L G E AI li E N Ai I E l \v s- Landbouwbla DWALING» DES HARTE. Ao. 1880. A ivebtentie- D'MDERDAG J WINKEL, Laan, Wijk D, No. 5. 20 AUGUSTUS. Gemente Schagen. Bekendmakingen. Werviig voor het leger ir. Oost-lndië. BRIE Tl5 H QTt TiS T Eli A M. 30s/e Jaargang. Jiï. 2014. schager Dit blad vershijnt tweemaal per week Woens- dat/- en Zaieiai/avond. Bij inzending tot 's middags 12 ue, worden Advertentiën in het eerstuilkomenanumraer geplaatst. coi e; a x t. Ingezonden sikken één dag vroeger. r,-^TgBW«5araa Jiaagaasi UITGEVER: TE SCH AGEN, Prijs per jaar f3.Franco per post 3.GO -L Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels ƒ0.75 iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. De Burgemeesir van Schagen, vestigt de aan dacht van hun ce daartoe lust mochtsn gevoelen, op de voordeelige voorwaarden, waarop eene ver- hintenis kan woro.n aangegaan als Soldaat bij het leger in Oost—Inde] omtrent welk voorwaarden, bij aanplakbilletten reds bekend gemaakt, zoo noodig inlichtingen worde gegeven ter gemeente- secretarie- Schasn, den EOen Augustus 1886. i Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. t. Waardoor do Amstrdammers te hoop loopen. Wan deling naar het Volksirk. Eene onaangename aanraking met de politie. Crl aan het woord. Een socialist die geleerd wil zijn e onzin vertelt Een kijkje in de Germaansche godenwreld. Hertusdag, Hartjesdag. De jolige Jordaners, - De zoons van Bokkebek. Een lijkrede. Roman van IREDRICIL 1R1EDR1CH. X. 23.) Den volgenden mo;en begaf Niemitz zich naar het landgoed van zij schoonzoon. De baron liet hem door den bediere zeggen, dat hij voor hem niet te spreken was. fiemitz schreef dadelijk eenige regelen, waarin hij lie. verzocht, hem voor eenige minuten gehoor te wiliu verleenen, doch de bediende bracht den brief ongezen terug. Niemitz snelde nairde kamer zijner dochter en in zijne opgewondenlel bemerkte hij niet, hoe koel Dora hem ontvhg //Uw man heeft mj afgewezen,// riep hij uit, maar ik moet hemsjreken //Waarom vroe Dora steeds op denzelfden koelen toon. //Ik moet hem spfken Dora spoed u tot hem, tracht hem te bevgen, dat hij mij gehoor verleent." J J o //NeeD, dat zal ik iet doen, zijn wrok is recht vaardig, want gij hebtlem en mij bedrogen e apotheker deinsceontsteld terug. fora, mij mij >«gt gij het zulk eeu woord te zeggen riep hij uit ff Heb ik de onwaarhei gesproken antwoordde e jonge vrouw ernstig, „Gij hebt mijn geheele levensgeluk vernietigd /verkocht fflk wilde uw gein vestigenviel Niemitz haar in de rede. //Mijn geluk?» herhude Dora. ffGij hebt het evengoed geweten als ik, dat ik met een man, dien i niet liefhad, niet gAtkig zou kunnen worden. 1 rS,U ze'ven> Gx hoeïerre ik een vader nog kan iet hebben en achten, d.op zulk een wijze zijn kind heeft verraden de Ver^'e' ^nastig, in etr zenuwachtigen toestand, Niemitz zonk op een ?tiel neder, en bedekte het gelaat met beide handen, Hij had gehoopt, met ige tong en vriendelij gelaat den baron te verzoenen, hij had verwact, dat zijn dochter hem daarbij zou ondersteunen - nu had ook zij zich van hem afgewend. Heftig prong hij op. Was hij oor allen verlaten en verrien Hoe afschuwlijk ij zelve gehandeld had, be'eep hij ter nauwernood, want zijn geweten had reed lang het bewustzijn van 2°ed en kwaad verlorei Ware dezelfde daad Sedert mijn vorigen brief heb ik heel wat avon turen gehad, zelfs levensgevaarlijke, maarik leef nog. Door nieuwsgierigheid en politieke tinnegieterslust gedreven, ging ik Zondagmiddag, den löden dezer, naar het Volkspark, waar de fameuse Croll, de gewezen ambtenaar bij het ministerie