i'è i n n en kin dsch ff ieu ws. mtenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws tot het verledene. De onophoudelijke afwisseling van oogenblikken, die wij den naam van tijd geven, laat geen oogenblik rust. Wanneer het huisgezin op den Oudejaarsavond gespannen zit te wachten op dien klokslag van twaalf uur, is 't voor de meesten, als stond de tijd dan een oogenblik stil, en toch gaat de wijzer op de oude, eecwaarde toren-klok bedaard en met denzelfden gang voort, zooals hij dat het geheele jaar door gedaan heeft; en al laat gij klok of pendule in uw vertrek stilstaan, de wijz er van den oneindigen tijd stoort zich niet aan u, en eer gij 't vermoedt, zijt gij reeds weer een kwartier of een half uur in 't nieuwe gedeelte van den tijd, dat wij nu eenmaal afgebakend hebben, en gewoon zijn een jaar te noemen. Eindelijk scheidt men, begeeft zich ter ruste en den volgenden morgen ziet alles er juist uit als den vorigen dag. De zon mag een minuut eerder opkomen, maar overigens is er in de natuur niets op te merken, dat.u roepter is een nieuw jaar begonnen Toch zult gij 't langzamerhand aan zekere eigenaardige, telken jare op dien dag terug komende kenteekenen kunnen bemerken. Ze zijn van hoogst aangenamen en minder aan- genamen aard. Tot de de eerst genoemden reken ik de begroetingen van kinderen, huisgenooten en familie. Dan doet het u zoo goed aan uw hart, wanneer zoovele geuite wenschen u 't bewijs leveren, dat gij bemind en geliefd wordt, en mag dan een zonnestraal van den nieuwjaars dag in uwe kamer schijnen, dan geniet gij dubbel, want ook in uw gemoed is 't licht en helder. De zon der dankbaarheid, der we derliefde schiet daarin hare stralen en verwarmt en koestert uw binnenste en is de nieuwjaars zon buiten niet zichtbaar, ook dan nog zal de eerstgenoemde u voor dat gemis schade loos stellen. Minder aangenaam zijn de vele zegenwen- schen, waarmede gij als overladen wordt en die voortkomen uit eene troebele bron, uit egoïsme. Die wenschen, machinaal met den mond hoorbaar gemaakt, die van buiten geleer de les, wat zijn ze anders dan een aanval op uwe beurs Het gebruik heeft ze nu eenmaal gewettigd en ze tot een ware plaag gemaakt. Al heeft men hier en daar de handen ineen geslagen en 't zoogenaamde bedelen op den nieuwjaarsdag afgeschaft, de fooien aan be dienden van alle mogelijke leveranciers bestaan nog op de meeste plaatsen en zijn eene rijke bron van inkomsten. Is dit dan zoo verwerpelijk? Is 't dan niet goed, dat men u op dien dag allen zegen toewenscht? Voorzeker, maar alleen spijt het mij, dat meestal de grootte der fooi de maatstaf wordt van 't afnemen der pet, van de uiting van den dank, v^n den spoed, waarmede men u in 't nieuwe jaar bedient, van 't oordeel, dat die zegenwenschers over u uitspreken. Maar zo© is 't gebruik, zoo zijn de menschen, en al is 't nog zooveel malen een nieuw jaar, dat blijft oud. Wanneer ik, eenige dagen na den nieuwjaarsdag, nog met wenschen voor den dag kom, zou men dit mosterd na den maaltijd kunnen noemen. Toch waag ik het, want wie weet, hoe menig zegenwensch van den eersten dag reeds vergeten is door hem, die ze uitsprak en door hem, die ze aanhoordo en er werktuigelijk of niet voor dankte. Wat ik allen lezers toewenseh is de ver dwijning van 't vraagteeken, dat boven mijn opstel staat. Natuurlijk is die wensch voor eenige wijziging vatbaar en daarom zal ik dien nader omschrijven. Hoe menig gebrek, hoe menige verkeerde gewoonte sleepte het bestaan in 't afgeloopepe jaar voort; omdat men zich gedurig verschanste achter de belofte, dat het in een nieuw jaar anders en beter zou worden. De koopman op zijn kantoor begint met een nieuw, schoon boek en die eerste bladzijde ziet er zoo on berispelijk uit. Zoo gaat het dc huismoeder met haar huishoudboek, en zoo wil menigeen met het nieuwe jaar een levensboek beginnen, nieuw, schoon, zonder vlek of plooi, met het vaste voornemen, om het zoo te houden. Hun wensch ik welgemeend toe, dat. zij hun uitmuntend voornemen mogen ten uitvoer brengen. Moge hun daartoe en de kracht en den moed cii de uoodige volharding