1 L G EII E E 5
41 m
I
ia .1
L
N I E U W S'
L ,1 X sou W B LA»,
51 (DECEMBER
A. V E ïl T E ai T I E
np
J. WlfVkEL,
Oproeping'
De Schoone Weduwe.
M KW*.
r a
fi
1* T
TE SOHAGEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Scliagen,
gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19
dejr wet op de Nationale Militie van 19 Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), herinneren bij deze
de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne
verplichting tot het doen van aangifte voor de
dienst bij de Nationale Militie, met verwijzing
naar bet bepaalde bij de Artikelen 15 en 20,
alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende:
Voor ingezeten wordt gehouden
Burgemeester en Wethouders voornoemd
brengen tevens ter kennisse van de belang
hebbenden: dat, tot de inschrijving gelegenheid
zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande
ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitge
zonderd des Zondags, van des voormiddags
9 tot des namiddags 4 ure.
Scliagen, den 19en December 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen, brengt ter
kennis van de ingezetenen, dat het aanbieden
van- en het rondgaan met zoogenaamde,,
Nieuwjaarswenschen", hetzij gedrukt»
hetzij geschreven, langs de huizen niet zal
worden toegelatenalsmede dat de verschillende
armbesturen eene inzameling van vrijwillige
giften langs de hpizen zullen houden, ten eindo
uit de opbrengst, fbij het einde dezes jaars,
eene buitengewone bedeeling van levensmiddelen
aan de minvermogenden te kunnen doen.
Schagen, 22 December 1885.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG,
De Burgemeester der gemeente Schagen;
Brengt ter kennis van belanghebbenden, 'nol
navolgende
De Commisssaris des Aomngs in Noord»
Holland;
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie, d. d- 9 December 1885, No 30
Gelet op art; 11 der wet tot regeling der
jacht en visscherij van 13 Junij 1857, (Staats»
blad No 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de sluiting der jacht op klein wild voor
Noord Holland is bepaald op Donderdag, 31
December 1885 met zonsondergangen dat
alzoo op grond van het bepaalde bij het eerste
lid van art: 27 der aangehaalde wet, het ver-
koopen, te koop uitstallen en vervoeren van
Ao 1885.
29ste Jaarna na:.
i
ra
i
^•4
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentiën in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
WÊSt^St^SKBSm/^a.
UITGEVER:
In het nummer van dit
Blad, dat verschijnt op 2
Januari 18SG, zal er gelegen
heid bestaan tot het plaatsen van advertentiën
betreffende NIKUVVJAARWËNSCHEN, a SS
Cts., van 15 regels, elke regel meer 5 Cts.
De Uitgever.
o
tot de inschrijving voor het jaar 18SÖ,
volgens de wet van 19 Augustus 1801,
(Staatsblad No. 72.)
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ing0-
sohrovon alle mannelijke ingezetenen, die op don lsteu
Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden
lo. Hi], wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd
ingezeten is volgens de Wet van 28 Juli 1850,
[Staatsblad No. 44].
2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste achttien maanden voorafgaande
aan den lsten Januari van het jaar der inschrijving
in Nederland verblijf hield;
3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende inge
Eoman van E. II. v. Dedenroth.
(68.) Vijf en Twintigste Hoofdstuk.
Veertien dagen zijn er verloopcn, sedert Ella van
Willi's lippen hoorde, dat hij haar lief had. Zij hooft
Berlijn verlaten en is naar het zuiden gereisd. König
hoeft haar reeds twaalf dagen geloden, bericht gezon
den, dat er van de zijde van het gerecht niots haar
vertrek in den weg stond, dat het gerecht van do
beschuldigingen, die Ilm tegen haar had uitgesproken,
te minder notitie zou nemen, daar hot geheele
gedrag van Sternhoim hot vermoeden bevestigde,
dat Willi Barning aangaande hem aan den president
van het gerechtshof had medegedeeld, namenljjk,
dat Sternheim en Ilm de baroues met geweld in een
intrige hadden betrokkeD, waarvan zij geheel en al
onkundig was gebleven, en die alleen op het touw
was gezet, om Ella te noodzaken, zich aan Sternheim
over te geven. Het was Ella aldus veroorloofd, zich
te onttrekken aan de nieuwsgi righeid van al hare be
kenden, en een oord te ontvluchten, waar men druk de
geruchten besprak, die hare intiemste verhoudingen, ha
re teederste aangelegenheden publiek maakten. Men be
praatte en critisiei de de toestanden die hare eer golden,
haar proces met Frelich, hare betrekking tot den prins
Emil von de gebeurtenissen op Liobenstein;zij had wel
gelijk, toon zij tegon Frelich, bjj het afscheid nomen, ver
klaarde dat zij Willi niet beter hare achting en dank
baarheid bewijzen kou, dar. wanneer zij na de verklaring,
die hij haar bad gegeven, hem bet smartelijk gevoel
bespaarde, een vrouw weder te zien, wier eer bevlekt
was en die hij hoogstens zijne deelneming mocht
bewijzen. De schandelijke logen, dio Sternheim niet
alleen tegen Mensing, maar ook tegenover anderen
Jwd uitgesproken, verried wel is waar duidelijk
zetene was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits
hij binnen hot Rijk verblijf houdt
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling beboorende tot eenen Staat, waar do Ne
derlander niet aan den verplichten krijgsdienst is
onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aan
genomen
Art, 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste
ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats
hooft, ter inschrijving aan te go ven bij Burgemee
ster en Wethouders der Gemeente, waar de in
schrijving volgens Art. 16, moet geschieden.
