A LGEMEEN DOAÖERÖAU I IV I E t w S- L A I) R OÜWBLA Si, 10 DECEMBER. A. 1) V E R T E T I E Schoone Weduwe. Oproeping \o 1885. 29ste Jaargang. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. J. WINKEL, National© Militie. M 1940. Dit blad verschijnt tweemaal per week TFoena- faq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenkën in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. Burgemeester en Wethouders van Schagen gelet op art. 205 der Gemeentewet, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het door Heeren Gedeputeerde Staten op den 25en November j. 1. goedgekeurde Suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente en dat voor de belasting op de honden, dienst 1885, gedurende vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3 maanden na den dag der uitreiking van het aanslagbiljet, bij den Raad, op ongezegeld papier, worden ingebracht. Schagen, den len December 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Cs. DE PATER, Wethr. de Secretaris, DENIJS. Het I-loofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier van het Patentrecht over het Tweede Kwartaal van het dienstjaar 1885i86 op den 2en dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noordholland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. leder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaau. Schagen, den 8en Decem'ber 1885. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. LANGBNBERG. Roman van E. II. v. Dedenroth. 63.) Drio on Twintigste Hoofdstuk. krariz lira had zijn diner genuttigd en twee fles- sclien wijn geledigd; hij was juist met de derde bozig, loon König zich bij hem liet aandienen onder den titel van gevolmachtigde der barones. Een ieder, die Urn niet nader kende en het wist, dat hij door do gewoonte, om onaangname gedachten door een roes te verdrijven, er toe geraakt was, zelf in oogen- schijn 1 ijk zeer beschonken toestand zooveel bezinning over te houden, dat hij zijn geheim niet direct zou vorradon, die moest, gelijk dit ook met König het geval was, in den waan verkeeren, dat deze jonge man met het hoog roode gelaat, den zworen tong, de starende waterige oogen, te dronken was om, wanneer hj sprak, do waarheid nog to kunnen verbergen. Het was een zware Spaansche wijn, dien Ilm zoo evon had besteld. «brengt gij geld?" vroeg hij, toen König zich aan hom had voorgesteld, en hij schoen ter nauwernood °P zijn voeten te kunnen blijven staan. «Misschien,"antwoordde de advokaat. „Ik moet eerst teaar eens weten waarop gij uwe aanspraken doet geldon. Laat u niet storen, drink uw wijn «Ik laat mij niet storen, en bemoei mij niet met onderhandelingen. Wil de barones niet betalen, dan tvcot zijwat er volgt." «Dat weet zij juist niet. Gij hebt bedreigingen gedaan, waarvoor do bewijzen moeielijk door u zullen hunnen worden aangevoerd." «Zoo l)at wil met andere woorden zeggen, dat de afones niut betalen wil «bon verzoek zou zij misschien in overweging ?eniBn, oene bedreiging beleedigt haar. Uwe vordering 8 eene afpersing Wanneer ik uw briöf aan dn politie hergeef -L» sprong op, hij maakte eeno handbeweging, als hij uit zijn borstzak een wapon halen, maar bij uez°u zich. 11T. UITGEVER: TE SCHAGEN", Laan, Wijk D, No. 5. tot de inschrijving voor het jaar 1886, volgens de wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), herinneren bij deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor de dienst bij de Nationale Militie, met verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende: Art. 15. Jaarlijks worden voor do Militie inge schreven alle mannelijk* ingezetenen, die op den lston Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze ovorledon, wfons moeder, of, zijn heiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van 28 Juli 1850, [Staatsblad No. 44], 2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedu rende de laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van het jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield; 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende inge zetene was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits lifj binnen het Rijk verblijf houdt Voor ingezeten wordt niet gehouden dovreom- deling beboorende tot eenen Staat, waar de No- derlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aan genomen Art. 20. Hij, die eurst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van ziin 20sto ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemoe- ster en Wethouders der Gemeente, waar de in schrijving volgens Art. 16, meet geschieden. „Doe dat," zeide hij «pottend," het is mij geheel en al onverschillig." De advokaat staarde Ilm verrast en verbluft aan. Hij had gehoopt, Ilm te kunnen uithooren, op welke wijze dezo zijne bedreiging, Ella zelfs nog van uit Amerika te kunnen aanklagen, wilde uitvoeren; reeds om EUa's naam to ontzien, moest zulk een gevaar voorkomen worden doch hij wis er niet op voor bereid geweest, dat Ilm zoo zeker van zijn zaak was, om zelfs eene aanklacht niet te vreezen. „Gij windt u noodoloos op," zeide hjj.