worden verleend Niet minder wensch ik een nieuw leven toe aan handel en nijverheid. We hebben in de laatste tijden zooveel moeten hooren van achteruitgang, slapte in zaken, geringe ver diensten, alles samen gevat in dat ongelukkige woord malaise, dal iedereen met mij vurig zal wenschen mar eene verandering ten goede, naar een nieuw leven, dat zich daarin open baart. Niet op de grappige, weinig of liever niets heteekenende wijze van Jan Steen, die werkelijk maarte, dat er meer leven in de brouwerij kwjm, maar in ernst, in vollen, waren ernst, strekkende tot herleving van welvaart en voorspoed. Een nieuw leven wensch ik niet minder in de denkwijze, de gezindheid van zoovele medetnenschei. Moge dat woord socialist, in den zin, wairin het tegenwoordig wanorde sticht, verdwenen zijn met het oude jaar en de vlucht nemen voor een nieuw leven ten goede. Dan zal e: vrede en liefde en eendracht wonen en din zal met de eendracht ook de macht terug keeren. Nieuw lernn, nieuwe kracht, nieuwe lust, nieuwe mod, nieuwe welvaart, zij u welge meend toeg.nvenscht, niet als een gelegenheids- wensch op den nieuwjaarsdag, maar vooral de dagen van 't nieuwejaar Deutichem. P. van de Velde Mz. Schagen, 2 Jan. 1886. Naar wij vernemen is de heer Th. Roep alhier, geslaagd in het examen, ter verkrijging van een acte van bekwaamheid tot het geren van onderwijs aan een Iluisvlijtschool. De Huisvlijtschool alhier, zal d*s ook wel dra weder kunnen aanvangen, en wenschen wij den heer Roep toe, dat hij ook in dezen tak van onderwijs zijn arbeid met gunstig ge volg mag zien bekroond. De vorige week mocht het der Gro- ningsche gemeente-politie gelukken, de hand te leggen op eene dievenbende, bestaande uit een vijftal jeugdige booswichten van 15 tot 20 jaren, die er hun werk van maakten, den ingezetenen looden pijpen, etc. te ontrooven. Nadat er aangifte was gedaan van het vermis sen van een eind looden pijp, dienende tot afwatering van een perceel, werden drie ver dachte jongens door een agent aangehouden, ee in het bezit bevonden van het gestolene. Bij nader onderzoek bleek, dat nog een twee tal kameraden zich aan een dergelijk feit (de ontvreemding van een looden pomp) hadden schuldig gemaakt, en zij mede de bedrijvers waren van de onlvreemding van drie metalen bellen, langs de spoorlijn Groningen -Delfzijl^ De heer Grévy, president der Fransche Republiek, is als zoodanig voor den tijd van zeven jaren herbenoemd. Het geheele land schijnt met dezen uitslag der verkiezing ingenomen te zijn en het ziet hierin een onderpand voor den Europeeschen vrede. De Koningin-weduwe, van Spanje, heeft als regentes voor het Congres den eed afgelegd. Zij begaf zich naar het Parle mentsgebouw met de kleine prinsessen, die evenals zij, in zwaren rouw gekleed waren, en wier tegenwoordigheid veel belangstelling wekte. Langs den geheelen weg, dien de koninklijke familie passeerde, stond eene groote menigte geschaard. De balcons der huizen waren met vlaggen en tapisseriën versierd. De koningin werd aan de deur van het parlementsgebouw ontvangen door 29 senatoren en afgevaardigden. In de zaal nam zij plaats onder een hemel, die op eene estrade boven het bureau van den president was opgericht, en, de hand léggende op den Bijbel, die de secretarissen vasthielden, sprak de koningin de volgende eedformule uit: wIk zweer bij God en het heilige Evangelie getrouw te zullen zijn aan den erfgenaam van de kroon gedurende zijne minderjarigheid en de Grondwet en de wetten te zullen eerbiedigen." Al de leden van het Congres en de groot waardigheidbekleeders van den Staat hoorden het afleggen van den eed staande aan. De plechtigheid liep zonder incident af. Nu de toestand tusschen Bulgarije en Servië en Turkije vredelievend is geworden, schijnen thans Griekenland en Turkije de aandacht tot zich te willen trekken. Volgens de berichten van daar ginds is de verhouding tusschen beiden rijken zeer gespannen en uit de voortdurende concentratie van troepen aan de Grieksche grenzen door de Porte, blijkt dat mén zich op alle eventualiteiten voorbereidt. Het aantal troepen dat