Alcemees
ZONDAL
Lanbboeaybla I>.
8 NOVEMBER.
Ao 1885."
29stc Jaarffans:.
Jtë. 1931.
ADVERTENTIE-
J. WINKEL,
Is cr g-evaar?
De Schoone Weduwe.
A I E l W S-
TE SC HAGEN,
de 'S^ei/edem/'/e.
XV.
StHAGER
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één daj vroeger.
COL
U IT G JS V E ft
Laan, Wijk D, No. 5.
Prijs per jaar f'5.Franco per post /3.CÜ
A Wonderlijke nummers 0.05.
Adverientië/i van één tot vijf regels f 0.75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
0§0-
CO-
Wat er toen gebeurde Ja, niets meer of
minder dan met den onderwijzer, die den
schooljongen eindelijk straf had opgelegd, 't
Werd den man hoogst kwalijk genomen en
zoo ging het nu ook met de agenten, wier
geduld ten einde was geraakt en die nu hun
ne bevelen hadden opgevolgd. Er waren in
de gansche wereld geen ellendiger menschen,
geen grootere wreedaards te bedenken dan
die agenten En nu had men daarenboven
een stok gevonden, om een hond te slaan,
want niets was natuurlijker dan dat klachten,
dienaangaande aangeheven, een maar al te
geopend oor zouden vinden.
Zoo stonden de zaken eenige weken geleden.
De bladen, die het orgaan der socialisten vor
men, verzuimden niet, om van die omstandig
heid ruimschoots gebruik te maken en het
gedrag der agenten als hoogst misdadig voor
te stellen, zoo doende d# gemoederen meer en
meer op te winden en hun doel, het zaaien
van misnoegen, daardoor te bereiken.
Nie zonder eenige vrees zag men die woe
lingen aan en zooals het gewoonlijk gaat,
Roman van E. II. v. Dedenroth.
BA.) Negentiende Hoofdstuk.
Ella had Frelich er een verwijt van gemaakt, dat
hij zich aanmatigde, op haar het toezicht te houden,
dat hij haron, geldelijken toestand opzettelijk slechter
voorstelde, dan hij het was, om haar aan haren
prinselijken minnaar als weinig bezittend te doen
tooschijnen, en nu zeide men haar, dat de raadsheer
bijna onverantwoordelijk had gehandeld, door haar
nog niet met geweld verhinderd te hebben, zich
zelve te ruineeren Zij werd nu ook in kennis ge
steld met do bepaling van hot testament, dat voor
liet geval, or gocn spoor van Otto Barning of een
nakomeling van dozen werd gevonden, het voor hem
ïastgcstelde legaat aau milddadige stichtingen zou
vervallen.
Ella gaf dadelijk last, hare aanklachten in te
'rekken, maar verre er van, door do openbaring van
baar toestand zich ter neder gedrukt te gevoelen,
scheen zij eerder tegenovergestelde gevoelens te on
dervinden.
De gewoonte, het geld niot to achten, had haar
Verloid, nooit de uitgaven to regelen naar haar
'"komen; zjj had wel is waar van overvloed en
pracht gehouden, doch noch om er mede te pralen,
"och om ijdole lusten te bevredigen, iutegendeel, zij
bad altijd den geldtrots veracht. Do ervaring, die z:j
n'<st prins Kmil bad opgedaan, had haar trots in hooge
'"ate getroffen; juist van hem had zij geloofd, dat
bij, wien zekerlijk rijke partijen ter wille waren,
baar om haar zelve beminde nu gaf het haar
,a zekere mate genoegdoening, Sternheim te kunnen
'"ededoelen, dat haar vermogen slechts gering was
wanneer hij op geld gerekend had, mocht hij zich
weder terugtrekken datgene, wat haar bewogen
ad, hem hot jawoord to geven, had zjj inn
C'oikt door de verloving, haro uiterlijke
v°°r schande bevrijd gebleven.