„ Bewijs mij, dat gij de barones leed kant berokkenen, en ik zal zien, wat er gedaan kan worden." „Ik zeg u, dat ik niet onderhandel," viel Ilm hem heftig in de rede. „Ik hecht niets moer aan het leven. Krijg ik geen gold, dan zal er van de bruiloft van den graaf ook niets komen, dan zal do barones evengoed als hij, naar do gevangenis vorhuizen. Dat is mijn laatste woord König beefde. Dat klonk, als ware de barones schuldig. Hij beproefde zijne ontsteltonis achter een lachje te verbergen. „Gij kunt u zeer vergissen," zoido hij. „Op uwe aanklacht tast men geen achtbare dame aan." Ilm lachte honend en bitter. „Achtbare dame 1" zeide hij spottend. „Ik ken alleen drie minnaars. Had ik geweten, dat zij heimelijk don doctor gaarne had gebad, terwijl zij bem voor de wereld haar huis verbood, dan zou er veol niot zijn geschied. Maar do duivel mag uit de vrouwon wjjs worden." „Gij zijt aan het ijlen. Wat gij daar de barones aanwrijft, is laag 1" „Het is de waarheid. Allo menschen zeggen het. Had zij mij anders na de daad uit hot slot gejaagd, zoodat de verdenking wol op mij moest vallen? Zou zij mij anders zoo baton, dat zij niet eerder met den graaf wil huwen, voor hij mij de deur heefi uitgejaagd Maar zij zal hem ook bedriejon, onthoudt hot, wat ik u voorspel. En ik gun het hem van harte. Hij had den mond vol van beloften en nu 1 Vervloekt zij hot uur, waarin ik hem het eerst heb gezien. Zelfs waunoer ik het geld hier voor mij zag ik Prijs iicr jaar ƒ3.Franco per post f 3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels ƒ0.75 iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Art. 16. De inschrijving geschiedt lo. Van een ongehuwde in do gomeente, waar de vader, of, is deze ovorloden, de moeder, of, zjjn beidon overledon, do voogd woont 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hij woont; 3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont; 4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in eon vreemd land woont in de gemeente, waar zjjn vader of voogd hot laatst in Nedorltind ge woond heeft. Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschre ven: lo. De, in een vroomd rijk achtergebloven zoon van een ingezeten, die geen Nederlandor is 2o. Do, in oon vroomd Rijk veblijf houdende oudorloozo zoon van oon vreemdeling al is zijn voogd ingezeten; Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wothouders aan te gevon, tusschon den lsten en den 31sten JANUARI; Bü ongesteldheid, afwezigheid, of ontstentenis is zijn vader, of, is dezo overledon, zijno mooder, of, zjjn beiden overleden, zijn voogd tot het doori van die aangifte verplicht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen te cus ter kennisse van do belang hebbenden: dat, tot de inschrijving gelegenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitge zonderd des Zondags, van des vooriniddags 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den 8en December 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. -~S5t weet niet, of ik het nu nog zou aaunomon. Do schurk zou zegevieren en ik, dieu hij bedrogen Ilm hield eensklaps op, hij schoon to bemorkon, dat hij zich had verradenook vorschrikto hij van eenig gedruisch. Men hoorde in do nabijheid eon deur openen en vernam voetstappen op den gang. „Wat is dat?" mompo'de hij, terwijl hij luisterde. Zijn oog kreeg eensklaps een boosaardige uitdrukking. Ook König had gedruisch gehoord. „Spreek de waarheid", zeido hij, „bevrijd uw geweten van oen schuld, maar bezwaar uw ziel niet met een misdaad togen eene vrouw De deur werd goopendMensing en de andere beambte en achter hem twee politie agenten vertoon den zich in de deijr. Ilm uitte een kroot van woedde en rukte een re volver uit do zak. „Ah," beet hij hem toe, „verraadMevrouw de barones stuurt mij de politie op do hals Dan mag een elk het weten ik hob op den doctor geschoten maar zij heeft het gewild en de graaf wist er van. Zij hoeft hot bevolon en naderhand looehondo zij het weder, evenals zij mij eerst togen den houtvester ophitste en hem later in bescherming nam, al naar hare luimen dit verlangden". Voor men het hem beletten kon, schoot hij zich voor het hoofd. Met vorplettord golaat viel hij op don grond. „Hjj sterft met oon leugen," riep König uit. Men sing sprak geen woord, hij gaf eon politioagent oon wonk, deze verwijderde zich en keerde een paar minuten later met graaf Sternboim terug. De graaf, die ingovolge de boodschap van zijn onder-inspecteur, dadelijk van do Ilochburg naar Olau was teruggekeerd, was, daar hij onheil vermoeddo, met den eorstvolgenden trein naar Berlijn gereden cn had in hot hotel „den Kroonprins"' waar hij altijd afsteeg, gehoord, dat hij Ilm hier nog zou aantreffen, maar hij was van alle zijden door geheime politie agenten er in verhinderd geworden, Ilm op te zoeken en ook belette men hem het hotel to verlaten. Nu bracht men hom voor den in zijn bloed badende zelfmoordenaar. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1