gelden van de vrij-gevigheid der Illus
tratie jegens hare inteekenaren; zulke aanzien
lijke premie en prijzen biedt geen ander tijd
schrift aan, nu het lijdt geen twijfel dat de
lezers haar daarvoor dankbaar zullen zijn.
Met genoegen wijzen we onze lezers op de
verschijning van den 19en jaargang der Katho
lieke illusrralie. Hoewel het prospectus ons
veel interessants toezegt, erkennen we hierbij
gaarne dal de reeds verschenen maandelijksche
aflevering ons volkomen bevredigd heeft. Zel
den hebben wij prachtiger gravures gezien
dan in deze aflevering. De 1ste pagina van
het eerste nummer wordt geheel ingenomen
door het welgelijkend portret van Mgr. C. J.
Bottemanne, ïlisschop van Haarlem, terwijl de
overige gravures, die dit nummer opluisteren
al even keurig zijn uitgevoerd nos. 2, 8 en 4
zijn niet minder aantrekkelijk, en vooral hot
portret van onzen beroemden vaderlandschen
beeldhouwer J. Th. Strackó in no. 3 is onbe
rispelijk van uitvoering. Wij wenschen dit
verdienstelijk tijdschrift dan ook van harte een
uitgebreide kring van lezers toe.
De ongeregeldheden te Amsterdam
hebben zich Dinsdagavond weder herhaald.
Duizenden straatjongens waren tegen den avond
in den omtrek van den Dam, weder op de
been, waarbij zich evenals den vorigen avond
een menigte nieuwsgierigen voegde. Om kwar
tier voor negen werd door de politie voor het
eerst een charge gemaakt, waarbij duchtige
slagen werden uitgedeeld.
Te ongeveer negen uur werd bevel gege
ven, dat op den Dam geen tramwagens moch
ten geposteerd blijven, terwijl die langs Rokin
en Damrak het rijden staakten en die langs
de Spuitstraat alleen tot het Paleis kwamen.
Dat hielp. De politie verkreeg daardoor ruim
baan, maar ook de menigte kijkers, die tesen
tien uur den Dam opnieuw in dichte drommen
bezetten. Te kwart over tienen werd weder
een krachtige uitval gedaan. Men joeg de
menigte naar alle zijden uiteen, vooral naar
de zijde van het Postkantoor en toen een
kwartier later de politiemacht, die versterkt
en tot een honderd man was aangegroeid, naar
allo zijden charges maakte, was in een oogwenk
de Dam schoon geveegd.
hu was de beurt aan de omliggende straten.
Kalvcrstraat, Damrak, Rokin, Warmoesstraat,
Nes, Damsteeg, (op den Niewendijk is de
passage onmogelijk) kregen achtereenvolgens
een bezoek van de politie en telkens werd
de kring nieuwsgierigen uitgebreid en weer
van den Dam verwijderd, waar de politie steeds
terugkeerde. En waar de menigte, schijnbaar
heeren. en dames, zich in deze omgeving voor
de koffiehuizen ophoopten, werden de deuren
dier inrichtingen op politie-bevel gesloten.
Om halftwaalf mag men zeggen, heerschte er
weder volkomen rust en orde. Op den Dam
had men een kanon kunnen afschieten, zonder
iemand te deren en tegen middernacht was
van een buitengewone drukte niets meer te
bespeuren en rukte de overtollige politie
macht in.
Er hebben volgens het D. v. N. verschil
lende verwondingen plaats gehad. Zooals ge
woonlijk werden eenige onschuldige» getroffen.
Twee Engelschen, in het Bible—hotel gelogeerd,
die zich naar Krasnapolsky wilden begeven,
werden door een politieagent aangevallen, en
een hunner door een sabelhouw ernstig aan
den wang verwond. De heer M., uit Harder
wijk die zich naar zijn logement begaf, kreeg
verschillende sabelhouwen en stokslagen cu
is gewond aan pols en rug.
Bij den winkel van den heer Schüh, hoek
Vijgendam en Nes, werd een man zoodanig
toegetakeld, dat men hem in dien winkel op
nam, om aldaar het eerste verband te leggen
waarna hij naar zijne woning in de Laurier
straat is gebracht. Ook werd een vrouw
ernstig verwond en verpleegd in het Café du
Passage in de Damstraat. Een jongen is het
oor afgehakt. Een heer, die door een politie
agent werd achtervolgd en met den sabel ge
slagen, vluchtte in de steeg waar de ingang is
van de machinekamer van het Café Krasna
polsky. Tot in die wijkplaats vervolgde heiu
de agent, die hem daar nog slagen toebracht.
Hier en daar verzette zich de, menigte. Op
den Nieuwendijk beproefdo men bij de St.
