Algemeen
Advertentie-
DONDERDAG
ÏRÏÏSCH~BËÖÏD.
11 FEBRUARI.
Ao 18S6.
3ö>fe Jaargang.
M 1958.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
Tweed© Kennisgeving.
Nationale Militie.
8)
i\ i e i w S-
L a i* i> b o u w b l a d.
J. WUYK.EL,
TE SCHAGEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Nationale Militie.
SCHAGER
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentiën in het
eerstuilkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
LOTIM
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen.
Brengen, ter voldoening aan het tweede ge
deelte van Art. 28 der Wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staats
blad No. 72.), voorde Tweede maal ter kennisse
van de belanghebbenden, dat de loting van de
in 1885 voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
overeenkomstig de ontvangene aanschrijving van
Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer
Provincie, dato 2 Januari 1886 No. 8/s
zal plaats hebben op den 17en Februari a. s.
des voormiddags ten 91/, ure, ten Raadhuize
dezer gemeente en worden zij, welke daaraan moe
ten deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd
aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij
verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder
of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van
van A. Lütetsburg.
Toen Fentje Anna den tuin van Hilkewine's hoovo
betrad, sprongen een paar honden blaffend op haar
toe en de eeu sloeg zijne tanden in haar rok, zoodat
zij met moeite van.hem af kon komen. In hetzelfde
oogenblik zag zij achter het venster een geelachtig
mager gelaat en herkende terzelfder tijd het bonte
mutsje, dat naar Friesche gewoonte, met twee gouden
platen bij de slapen was bevestigd.
In het volgonde oogenblik zag zij, dat haar vermoe
den haar niet bedrogen had peet Hilkewine verscheen
op den drempel om met krijschende stem de blaffers
tot zwijgen te brengen- Maar de woorden bestierven
haar op de tong, toen zij Fentje Anna gewaar werd.
Dat zij over haar komst niet bizonder veel vreugde
gevoelde, kon men terstond bespeuren. De grijze,
dikke wenkbrauwen trokken zich zamen, en zij nam
don bril met de groote, ronde glazen in de hand. Zoo
wachtte zij Fentje Anna op.
»Zijt gij het?" vroeg zij eindelijk, toen de jonge
vrouw voor haar stond. „Nu, ik zou wel eens willen
weten, wat je lot do oude petemoei voert. Hebt ge
misschien gehoord dat ik ziek ben, en denkt ge, dat
het op een sterven gaat Dat heeft nog geen nood,
en dan dan weet gij wel, dat gij toch niets
van de erfenis krijgt."
Fentje Anna trad een schrede achteruit. Zij vond
dadelijk geen antwoord.
„Peet 1" zeido zij eindelijk.
„Nu, kom dan maar binnen," riep de oude geraakt
uit. „Wij kunnen daar er verder over spreken, maar
niet hier. De natte en de koude
Fentje Anna hoorde dit laatste niet meer, want
vrouw Hilkewine was weder het huis binnen
gegaan. Onwillekeurig volgde zij baar.
Petemoei had zich reeds in haar van biezon
govlochton leunstoel, in het hoekje bij den haard,
laten neervallen. In de keuken was het donker, want
het turfvuur rookte sterk, en de door den rook
zwart gewordene ijzeren waterketelzong zeer
melancholieke deuntjes, Het was dus hier niot als
COURANT,
UITGEVER:
Prijs per jaar 3.Franco per post ƒ3.60
■Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels ƒ0.75
iedere regel meer 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
gemelde Wet, dadelijk na de trekkinq van het
Nummerde redenen van vrijstellingwelke
de Ingeschrevene mocht hebbenmoeten worden
opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen
erlangen wegens óroederdienst of op grond van te
zijn eenige wettige zoon, zal hij op Vrijdag den
19en Februari des voormiddags ten 10 ure, in
het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld
van twee bij den Burgemeester bekende en
ter goeder naam en faam staande ingezetenen,
die de vereischte getuigenis kunnen afleggen
en het aldaar op te maken getuigschrift onder
teekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op
vrijstelling wegens broederdienst, zal hij mede
voorzien moeten zijn van zijne geboorteacte
en vau de geboorte-acten van al zijne nog in
leven zijnde broeders, alsmede van de zakboek
jes of paspoorten van gediend hebbende broe
ders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stukken
zullen door den Burgemeester bij den Comman
dant van het korps waarbij zijne broeders dienen
of gediend hebben, worden aangevraagd de be
wijzen van werkelijken dienst of een uittreksel
uit het Stamboek.