van binnen- landsche zaken, thans aspirant—volksmenner, eene redevoering zou houden voor zijne partijgenoote», de sociaal—democraten. Ik ben eerlijk genoeg om mij zelf en anderen te bekennen dat ik eigenlijk een beetje op de kans speculeerde dat er eeu standje zou plaats hebben. Niet dat ik nu zoo van standjes houd, och neen, maar ik ben op dat punt net als sommige Ame rikanen wanneer ik 's morgeus verneem dat er den vorigen avond een gevecht of een brand is geweest dan beklaag ik de menschen die daarbij door builen of waterschade, de nadeelige gevolgen moesten dragen, maar ik heb tevens razenden spijt dat ik geen ooggetuige ben geweest. Als ik het nu goed naga dan is dat niet alleen Amerikaansch, maar niets minder dan echt Amsterdamsch, en misschien kan juist deze opmerking het feit verklaren, dat hier om een haverklap zooveel volk op de been is. Het is de lust om er toch vooral nzdf' bij te zijn geweest. z/Kaik, daar is hl standje, daar motte we bei sein hoort men de lui tegen elkaar zeggen bij elke samenscholing, om het even of een verschil van hem gelukt, dan zou hij er met voldoening op hebben teruggezien. Inwendig deed hij Dora de hevigste verwijten, in zijne oogen was zij eeu ondankbare. Zonder nog eenmaal te beproeven, haar te spre ken, keerde hij naar huis terug en had ruimschoots den tijd, om zijn veranderde verhouding na te denken. Weicige dagen later trok hij naar de residentie, waar hij zijn schoonzoou niet miste en waar niemand wist, dat hij met dezen en zelfs met zijn eigene dochter in onmin leefde, Nog een andere oorzaak trok hem naar de residentie. Als schoonvader van een baron meende hij, dat op hem de verplichting rustte, nu op een grooten voet te moeten leven, zijn vermogen was daartoe niet voldoende, hij wilde hetzelve derhalve vermeerderen en geloofde dit doel door beursspe- culatiën te bereiken. Hij had eenige bekenden, die langs dien weg in korten tijd zeer vermogend wa ren geworden, het zou hem dus te minder kunnen mislukken, omdat hij van zijn eigen slimheid de beste meening had. XI. De verhouding tusschen den baron en Dora was er niet beter op geworden. Dora was wel iets vrien delijker tegen hem, doch hij wist nu beslist, dat zij hem niet lief had, dat zij slechts gedwongen was, de zijne te worden, en die gedachte verteerde hem. Hoe verbitterd hij ook op den majoor was, toch mistte hij hem nog, want hij verveelde zich, wan neer hij te huis was. Dora trachtte hem over te halen, zich meer gelegen te laten liggen aan het beheer van het landgoed; het was haar streven, hem bezigheden te verschaffen, doch hij had daarin geen lust. Waartoe zou hij zich inspannen, daar hij zijn leven toch als mislukt beschouwde. Tot zijn ongeluk geraakte hij ook nog in vijandschap met zijn naasten buur man, een grondeigenaar, waardoor hij ook van die vriendenkring werd uitgesloten. Dit vermeerderde nog zijnen wrevel. Daar leerde hij door toeval in de herberg, die alleen op het midden der heide stond, een rijken houthandelaar en een gewezen molenaar kennen hij trof hen daar meermalen aan, hij mocht hen wel lijden en spoedig ontmoette hij hen daar alle dagen en dronk en speelde met hen tot laat in den nacht. Hij trachtte dit geheim te houden, daar hij zich toch over den omgang schaamde, doch het bleef geea geheim, maar niemand waagde het, hem daar over eenig verwijt te doen. Toen Dora dit op zeke ren dag deed, voer hij heftig tegen haar uit, en nu meening, dat zich uitspreekt in een uitwisseling van vuistslagen, dan wel een in de gracht getuimeld# kat de oorzaak is. Onbevredigde nieuwsgierigheid, zij is een nachtmerrie voor eiken rechtgevaarden Amsterdammer! Ik gaf dus toe aan dezen stedelijken karaktertrek en kuierde met mijn hoogen hoed op en mijn Zondagsche witte zomervest met bloempjes aan, een erfstuk in de familie, naar de Noordermarkt, ging de Westerstraat door en zoo, langs de Marnixstraat naar de Raampoort, die» er niet meer is. 