I AUGUSTUS
A DVERTENTIE-
ZOADAT
NIEl W S-
L ANDBOUWBLA l>.
NATIONALE MILITIE.
DWALINGEN DES HARTE.
Ao. 1886.
Alge M EEN
J HINKEL,
TE SOH AGEN.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Vasthouden van Eenden.
16.)
tv. w, behoorende tot het le ltegi-
30s/e Jaargang.
Jlo 2037.
T.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentiën in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
Laan, Wijk D, No. 5.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Gezien art103 van het politiereglement
dezer gemeente;
Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat
van af heden tot en met 15 Octobeiva. s., de
eenden binnen deze gemeente, opgesloten of ge
hokt moeten worden. Nalatighei 1 is bij het
politiereglement strafbaar gesteld met eene boete
van drie gulden.
Schagen, 21 Juli 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Du Burgemeester van Schagen, daartoe de noodige
aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter alge
meene kennis, dat tot den werkelijken dienst worden
opgeroepen, de on lerstaande verlofgangers der
lichtingen 1883 en 188L, te weten
Jacob Waagbehoorende tot het 4e lte»i-
Roman van RIEDRICI1 FR1E DR1CH.
"VII.
Zonder een woord met elkander te spreken,
begaven Buschbeck en de majoor zich naar het
hotel. De paarden waren in weinige minuten
gezadeld en altijd nog zwijgend verlieten beiden de
stad. De baron scheen niet in de beste stemming
te verkeeren, want zijne wenkbrauwen waren gefronst
en de ongestadige wijze, waarop hij zijn paard
mende, verried ten duidelijkste zijne misnoegdheid.
„Wat moest gij toch bij den apotheker doen?"
vroeg hij eindelijk op bitsen toon, toen zij de stad
hadden verlaten.
,/Ik had met hem eenige zaken te bespreken."
„Welken?"
De majoor aarzelde met te antwoorden.
„Welken?" herhaalde de baron op bijna bevelen
den toon.
„Ik wilde u een dienst bewijzen en hem trachten
te bewegen uw wissel te koopen."
„Hem hem? Gij hebt het gewaagd?" schreeuwde
de baron hem toe en hield zijn paard in.
„Ik heb het nog niet gedaan," gaf Plösznitz
bedaard ten antwoord. „Gij vergeet intusschen één
zaak, waarde Buschbeck, ik kon niet vermoeden,
dat gij met hem op zulk een vriendelijken voel
stond."
De baron zweeg.
„Gij hebt gelijk dat kondet gij niet weten,*
zeide hij eindelijk „Het zou eene dwaasheid zijn,
tegenover u nog langer den geheimzinnige te spelen.
Ik bemin Niemitz' dochter. Hoe dat gekomen is,
kan ik u niet zeggen, want ik weet het zelf niet.
Toen ik op dien morgen hevig verbitterd over den
maanbrief van den apotheker, naar hem toe reed,
ontving mij dit meisje, omdat haar vader niet te
huis was. Zij liet hem dadelijk roepen, hij kwam
ook na korten tijd, ik had met het meisje nau
welijks tien woorden gesprokentoen haar vader
kwam, was mijn toorn jegens hem geweken, ik zeide
hem zelfs eenige woorden van verontschuldigingen
beloofde, den volgenden morgen mijn schuld af te
doen. Ik heb dat gedaan. Vanaf het eerste oogen-
blik heeft het meisje op mij een betooverenden in
vloed uitgeoefend, welken ik niet begrijp, maar waar-
ment Vestingartillerie (garni
zoen Helder), tegen 9 Au
gustus a. s.
Jan Kuiperbehoorende tot het 7e Regi
ment Infanterie (garnizoen
Amsterdam), tegen 11 Au
gustus a. s.
Cornelis Vlaskamp. als voren (garnizoen Hoorn).
Dirk Schuitals voren (garnizoen Hoorn).
Dirk Veerals vozen (garnizoen Naarden).
Pieter Dekker behoorende tot het korps Ge
nietroepen (garnizoen Utrecht),
tegen 17 Augustus a. s.
Jrieter VV ït 1 \t wil t
Jacob Vilten ment estingart.llerie (gariu-
Coruelis Kuys f00'! Hel,lör) te='eM Se^'
J 1 tember a. s.
Welke verlofgangers op genoemde datums bij
hun korps present zullen moeten zijn voor des
namiddags 4 ure.
Schagen, 23 Juli 1SS6.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Het Hoofd van het plaatselijk B stuur der ge
meente Schagen, brengt bij deze ter kennisse van
de ingezetenen dier gemeente, dat liet kohier van
het Patentrecht voor het diens'janr 1886^87 op
den 26cn dezer door den lieer Provincialen in-
aan ik mij ook niet kan onttrekken. Te vergeefs
heb ik mijn verstand geraadpleegd het laat mij
in den steek. Nog weet ik niet, waarheen dit zal
leiden, mijn leeftijd moest mij voor dwaasheden
beschermen, maar hier hier het hart wil van
dat alles niets weten."
„Hij had deze woorden met ontroerde stem
gesproken; Plösznitz had hem nog nooit zoo
hooren spreken. Zijn égoïsme zocht naar den
juisten weg en hij meende dien gevonden te'nebben.
„Buschbeck riep hij uit, en stak den baron
zijn rechterhand toe. „Wanneer gij luisteren wilt
naar den raad van een oud en eerlijk vriend, volg
dan uw hart, en niet uw verstand. Geloof mij,
met elk grijs haar, dat men krijgt, nestelen zich
duizeude twijfelingen en bedenkingen in ons hoofd,
maar het hart, hetwelk zich nog gevoelt gelijk de
jeugd, is nog jong."
