De Vlaamsche Vesper.
J WINK
Aa. 1880.
aOste Jaargang.
Ao I98S.
A l G i: si i i:
Adverten tie
DONDERDAG
N I E L W S-
Laivdbouavblad,
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentiën in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
TE SCHAQEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Gemeente Scha gen
Bekendmakingen
P O L ITI E."
V SS Bt M 1 T:
Op Donderdag den 13en Mei j. 1., drij
vende van hier naar Tuitjenhorn, een
w i T Ei A 51,
rood gemerkt boven den staart.
Inlichtingen worden verzocht ter secretarie
dezer gemeente.
Mai*ktwezen.
Burgemeester en Wethouders van SCHA
GEN, brengen ter kennis van belanghebben
den, dat, wegens den invallenden SS.CÏHBIC'1-
VtiartSdilg't de wekelijksche Donder-
d a g s c h e markt zal gehouden worden op
Woensdag', den 2en JbbbiI a.s.
Schagen, 14 Mei 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG,
de Secretaris,
DENIJS.
Nationale Militie.
Onderzoek van Verlofgangers
te lande.
27 MEI.
Prijs per jaar ƒ3.Franco per pos /3.6Ö
Afzonderlijke nummers 0.05.
SOU A VI!
t 0 i li A V T.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER
O
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van de in die gemeente
verblijfhoudende Verlofgangers der Militie
Historische novelle van MORITZ LILIE.
10.)
VI.
Het middernachtelijk uur was aangebroken, de
torenwachter van het slot verkondigde dit door
twaalf stooten op zijn hoorn. Diepe duisternis
heerschte over de stad Brugge, slechts hier eu daar
was een venster flauw verlicht.
Misschien was het een geleerde, die, in zijne
boeken verdiept, geen acht sloeg op den voortvlie
denden tijd, en wien de slaap scheen te ontvluchten,
om hem in zijne onderzoekingen niet te storen
n-iisschien was het ook het ziekbed van een arme
zieke, dat door het lamplicht werd beschenen, ter
wijl de lijdende vol verlangen uitzag naar den na
derenden morgenmisschien eindelijk was het ook
het vertrek van een door kommer en zorg ter neder-
gedrukt wezen, dat in een hartelijk gebed troost en
hoop trachtte te vinden hetwelk verlicht was.
De kleine kamer ia het hooge gevelhuis, boven
welks ingang de naairi Peter Koning in steen
was uitgehouwen, scheen zulk een beklagenswaardig
Schepsel te herbergen, want de jeugdige gestalte die
ïn een licht nachtgewaad gehuld, daar nederknielde
eu het gelaat verborg in het kussen van het bed,
moest door zwaar leed gekweld worden.
Krampichtig snikken deed bij tijd en wijlen het
meisje schokken, terwijl het schoone goudblonde
haar over schouders en hals viel, en zij de handen
boven het hoofd hield.
Lang bleef Geertruida in deze houding liggen
eindelijk stond zij op en trad naar het venster. Zij
had gebeden, gebeden voor haar dierbaren vader,
lien de tyrannie van den bewindvoerders ter dood
had veroordeeld, en voor den geliefde, wiens lot
iaar m>-t angstige zorg vervulde. Uit Wilibald's
landuidingen had zij begrepen, dat binnen weinige
aren de beslissing zou vallen, en hoezeer zij hem
Jok tot krachtdadig handelen aangespoord had, nu,
ds het cogenblik gekomen was, werd het haar bang
>m het hartzij herinnerde zich, h >e hij tcgo den
te land, behoofende "tot de lichtingen 1882,
1883, 1884 en 1885, voor zooverre zij vóór den
len April 1886, in het genot van onbepaald
verlof waren gesteld, dat zij zullen hebben tegen
woordig te zijn bij het onderzoek hetwelk zal
plaats hebben te Schagen, op Woensdag den 9en
Juni 1886, des voormiddags ten halftien ure,
ten Raadhuize aldaar.
Wijders worden aan belanghebbenden in her
innering gebracht de navolgende bepalingen uit
de Wet op de Nationale Militie van 19
Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.)
Art. 130. Het Crimineel Wetboek eu het Reglome.it
van Krijgstucht voor liet krijgsvolk to lande zijn op
do manschappen dor Militie (e land, dio zich onder
de wapenen bevinden, van toepassing en met opzicht
tot do verschillende gevallen \an dosortie op al de
bij de militie te land iugelijfden.
Die manschappen worden geacht onder de wapenen
te zijn
lo. zoolang zij zich bij hun corps bevinden
2o. gedurende den tijd, die bet in art. 138 bedoeld
onderzoek duurt
3o. in het algemeen, wanneer zij in unifoim zijn
gekleed.
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij hot onderzoek
in uniform gekleed, o.i voorzien van do kleoding- en
uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. behoudens het bepaalde in art. 130 kan
een arn st van twee tot zos dagen, te ondergaan in
de naastbij gelegen provoost of liet naastbij zijnde huis
van bewaring of arrest, door den militie-commissaris
worden opgelegd aan don verlofganger
lo. die zonder geldige redeu niet bij hot onderzoek
verschijnt
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden, niet voorzien is van de in hot voorgaand artikel
vermelde voorwerpen
avond zoo innig van haar afscheid had genomen,
als zou hij haar nimmer wederzien, hoe hij nog een
paar malen was teruggekeerd en haar opnieuw in
zijne armen sloot, hoe hij zich aangedaan had ge
toond, alsof hij een wissen dood tegemoet ging, en
hoe hij de weenende geliefde dan weder troost toe
gesproken en gezegd had, dat het zeker nog alles
wel goed zou afloopen.
