XXXIX.
De Vuurbergen.
Wordt Vervolgd.
#iinnenlandsch i\ieim
0§0
Van uit zee gezien vertoont de krater zich
als eene langwerpig getakte, wijde kloof,
waaruit altijd rookwolken opstijgen die meestal
met vlammen vermengd zijn. Vooral aan de
oostzijde rijst de berg steil opwaarts. Bij het
beklimmen van den vulkaan ontwaart men
eerst zwaar geboomte, uitstekende rotspunten,
alsmede scheuren en kloven, waarin de reiziger
zeer groot gevaar loopt, om er neder te stor
ten. Het geboomte wordt langzamerhand min
der dicht en zwaar, het ontaards in kreu
pelhout met vaal gebladerte, en weldra komt
men aan het naakte gedeelte van den vuur
berg. Los en op elkander liggen de rotsblokken,
de klippen en de lava; zij zijn dusbedriege-
lijke rustpunten voor den voet, daar zij dik
wijls bij de minste aanraking naar beneden
glijden ot neerstorten en met hunne versnel
lende vaart ook andere rotsblokken mede sle
pen. De kegel wordt nu steiler, en het
beklimmen meer en meer moeielijk,
omdat de opstijgende zwaveldampen de
ademhaling sterk belemmeren. De trechters
gewijze gevormde krater had vroeger aan den
top 400 voet in doorsnede, cn men kon,
langs den binnenrand, den vreeselijken vuur
gloed een weinig naderbij komen, niettegen
staande bestendig aan de noordzijde dikke
zwaveldampen uit den poel naar boven kron
keiden. Aan de eene zijde verhief zich nog
een piek, ongeveer 300 voet hooger dan de
kraterrand, welke op ongeveer 2000 voet boven
de oppervlakte der zee wordt geschat, en
volgens sommigen na elke uitbarsting nog
hooger wordt.
De aardbevingen duren hier gewoonlijk,
met kortere of langere tusschenpoozen, maan
den achtereen, en gaan zeer dikwijls van
waterberoeringen vergezeld. Onder anderen
had zulk eene water of zeebeweging plaats
in 1629. Toen rees het water plotseling tot
op 25 voet boven 't gewone peilhuizen en
menschen werden in zee gesleept, en een
stuk geschut, van 2300 pond zwaar, werd
door de ontzettende kracht van het water 36
voet ver weggestuwd. Men had eenigen tijd
te voren drie schepen, elk met 400 ton steen
geladen, doen zinken, om te Neiza een zee
hoofd aan te leggen, maar van dit alles was
niet het minste spoor te ontdekken.
Een der grootste waterberoeringen, door
aardbevingen vergezeld, had plaats op den
lOen Mei 1751. Het scheen alsof alles, wat
niet door de zee was verzwolgen, geheel zou
worden omgekeerd. Vreeselijk was de angst
der geheele bevolking en aanmerkelijk de
schade door dit alles aangerecht. Als een bewijs
van de ontzettende krachten der natuur moge
dienen, dat 6 stukken geschut (twaalf ponders)
als stukjes hout door elkander werden gewor
pen, en een zwaar anker, dicht bij't zeehoofd,
dat jaren lang met den eenen arm in den
treden. Yan den stadhouder hebben wij geen ver
lichting van den ondragelijken toestand te wachten;
dagelijks hoort men van nieuwe afpersingen en
euveldaden van de overmoedige indringers, en be
zwaarschriften aan den Koning, Philips den vierde,
zijn, gelijk wij bij ervaring weten, insgelijks
zonder gevolg. Onder deze omstandigheden rest
ons maar een enkele uitweg, namenlijk ons
goed recht en onze burgereer te verdedigen;
niet als roofzuchtige rustverstoorders grijpen wij
naar de wapenen, maar als verdedigers onzer huis
gezinnen, van onzen huiselijken haard, van ons
geheele bestaan. Zijtgij bereid, mijne vrienden, voor
dit doel goed en bloed op het spel te zetten
Een honderdvoudig „Ja" weerklonk; geen enkele
mond protesteerde.
„Nu dan, laat ons een plan ontwerpen, dat vol
gens menschelijke berekening onze onderneming
moet doen welslagen," ging de heer Buel voort.
„Voor allo dingen moeten wij eerst en tijd bepa
len om een gelijktijdig optreden mogelijk te maken
en onze krachten niet te verdeelen. Velerlei moet
er nog in het geheim geregeld en voorbereid worden,
en daarom stel ik u voor, over drie dagen weder
hier te zijn, en van bier uit het werk te beginnen."
„Dat is te laatriep Wilibald, Konings eerste
opzichter, „inmiddels kunnen de Eranschen nog
oneindig veel onheil veroorzaken. Ik stem er voor
dat wij nog dezen nacht, nu dadelijk, er op los
gaan, om eindelijk het gehate juk af te schudden."