Art. 16. Do inschrijving geschiedt
lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zyn
beidon overleden, de voogd woont;
2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in
do Gemeente waar hy woont;
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiten's lands gevestigd is, in de Gemeente,
waar hy woont-
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van
een Nederlander, die ter zake van's lands dienst in
een vreemd land woont in de gemeente, waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niot-ingeschre
ven:
lo. De, in een vreemd ryk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is;
2o. De, in een vreemd Rijk veblyf houdende
oudorlooze zoon van een vreemdeling al is zijn
voogd ingezeten;
Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te
worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe
bij Burgemeester en Wethouders aan te geven,
tusschen den lsten en den Sisten JANUARI;
Bij ongesteldheid, afwezigheid, of ontstentenis
is zyn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
of, zijn beiden overleden, zyn voogd tot het doen
van die aangifte verplicht.
genoeg zijne woede hiorover, dat Ella da verloving
met hem had verbroken, nianr stelde ook de barones
in zulk eon licht, dit een algemeen geacht man, als
Barning, hot niet zou durven waneu, haar zjjn hand
aan te bieden. Maar al ware Willi ook bereid geweest
zjjne betrekking te laten varen en haar te volgen,
moest hij toch haar wil eerbiedigen on bot gevoel
erkennen, waarmede zij zich er tegen verzotte, zulk een
offer aan te nemen.
Het eerste avondrood kleurde de top van den berg
Rosa, de golven van het Lago Maggiore glinsterden,
en vroolijk gelach weerklinkt uit het van myrten
vervaardigde prieël eeuer bekoorlijke, onder den
groenen Sasso di Ferro gelegene villa.
De schoone gravin Marietta de Canero maakt een
bloemruiker los en werpt die den blonden duitscher,
die op een voetbankje aan hare voeten zit, over het
hoofd.
„Daar hebt gij een volslagen bloemenregen, zjjt
gij nu te vreden, gij onvorzadelijks?"
„Gij zijt wreed Marietta, gij speelt met een hart,
dat van uwe lippen de beslissing over zijn wel of
wee verwacht. Hoor mij aan, Marietla, ik heb zoo,
zelden het geluk, u een oogenblik ongestoord alleen
te zien, ik laat dit uur niet voorbijgaan
„Daar luidt reeds de boot!" riep do gravin, terwijl
zij hem in de rede viel, al was haar dit voorwendsel,
om hem zijne verklaring te beletten, hoogst welkom.
„Gij kiest uw tijd tot ernstige gesprekken zeer sli cht
prins Emil, ik moet zien, of do boot ook gasten voor
ons medebrengt."
De stoomboot van Magodino was nog zoo ver
j verwijderd, dat de haast, waarmede de jonge vrouw
zich van den prins wilde verwijderen, onmogelijk
door de vrees voor storing kon teweeg gebracht zijn,
maar dezelve droeg ook geenzins het karakter van
angstigo schuwheid, die verraadt, dat mei: het pijnlijke
van oen afwijzend antwoord wenscht uit te stellen
ljet YCiwjjt van don prins, dat hij het offer was van
t rijs per jaar ƒ3.Franco per post 3,GO
■Afzonderlijke nummers 09)5.'
Advertentiën van één tot vijf regels ƒ0.75
iedere regel meer 0.15. Groote letters vvop
den naar plaatsruimte berekend.
J A 4a Si
rsn
jr
een gruwzaam spel, scheen gerechtvaardigd. MarLfta
onttrok hem haar hand niet, die hij vatte, om haar
met geweld ferug te honden.
„Ik laat u niet weder ontglippen", riep hij uit. „Het
geluk van mijn leven hangt aan dit uur. Ik verzocht
om een teeken, dat ik niet te vergeefs hoop; dean
liggen de bloemen in het rond, die aan uw borst
gerust hebbengij weigerdet mij de roos, nu smeek
ik meer
„Gij gebruikt geweld pruilde zij. „Zet mij dan
mnar liever het pistool op do borstzeide zj
schertsond, terwijl een hooge blos haar gelaat kleurde.
De prins trok haar naar zich toe.
„Dan zij het met gowold", jubelde hij, „wanneor
gij n anders niet wilt overgeven
„Neen riep zij uit, terwij! zij zich vermande, en
voor zijne lippen haar nog hadden aangeraakt, bad
zij zich van hem losgerukt-„Niet alzoo!" Beantwoord,
mij eene vraag," ging zij voort, en haar gelaat stond
eensklaps zeer ernstig, terwijl allo overmoed verdwe
nen was, „is het waar, dat gij nog maar weinige
maanden geledon om een andero hebt geworveu
verandert uw hart zoo spoedig f"
Getroffen staarde de prins de schoone vrouw aan;
hij las het in hare oogen, dat zijne ontsteltenis haar
vertrouwen schokte. Over zyn zooeven nog zoo opge
ruimd gelaat verspreidde zich een droeve trek.
„Wie heeft u dat gezegd?" vroeg hij stotterend.
„Dat is onverschillig, daar gij zelve het nicfj
gedaan hebt. Of mocht ik het niet weten In do
oogen der Italiaansche brandde eon vuur, hetwelk
duidelijk genoeg getuigde, dat zij don man zou kan non
haten, dien zij zooevon met bloemen bestrooide.
„Ik zon het u niet verzwegen hebben, Marietta,
wanneer gij er mij naar gevraagd hadt".
„Het is dus waar?"
Wordt vervolgd*