Eene onbeschrijfelijke, beangstigende onrust over
viel Geertruidahet hart klopte haar hoorbaar in
de borst en het ademhaleu viel haar moeielijkzij
legde het gloeiende voorhoofd tegen de koude ruiten
maar dit nam hare onrust niet weg.
In gedachten verzonken staarde zij naar buiten,
in den donkeren nacht. Aan den hemel zweepte de
wind de wolken voor zich uit, zoodat zij pijlsnel
voortvlogen eu eerst achter den horizont rust sche
nen te vinden; nu eu dan kwam er door de opening
van een wolk een sterretje te voorschijn, doch ook
maar voor een oogen blikje. Gelokt door het
schijnsel der olielamp, sloeg er somtijds een vleer
muis tegen het venster, zbodat Geertrada van schrik
ineenkroop en onwillekeurig een schrede achteruit
trad; bange gedachten zich van haar meester
maakten.
Daar scheen het,, als sloop eene gestalte langs
de huizen, nu weder een, na korte pauze nog een
en zoo telkens iu korte tijdruimten zacht en bijna
onhoorbaar kwamen zij aan en verdwenen in de duis
ternis Het llauwe schijnsel, dat door het venster
op de straat viel, was echter voldoende, om in de
zich voortspoedende schaduwen krachtige mannenge
staltcn te doen herkennen, en het vermoeden, dat
nog in dezen nacht het lot der Eransche onder
drukkers zou worden beslist, werd versterkt door
het geheimzinnige gedrag der mannen, het zacht
en onhoorbaar komen en gaan derzei ven. Het was
Geertruida, als drong een onzichtbare macht haar
naar buiten te gaan; zij gevoelde zich zoo sterk en
moedig, dat zij zich w.1 in het dichtste strijdge
woel had kunnen wagen en haar zwaard had kun
nen verwen met liet bloed van de gehate Frauschen.
Zonder recht te weten, wat zij deed, eu den gelieim-
zinnigen aandrang volgende, hulde zij zich iu een
Advertentiën van één tot vijf regels /0./b
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
3o wiens kleeding- of uitrustingstukken, bij hot
onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4o. die kleeding" of uitrustingstukken, aan een ander
behoorende als de zjjne vertoont.
Art. 142. Is do verlofganger, wiens krachtens het
voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek
tegonwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd
geleide in arrest worden gebracht.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet
aan da hem opgelegde straf, dan wordt hij, op schrifte
lijke aanvrage van den militie-commissaris, te richten
aan den burgemeester dor woonplaats van dien verlof
ganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar
de naastbij gelegon provoost of'het naastbij zijnde huis
van bewaring of arrest overgebracht.
Art. 143. Onvorminderd de straf, in art. 141 vermeld,
is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den
militie-commissaris te bepalen tijd en plaats en op de
in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te ver
schijnen om te worden onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub. 4o. van art. 141
bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
M i 1 i t i e-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen
zijnde, in geval verkeert, sub 2o. en 3o. van art. 141
vermold, wordt onder de wapenen geroepen en van
drio tot zes maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die nie
voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst
wordt als deserteur behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, ver
manen allen wie dit aangaat om, door inacht
neming van hunne verplichtingen, zich voor
onaangenaamheden en straffen te vrijwaren.
Schagen, den 21en Mei 1886.
Burgemester en Wethouders voornoemd.
G. LANGENBERG, Burgemeester.
DENIJS, Secretaris.
donkeren mantel, stak den dolk, waarmede haar
moeier zich gisteren tegen de ruwe indringers had
verdedigd, in den gordel, blies de lamp uit en snel
de naar buiten. Zij wilde zich aansluiten bij Wili-
bald's schare, aan zijne zijde strijden, hm verple
gen, wanneer hij gewond werd, en met hem ster
ven, wanneer de voorzienigheid dit zoo had bescnikt.
Toen zij buiten kwam en de frissche nachtlucht
haar verkoeling gaf, bedacht zij eerst het gewaagde
van haar daad, maar de gedachte aan den gevangen
vader wakkerde haren moed weder aan; zij richtte
hare schreden naar het slotzeker zou Wilibald als
zijn eerste en voornaamste plicht ee bevrijding van
den in den kerker versmachtende, beschouwen.
In de straten duurde de geheimzinnige drukte
voorthier en daar werden lichte» zichtb uar, van
lantaarns, die heimelijk aangestoken eu weder spoe
dig uitgedoofd werden. Het schenen wel signalen te
zijn, alleen verstaanbaar voor de ingewijden, doch
voor ieder ander niet van de minste beteekenis.
Doch te levendiger het op de straten iu de stad
scheen te worden, des te stil lei bleef het op het slot
Daar lag alles in den diep«ten slaap, en zelfs de
schidwachten waren neergezonken, de helilebaarden
waren aan hunne handen ontvallen eu de diepe
zware ademhaling getuigde duidelijk genoeg, dat
ook zij zich aan den slaap hadden overgegevrn
Waarom zouden zij ook waken De zware, met
ijzer beslagen deur was gesloten, een hooge muur liep
om het gebouw en op deu toren hield de slot
wacht rondschouw. Dat de duisternis het den toren
wachters onmogelijk maakte veel te zien en dat deze
het oj> hunne beurt overbodig achtteu de oogen open
te houden, konden de overige bewoners niet
weten. Bj de burgers was er de schrik zoo inge
bracht, dat zij wel geen geweld zouden durven ple
gen, en al m icbt misschien een bende onbezoTienen
beproeven, van buiten af binnen te dringen, dan
zouden de op de sterke deur gerichte slagen al de
bewoners van het slot wekken. Dus meenden de
torenwachters, dal zij zich ook wel eeu weinig rust
konden gunnen.
Wordt Vervolgd.