't Was wel niet de kortste weg maar ik had den tijd en 't was heerlijk weer. Och, och, wat was hier alles veranderd sedert mijn jeugd Ik peinsde daar nog over toen ik aan den ingang van het Yolkspark kwam, en voelde mij eensklaps beetgepakt, één hand op mijn schouder en een andere op dat gedeelte van mijn witte vest waar mijn horloge en iets hooger mijn hart pleegt te zitten. Het laatste stond on- middelijk stil; ik daverde letteilijk op mijn grond vesten toen ik mij van aangezicht tot aangezicht tegenover eenige politieagenten bevond, die mij op dreigenden toon toebeten //Heb je ook wapies bij je Ik stamelde ik weet niet meer wat, zoo iets van: //Nooit een vlieg kwaad gedaan....!" en kwam met doodsbleeke wangen en knikkende knieën in de vergaderzaal. In het begin begreep ik niets, maar kwam eindelijk weer tot raezelven, toen Croll het woord kreeg. Hij hield eene redevoering over zweeg zij ook. Dora droeg haar lot met een kalmte, die hare geheele omgeving omtrent haar karakter op een dwaalspoor bracht. Allen hielden haar voor koel en ongevoelig en toch was zij dit niet. Zij was alleen te trotsch, om te tooneu, wat er in haar omging; zij droeg alles in stilte. Alleen in de pastorie begreep men haar en vond zij weerklank. Het toeval had haar in kennis ge bracht met Hedwig en al spoedig hadden beiden zich bij elkander aangesloten. Het kalme, bedaarde, zachte gedrag van den geestelijke deed haar goed. Met zijn eigenaardigen tact vermeed Ebers zorgvul dig, over den baron te spreken, maar des te meer malen en met te meer geestdrift sprak hij over Horst. Hij las haar de brieven voor, die hij van haar ontving en uit den inhoud daarvan maakte zij voor zich het beeld van een edel jong man. Dat Hedwig Horst lief had was voor haar al spoedig geen geheim meer, want het geheele voor komen van het anders zoo stille meisje scheen te veranderen, zoodra er over Horst gesproken werd. Het bloed steeg haar dan naar de wangen, hare oogen schitterden, haar hart sloeg sneller. Dora verheugde er zich in stilte over, want zij was te edel, om Hedwig niet een geluk te guunen, hetwelk haar zelve ontzegd was. De baron bekommerde zich weinig om Dora's bezoeken aan de pastorie, hij scheen door het ver keer met de mannen, met wie hij omging, steeds dieper te zinkenhij was onverschillig geworden. Zoo waren er bijna twee jaren verloopen sedert Horst's vertrek, toen Buschbeck eindelijk van zijn zoou een brief ontving, waarin deze hem mede deelde, dat hij spoedig tot hem zou terugkeeren. Hij vertelde het Dora, maar voegde er verder niets bijtrouwens hij had met haar maar hoogst zelden over zijn zoon gesproken. //Verheugt gij er u niet in hem weder te zien vroeg zij. Buselibeck zweeg. Hij dacht er aan, hoe hij tegenover zijn zoon zou optreden, en een gevoel van schaamte overviel hem, want dat het met zichzel- ven sterk bergaf was gegaan, daarvan was hij zelve overtuigd. Steeds meer en meer had hij zich aan den drank overgegeven en hij bezat de kracht niet meer zich te herstellen. Waartoe ook Dora herhialde nog eenmaal hare vraag. Ja ja riep Buschbeck ongeduldig uit, sprong van zijn stoel op en verliet het vertrek. Verbaasd keek Dora hem na. Zij wist, dat hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1