Nicolaasstraat een soort van barricade te bou
wen van de daar aanwezige tonnetjes, van
de Portlaudceineut, voor de bestrit;»,
In de Pieter Jacobdwarsstraat wier? n00<%
potten, pannen en kruiken. '"en lü«t
Op den Dam en op de stille zijde v» i
Rokin moeten glasruiten zijn in»ewm-
In den loop van den dag heeft er J??'
rentie plaats gehad tusschen den Burgen.
den commandant van do stad en deu BfCster>
commissaris van politie. 100^-
Woensdag morgen trok een 300 «in*
tal werklieden te Rotterdam door de t
straten naar het stadhuis, waar zij -'u
vroegen bij den burgemeester. Deze w ÜÜr
wezig, doch do wethouder, de heer Min"
ontving met hcuschheid de deputatie va
ordelijke werkliedengroep. De woordvoer!8
drongen toen op werkverschaffing aan U*
spreekt vanzelf, dat de Wethouder aan
eisch noch voldoen, noch eenige bepaal,?
toezegging geven kon. Intusschen verklaard!
hij zich bereid de wenschen van den werk
zoekenden in de eerstvolgende vergaderi?
van den gemeenteraad over te brengen f
volmaakte orde togen de werklieden °daaroD
terug en gingen nog enkele straten door, doch
weldra ontbond zich de stoet weder. Er was
geen spoor van wanorde of tumult.
De Rotterdamsch politie heeft te Delft
een persoon aangehouden, die op aller bru
taalste wijze een diefstal met inklimming had
bedreven. De Maasbode meldt daaromtrent-
In den nacht van 13 op 14 dezer begaven
zich de echtelieden v. d. L. en hun zoon, die
met een kermistent op het kermisterrein
stonden, ter ruste. Al spoedig lagen allen in
een vasten slaap. Dit schijnt van buiten at ere-
zien te zijn door den 20-jarigen v. H., die
de kans schoon zag om een slagje te slaan.
Door overklimming wist hij op het dak der
houten tent te komen. Daar eenmaal zijnde,
viel het hem niet moeilijk binnen te komen,
wijl eene plank van de tent was afgelicht voor
de ventilatie. Ilij liet zich door de opening
afzakken. Daarop ging hij naar de deur, die
alleen door middel van een boom gesloten was,
Dezen nam hij weg, zoodat de deur open
was, en de dief bij eenig onraad onmiddellijk
daardoor zou kunnen ontvluchten.
Toen begon hij zijn werk. De zoon v. d. L.
lag op een z. g. kermisbed; op eenigen
afstand, in een geïmproviseerd kamertje, door
een gordijn afgesloten, lagen man en vrouw;
't was daar dat v H. eenige kostbaarheden
scheen te hebben opgemerkt. Hij moest du
stappen over het lichaam van den zoon, daarna
het kamertje binnen dringen en op het bed
der echtelieden stappen, om bij de kostbaar
heden te komen. Behalve een gouden horloge
met ketting en eenige vrouwensieraden van
goud en ju wee'en, vond hij aan het voeteinde
den zak der vrouw liggen, waarin o. a een
zilveren knip lag met pl. m. f 110 aan
papier- en goudgeld. Een trommel met
centen, die hij wel gezien moet hebben, scheen
den dief te zwaardezen toch liet hij onaan
geroerd. Heel toevallig, doch gelukkig had de
eigenaar der tent een spoormandje, waarin
f 680, onder ziju hoofd' ussen geplaatst. loen
de dief zich van een en ander had mees®
gemaakt, verliet hij de tent. Nog even hoorde
de eigenaar der tent voetstappen, doch eer
tot bezinning kwam en wist wat er gebeur
was, was de dief met zijn buit gevlogen*
Ofschoon geen enkele inlichting aan de po i
verstrekt kon worden, wist de beleid™
recherche der 3e afdeeling dra wie gez0^
moest worden. En men bedroog ïicn F.
De dief was, na horloge met ketting te e'
verkocht te hebben voor f 13, /(mat
gegaan om kermis te houden; daar we
gearresteerd. ecoo*1
(Hij is naar Leiden overgebracht om
fronteerd te worden bij den persoon,
horloge van hem gekocht had.
hem herkende, viel hij door do ;ua j
bekende alles.
Door niet te voldoen aan j-rUidffliier
schreven politiereglementen, had een ,erü];-
te Arnhem zich groote schade kunnel
kenen. In plaats toch om volgens ^ie'.V^eSiote'
zijn voorraad lucifers in een behooi 'J^
aarden of metalen pot te bewaren,
zwh deze in een houten ton op f e
Misschien is dc kat aan het km
en geraakten de lucifers in biun t)hosp'l0r'
ontwikkelde zich een verstikkenc o
damp. Door het tijdig ontdekken e j^ei1
hulp, werden grootere onheilen rA"
Een ieder zijner vakgenooten jz'J
hoede.
rlr> vooïj*