woestijnen Yah Azië en Afrika doortrekt, in
bestendig gevaar ora door de gloeiende golven
verzwolgen, of door roovcrs tot slaven gemaakt
wordenevenals daar liet gebrek aan water
het leven in gevaar brengt en heete winden
in vreeselijke woede den reiziger tegenwaaien,
even zoo heeft de Rus, die jaarlijks twee
maal eene snceuwwoestijn van 8000 wersten,
van Jakutsk tot Kolima, doortrekt, met geen
minder geduchte vijanden te kampen.
Bij eene koude van 30 graden trekt hij
over onmetelijke toegevrorene moerassen, door
dichte wouden en van planten ontbloote step
pen, zonder maanden lang een inensch of eene
menschelijke woning te aanschouwen, in be
stendig gevaar om onder de sneeuw bedolven
of een prooi der wilde dieren te worden, of
om, hetgeon nog akeliger is, 11a het verlies
zijner paarden, die door gebrek aan voedsel
bezweken zijn, zich levend onder de sneeuw
te moeten begraven.
Evenals de karavanen in een lange rij en
zonder dat de eene reiziger met zijnen tocht
genoot spreekt, de zandwoestijn doortrekken,
even zoo slepen zich de paarden der Russische
kooplieden onder de last van 200 pond en
daarboven voort. Met moeite trekken ze voort
door de sneeuwhoopen op welke men somwij
len alleen de sporen van wilde dieren of de
strepen van vroeger gevallene sneeuwlagen
bemerkt. De reizigers, diep in pelswerk ge
doken, waarvan het haar buiten is gekeerd,
met groote pelsmutsen en laarzen van rendie-
renvel, die tot aan hun middel reiken, zitten
daar als beelden op hunne jakustisclie zadels.
Allen zwijgen. De lucht hangt vol sneeuw en
is zwaar en donker. Eindelijk breekt het dag
licht door den dichten nevel heen aan den
rand des gezichteinders gloort de bloedroode
streep van het morgenroodde dikke dampen
beginnen eindelijk de sluiers op te heffen,
maar toch hangen ze nog over het hoofd des
reizigers. De zon komt opze schijnt een
vuurkogel, die over de aarde heen wil rollen
en nu spelen duizende regenbogen op de
sneeuw en het met ijs omgeven kreupelhout.
Nu schiet zij hare stralen de door den nevel
vergroole en teruggekaatste schaduwen der
boomen stijgen evenals reuzen, van uit de
aarde omhoog en Tonnen de zonderlingste beel
den, zooals torens, kolommen enz., eene prach
tige verschijning, die evenwel weder zeer spoe
dig verdwijnt. Zoo wordt zelfs somtijds de
menschelijke gestalte door den nevel, evenals
door een hollen spiegel, in een veel grootere
gedaante teruggekaatst, en de fantasie in eene
spanning en werkzaamheid gebracht, waar de
werkelijkheid niets minder dan woest en
treurig is
De zon zinkt spoedig weer neder, als ware
zij onmachtig, om zich te verheffen, en met
haar verdwijnt ook even spoedig de geheele
bekoorlijke betoovering. Op nieuw strekt zich
de sneeuwvlakte in eene onafzienbare lengte
uit; op nieuw ziet men de geraamten van de
met rijm en ijzel beladene struiken. Geen
geluid stoort de diepe stilte dezer woesternij
men is in 't rijk des doodsEindelijk vertoonen
zich de kenteekenen van eene nabij zijnde
legerplaats! De drijvers zetten hunne afge.
Wordt Vervolgd.
maffe paarden aan en doen ze hunne laatste
krachten inspannenmen is eindelijk op de
plaats aangekomen.
Zwartgebrande boomstammen steken boven
de sneeuw uit. De ruiters stijgen atde Ja-
kuten maken hunne paarden los en zoeken
de plaatsen op, waar hunne beesten het scha
mele mos met hunne hoeven moeten opkrabben.
Anderen brengen rijs en langzamerhand begint
het kleine vuur aan te wakkeren, rondom het
welk de kooplieden zich legeren om hunne
kouden koeken door de thee smakelijk te ma
ken. Het haar, de kleederen, alles is witde
maskers zijn met ijs bedekt, men neemt ze af
om ze te drogen. De reizigers ademen vrijer,
maar hun adem schijnt ineens te verstijven
zij spreken en de bewegingen hunner tonen
zijn in de lucht zichtbaar. Het duurt lang,
eer men de sneeuw gesmolten, het bevroren
brood van de ijsdeelen ontdaan en het eten
gekookt heeft, hetwelk men moet nuttigen
zonder den ketel af te nemen en zonder de
wollen handschoenen uit te trekken. Legt men
zich te slapen, dan moet men zich tot op het
hemd ontkleeden en het lichaam in een droge
pels wikkelen, opdat de vochtige kledingstuk
ken weer kunnen drogen. Men kan zich
ecnigermate voorstollen, hoe aangenaam zulk
eene verandering van kleeren bij wind en koude is.