thans reeds te Salo- nika is gearriveerd, wordt begroot op weinig minder dan 100.000 man, waarvan de helft is opgesteld vanaf Morastir tot aan de Thes- salische grens 48 bataillons zijn gestationeerd te Skopia, Mittovitza en Strownitza35 a 40 bataillons zijn geconcentreerd op de Turksch- Grieksche grens van Macedogië. De Grieksche regeering beklaagt zich over deze machtsontwikkeling aan de grenzen en heeft te Konstantinopel ophelderingen gevraagd. Eene dergelijke oorlogszuchtige houding aan de zijde der Porte moet noodwendig aanlei ding geren tot eene voortzetting van Grieken- land's krijgstoerustingen. De ministers van oorlog en marine zijn druk in de weer, om de strijdkrachten te land en ter zee in voldoenden staat te brengen. Pantserscheepen en torpedobooten worden in Engeland en Duitschlaud aangekocht en door Grieksche officieren en werktuigkundigen her waarts gehaald. De organisatie van het leger maakt snelle vorderingen; de artillerie is ge heel gereed en het aankoopen van verschillende benoodigdheden is zoo goed als geëindigd. Te Arte en Larissa zijn de troepen bezig, twee uitgestrekte en versterkte kampements-plaatseu in te richten. Niemand twijfelt er meer aan, aldus leest men in eene particuliere correspondentie uit Athen» aan de //Gaulois," dat de oorlog uiterlijk in het aanstaande voorjaar zal moeten uitbreken. Griekenland zal Turkije en Bulgarije tegenover zich zien staanhet zal echter niet aarzelen den strijd te aanvaarden, te meer nu vorst Alexander den alouden haat wederom heeft aangewakkerd, door zijne soldaten er aan te herinneren, dat hunne voorouders de overwinnaars zijn geweest van Byzantium. „In officieele kringen neemt men wel is waar eene meer geresserveerde houding aan, doch ook daar beschouwt men den oorlog als het eenige middel om het prestige der Bulgaren, dat sedert de op de Serviërs behaalde over winningen aanmerkelijk is toegenomen, in voldoende mate te neutraliseeren. Dit Bul- gaarsche overwicht wordt beschouwd als de gevaarlijkste vijand van de Grieksche nationa liteit. Immers het geldt niet meer, bij slot van rekening, de quaestie van een weinig meer of minder grondgebied, in tegendeel, het is de toekomst van het Hellenisme, die op het'spel staat en die door de uitbreiding van den Bulgaarschen invloed in Macedonië dank zij de panslavistische propaganda met hare onuitputtelijke hulpbronnen ernstig bedreigd wordt." Jan was, blij dat de week om was, Zater dag-avond een hoiieltje gaan koopenhij is wat lang weggebleven en vreest voor ongenoe gen met zijn vrouw. Een reddende gedachte! Hij zal een zwaan koopen, die aan zijn ega aanbieden, en zoo zal hem zijn laat thuiskomen en zijn «snor an" vergeven worden. De gekochte zwaan wordt Over den schouder geworpen, en Jan is zoo blij met zijn gedachte, dat hij er nog «eentje" koopt en nog «eentje", zoodat hij heel aardig aan 't zwaaien raakt. Een straatjongen zal daarvan profiteeren. Deze neemt een mes, snijdt den zwanenhals door, zoodat hem de zwaan en aan Jan de hals blijft. Met den enkelen nek over den schouder zwaait Jan nu naar huis en wordt, binnenko mende met een allerliefst standje begroet. «Wees maar stil, vrouwlief!" zegt Jan, »'k heb wat lekkers voor je meegebracht, een keurig, malsch, jong zwaantje, 't Zal je niet zwaar op de maag liggen." En daarbij slingert hij den nek op tafel Tableau (Amst. Ct.) De rijkste vrouw der wereld moet in Chili wonen en Dona Indora Cousino heeten. Deze dame kent het juiste cijfer van haar tor- tuin niet. Hare ontelbare eigendommen bestaan uit mijnen, schepen, huizen, kudden enz. Een enkele harer mijnen verzekert haar een inkomen van 4°0.ooo francs per maand. Dona Cousino, meer hekend onder den naam van gravin De Monte Cristo, is zeer bedreven in handelszaken; zij is weduwe en hoewel zij nog nauwelijks 45 jaren is, weigert zij hardnekkig een tweede huwelijk aan te gaan. Dat de gelegenheid hier toe met ontbreekt behoeft niet gezegd te worden Een Ipjarige weesjongen te Hrugge heeft denprijs van ?.5ooo francs der Lhusselsclie leening getrokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 2