Algemeen Advertentie- 3 DOADERDAC; A I E l w s- L A MD B O W B L A D, 21 JA AU AM SRIESCH BLOED. Ao 1SSG. 30ste Jaargang. M 1052. van A. Lütetsburg. 2-) Gemeente Schagen. Bekendmakingen. TE SCHAGEN, li in n en landsch J\ ie u ivs >o V ue( ulo 13[. 4 arei S. |V SCIIAGElt De Voorzitter van den Raad der Gemeente Schagen, gelet op het 2de lid van art: 7 der wet, regelende het kiesrecht, noodigt de inwo ners dezer gemeente uit, om, zoo zij behalve in deze gemeente, ook elders in de Directe be lastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 5 Februari 1886, door overlegging van de bij de wet gevorderde bewijsmiddelen te doen blijken. Schagen den 19 Januari 1886. De Voorzitter voorneemd, G. LANGENBERG. De oude Schryver stierf, hij werd begraven en Fentje Anna was nu meesteres op de hofstede. De aan den overledene gedane belofte was haar niet uit do gedachte gegaan; dat zij die zou nakomen, dat sprak van zelve* Maar zij kon Willem hare hand niet aanbieden en het was vooruit te zien, dat hij haar niet zou vragen. In zooverre was zij dus met hare verplichtingen gereed. Bij de opening Tan bet testament bleek het evenwel, dat hare berekening vorkeerd was geweest. Haar vader had zijn dochter en Willem gemeenschappelijk tot erfgenamen benoemd en daarbij bepaald, dat acht weken na zijn dood bun bruiloft moest plaats hebbon. Fentje Anna was buiten zich zelve van woede. Zij geloofde onwrikbaar, dat Willem in dit testament do band had gebad, ou zich hiermede het eigendom van de rijke plaats zou willen verzekeren. En zoo zoo moest zij dus verkocht worden. Maar zij perstte de tandon op elkandor, opdat hij niet bemerken zou, wat er in baar binnenste omging. Fentje Anna was een der eersten, dio na de voorlezing van het testament het gerechtshuis verlieten, waarna zij met haastigen tred zich naar huis spoedde. Eerst dicht bij de hofstedo had Willem haar ingehaald, liet was hem bang te moede en nu, bekende hij zich zeiven, dat hij Fentje Anna met al hare gebroken en zwakheden lief had hoe gelukkig hem ook de gedachte maakte, dat zij zijne vrouw zou worden, zoo brandde hij toch van verlangen, om hare meening te hooren, want met ontsteltenis had hij in hare oogen den toorn gemeend te zien schitteren. »Nu, Fentje Anna wat zegt gij er van «Wat valt or nog van te zeggen? De zaak is immers afgedaan en binnen zes woken is hot bruiloft, precies zoo, als vader het bepaald heeft." Daarop was zij het huis binnengetreden, zonder NV illem vorder een blik te gunnen. Deze stond eenige oogenblikken nadenkend stil. Hij had niet verwacht, dat zij zoo zou spreken, want menigmaal was het hom voorgekomen, alsof er toch nog oen warm gerool voor liem in haar hart bestond. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's ruiddags 12 ure, worden Advertent- ën ia het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. Burgemeester en Wethouders van Schagen, noodigen bij beze belanghebbenden uit, die over den jare 1885 van de gemeente iets te vorde ren hebben, hunne rekening vóór ofopdenlen Februari a. s., ter plaatselijke Secretarie in te leveren. Schagen, 5 Januari 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. UITGEVER: J. WIMvEL, Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.GO Afzo' tyrlijke nummers f 0.05. Adverieniiën van één tot vijf regels ƒ0.75 iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Schagen 20 Januari LSS6. Het begin van deze week is voor deze gemeente op het gebied van Schoone Kunsten overvloeiende van kunstgenot geweest. Het gaf ou» zoowel op het veld