Vrijdagavond strompelde een bedelaar blootsvoets door de Nes te Amsterdam, te midden eener zware regenbui. Hij ging zitten en smeekte om een stukje brood. Een heer, die voorbijkwam, was tot tranen toe bewogen over zooveel en wilde den man meenemen, om hem een paar schoenen te geven. Toen de bedelaar opstond, bleek echter, dat hij smoordronken was. Arast. Ct. Een landbouwer in Gelderland bood het Gouvernement een zestigtal paarden te koop aan. Onder zulk een hoop zou men allicht meenen dat er eeuigen zouden zijn, die aan de gestelde eischen voldeden. Dat dacht onze boer ook, maar hij had het net zoo mis als wij, lezer. Slechts twee werden goedgekeurd en de andere onverbiddelijk van de hand gewet n. De man kon daar geen hoogte van krijgen en te recht bet geldersche paardenras staat immers algemeen bekend om zijne uitmun tende eigenschappen, en wordt daarom ook door het buitenland leer gezocht. Maar eenige dagen later bezochten hem een paar Fransche kooplieden. Deze schenen een beter oog te hebben op de paarden dan de remonte-commissie van ons Gouvernement, want vóór den boer te verlaten, kechten ze hem al zijn paarden af. „Jawel, voor een spotprijs," roept men ons toe. „Volstrekt niet, de boer maakte zelfs per stuk meer voor zijne paarden, dan voor de twee, die hij aan het gouvernement verkocht had. Dat de man in zijn nopjes was, begrijpen we, maar slat een Nederlandsch paard in Frankrijk wel, maar in Nederland zelf niet deugdelijk, en ongeschikt voor den krijgsdienst wordt geacht, vatten wij niet. In het buiten land geeft men evenmin als bij ons geld voor een onbruikbaar paard. Hoe is het dan moge lijk, dat zulke in het oog loopende tegen strijdigheden kunnen plaats hebben? Huisq. Een scharenslijper, die te Gulpen bij notaris v. O. een boterham vroeg, doch z. i. niet vlug genoeg bediend werd, riep dat ze haast hadden te maken of hij zou beginnen „Timmermans te spelen". Er werd dan ook haast gemaakt, niet om den scharenslijper aan een broodje met ham te helpen, maar om de politie te krijgen, teneinde hem in arrest te nemen, wat spoedig geschied was. Een ingezetene van Helmond ontving 11. Zaterdagavond per postpakket uit Tilburg en verpakt in een sigarenkisje, waaromheen nog een stevig papier geplakt was, 36 stuks vinken, 's Avonds laat opende men het pakket en begon vervolgens de vinken te plukken. Onder deze trof men een spitsbekje aan, dat, reeds gedeeltelijk van zijne veertjes ontdaan zijnde, nog met zijn kopje begon te trekken. Men gaf een weinig speeksel en weldra opende het de oogen en begon geheel en al te her leven, zoodat men het in een kooitje zette, wat eten gaf en 's morgens zijne vrijheid 'weergaf. Vroolijk tjilpend vloog het diertje weer het luchtruim in. Dezer dagen ging de 50-jarige timmer man Ubbo de Groot te Oude-Pekela in een smederij de weddenschap aan, een aambeeld van ongeveer 200 kilo op te tillen. Bij zijn poging verloor hij echter het evenwicht, waar door hij met het aambeeld achterover viel en op twee plaatsen zijn been brak. Te Westwoud kwamen bij den schoen maker J. S. verleden week twee heeren kooplieden met rollen tafelzeil en gaven met veel omslag van praatjes te kennen, dat zij t om geld verlegen waren, doordat zij tegen rembours van 130 gulden per spoor te Hoorn goed moesten ontvangen, en dat zij wel een waarde van 400 gulden aan goederen bij zich hadden, maar dat zij daar geen rembours van konden betalen. Nu wenschten zij wel, dat zij een koopman konden vinden, die het tafelzeil, voor hetgeen zij noodig hadden, wilde overnemen. Een boer zou dit wel graag doen, zeiden zij, maar dien gunden zij de groots winst niet. Hierdoor werd de schoenmaker verleid on verzocht de heeren beleefd, of hij het voor 130 gulden dan maar mocht overnemen, hetwelk hem, na veel vermaning om zijn waar niet te goedkoop van de hand te doen, werd gegund. Bij taxatie bleek het echter, dat er niet meer dan voor schraal 40 gulden aanwezig was. Het Ambacht van Westfriesland, genaamd Geestermerambacht, heeft tot afgevaardigde naar de te houden vergadering van het Zuidor- zee-comité benoemd den heer C. Kroon Mz- dijkgraaf van genoemd ambacht en burgemees ter van Noordscharwoude en Oudcarspel. Omtrent den moord te Zuidwolde is thans