Algemeen
A D EIV T E N T I E -
ZONDAG
A i je u w
LAMÖ'Bouwblad.
51 JANUARI.
J. WIIVK.EL,
fsiïssaliïöra.
Ao
s
m
i
TE) SOÜAGEN,
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Eerste Kennisgeving.
Nationale Militie.
de (ZZei/e^emZZe.
XXVL
Sneeuw.
Sösïe
Jaar* ,ins.
7-j)
JyLi iJJtlt
r fi
i
m
m
I
mT
f Dit blad verschijnt tweemaal per weck Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertenhën in liet
jerstuitkomend nummer geplaatst.
i Ingezonden stukken één dag vroeger.
ÜITGEVEE:
Laan, Wijk D, No. 5.
De Voorzitter van den Raad der Gemeente
Schagen, gelet op het 2de lid van art: 7 der
wet, regelende het kiesrecht, noodigt de inwo
ners dezer gemeente uit, om, zoo zij behalve
in deze gemeente, ook elders in de Directe be
lastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 15
Februari 1886, door overlegging van de bij de
wet gevorderde bewijsmiddelen te doen blijken.
Schagen den 19 Januari 1886.
De Voorzitter voornoemd,
G. LANGENBERG.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen.
Brengen, ter voldoening aan het tweede ge
deelte van Art. 28 der Wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staats
blad No. 72.), voor de Eerste maal ter kennisse
van de belanghebbenden, dat de loting van de
in 1885 voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
overeenkomstig de ontvangene aanschrijving van
5.)
Er verliepen een paar dagen, en dat moest men
erkennen de jonggehuwden verstonden meesterlijk
do kunst, den menschen zand in de oogen to strooien.
Zij zagen elkander alleen aan tafel, in tegenwoordig
heid dor knechts en meiden, en aan stof voor het
gesprek ontbrak het dan nimmer. Na don hooioogst
had men slechts een korten tijd rust gehad; het graan
begon nu in deze brandoud heete dagen te rijpen,
«n men wist schier niet, waarmede men eigenlijk moest
beginnen. Derhalvo waren er vele vragen te doen,
en vele zaken te regelen.
Ware de oude Schrijver nog in het leven geweest,
hij zou ternauwernood eenige verandering in huis
bemerkt hebben, en toch, iets was anders geworden.
De jonge boer en de boerin twistten niet moer met
elkanderhet ging alles vlug van do hand; maar van
liet jeugdig echtelijk geluk zag men ook niet veel.
Do boorin was een geduelito buishoudster on be
stierde de boerderij uitstekend, dat moest en kon eon
ieder zien. Sodort haar trouwdag was haar ijver nog
verdubbeld. Had men vroeger van den vroegen mor
gen tot don laton avond liaro schelle, bevelende stem
in huis gehoord, nu greep zij zelve mede aan, en zij
duldde niet dat er een aan de boter on aan de kazen
kwam. Immors, vroeger ging het van het eigendom
van don ouden Schrijver, nu moest zij zolvo do bandon
in don zak stoken. De menschen bemerkten spoedig, dat
de boerin „krap" word; wie zou dat ooit van de vrij
gevige Fentjo Anna gedacht hebben P
Mot verbazing zag Willem de groote verandering,
«ie er met baar bad plaats gehad, maar ook veroor
zaakte hem dit eonige onrust. Aan zulk een omkeer
had hij uiot gedacht- Het was voor hem eon onbe
hagelijk gevoel, wanneer hij haar aan de kaastobbe
staan of de zware steenen voor do kaaspors optillen
zag. Moer dan eens was hij op het punt geweest,
haar te zoggen, dat de groote meid dat
werk evengoed kon dooit, of had hij willen
toeschieten cn de steen op de pers willen leggen, maar
hij deed Let niet. Zij zou hem op Laar ruwe wijto
Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer
Provincie, dato 2 Januari 1886 No. 8/s M.S.,
zal plaats hebben op den 17en Februari a. s.
des voormiddags ten 9l/2 ure, ten Raadhuize
dezer gemeente en worden zij, welke daaraan moe
ten deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd
aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij
verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder
of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van
gemelde Wet, dadelijk na de trekking van het
J\ ummer, de redenen van vrijstellingwelke
de Ingeschrevene mocht hebbenmoeten worden
opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling to kunnen
erlangen wegens broederdienst of op grond van te
zijn eenif/e wettige zoon, zal hij op Vrijdag den
19en Februari des voormiddags ten 10 ure, in
het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld
van twee bij den Burgemeester bekende cn
ter goeder naam en faam staande ingezetenen,
die de vereischte getuigenis kunnen afleggen
en het aldaar op te maken getuigschrift onder
teekenon. Waaneer hij aanspraak maakt op
vrijstelling wegens broederdienst, zal hij mede
voorzien moeten zijn van zijne geboorteacte
en van de geboorte-acten van al zijne nog in
leven zijnde broeders, alsmede van de zakboek
jes of paspoorten van gediend hebbende broe
ders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stukken
zullen door den Burgemeester bij den Komman-
afgewezen hebben, en hij meende in hare ziel te lezen.
Hoe diep ging zij gebukt onder het govoel van
afhankelijkheid In het geheim deed het hem reeds
lang leed, dat hij zoo hard met haar had gehandeld,
maar immers, hem was niets anders overgebleven,
Toch vermoedde Willem niet, wat toch Pontje Anna
tot zulk een rustelooze bedrijvigheid aanspoorde;
wanneer hij dat geweten had, het zou zijn onrust
niet weinig vermeerderd hebben. Zij beschouwde zich
niet meer als meesteres van Schrijvor's plaats, daar
zij met Willem toch maar alleen door don uiterlijken
band verbondon was on zij, in den grond genomen,
nog nooit zoo ver van elkander vorvroemd waron
geweest. Zij was in dit huis niets moer dan eeno dor
betaalde dienstmaagden, on al ontving zij nu ook
juist geen loon, zij wilde toch niet voor niets haar
brood eten.