dor welsprekend heid, als op dat der muziek, ruimschoots en waardig te genieten. In de eerste plaats dan noemen wij de open bare uitvoering der Wieringerwaarder rederij kerskamer vPhilotechnie", op Zondag 11. in het lokaal der landbouvvsocieteit ,-/Ceres" te Schagen, waarbij deze kamer haren alouden roem handhaafde en toonde hoe, bij ernstige en volhardende studie, dillettanten in de beoefening der uiterlijke welsprekendheid en tooneelspeelkunst het tot eene inderdaad be nijdenswaardige hoogte kunnen brengen. Door de keuze der stukken er werden namenlijk opgevoerd Manus de Snorder, too- neelspel in 1 bedrijf, van Rosier Faassen, en *Een lief Vers" blijspel in 2 bedrijven van Lodewijk Mulder toonde de kamer op letterkundig gebied een zeer fijne smaak te bezitten, want beiden zijn //juweeltjes". //Manus de Snorder" herinnerde er aan, hoe dikwijls door schuld en gewetenloosheid van een slechtaard, een braaf huisgezin tot Hij durfde hieraan ter nauwernood gelooven. Des" niettemin was hij bereid, den wil van den overleden oom na te komen; misschien gelukte het hem mettertijd, hare genegenheid te winnen, en een ander meisje zon hij toch nooit govrijd hebben. Nu was zij zijne vrouw en van het gedroomde geluk was het begin gemaakt gelijk hij spottend tot zich zeiven zeide- Hare zooeven gesprokene woorden de verscheurde brnidskrans - moor behoofde hij niet te veten. Hij richtte zijne breede, forsche gestalte op, torwijl hij zijne door den arbeid vereelte handen toornig balde. Wanneor zij het niet anders hebben wilde, dan was hij besloten, zijne rechten te handhaven. Zijn vader had ook geen ander gediend ja, wat zon er zonder zijns vader's grootmoedigheid, van Schrjvors plaats geworden zijn Nu hoorde hij Fentje Anna's tred; hij hoorde hoe zij op den gang op hare koele manier mot de meiden sprak. Zij kwam dus toch tot hom. In het oogenbiik, toen zij de dour opende, schoof hij den myrtonkrans verachtelijk met do voet tor zijde. De boerin had hare trouwkleederen afgelegd en in het donker blauwe, glimmende wollen kleed met hot lichtkleurige katoenen jak on don gevouwen boezelaar, zag zij 6r wol is waar gehoel anders, doch niet minder schoon nit. Zij paste zoo nog beter bij den man, dio tegenover haar stond. Zij had zeer goed gezien, hoe hij den bruidskrans wegschoof, maar geen gebaar vorrmd, dat zij iets bijzonders had opgemerkt. «Ziezoo, daar ben ik," zeide zjj bits, doch hare stom beefde eon weinig. «Eenmaal moeten wij het elkandor toch zeggen, cn nu kunt gij nog heden weten, hoe gij tegenover mij staat." De boer bleef zoer kalm, maar de toorn dood de aderen van zijn voorhoofd zwellen. «Gij kunt u die moeite besparon, Fentjo Anna. Dat weet ik reeds lang," antwoordde hij op onver schilligen toon. Zij keek hem onderzoekend aan en in hetzelfde oogonblik overtoog een donker rood haar gelaat. Hij stond tegenover haar, recht op, de armen over elkander geslagen, en hij keek haar vijandig aan. Hij was nauwelijks een half hoofd grootor dan Fontje Anna, maar nu scheen hot haar toe, dat zij tegen over zijno gestalte toch klein was. «Gij wilt mij zeggen, dat gij mij niot lijden moogt, boerin, en dat gij uit vrijen wil nimmer mijn vrouw zoudt zijn geworden," ging hij voort. «Gij met uw Godvergeten hoogmoed, zoudt toch nimmer uw hand gereikt hebben aan een van elders opgedaagden bedelknaapNiet waar, dkt hebt gij mij wilien zeggen armoede wordt gebracht., waardoor het hoofd van het gezin den moed verliest en zijn troost zoekt in den drank hoe zijn gezin daar door nog meer ten achteren