het volgende bekend: „G. Oosterveen en zijn broeder M. Oosterveen brachten Zaterdagavond een geweer naar H. ten Oever, landbouwer, wonende nabij het Druchtener jachtveld, om Zondagmorgen niet verplicht to zijn met het geweer te loopen. Den volgenden Zondagmorgen begaven zij zich op weg naar hunne ouders, onderweg stroopende. Op eens stond De Weerd, onbezoldigd rijksveldwachter te Veeningen, voor hen. G. Oosterveen lostte een schot op De Weerd, hetwelk maar al te goed raakte; De Weerd sprong drie treden vooruit, uitroepende: „Gerrit, Gerrit, Gerrit maar het schot had hem in de borst getroffen en spoedig zakte hij ineen. G. Oosterveen trok vervolgens het mes en sneed hem het hoofd bijna geheel van den romp. Zij legden het lijk daarna koelbloedig achter een hoop turf, gingen door naar hunne ouders, vertoefden daar eenige oegenblikken en keerden ver volgens naar hunne huizen terug. Den geheelen dag was hij (Gerrit) zeer kalm en 's avonds ging hij nog naar zijn meisje, waartegen hij zeide: „Wat heb ik vandaag een dikke haas geschoten"; zijn meisje (dienende bij G. Lab- berink, molenaar op de Bloemberg, gemeente Zuidwolde) antwoordde„OGerrit, pas toch op dat De Weerd je niet krijgt". „Oneen", zeide Gerrit daarop, „die bliksem krijgt mij niet weer." Des avonds was Gerrit Oosterveen zeer opgawonden, zwaaide met blanke messen in het rond en tergde een ieder ten strijde. Des Maandags moest hij zich voor het kan tongerecht te Hoogsveen verantwoorden we gens jachtwetovertreding, waar hij, door zijne brutale antwoorden, de aandacht trok van den kantonrechter, die zware vemoedens op hem kreeg Denzelfden avond werd hij door twee veldwachters uit Hoogeveen gearresteerd en sedert in bewaring gehouden. Woensdag is het lijk in tegenwoordigheid van G. en M* Oosterveen gerochterlijk geschouwd. Daarbij verklaarde Manus Oosterveen dat zijn broeder Gerrit de daad had bedreven. Eindelijk ver klaarde ook Gerrit, dat hij den moord had begaan. Hij vertelde haarfijn en met de meeste koelbloedigheid hoe hij de Weerd had ver moord." Men schrijft uit Weesp: Wij hebben hier eene „vleeschquaestie". Onze slagers, vier in getal, hielden de rleesch- prijzen bijna op dezelfde hoogte als eenige jaren geleden, toen de landheer zoowel als de huurboer bevredigende winsten maakten. Maar ziet! Daar worden de Weesper ingezete nen uithunne heiligeonnoozelheid opgewekt door een paar zaakrijke ingezonden stukken in de Weesper Courant. Er wordt met cijfers aangetoond dat de slagers een extra winst maken van 30 pCt. De oogen van diegenen, die anders niet zoo nauw rekenen, worden geopend. De ver ontwaardiging is groot onder de burgerij, vooral van de huisvrouwen. Eenige ingezetenen be stelden hun vleesch uit Amsterdamzij von den daar uitmuntende qualiteiteit voor minder geld. Inmiddels werden door een paar wakkere ingezetenen twee slagerijen geopend. Deze week liep een dezer met een puik beste koe langs de huizen, en de bestellingen moeten zoo aanzienlijk geweest zijn, dat hij voorne mens was weldra de serenade met eene andere koe te herhalen. Enkele puike vleeschsoorten leverde hij 50 pCt. lager, dan de gewone slagers, en hij maakte nog eene behoorlijke winst. De kleine burgerstand en de gezeten ambachtsman zijn ir.tusschen door de ontstane beweging zeer gebaat. Men eet nu voor 30 cent het halve kilo een heerlijk stukje vleesch. waarvan men bijna de smaak verge ten was. Hoe de overige slagers hierbij varen is hun zaak. Zij zullen wellicht tot eigen schade ervaren, dat het spreekwoord: „die het onder ste uit do kan wil hebben valt het deksel op den neus", zal bewaarheid worden. Het verzoek om gratie en verandering van straf, door Jeanne Loretle aan Z. M. den Koning gezonden, is afgewezen. Buitenlandscli Nieuws Omtrent de oplossing der Oostersche quaes- tie is nog altijd niets bepaalds te zeggen. De toestand aldaar wordt er evenwel niet beter op want de Kleinere Slavonische Staten, die zich eigenlijk in den strijd tegen Turkije moesten vereenigen, loonen zeer duideliik elkander afgunstig te zijn. °Daerling Noch Servië, noch Montenegro nnoi, niö, noch Griekenland, gunnen A Mae< uitbreiding van grondgebied. jUlSai'ije - De positie van vorst Milan k Servië, wordt bij den dag moeielijker