Schagen, den 5en Februari 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
op Schrijver's plaats, in de schemeruren, wanneer
op de donkere herfstavonden de wind de groote
regendruppels tegen de vonsterruiten joeg. Daar
brandde het vuur op de blankgeschuurdo ijzeren
haardplaat lustig op, en de vlammen gaven haar
weerschijn in het koperen haardversiersel, en de
blanke ijzeren knoppen, aan beide zijden van don
haard.
„Goeden avond, peet," zeido nu Fentje Anna, die
vast besloten was, zich niet door do onvriendelijkheid
der haar als hardvochtig en gierig bekende vrouw,
van haar voornemen te laten afbrengen. „Ik heb
niot geweten, dat gij ziek geweest zijt."
„Zijt, zijt 1 Ja, wanneer mon niet op sterven ligt,
dan kent gijlieden geen ongesteldheid. Zoo was uw
moeder en uw vader nu, hij heeft immers ook zoo
een, twee, drio, het tijdelijke met het eeuwige verwis
seld. Ik ben ziek, verstaat gij Reeds sedert vele
jaren sleep ik een ziek lichaam mede, maar geen
mensch heeft er zich om bekommerd en ia,
waarachtig, ik ben nieuwsgierig wat u hierheen voert.
Zeker wel iets belangrijks. Uw plaats steekt immers
tot over de ooren in de hypotheeken en schulden,
niet waar? Nu willen de anderen hun geld er uit
hebbon en peet Hilkewine mag nu voor de brokken
staan Maar daarvan komt niets. Jaren geleden al,
heb ik het uw vader geweigerd, en ook gij krijgt
geen rooden duit van mij. Er zijn nog domme meu-
schen genoeg, zooals uw vader wel heeft be
merkt aan Willem van den Buitendijk, dien hij
immers zoo kaal geplukt heeft als een hoentje;
maar gij moet niet denken dat ik tot dat soort behoor.
Bij u is het altijd er royaal van doorgegaan. Mijn
hart heeft zich menigmaal in mijn lichaam omgedraaid,
wanneer ik zag, hoe bij u gekookt en gebraden werd
voor het geheele armenhuis. Wanneer uw moedor
naar Emden ter veemarkt ging, dan heeft zij het
nooit anders gedaan, dan in een zijden kleed en
behangen met gouden ketens en armbanden. Ook
moest er eon koets aangeschaft worden en een paar
dentuig, zooals de voorname stadsheeren het hebben.
Ja, ja, koogmood komt voor don valIk heb anders
geleefd en mijn brood met de kncchtson en meiden
in de spekpan gedoopt, en alleen des Zondags kwam
bij mij de suikerpot op tafel. Daarvoor heeft nu ieder
zijn dool gekregen en is het blaadje omgekeerd, en
gij moogt er uwe ouders nog in het graf voor dan
ken
Tot zoolang had Fentje Anna bedaard en onbewe
gelijk gezeten, niet in staat een woord van verdedigiug
Oproeping van Vrijwilligers voor de
Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Gezien het Koninklijk Besluit van 17 December
1861 (Staatsblad No. 127), en de artikelen 11,
12, 13 en 14 der Wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad No. 72),
Roepen mits deze op alle Ingezetenen, die
verlangen mochten om als Vrijwilliger voor de
Nationale Militie in dienst te treden, om zich
aan te melden ter Secretarie aan het Raadhuis,
alwaar gedurende de maand Februari dagelijks,
uitgenomen des Zondags, zal worden gevaceerd
tot het aannemen van zoodanige Vrijwilligers,
ter vervanging van het Contingent, als welke
daartoe de vereischten bezitten.
