Wordt Vervolgd. Binnenlandsch Nieuws. het Koningschap". De redevoering was duidelijk n helder, de voorbeelden dikwijls met oordeel gekozen, de gevolgtrekkingen zeer brutaal eu de strekking opruiend. Bij vergaderingen als deze is de redenaar van te voren van bijval verzekerd, want het publiek voor het meerendeel uit geestverwanten saamgesteld, is steeds zeer gewillig en genegen tot applaus, zelfs al begrijpt het geen tittel of jota van hetgeen er gezegd wordt. In zijue overigens duidelijke redeneering wilde Croll op een oogenblik betoogen dat een regeering saamgesteld uit een koning en eene volksvertegenwoordiging onnatuurlijk, onwettig was. Toen hij nu hierbij eens erg geleerd wilde zijn, lichtte hij zich op vermakelijke wijze een beentje. Hij haalde n I. het woord van Lafayette aanDe stellingclie het midden houdt tusschen twee stellingen waarvan de een den ander opheft, moet noodzakelijk valsch zijn, en trachtte dit vol gender wijze te verduidelijken „Stelling «.2X4 8 ofde macht behoort bij het volk. Stelling 5. 2 X 4 10 ofde macht behoort bij den Koning. Plaatst men nu tusschen deze twee stellingen de stelling c. 2 X 4 9 ofde macht behoort aan eenige volksvertegenwoordigers en den Koning te zamen, dan blijkt dat deze laatste leugen de twee andere leugens noodzakelijk vernietigpn moet." Het volk stampte en schreeuwde, bij wijze van instemming met dezen nonsens. Ik kan verzekeren, dat dit woordelijk was, wat hij zeide; ik moet zeg gen met veel moeite, maar ik ben er toch in geslaagd, te doorzien, dat wanneer de redenaar zijne stelling die zijne overtuiging uitdrukte, als middenstel ling had genomen, de slotsom tenminste niet zoo averechts was geweest. [Dit moge dienen als staaltje van socialistische redeneerkunde Ik ging niet erg gesticht door deze redevoering, in de pauze weg en zocht mijn troost in het heerlijke Vondelspark, waar het me ten slotte gelukte, door frissche lucht en eené hoeveelheid spuitwater, mijn geschokte zenuwen en mijn ont stemd gemoed tot bedaren te brengen. Ieder Amsterdammer weet wat Hartjesdag is, tenminste hoe dien dag van oudsher gevierd werd. 't Verwonderde dan ook niemand, Maandag reeds vroeg meer zwaaiende en zingende menschen te zien, dan de gewone lichting Maandaghouders oplevert. Weinigen weten echter, wat de oorspron kelijke beteekenis is van dat feest, en wanneer ik mij nu verstout, dat even uit te leggen, dan is dat geen hooge wijsheid, maar alleen een bewijs dat ik ten behoeve van belangstellenden, „De Volks vermaken" van Ter Gouw heb opgeslagen. Tegen alle mogelijke spitsvondigheid in is het zeker, dat de Hartjesdag in de Germaansche godenleer wortelt en dus veel ouder moet zijn dan het tijdperk dei- zijn zoon vroeger al zeer weinig had lief gehad; zij verkeerde in het geloof, dat de verzoening met hem oprecht was geweest, want Horst had steeds in liefderijken vorm over zijn vader geschreven Buschbeck scheen evenwel dit niet te gevoelen. Hoe geheel anders werd het bericht opgenomen, toen Dora nog op denzelfden dag in de pastorie mede deelde, dat Horst spoedig terug kon zijn. „Wanneer wanneer komt hij P" riep Hedwig vol vuur uit, voor een oogenblik vergetende, dat zij hare liefde voor Horst nog nooit openlijk had bekend. „Hij heeft den dag niet bepaald," antwoordde Dora lachende. Toen Hedwig dit lachje ontwaardde, overtoog een donkere blos haar gelaat en verlegen boog zij zich over haren arbeid. De geestelijke gaf onverholen zijne vreugde te kennen. „Ik heb hem gemist," zeide hij, „De twee jaren, gedurende welken tijd ik hem niet gezien heb, zijn mij zoo lang gevallen, als waren het twee eeuwen. Gij zult van hem houden," zeide hij nu tot Dora, „en ik ken niemand, die meer verdient bemind te worden, dan hij." „Ik kan mij nog niet voorstellen hoe ik mij tegenover hem zal plaatsen," antwoordde Dora. „Ik moet zijn moeder zijn, en ben nog eenige jaren jongen dan hij." „Gij zult zijne vriendin worden," zeide E'oers. „En laat ons nu voor de eerste maal spreken over eene verhouding, van welke ik tot heden met opzet geen woord heb gerept. Tusschen vader en zoon bestaan twee verschilpunten, die wel een weinig op den achtergrond zijn gedrongen, maar die toch niet uit den weg geruimd zijnik vrees, dat ze weder te voorschijn zullen komen en dat wel scherper dan ooittracht gij hen te verzoenen ik wil geen van hen beiden de schuld geven, deze ligt aan de om standigheden ik wil uwen echtgenoot nog minder er een verwijt van maken, maar voor Horst's voor treffelijk en edel hart kan ik instaan, want ik ken hem van zijn jeugd af aan en ik zou een eigen zoon niet meer kunnen liefhebben dan hem." „Ik zal hen verzoenen," zeide Dora en reikte