Pr'kg zich als het ware tusschen twee vu zijne onderdanen wordt hij zoo goeE^' gen tegen Bulgarije op te rukken tP daarentegen van de zijden der moè^n?1 ernstig wordt aangemaand eene geresa houding aan te nemen tot de conferentie!i?6 gaarsch-Rumelische quaestie overwoe hebben. Zaterdag kwam uit Sofia reer? bericht dat de Serviërs de Eulgaarsche waren overgetrokken on dat de Buk troepen hen tegemoet gingen, doch een late gram meldt, dat het betreden door de Se troepen van het Bulgaarsche grondaehil? niet bevestigd is. p1 Bij de Porte vinden de Serviërs overi weinig troost. De vertegenwoordiger van s te Konstantinopel heeft zich bij den groot'"^ beklaagd dat groote troepen Bulgaren zich'2 de Servische grens verzamelen. Het antw van den grootvizier luidde echter dat int? deel Servische troepen zich aan de Bulgaars! Servische grens vereenigden. waardoor heto manische rijk werd bedreigd, zoodat dienteneev ge Turkije de gegrondheid van de klacht v Servie niet kon erkennen. De door den Griekschen koning gehoud troonrede bev estigt, dat het verdrag van Ber een zeker evenwicht stelde en de Helleense belangen tot een zeker punt garandeerde 0 eerbiedigde Griekenland dit verdrag. De Run lische revolutie echter'fwelke het „statu qu heeft verbroken, bedreigt Griekenland, dat tha genoodzaakt is de wapenen op te vatten om i Helleenscho belangen te beschermen. De troc rede maakt voorts melding van de geestdr; der reservisten om onder de wapenen te kom en geeft de overtuiging te kennen, dat de resc visten hun plicht zullen doen, wanneer de oi standigheden het eischen. Ook wordt in troonrede de hoop uitgedrukt, dat de liefdev» den vrede, die de mogendheden bezielt, een stai van zaken in 't leven zal roepen, waarbij i vrede in het Oosten verzekerd wordt. In de kamer van Afgevaardigden, heeft d minister Delyannis het besluit der regeerin bevestigd, om de Helleensche belangen te vei dedigen. en dat zij rekent op den steun ra: alle partijen. Zijn programma is in hoofdzaal verdediging, door allo middelen, der rechten vai het Hellenisme, die door de Rumelische rettM bedreigd worden- De oppositie heeft de verklarin van den minister goedgekeurd, bij monde va den heer Lombardos. Beide sprekers Rebbe een diepen indruk teweeggebracht, vooral o de leden van het corps diplomatique. Gemengd Nieuws Een zonderlinge rede. In de te Leipti verschijnende molenaarscourant, alsmede i andere landbouwbladen, kwamen in den laatste tijd herhaaldelijk advertenliën voor, waarhijc zich te Berlijn bevindende molenaar Zimmt voor zijn molen te Grosz-VVardein in Hongarij een bekwamen meesterknecht zocht, die in sla was cautie te stellen. Verscheidene liefbebbe richtten zich per brief tot Zimmeren ontvingt van laatstgenoemde bericht, dat, bebalve vri woning, vuur en licht, aan deze betrekking ee salaris van 2400 Mark verbonden was. mondelinge onderhandeling gafZimmerdevoo keur. De sollicitanten werden verzocht zictu< spoedig mogelijk van hun cautie voorzien hem te vervoegen, teneinde het contract sluiten. Uit de verst verwijderde streken het rijk kwamen de liefhebbers voor dit ï0 deelige baantje opdagen. De onderbande nV leidden echter tot geen resultaat, daar ^""^1 voor de cautie, die van 600 tot 6000 bedroeg, geen zekerheid wilde stellen, was de politie op de handelwijze van opmerkzaam gemaakt en was te weten ge' dat Zimmer geen molen bezat, of ooit bad, maar vroeger molenaarsknecht w8!lbrJor(| en in den laatsten tijd als colporteur en zijn kost had verdiend. Op de vrda5, |3ar waarom hij dergelijke advertenties bad geP antwoordde Zimmer dat hij zich Wl e tuigen, of er nog lichtgeloovige rnenscben^ die op dergelijke annoncan acht j"Vt pi politie stelde zich met deze uitvlue tevreden en nam hem in hechtenis. Nabij Warschau had dezer tBu duel plaats tusschen een heer en ee^ j De eerste, die te vergeefs naar de er|jj dame had gedongen, had daarna yerJcü praatjes ten haren aanzien versPrelf'g ie nie' lende heeren bodeu zich aan om zie niet den belager harer eer. Doch z'J jj en zond den beleediger zeil een Ult ''jL| pla3 hij aannam. liet duel had op het p14 gC|)0t belde partijen misten bij 1 eers,R vuf' de dame wilde teu tweede 1,1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 2