Aan Liebeu had zjj geloofd, trots alle waarschu-
'"Ren van haar vader en van Frelich, en zjj was
k «rogen geworden; bij den jitius had haar verstand
gezegd, dat, al zocht hij ook ecu rijke bruid,
j immers reeds
eer was
Win,
bed
W
de berichten dienaangaande werden hier en
daar nog overdreven. Van daar dan ook, dat
menigeen zich afvroegis er gevaar
De verschillende dagbladen hebben ons op
de hoogte gehouden, van 't geen niet alleen
overal gebeurde, maar van de vergaderingen
en toespraken, die er gehouden werden en
van den inhoud der zoogenaamde socialistische
blaadjes. Sommige zijn van meening, dat men
hierin verkeerd handelt en men dood eenvou
dig moest doen, alsof ze niet bestonden en
men het zelfs de opmerkzaamheid niet waardig
keurde maar anderen zijn eene geheel andere
meenirig toegedaan en ik geloof, dat zij gelijk
hebben, 't Heeft wel degelijk eene goede zijde,
wanneer het publiek weet, wat er verhandeld
wordt.
Hoe heftiger, hoe onbeschaamder de toon
der artikelen wordt, des te meer kans bestaat
er, dat zij hunne zaak zullen verliezen. Het
kan niet ontkend worden, dat de tijden in
meer dan één opzicht niet gunstig zijn. Zoo
dra de hoofdbron niet rijkelijk meer vloeit,
zullen de bijstroomen, die daaruit gevoed
moeten worden, lijden aan gebrek aan toevoer.
Dat is zeker, maar even waar is het, dat wanneer
alle weidenkenden, en er zijn er gelukkig nog in
zeer groote menigte, de handen in een slaan,
men met bedaardheid zeer veel ten goede
kan uitvoeren. Lieden, die het er op toeleggen,
om wit zwart te noemen, redeneeren niet of
geheel in't wild, ontkennen alles, wat nog werke
lijk goed is en willen van geen schikking hoo-
ren, maar zij, die nog niet geheel bedorven
hjj een burgerlijke alleen dan kon kiezon, wanneor
de liefde hem plaatste boven do veroordoelon van den
stand, en hij had haar bewezen, dat, sedert hij had
gehoord van haar proces, zjjn hartstocht gemakkelijk
was af to koelen Zij vorwachtto nu metblijdo hoop van
Stornheim, dat hij mot allerlui phrason van smart
toch van haar zou afzien doch hjj antwoordde
per ominogaande post, dat hij hot had goweten, dat
hare geldeljjke verhoudingen niet zoo schitterend
waren, en daarop juist had hij zijn hoop gevestigd,
toen de prins naar hare hand dong; hij zou haar niet
afstaan, al kwam zij ook arm, gelijk eon bedelares,
in zijne armen.
Gelijk Ella steeds in hare besluiten zeer snel en
krachtdadig was, had zjj ook nu reeds alle maatre-
golen genomen, om Frelich to bewijzen, dat zjjne
voogdijschap overbodig was. Zjj had haar dure woning
opgezegd en zich bepaald voorgenomen, zich zoo be
scheiden mogelijk in te richten, dat zjj minder dan de
lianr nog blijvende inkomsten noodig had; dat was hot
trotsclie antwooid op d i maatrogetcn, waarmodederaads-
lieer godreigd had. Alhoewel de inhoud van Sternheim's
brief er anders zeer toe geschikt was, haar de toekontst
in een gunstiger licht te laten beschouwen, had zij toch
wel gcwensGht, dat die anders had geluid 1
In den korten tjjd, welke sedert haar terugkeer
naar Berlijn was verstreken, had Ella ondervindingen
opgedaan, dio haar er naar doden verlangen, zich
terug te trekken uit alle kringen, in welken zij tot
nu had verkeerd. Wij hebben reeds medegedeeld, hoo
zeer zij hare vriendin miste. De gevierde scbootie,
die zich bewoog in de voorname kringen, in welken
Liobeu haar had binnengeloid, met hot zelfbewustzjjn,
dat zjj daar zou kunnen heorschen, waar men haar
nauwel |ks als vol beschouwde, werd nu door den een
voor hoogmoedig, aanmatigend, door een ander eer
zuchtig en koket goliouden, en het had nooit in Ella's
natuur gelegen, zich aan iemand op te dringen, die
haar op een afstand wilde houden, noch zocht zjj
vriendschap daar, waar men haar wantrouwend
bohandeldo.
Ilad men er haar vroegor een verwijt van gemaakt,
dat zij door behaagzucht een prins in hare netten
wille verstrikken, dat haar eerzucht haakte Daar den
titel van een prinselijke eclitgenoote, zoo heette het
nu dat graaf Sternheim die niet in een best.
blaadjo stond zich bad laten omkoopen, om haar
voor do wereld een eerlijkeu naam te geven.
zijn, zullen dankbaar erkennen, wat ten goede
wordt verricht en daarin het bewijs zien, dat
de meer gegoeden zich werkelijk het lot der
minder bedeelden aantrekken en 't hunne aan
wenden, om dat lot te verzachten.