Buschbeck had zijn paard ingehouden, en hij
hield de hand van zijn vriend vast in de zijne.
Zijn breede boist ademde dieper en snellér; bet
was, alsof hij van een zwaren last was bevrijd
geworden.
„Plösznitz," zeide bij, „gij spreekt alleen van
mijn hart! Is het niet waanzin, te hopen, dat het
hart van het jonge meisje -zou kunnen kloppen
voor een ouden man Sedert ik haar gezien heb,
ken ik mij zeiven niet meer. Ik zou wel in jeug
digen overmoed luide willen jubelen en wanneer
ik alleen ben, overvalt mij een heirleger van twij
felingen en bedenkingen. Meer dan eens ben ik
des nachts opgesprongen en heb ik mij afgevraagd
of lente en herfst zich kunnen vereenigen. Hebben
niet beiden een tegenovergesteld karakter?"
De majoor lachte.
„Gij kwelt u zelven," antwoordde hij. „Zou de
hsrfstzon, die heden zoo warm schijnt, ook niet
lentebloemen tot bloei kunnen brengen Eu gij
staat bovendien nog lang niet in den herfst van uw
leven."
„Zie mijn grijzen kop maar aanVallen de bla
deren in den zomer af?"
„De uiterlijke schijn bedriegt u; uw hart levert
u immers het bewijs, dat gij nog niet oud zijt."
„Plösznitz, zoo oordeelt gij. Zal een jong meisje
dit alles niet met geheel andere oogen aanschouwen
Of gelooft gij, dat het Dora bij hare schoonheid
en bij het geld haars vaders aan jonge minnaars
zal ontbreken
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post 3.60
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels f 0.75
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
specteur in de Provincie Noordholland is executoir
verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger
der directe belastingen binnen deze gemeente ter
invorde: ing is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt
alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aan
slag behoorlijk acht te geven, ten einde alle ge
rechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zou
den voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 28en Juli 1836.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd.
G. LANGENBERG.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen
Gezien art. 219, 2de alinea der Wet tot regeling
van de zamenstelling, inrichting en bevoegdheid der
Gemeentebesturen, brengen ter kennisse van de
ingezetenen, dat de rekening dezer Gemeente over
liet afgeloopen dienstjaar 1885 ter Secretarie voor
ecu ieder ter lezing is nedergelegd van af heden
tot en met den 13en Augustus e. k., van des
voormiddags tien tot des namiddags twee ure,
en hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen betaling
der kosten algemeen verkrijgbaar wordt gesteld.
Schagen, den 31cn Juli 1886.
Burgemeester en Wethouders v loruoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
„Zeker niet," antwoordde de majoor bedaard.
„Ik ben er zelfs vast van overtuigd, dat zij dooi
de jonge heeren meer lastig gevallen wordt, dan
haar vader lief is; ik ken haar nog weinig, doch
als mijne menschenkennis mij niet bedriegt, danligt
er iets in hare groote oogen, dat voor u pleit."
„Wat ligt er in vroeg de baron schielijk.
„Verstand en slimheid,// gaf de majoor ttn antwoord.
„Zij zal tot zich zelve zeggen, dat van allen, die
naar haar hand dingen, geen enkele haar een rang
en naam kan geven, gelijk gij. Of denkt gij, dat
misschien liet hart eener vrouw vrij van ijdelheid
is? Die drie woordjes mevrouw de barones' zullen op
haar hart meer invloed uitoefenen, dan alle jonge
minnaars
„Op haar hart Misschien op haar versland
„Neen," ging Plösznitz voort. „Buschbeck, of
schoon ik nooit gehuwd ben geweest, ken ik de
vrouwen toch beter dan gij. De vrouwen oordeelen
met het hart. Wanneer Niemitz' dochter verlangt,
mevrouw de barones te worden, en dat zij dit
verlangt, daarvan ben ik overtuigd, dan behoort
haar hart u. Doch gij zelve zult het beste weten,
hoe zij tegen u is. Zoudt gij werkelijk nog in twijfel
verkeeren, of zij u lief heeft?"
„Ja."
„Dan geloof ik dat de schuld meer aan u ligt,
dan aan haar. Een meisje zal zelden hare genegen
heid openlijk toonen, dat moogt gij niet eerder
verwachten, dan wanneer gij haar uw liefde hebt be
kend. Hebt gij dit reeds gedaan?"
„Neen ik heb daartoe nog niet den moed
ge'.iad."
„Hoe is zij tegen u? Onbevangen vroolijk?"
„Zij is zeer aardig, maar toch terughoudend, zij
is ook meer ernstig dan vroolijk."
«Dat vind ik zeer natuurlijk. Voor zoover ik
haar kan beoordeelen, is haar karakter meer van
ernstiger aard. Doch gij moogt ook niet uit het
oog verliezen, dat zij als jong meisje staat tegenover
u, den man op rijperen leeftijd, en zij zal in u nog
altijd den baron zien. Gij moogt verzekerd zijn van
de volle toestemming van den apotheker, want hij
is immers in het oogloopend voorkomend jegens u.
Maar eene vraag moet gij mij rondweg beantwoorden.
Buschbeck, zeg mij oprecht, is het uw ineening,
Niemitz' dochter te trouwen?"
„Natuurlijk", gaf Buschbeck openhartig ten ant
woord.