Buel lachte.
„De jeugd bezit dorst naar daden, en dat prijs
jk zeer, zeide hij, „maar de ouderdom ziet verder
^n houdt niet alleen rekening met het tegenwoordige,
grond had gezeten, daaruit gerukt en geheel
omgekeerd werd.
Amerika heeft een aantal vuurspuwende
bergen en de groote Humbold heeft ze zoo
meesterlijk beschreven, dat ik ieder kan aan
raden, met zijn werk kennis te maken.
Bij het mededeelen der bijzonderheden,
met welke de uitbarstingen gewoonlijk gepaard
gaan, heb ik ook gewag gemaakt van
aardschuddingen, meer algemeen onder den
naam van aardbevingen bekend. De onderaard-
sche vuurstroom, eenmaal aan 't woelen
geraakt zijnde, en door gedurig aangebrachte
bouwstoffen een aanzienlijke uitgebreidheid
verkregen hebbende, zoekt zich met geweld
eenen uitweg te banen, en de stroomingen
des vuurs veroorzaken schuddingen in de aar
de, die zich somtijds zóó hevig doen gevoelen,
dat sterke gebouwen op hunne grondvesten
schudden en dikke muren spleiten, ja, zelfs
opent zich de aarde en vertoont een vuurpoel,
waarin de omgeworpen voorwerpen verzwol
gen worden. Sommige dezer aardbevingen
zijn zoo hevig geweest, dat het aandenken
dier treurige gebeurtenissen in de geschiede
nis is bewaard gebleven. Bekend is de hevige
aardbeving te Lissabon, en hoevele anderen
hebben niet eene treurige vermaardheid ver
kregen. Wat is Spanje nog kort geleden door
aardbevingen geteisterd geworden! Wat al
onheilen en verwoestingen zijn daar niet aan
gericht. En toch vindt men daar geen vuur
spuwende bergen en juist daaruit blijkt het,
dat de onderaardsche kanalen der vulkanen
zicli op zeer grooten afstand moeten uitstrek
ken. Vervolgens ziet men duidelijk, dat die
kanalen ook onder de zee moeten doorloopen
en dat daardoor de vroeger vermelde water
schuddingen en zeebevingen ontstaan. Einde
lijk zij hier nog opgemerkt, dat de uitbarsting
eens vulkaans niet altijd uit den zelfden kra
ter plaats heeft, maar het zeer dikwijls gebeurt,
dat er nieuwe kraters aan de zijden van den
vuurberg gevormd worden, wanneer het den
vuurstroom gelukt, eenen uitweg te maken,
voor hij van den werkelijken krater den in
gang heeft bereikt.
Na al het gezegde omtrent de vuurbergen
zoude men bijna vragen: waarom toch zijn
deze gevaarten, die vrees en verschrikking
aanjagen, op de aarde geplaatst? Zij doen niets
dan groote schade aanrichten en veroorzaken
niets anders dan de grootste onheilen, terwijl
ze hoegenaamd geen nut hebben! Toch zou
men hierdoor in een groote dwaling vervallen.
De Schepper heeft niets op aarde geplaatst,
zonder daarmede wijze bedoelingen te heb
ben, en al kennen we het nut der vulkanen
niet in zijn volle uitgestrektheid, toch weten
we, dat zij een nuttige zijden hebben.
Zij kunnen beschouwd worden als de groote
zuiveringswerktuigen van aarde en zee, daar
we reeds vroeger aangemerkt hebben, dat
hunne kanalen zich verre onder de zee uit
strekken, en dus vele onreine stoffen naar de
algemeene verzamelplaats voeren, waar alles,
hoewel verborgen voor 't menschelijk oog,
een ontzettende verandering ondergaat. En
zouden we dien grooten schat van mineralen
maar gaat ook de toekomst na. Wij alleen zijn te
zwak, om de vijanden te overmeesterenalleen in
gemeenschap met de overige gilden is het groote
doel te bereiken. Wel is waar zijn ook zij reede
lang voorbereid en wachten slechts op den wenk, om
zich aan te sluiten, maar hoe zou het mogelijk zijn,
de lieden, zonder opzien te baren, nog in dezen nacht
bijeen te brengen? Daarom nog eens: geene over
ijling, wij zouden er zwaar voor moeten boeten I"
„Onze oudste heeft gelijk", nam nu een anders
meester het woord, „wij zouden geheel zonder plan
hwxielen, eti daardoor het onderspit moeten delven.
Kiezen wij eerst een aanvoerder, en dat kan geen
ander zijn, dan onze geachte voorzitter Thomas
Buel."
„■la zeker, Thomas Buel moet zich aan ons
hoofdstellen", klonk het van alle zijden.
„Goed, mijne vrienden, ik dank u antwoordde
de nieuwe aanvoerder, „ik volg gaarne uwe roep
stem, maar alleen tot op het oogenblik, dat wij de
deuren van Koning's kerker hebben opcngeloopen.