Dikwijls rerheft zich in den nacht een storm
wind en bedekt de reizigers of de paarden
met hoopen sneeuw en niet zelden moet men
twee dagen in dien toestand blijven, ten einde
aan de paarden de noodige rust te verschaffen.
Zoo treurig ziet het er evenwel niet overal
in het sneeuwachtige noorden uit. Voor de
bewoners van Kamschatka is de sneeuw zeer
nuttig, daar zij de afgronden vult en heuvels
effen maakt en hun de gelegenheid verschaft,
om op hunne schepen, de bondensleden, lustig
van de eene plaats naar de andere to gaan.
De honden loopen over de sneeuw, over toe
gevrorene beken en moerassen, zonder er door
heen te vallen, en stellen zich, ondanks hun
zwaren arbeid (want vier van hen, voor een
slede gespannen, trekken drie mannen en
hunne bagage) met gedroogden visch tevreden.
Het paard kan de koude dier streken niet
verdragen. Behalve 't voordeel, dat men met
deze honden de ontoegankelijke bergen be
klimmen kan, onderscheiden zich deze dieren
door hunne scherpzinnigheid. Zelfs in de
grootste duisternis en te midden van de hevigste
stormen vinden zij do plaats hunner bestemming,
en verdwalen bijna nooit. Is de weg lang, en
moet men den nacht op de sneeuw doorbrengen,
dan leggen de honden zich naast hunne
meesters neder, en houden hen, door de
mededeeling hunner warmte in 't leven. Zoo
is 't den Kamschatdalen door de honden
mogelijk, om hunne vrienden te bezoeken en
in den winter nog gezelliger te leven dan in
den zomer. Aan drink- en gastmalen ontbreekt
het hun niet, en wat de pelshandelaars en
jagers in vele weken verdiend hebben, wordt
dikwijls in eenige uren doorgebracht
Deutichem. P. van de Velde Mz.
De telephonische verbinding tnssehen
Callantsoog en Huisduinen ten behoeve der
kustwacht is thans geheel gereed, terwijl bij
proefneming gebleken is, dat zij aan de ver
wachting ten volle beantwoordt.
Tot telephoniste te Callantsoog is aangesteld
Mej. Córna. Baken aldaar.
Voor de betrokking van hoofdonderwijzer
in het huis van verbetering en opvoeding voor
jongens te Alkmaar, hebben zich 200 solli
citanten aangemeld.
Men weet, dat het „N. v. d. D." een
geneeskundige wilde uitzenden, ervaren in
de bacteriologie, om zich persoonlijk op de
hoogte te stellen van de pathologiseh-hygie-
nische onderzoekingen van prof. Pasteur te
Parijs. In die zaak is thans eene beslissing
genomen. De professoren, die het toezicht
op die uitzending hebben aanvaard, kozen uit
de sollicitanten dr. R. H. Saltet. arts en
privaat docent in de gezondheidsleer en adsi-
stent aan het hygiënisch laboratorium te Am
sterdam. De directie van genoemd blad heeft
zich met de keus vereenigd. Dr. Saltet hoopt
weldra aan bedoelde zending te voldoen.
Te Heerenveen is eene anonieme brochure
bij verscheidene ingezetenen door een onbe
kende verspreid, bevattende eenige lage aan
tijgingen tegen het kamerlid Heldt. 't Geheel
droeg sociaal-democratisch karakter.
Men zal zich. herinneren dat nu
maanden geleden, bij een brand op den k'
veniersburgwal te Amsterdam het lij); ,V(
gevonden van den heer L'Amblc, en dat
justitie bij haar onderzoek aanleiding Vo.
om aan te nemen, dat er misdaad
diefstal en tevens brandstichting A
plaats gehad. Tot Dinsdag jl. was te ver»J
naar den vermoedelijken dader of daders0»
zocht. Maar eergisteren werd in den tr
de aandacht van den kleedermaker, die L'j\,
blé's leverkleurige jas had geleverd, getrog
door een kleedingstuk, dat sprekend op i
geleverde geleek. De kleedermaker
schuwde de politie, welke nu den dragerv
de overjas spoedig opspoorde en tevens
zijne woning een onderzoek instelde, dat 1
hoogst bezwarende ontdekkingen leidde,
werden nl. verschillende voorwerpen gevond
die aan den heer L. toebehoord hadden.
aangehoudene, op wien thans verdenking,
is genaamd Herman Liese hij is afkon®
uit Westfalen en is langen tijd te Zandiot
kastelein geweest van het Heidel berger \'s
dat indertijd op het tentoonstellingsterrf
heeft gestaan, maar onlangs is afgebrand.
verzekeraars hadden reeds aanleiding gevond-
ook omtrent deze brand een rechterlijk ondt
zoek te vragen. Voor zoover wij weten k
de aangehoudene tot dusver geene bekenten
afgelegd, zoodat de mogelijkheid dat hij 0
schuldig is, nog niet is uitgesloten.