Do geestelijke verstoring was ook niet zonder
invloed gebleven op het gozonde, krachtige voorkomen
der boerin, Wanneer zij zich onbomorkt on niet gade
geslagen wist, dan lag er iets mats, iets vervaliens
in haar wezen, dat spoedig ook niet moor was te
verbergen. De inwendige strijd, welke zij ouafgobroken
had te voeren, verteerdo haar, on maakte dat zij tot
geen besluit kon komen. Was het alloon het verlangen,
„den meDscheti zand in de oogen te strooien," dat
haar aan Schrijver's plaats bond? Neen, niet alleen,
en dat dit niet het geval was, juist dat maakte baar
dubbel ongelukkig.
Zij wildo blijven, maar zij kon niet. Liever stervon,
dan op een plaats te blijven, die baar niet vrijwillig
maar alleen door bijzondere omstandigheden was
ingeruimd.
Öp zokeren morgon hoorde Fentje Anna Willem tot
den knecht zeggen, dat hij eens op don namiddag
mede naar den molen wilde rijden, daar hij's morgens
nog naar de Hamerijksche weiden moest, om naar do
sluis te zien. Buurman Jan Adams weiden stonden
onder water, en het was niet zoo onmogelijk, dat die
getracht had een afwatering te krjjgen.
De boerin beefde toen zij die woorden hoordo; zij
wist nu opeens, wat zij wildo.
Hot was oen langen weg naar do Ilamorijk, ver,
ver van het dorp verwijderd, dicht bij do Eoms, cn
alloeu door den dijk van de rivier gescheiden. Willem
liep langzaam daar been, hij kwam altijd nog voor
den middag terug. Wat moest hij in huis dooit
Fentjo Anna's misnoegd golaat zien Langzamerhand
begon haar uitdrukking hem ongerust te maken. Do
frissche, blozende gelaatskleur bepaalde zich uu tot
Prijs pcf 3.- Franco per post f 3.GO
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Adoertentiën van één tot vijf regels ƒ0.75
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
dant van het korps waarbij zijne broeders dienen
of gediend hebben, worden aangevraagd debe-.
wijzen van werkebjken dienst of een uittreksel
uit het Stamboek.
Schagen, den 22en Januari 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS,
0§0
V e r y o 1 g.
Het noorden van Amerika, Azië en Europa
is in den. winter met zulke groote sneeuwvlak
ten bedekt, dat deze sneeuwwoestijnen met da
heete zandwoestijnen van Azië en Afrika kun
nen wedijveren. Het is zeer moéielijk te be
slissen welke van die beide woestijnen groot-
scher is door hare eentonigheid en vreeselijker
door de gevaren welke den reiziger bedreigen.
Evenals daar in 't zuiden de koopman op het
schip der woestijn, deri kameel, de heete
roode vlekjes op de koonen; baar blik had voortdurend
iets onrustigs, onbepaalds, en wanneer hij zoo nu on
dan onverwachts voor haar stond, schrikte zij altijd,
als zag zij een spook.
Willem zuchtte. Hoe had dit alles gohoel anders
kunnen zijn 1
Onwillekeurig had hij zijn gang versneld en
spoedig de Hamerijk boreikt. Jan Adams had inder
daad de sluis laten openen en zoo stenden de weiden
onder water. Do koeien waren gevlucht naar oen
kleino hoogtedrie stonden er toch nog in hot wator
en loeiden geweldig.
De jonge boer ergerde zich over de zelfzuchtigheid
van zijn buurman, van wien slechts eon klein stuk
aangespoeld land had kannen bederven, wanneer do
sluis gesloten had gebleven. Hum waren nu vijftien
zijner bosto melkkoeien in gevaar gebracht on wij
wist, ot de dieren niet reeds door koudo, natte en
honger to veel geleden hadden. Wat was er te doen?
Alleen kon hij niets begjnnen. Hij moest naar het
dorp terugkeeren en volk halen. Het veo moest
dadelijk op het droogo gebracht worden.
Dadelijk koorde hij terug. Toen hij juist do corsto
binnendijk afkwam, zag hij eensklaps Fontjc Anna
voor zich.
Beiden ontstelden.
„Waarheen wilt gij, boerin
„Noem mij Fentjo Anna, als altijd," voegde zij hom
bits toe- „Ik wildo met u spreken."
„Nu, dat is goed, maar op het oogonblik niet,"
antwoordde hij. „Ik heb groote haast, hot vee staat
op Hamerijk in liet water, do sluis is open."
Dit laatste zeida hij onder het weggaan.
De oorzaak voor zijn haast was zeker gerechtvaar-
digd, maar de gemoedstoestand waarin do boerin
vorkeorde, vroeg niet naar billijkheid. Wat beteekcrido
dergelijke zaken voor haar, daar waar nö sprake was
van haar geheele toekomst En hij had niet eons
een woord van deelneming voor haar gehad, maar
wees haar ruw af.
Ja, het was hoog lijd, dat zij aan dit leven een
einde maakte. Verootmoedigen kon zij zich, doch niet
dagelijks, eik oogonblik. voor hem.
in don namiddag werd het voo binnengebracht. Het
was nog niot recht tijd, want somtijds bleef het tot
hot oiudo van Ootober in liet veiil. Zoo was trdus
volcrloi in huis to regolcn, en de boerin deed dit
met do haar eigen omzichtighied. Do veearts werd
uit de stad gehaald on hij i.ad Willem beloofd, ent
paar dagen op tij hoeve to blijven, urn hut vccg&ifó