Dan moet hij, die de ziel was van onze geheele
patriottisch» beweging, die om harentwille in de
gevangenis versmacht, onze leidsman zijn; zijn
bedachtzaamheid en krachtig optreden, zijn wijs
heid en dapperheid, zullen ons voorzeker ter over
winning voeren."
In dit oogenblik werd de deur opengeworpen
en stormde een man binnen, wiens verstoord voor
komen eene hevige, inwendige ontroering verried.
Uitgeput wierp hij zich op een stoel neder en
snakte naar adem.
vergeten, die daar in den schoot d I
door onbegrijpelijke, chemische verbij
gevormd worden, en van de vunrbe 1
't ware eene verzamelplaats van
maken?
En zouden we dan die warme i I
vergeten, die aan zoo vele lijders Viun1
lorene gezondheid terug geven, enin/j
te gevallen hun ontstaan geheel a|] 1
de vulkanen te danken hebben e,|
En zouden die gevreesde uitbarsting,
niet geweldige luchtstroomingen doen Ij
worden, die den dampkring zuiverenII
ook wel degelijk eene nuttige zijde jJJ
Ontzagverwekkend en vrees inb0e,
staan ze daar, die kolossen, die het
van eeuwen trotseerden, en terwijl !'r
bergen zich alleen dienstbaar maken J
nuttige metalen, aan hen ontwoekerd"
door hunne inwendige kracht deden
maar hoe hunne werking ook moge
opmerkzame beschouwer en oiiderzoT
het groote boek der natuur zal ze alii
onder de voornaamste wonderen engel
der schepping!
Deutichem. P. v. d. Velde)
Schagen, 6 Mei '86.
Donderdag jl., vergaderde alt
Centrale Kiesvereeniging in het Hoofd
district Alkmaar.
De vergadering werd geleid door den
Vries van Heijst, 2e voorzitter der fi
eeniging.
Ingekomen waren een paar stukkei
liberale Unie, waarin zij vraagt: 1,
Kiesvereeniging rechts persoonlijkheid her
hoe groot het aantal leden met 1 April
Tevens had zij een lijvige brochure der.1
quaestie opgezonden. In verband hierna
door „Burgerplicht", te Rotterdam,
missieve tot de C. K. gericht, waan
adhaesie vraagt voor een adres aan
Kamer, omtrent de Atjeh-quaestie. Punter
2 worden voor kennisgeving aangew
terwijl omtrent de missieve van „Burger!
tot onthouding wordt besloten. Thans is
de orde het ontwerp-reglement.
De voorzitter stelt voor, wegens k
trekkelijk gering aantal aanwezige lak
de vergadering een kwartier te verdafét
De heer v. d. Hoeven stelt daarop
met de behandeling der verdere punter
daag niet verder voort te gaan.
Hem was geen convercatie-biljet taf
den, slechts het toeval wilde dat hij hier
Dit zou ook bij andere leden zoo kunne:
Spreker is er van overtuigd dat velen,!
zij tijdig een convercatie-biljet hadden
vangen, hier zouden zijn. Van de 8tt
tot de Commissie voor het ontwerp-reglf
hadden behoord, waren er slechts 3
woordig; ook zou hij om enkele artikek
kracht te kunnen verdedigen, daarvoort
uren tot voorbereiding noodig hebben
tijd was hem nu niet gegund. De
Mooij en D. Breebaart sloten zich bij den
v. d. Hoeven aan.
De heer Bosmans meent dat daar dei
van het plan de campagne tegenwoot
men wel tot de behandeling kan oï®
Tevens is 't geheele ontwerp zoo dun
meent de Commissie, dat zij eene t
van toelichting zelfs onnoodig achtte,
voor dus voorbereiding en meerdere
missie-leden? ,,1
De heer Cohen Stuart wil de scH
op zich laden, dat men eene verras®!,
had. Hij zal dan, hoewel op geheele
gronden, met den heer v. d. Hoeven n>
Het voorstel wordt daarop in stern njj
bracht en aangenomen. Hierop begin'1
zitter met de rondvraag. De Ueer V
baart zou, daar men in de e.k. ^iTi
over de Juni-verkiezing moet sprekefi
iets naders van onze afgevaardigdenve
Over enkele politieke, en s0C'a'efvrJ
ken wenschte hij, dat de H. H. wj
de hunne opinie zouden zeggen-
onderzoek door anderen word'
wordt toch ten slotte de volgende
don beer Kloeke aangenomen:
Het bestuur vraagt de opini0 0%i
vaardigden in do 2de Kamer oinh'f i
voegdheid en deelt het antwoord
vergadering mee, voor men tot de
Aan de Vijfheerenlanden, - w
d.d. 2 Mei, ontkenen wij 'ie