Het stadje Edam gaat een goed k
tegemoet. Daar zal een fort gebouwd worde;
welk werk door de heeren Wicherlik
Groenloo voor f 317.000 aangenomen is. Ree
nu hebben vele neringdoenden voordeel vi
dit werk, en ook talrijke werklieden zul;
aan den kost komen.
Te Zaamslag zijn een 20-jarige boaa
knecht en een 2ö-jarige boerenmeid dj
verstikking om het leven gekomen, doordi
laatstgenoemde zich in een vertrekje zond
schoorsteen en met gesloten deur, van
stoof bediend had, gevuld met een briquet.
Eenige dagen geleden werd mede»
deeld, dat Axel Pauken over glazsn schaal»
had gedacht. De heer Frans Jonkers te Bre
heeft die mededeeling in 't oor geknoopt,!
zij het dan ook met gebrekkige hulpmiddè,
een paar glazen schaatsen samengesteli, d
in tegenwoordigheid van getuigen proefonds
vindelijk hebben bewezen, dat het denkbee
van Pauken alleszins uitvoerbaar is, zoodat
glas-industrie misschien weldra een belangd]
afneming door het ijsvermaak zal vinden.
Hoe gevaarlijk het is onvoorzichtig
zijn met kleine wondjes, bleek dezer das
weer te Brekelenkamp. De vrouw van t
landman, W., die zich in een der ving
had gesneden, verleende hulp aan eene at
re vrouw, die aan open wonden lijdende»
Nadat vrouw W. hare hulp had verlet:
bemerkte zij dat haar hand geweldig op»
De twee dokters, die er bij geroepen werd
verklaarden dat de arm moest worden afgei
Hiertoe kon de vrouw echter niet beslui
Intusschen nam de zwelling in zoo het
mate toe, dat de vrouw reeds na twee da:
lijdens aan de gevolgen is bezweken.
Uit Renkem meldt men:
Door den heer H. A. Van Ingen, landsch
schilder alhier, is uit do sneeuw een buste'
vaardigd van Rubens. Kenners roemen ah
strijd de juiste gelijkenis met den gr«
schilder. De buste, ter grootte van 1
rust op een voetstuk. Het gezicht is god
fraai afgewerkt. De groote flaphoed meth
den rand, die eenigszins schuins op hct-f
is geplaatst, is een waar kunststuk; de
in het gelaat zijn getrouw nagebootst. De-"
is zoo fijn afgewerkt, dat men meent, es11
marmer gehouwen beeld te zien.
Verleden jaar heeft de heer Van hj
eenen grooten jachthond in slapende hou»
uit sneeuw vervaardigd.
Omtrent den teruggang van do 'l'
prijzen in Friesland meldt men o. f.
Westergoo het volgende:
Werd er voor een tiental en meer J*
een boerenplaats in onze welige landou1
verkocht, dan spanden de vlasbouwers
al hunne krachten in om er een stukje
van in eigendom te krijgen en hierin Wr
hen alweer andere gegoede personen o8,
in de kooltjers gereedo huurders vonden,
dat, al gaven ze eigenlijk te veel gom
toch nog een goede rente van hun ij9™'1
konden trekken. Het gevolg van deze h
Binnenlandsch Nieuws.
te slaan. GoruBtgosteld xvas doze dan ook tegen den
avond te- voet naar den molon gegaan, ora daar met
den molenaar het een en ander te besproken.
De boerin zag hem dien weg inslaan. Zij gaf voor
het avondeten de meiden eenige bevelen, en volgde
toen van verre haren man. Willem bad weder zijn
goed humeur teruggekregen, toen hj overtuigd was,
dat het ongeval van heden, geen gevolgen zou
hebben. Zijne zaken in den molen waren spoedig
afgedaan, en toen begaf hj zich weder naar huis.
Geen twintig passen van den molen vorwijdord, zag
hij Eentje Anna naar zich toekomen. Hj dacht
onwillekeurig aan den morgen.
„Zoekt gij mij vroeg hij.
„Ja. want tehuis zijt gj nimmer to vinden," luidde
het antwoord,
Willem keek haar verbaasd aan.
„Nu, ik meende dat dit juist naar uw zin was
Ik wilde u niet tot last zjn."
Zj deed, alsof zij zijne woorden niot gehoord had.
„Ik wil met u terug gaan, daar zult gij wol niets
op tegen hebben. Do menschen zullen er zich niet
over verwonderen, wanneer wij samengaan; dat kan
ook behooren tot het zand in de oogen strooion.1'
Hoe hard en bits kwamen de woordon van hare
lippen, en toch was hot, als lag er eon diepe, moejeljk
te verbergen smart in verscholen. Willom moest zich
geweld aandoen, om niet te verraden, hoe ontroerd
hj was.
„Wat wilt gij van mj
„Juist niet veel, maar bet moet gezegd worden, en
ik denk, dat indien gij de zaak ordenteljk overlegt,
gij er mede tevreden zult zjn; zoo kan het ou zoo
mag het niet blijven."
,Nu? Spreek dan