geraakt, hoe vrouw en dochter wegkwijnen en gehukt gaan onder hun leed totdat de vernederde man, getroffen door het leed, hetwelk zijn zwakheid aan zijn gezin veroorzaakt, tot zich zeiven inkeert en weder de liefdevoile, brave man en vader wordt. Bijkomende omstandig heden, die wij de illustratie van het hoofd thema noemen, deden het hunnen om de goede menschen te belooti9n voor hunne eer lijkheid en menschlievendheid. Inderdaad toestanden, die verbazend moeie- lijk zijn weer te geven. Immers in dergelijke poses gaat de speler zoo licht in overdrijving en behoort er benevens juiste menschenkennis ook geforceerde studie toe, om dergelijke typen op zoo waardige wijze weer te geven. //Een lief Vers" was inderdaad een echt Hollandsch Blijspel, tintelend van vernuft en geest. Hot werd opgevoerd op eene wijze, die, vooral wat betreft de hoofdpersonen, in derdaad zeer voortreffelijk mag worden ge noemd. Het heeft vooral ook onze aandacht getrok ken, dat het ensemblespel bij deze kamer zoo goed werd in het oog gehouden. Werkelijk, Maar dewijl ik het nu weet, zoo kunt gij u dio moeite besparen, oneen weinig luisteren, naar hetgeen ik u op mijn beurt heb te vertellen, liet is wel is waar niet veel, maar het is toch betor, dat gij ook eens weet, hoe gij tot mij staat-" De boerin stond sprakeloos. De keel was baar toegesnoerd en zj kon ternauwernood ademhalen. Zoo beslist en dreigend had Willem nog nooit tot haar gesproken. «Dat gij mij niet lijdon moogt, dat woot ik niet eerst sedert gisteren en heden, on dat heb ik ook niet noodig geacht. Doch gij z jt niet alleen tor wille van uwen vader, maar ook naar uw eigen wil mijn vrouw geworden. Stil, val nnj niet in do redeIk heb toen het tijd was, u do vrijheid willen geven. Gij hebt niet gewild, want Fentje Anna Schrijver wil niets ontvangen. Hebt gj dat niet gezegd De plaats behoorde nu aan ons beiden en het was dus onze zaak, elkander te verdragen ter wille van ons erfdeel. Was hot zoo niet? Dus gij wildot mijne vrouw worden. Maar nu gij dit zijt, nu verlang ik ook, dat gij u fatsoenlijk gedraagt, en geen aanleiding geeft tot praatjes, dio mjnen goeden naam bevlekken. Laat hot u niet in het hoofd komen, u ook maar een enkele maal te verzetten togen mijn wil, want dat duld ik niet. Nimmer zal ik iets onbillijks verlangen, maar wat ik zeg, daarbij blijft het. Hebt gij mij begrepen Fentje Anna was van minuut tot minuut bleeker geworden, maar nu steeg het bloed weder jlings in hare wangon en zij beefde van toorn. Droomde zj dan Iemand had het gewaagd op zulk oen wijze tot haar te spreken En deze iemand was Willem van de verlatone hofstede van den Buitendijk, waar wind en weder door de gebarstene muren vrijen toegang hadden? Zj moest hem nog eens aanzion, of hj die woorden werkelijk gesproken had. Maar hot bloed was haar naar het hoofd gestegen, zoodat hare oogen niet meer konden zien; de woordon, dio zij nu sprak, zouden anders nimmer over hare lippen zijn gekomen. «Ho ho Moet het daarheen schreeuwde zij hom toe. «Hebt gj het door allerlei streken zoo ver gebracht, dat gj u van rajn erfdeel hebt verzekerd, en denkt gj nu, hier den grooten heer en baas to spelen? Daar komt niets van, dat zeg ik u en en opdat gj het nu eens voor goed znlt weten ik Iaat mj niets van mjno rechten ontnemen, geen penning. Ja, zie nij maar niet zoo aan. lic Fentje AnnajSchrjver, wil geen geschenk ontvangen, maar ik ben ou bljf de meesteres van deze plaats, en gj gj gj zijt de nul daarachter." Wordt Vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1