Wat heeft men verleden jaar gedaan? In
de hoofstad heeft men eene aanzienlijke soru
bijeengebracht, ten einde degenen, die geheel
zonder werk waren, eenigen arbeid en daardoor
werkloon te verschaffen. Niemand kan er zijn,
die dit niet goed, niet edel noemt. Men is
zedelijk verplicht en het aangeboren gevoel
van medelijden en menschlievendheid schrijft
het als van zelve voor, om den medemensch
te helpen, maar of men nu ook verplicht is,
om voor alle werkeloozen te zorgen, dat is
een andere vraag.
Toch heeft men zooveel gedaan als men
kon. En heeft men daarvoor de dankbaarheid
ingeoogst, die men redelijkerwijze mocht ver
langen Bij lange na niet overal. Wat zegt
in den laatsten tijd het recht voor allen te
dezen opzichte Zij noemen dien maatregel
een lapmiddel. Wat willen ze dan Zo willen
niets meer of minder, dan dat ieder zijne
bezittingen op de markt zal brengen, en alles
dan eerlijk onder alle menschen verdeeld zal
worden, opdat op die wijze de ongelijkheid
van bezitting zal ophouden te bestaan.
Een prachtig middel, maar zoo ongerijmd
mogelijk. Wanneer dit gebeurde, dan moch
ten alle menschen tegelijkertijd wel alle moge
lijke ambachten leeren, want waren allen in
bezitting gelijk, dan zou men natuurlijk niet
Ella vond bij haren terugkeer naar Berlijn deuren
voor haar gosloton, die andors voor haar opun stonden
men had haar op plaatsen, waar men haar vroegor
vereerde, koel bejogond; zij had uit do blikken en
de houding haror kennissen mooton gevoelen, dat do
wereld een hard oordeel over haar had uitgesproken.
Het toeval wilde, dat zij, juist nu Sternheims ant
woord den twijfel van haar had weggenomen, dat
zijn hartstocht tenminsto ongehuicheld was, ver
nomen zou, hoe men over haar sprak. Zij was altijd een
geregelde bezoekster geweest der **sche Concerten
en had daar haar vaste loge. Tengovolge harer on-
gnnstigo geldelijke verhoudingen had zij het abonne
ment op die plaats niet vernieuwd, zij wilde
zich in onbeduidoude uitgaven beperken, en had daar
om in plaats der duro loge, waarin zij gewoon was
de bezoeken harer vereerders te ontvangon, een
plaats genomen in oen gewone parterre-loge, dio
tamenlijk donker, half achter eon pilaar vorborgen
was. Daar hoordo zij eensklaps in de eerste pauzo
haren naam noemen. Twee hoeren, die ook tot hare
vereerders hadden behoord, hadden opgemerkt, dat
hare oude plaats door een ander was ingenomen, en
maakten, zonder te vermoeden, dat Ella in hunna
nabijheid was, en zij elk voord kon hooron, hier
omtrent hunne opmerkingen.
„Mevrouw Liebon is toch nog in Berlijn," zeido
baron K.; „zou zij nu mot bankiersfamilion oingaau
Ik zie de Goldsteins in bare loge."
„Waar denkt gij aan antwoordde do aangespro
kene; „daartoo daalt zij niet af."
„Zij is eene koopmansdochter uit prins vou
is afgemarcheerd."
„Graaf Sternheim is tot pleister voor do wond
uitgekozen, do heorlijkhoid Olau versuikort de pil.-
„Hot is jammer oni do vrouw, en dien monsch gun
ik haar het minst. Wie weet, of niot do gelioelo
verlovingsgesehiedonis maar een comodio is, om do
monschon don mond to stoppen. Mou vertelt allerlei
ik hoorde zeggon, dat, wanneer de gewonde doctor
Barning niot hardnekkig elke verklaring woigerd
het proces voor do barones en andere lieden zoor
onaangenaam had kunnen worden."
„De voorvallen in L. zijn zeer geheimzinnig cn
onverklaarbaar," antwoordde mijnbeer voa K, die tot
de cavaliers van het Berlijnsche hot behoorde. „Graaf
Sternheim zal niet meer aan ons hof worden
toegelaten; hij mojt doctor Barning getart hebben