A DO ADERDAG Bi I E u w s- mmsQmTBÏom. isgepicdems, Ao ISSö. 30>!e Jaargang. Jfê 1956. L G E M E E A. D V EttT E N T1E- ni iü A X ©30 U W B L A J. YV!IVKEL, TE 8CHAGEN. Laan, Wijk D, No. 5. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Do Voorzitter van den Raad der Gemeente Schagen, gelet op het 2de lid van art: 7 der ■wet, regelende het kiesrecht, noodigt de inwo ners dezer gemeente uit, om, zoo zij behalve in deze gemeente, ook elders in de Directe be lastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 15 Februari 1886, door overlegging van de bij de wet gevorderde bewijsmiddelen te doen blijken. Schagen den 19 Januari 1886. De Voorzitter voornoemd, G. LANGENBERG. BS innen Jan dscJi ie u ivs SCIIASK Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Adoertenhën in liet eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. DITGKVEE: .-'kV' Schagen, 3 Februari. De heer Frowijn, een geestverwant van •den heer H. B. Ileldt, zal den 20sten Febr. n.s. als spreker optreden, in het Noord-Hol- landsch Koffiehuis alhier. Aan het Zondag 11. alhier gehouden Bal-Masqué namen ruim een dertigtal gecos- tumeerden deel, welke in hunne schilderachtige •costumes en vreemde maskers een allerkoddigst schouwspel aanboden. Het bal was tamenlijk druk bezocht en liep in de beste orde af. van A. Lütetsburg. Eentje Anna haaldo een paar malen eens flink adem, en zeido toen op gojaagden toon „Gij zult zeker wel niet vergoten hebben, hetgeen gij mij gezegd hebt op onzen trouwdag, evenals het mij nog duidelijk in de ooren klinkt. Gij hebt mij niet willen hebben, en dat mijn vader zijne laatste beschikkingon genomen beeft, om voor mij Schrjjver's plaats te behouden, daarvoor kunt gij mij toch niet verantwoor delijk stellen. Hij had evenwel Fentje Anna boter moeten kennen, en gij ook. Hoe kondt gij veronder stellen, dat ik mij aan iemand zou opdringen Ik heb twee gezonde armen, en ook mijn grootste vijand kan mij niet vorwijten, dat ik ooit den arbeid geschuwd heb. Een weinigje werk meer of minder, zou mij ook niet schaden, maar naar lichaam eu ziel ton gronde te gaan, dat mag niet." „Mijn God, Fentje Anna, bon ik dan zoo slecht, dat gij bij mij naar lichaam en ziel ten gronde moet gaan rjep Willem uit, die zich zeiven vergat. Een oogenblik schitterden de oogen der boerin; daarna keek zij weder streng on ernstig. „Daarover spreken wij niet, dat kan hier do vraag niet zijn. Al hebt gij ook niet vrijwillig mij tot uwe vrouw gemaakt, het is toch uwe schuld, dat ik het ben geworden, en daarom moogt gij nu ook de gevolgen dragen. Ik heb niet den moed altijd zoo naast elkander te gaan en den menschen zand in de oogen te strooien, want ik kan en mag mij niet anders voordoen, om de ellende te verbergen, die er achter schuilt. Gij hebt mij gezegd, dat, wanneer het niet langer was uit te houden, gij er voor wildet zorgen, dat wij uit elkander gingen. Nu, voor mij is het niet meer om uit te houden." Zij hield hijgende op; het spreken was haar moeielijk geworden, toch klonk hare stem nog vast. „Wat wilt gij daarmedo zeggen vroeg Willem op gedompten toon. „Kiots meer dan dat ik weg moet, dat weet gij ook wel, ]k ga naar mijn peet in den polder en in dien lijd kunt gij do echtscheiding regelen. liet zal niet Ten gevolge het op verzoek verleerien van eervol ontslag aan den Heer P. Franken- hout als Hoofdadministrateur