Om Vrijwilliger bij de Militie te zijn, moet
men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en
Ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den
dienst geschikt, ten minste 1.56 Ei lang, op den
1 Januari van het Jaar der optreding als Vrij
williger het 20ste Jaar ingetreden zijn en het
35ste Jaar niet volbracht hebben, tot op het
tijdstip der optreding aan zijne verplichtingen
ten aanzien van de Militio zoover die te ver
vullen waren, voldaan, en een goed zedelijk gedrag
hebben geleid.
Hij die voor de Militie is ingeschreven, wordt
slechts als Vrijwilliger toegelaten voor de
Gemeente in welke hij ingeschreven is, tenzij
hij geene verplichtingen ten aanzien van de Militie
meer te vervullen hebbe.
te zeggen op doze onverwachte en zeker onbillijke
aanklachten. Doch nu was zij opgestaan. Zij was tot
diep in de ziel geschokt, dat men het waagde, haro
overledene ouders aan to klagen, en zij wilde dat
ook nief dulden.
„Peet," zeide zij nu ook met bevendo stem, „ik
bid u te bedenken, dat mijne oudors beiden dood
zijn en dat men van de dooden geen kwaad spreekt.
In dit geval zou ik u nog wel willen verzoeken, niot
over zaken te oordeelen, die gij met uwe oogeu beziet,
evenals mijne ouders uwe handolingen op hunne wijze
beschouwden. Mijno moeder deed don armen wel uit den
aandrang van haar hart, en ten tweede dacht zij er oen
plicht mede te vervullen tegenover haar lieven Hoer en
hare medomenschen, wanneer zij de armon van haren
overvloed schonk."
„Overvloed Overvloed riep vrouw Hilkewine
spottend uit. „Den overvloed heeft zij zich verbeeld,
maar die is er nooit geweest. Hebt gij or iets vau
gemerkt, of waarom zijt gij anders hior Wilt
gij geen geld hebben, hé
„Neen, petemoei, ik begeor uw gold niot, en al
kan ik ook geen duit den mijne uoomen, dan zou ik
toch niet uit bedelen gaan."
„Ja, aan hoogmoed hebt gij nooit gebrek geleden,
maar gij wilt dus geen geld? Wat wiit gij dan?"
„Alleen voor korten tijd een onderkomen hebben,
en ook niet voor niots. Ik kan workon on ik wil
mijn brood verdienen."
„GÖ
Vorder kwam zij niet, maar in dit enkele woordje
lag de hooge graad van verbazing opgesloten. Zij
haaldo een paar maal diep adem. Toon stoud zij op
en liep de kamer uit.
Na weinigo oogenblikken kwam zij met eena
walmende olielamp weder binnen, on hield die vlak
voor het gelaat der jonge vrouw.
„Wat is dat Ik dacht, dat gij getrouwd zijt
„Ja, peet maar maar
Vrouw Hilkewine zette do lamp op tafel, die zij
anders bepaald vau schrik uit do handen zou hobben
laten vallen.
„Nu, spreok op, opdat ik eindelijk weto, wat hot
ding te beteokeuen heeft. Hot wordt mij zwart voor
do oogen. Gij hebt u zeker niet met uw man kunnen
verstaan en zijt nu van hem weggeloopen
„Zoo ongeveer is het moei," antwoordde Fentje
Anna nu, besloten, om aan de pijnlijke verhouding
een einde te maken. Zij begon dan ook dadelijk to
vertellen en wel zoo gejaagd, als verlangde zij er