der algemeene armen-Commissie in de gemeente Sint Maarten, is in eene vergadering van den Raad dato 1 Februari 11. dier gemeente, als zoodanig in diens plaats benoemd, de Heer A. Fraij aldaar. Vrijdagavond werd door de waakzaam heid van den wegwachter Swelsen tusschen Bunde en Maastricht een ernstig ongeval voor komen. Den goederentrein, die van Venlo kwam, werd door hem eensklaps rood licht vertoond, waardoor de machinist dadelijk stopte, om te zien wat er aan scheelde. Er waren aan den weg eenige verbindingsschroeven losge draaid en de bouten uitgenomen en een zwaar stuk hout was dwars over de rails gelegd. Onmiddellijk werd van het gebeurde de politie te Meersen in kennis gesteld, doch de ver moedelijke daders heeft men tot heden nog niet kunnen vinden. De weg was weer spoedig hersteld en na een kwartier stoppens kon do trein zijn weg vervolgen. Voor de rechtbank te Zwolle is eene treurige zaak aanhangig. Zekere Hartdorff werd door de politie gearresteerd omdat hij zong. Een jong mensch, Ester, verklaar de, toen de zaak voor het kantongerecht behandeld werd, dat zijn kameraad niet veol moeite kosten, om van elkander af te komen." Willem kon zijne ontsteltenis niet meer verbergen. Fentje Anna zag er waarlijk niet naar uit, alsof dit scherts was. Hij moest haar opgeven, haar verliezen Hij kon er zich geen heldor denkbeeld van vormen. „Fentjo Anna, wat zullen de menschen Zij krulde verachtelijk de bovenlip. „Wat hindert dat mij, en wat hindert dat u? Wat kan het u uitmaken Ik smeek u alleon om den naam van mijn overledon vader, zeg maar dat ik te trotsch en te hoogmoedig ben, om mij aan een man op te dringen. Iedereen kent toch Schrjjver's Fentje Anna." Willem had zich trachten te horstellon. Aan zulk een einde bad hij nooit gedacht. „Fentje Anna, gij wilt naar peet in den polder gaan Naar die kwade vrouw Wanneer ik tot haar ga, dan doe ik dat om uwentwille, opdat het niet te groot opzien zal baren. Zeg tegen de menschen dat peet ziek geworden is en naar mij verlangd heeftnaderhand gewennen do lieden er aan, dat alles zoo is gekomen." Na eenige oogenblikken van stilzwijgen, zeide Willem: „Fentje Anna, dat meent gij niet, het ware beter het nog eens een paar weken met elkander to be proeven." „Neen", zeide zij beslist eD bits. „Waarom hebt gij niet voor de bruiloft „neen" gezegd Een gloeiend rood ovortoog haar gelaat. „Toen was alles anders. Ik ik dacht toen, dat gij dat gij mij wildet hebben, en en ik geloofde dat ik bet kind was van den rijken Schrijver Hetgeen zij eigenlijk zeggon wilde, sprak zij niet nit, maar Willem had haar toch verstaan, en zijne oogen schoten vuur. „En mot uw geld waandetgij voor Willem van den Buitendijk een goede partij te zijn. Gij zjjt open hartig, dat kan niemand ontkennen, maar gij hebt toch niet het rechte getroffen. Nu begrpp ik u in het geheel niet meer. Wanneer gij uw erfdeel in den steek wilt laten, dan badt gij dit vóór de bruiloft reeds kunnen doen. Ik had gedachtnu waarom zou ik het voor u verbergen dat uw hoogmoed u tegengehouden hadt. Zeg mij dan nu, waarom of gij zijt gebleven Zij vond niet dadolijk een antwoord. Het hamerd3 en sloog in haro slapen. Het zilveren hart dat over de borst haar liuncu hemd bijeenhield, ging op ou Fr ijs por jaar B.-—. Franco per post ƒ3.60 Afzonderlijke nummers 0.05. Adoertenhën van één tot vijf regels ƒ0.75 iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. had gezongen. Hoewel hij nog geen acht tien jaar is en dus niet onder eede kan worden gehoord, wordt zijne valsche getuigenis door hem zeiven thans als valsch erkend vervolgd. Op zijn misdrijf wordt eene tuchthuisstraf van vijf tot tien jaar gesteld, terwijl tegen HartdorfF slechts eene boete van f 6 geëischt is. Vijf jaar tuchthuisstraf te wagen om een ander eene boete van f G te besparen, is wel een treurig voorbeeld van jeugdige onbezonnenheid. Een ^Opmerker" schrijft in de „Sport" het volgende omtrent onze Friesche hardrijders te Hamburg: Ik was zoo gelukkig Vrijdag en Zaterdag op het Heiligen Geist Feld de Friezen goed te kunnen observeeren en zoo het mij vergund zij, U mijne classificatie mede te deelen, zoo zou ik ze als volgt rangschikken: De Vriesdo vlugste. Veningade taaiste. Kingmade slimste. Bruinsmade wildste. V. d. Berg de krachtigste, en Zijlstrade luiste. neder. Zij had misschien nog in geen uur kunnen zeggen, waarom zij haar erfdeol niot in dcu stock had gelaten, en zij zelve wist hot ook niet. Had het haar dan tegengestaan, mot Willom te trouwen Gevoelde zjj zich misschien dan bijzondor ongolukkig, toen zij don laatsteu wil van haar vador vernam 't Niets van dat alles zij had Willem voor koel en berekenend gehouden. Maar wannéér hij dat nu eens niet was En hij was het niet. Aan hem behoorde de groota hofstede en zij was niet voel meer dan eene bodelaros. Hij had de hand kunnen uitstrekken naar zijn erfdeel eu haar heur 's weegs kunnou doen gaan, wanneer hij datgene was geweest, waarvoor zij hem had gehouden. Bij deze gedachte stokto haar adem. Hij had bepaald veel medelijden met haar gehad, mot haar, de ü'otscho_ Fentjo Anna. En dat was verschrikkelijk. „Wat gaat het u aan riep zij wild uit. „Er behoort toch immors niet veel nadenken toe, om to weten, waarom ik wii gaan. Meent gij, dat ik hierzoo om Godswil en uit barmhartigheid wil blijven?Noen neon, en al ben ik zoo arm als een kerkmuis, toclr blijf ik daarom dat, wat ik was, Schrjjver's Fontjo Anna. O, dat gij ook maar hebt kunnen denken, dat ik u hier tot last heb willen zijn. Weet dan, dat gij op den een of anderen dag mij dood achter een hek kunt vinden, misschien omdat ik verhongerd ben, maar ik neem niets uit medelijden aan". Bedaard en ernstig stond Willem tegenover da opgewond ene jonge vrouw slechts een oogenblik was do toorn over hare hardnekkigheid in hem opgekomou. Hij had dien bestreden. „Gij wilt gaan?" vroeg hij. Hebt ook gij allo3 ordentelijk overlegd Ik laat niet met mij spelen, Fentje Anna. Ik beb veel van u gehouden; ik bemin u misschien nog meer, dan gij aan mij verdiend hebt, maar ik laat niet met mijn eerlijken naam speieu. Ware ik de zoon en erfgenaam van uw vader geweest, ik zou u gehuwd hebben, wanneer gij mij had willen hebben, al had uw wieg ook in het armenhuis gestaau. Doch zijt gij eenmaal van mij heengegaan on hebt gij bet gebabbel der mousclien aan dou gaug gemaakt, dan wordt er ook aan alles een einde gemaakt. Hebt gij mij verstaan Hot was haar alsof telles om haar heen in het rond draaide. Hij had haar lief gehad, maar hij bo- mindo haar nu niet meer- Hoe kon hij anders zoo hardvochtig eu gestreng tot haar spreken In scher pe trekken stoud het verleden haar voer dcu goest;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1