den geestelijke de hand. Hedwig snelde nu op Dora toe en wierp zich aangedaan aan haar borst. Haar vader staarde haar verbaasd aan, hij begreep haar niet. Dora omarmde hare vriendin hartelijk en lachte, zij was er van overtuigd, in Hedwig hare toekomstige schoondochter te omarmen. o-rafelijke regeering, De viering op Maandag na Maria' Hemelvaart wijst op een groot feest, dat aan eene voorname godin moet gewijd zijn geweeest, want de kerk plaatste de groote heiligen juist op zulke feesten, om deze daardoor te bedekken en te begraven. Die Germaansche godin nu, kan geen andere geweest zijn als Hertus, de godin der aarde en der vruchtbaarheid, zoodat het Hertusfeest oor spronkelijk een oogstfeest was. De eeredienst dezer godin was door geheel Germanië verspreid en hoewel men haar niet eens meer kent, maakte men toch altijd optochten en versieringen, te harer eere, zooals onze voorouders vóór achttien eeuwen. Meer dan duizend jaren zijn de lieden aan den Ainstcl en het Spaarne reeds Christenen, maar bleven toch naar voorouderlijke gewoonte jaar op jaar den ller- tusdag herdenken. Zoo taai zijn de traditiën van het Germaansche Volksleven Met deze wetenschap toegerust, in het boek van den geleerden lieer ter Gouw in de universiteits bibliotheek opgedoken, begaf ik mij op den avond van den Hartjesdag naar den Jordaan om te zien in hoeverre de bewoners ditmaal hunnen Germaau- schen oorsprong eer zouden aandoen. Edoch, ik ver gat spoedig mijne historische studiën, want ik had met geen oude Batavieren of Kaninefaten te doen, maar wel degelijk met stevige negentiende eeuwsche Jordmers, die uitgelaten pret hadden en blijkbaar niets meer van Brinio en Romeinen wisten. Maar al waren het dan ook geen heidenen meer, ze maak ten toch een heidensch „spektakel" Kinderen in bonte pakjes gestoken, dansten op de maat der har monica, door vader bespeeldvolwassenen trokken in breede gelederen zingend en joelend door het kruisnet dezer straten met bloemrijke namen. Kleu rige lampions wierpen zonderlinge licht-effecten over het menschengewemeloveral vlaggen en papieren, waarin het oranje de hoofdkleur vormde, en onafge broken siste, kraakte en knalde het door de lucht van dartele voetzoekers en springlustige zevenklappers. De oude, vergeten godin Hertus kon tevreden zijn al wisten de Jordaners niet meer dat zij door haar zulk een pret hadden. Zij kon het vooral omdat de vroolijkheid onschuldig en ongedwongen was en niet in brooddronkenheid ontaarde. Minder stich telijke tooneeltjes kon men in andere wijken zien, maar de Jordaan hield zich goed en jubelde tot laat in den nacht. Toen Vrijdag, den 20sten jl., de gebroeders Mens, de zonen van wijlen den burgemeester van de Wil lemstraat, bijgenaamd „Bokkebek," bij Kon. Besl. tot broeder in de orde van den Nederlandschen Leeuw werden benoemd, wegens hun kloekmoedig gedrag bij het oproer, verheugde ik mij daar zeer in, want ik beschouwde het als een hulde aan de goede kern der bevolking van den Jordaan, die ik vooral op Hartjesavond beter dan ooit leerde kennen. De in druk, dien ik toen meenam was deze „Die men schen zijn waarachtig zoo kwaad nog niet, maar jongens, het zijn zuike harde koppen!" Helaas, zij is overleden, in den aanvalligen leef tijd van een-en-twintig dagen! Zij ging den weg van alle vleesch en brood, maar stierf niet aan uitputting of verval van krachten, doch in den bloei harer jeugd en schoonheid. Honderde bewezen haar Maandagavond onder het geboomte achter het paleis de laatste eer en herinnerde elkander dankbaar ge stemd, hoeveel zoets en aangenaams de overledene zoo velen had verschaft in haar kortstondig leven. Zij stierf met een glimlach op de lippen, terwijl Ooenen's kapel haar een loflied speelde, want allen hadden haar lief, landgenooten en vreemdelingen. Ieder die ooit de overledene bezocht, zal beseffen wat Amsterdam in haar verloor, het blijft ons echter een zoeten troost dat zij jaren lang in aangename herinnering zal blijven, wantde Bakkerij tentoonstelling heeft alien nut en genoegen verschaft Jan van dbn Dam. De Bakkerij-tentoonstelling is door 90.828 personen bezocht. „Het zeebanket", de gezouten haring, viert dit jaar zijn 500-jarig jubileum. In 1386 vond Willem Beukelszoon van Biervliet het haringkaken uit." Na dien tijd werd door verschillende redactiën en ook door een Bier- vlietenaar in den Spectator de aandacht op dit feit gevestigd. De buitenlandsche bla den nemen nu ook nota van het bericht, zelfs lezen wij in een dier bladen, dat men zich voorbereidt om het vijfhonderd jarig be staan der gezouten haring, dien bron° van Hollands eersten rijkdom, met groote plech tigheid vieren! Aber wo? Aber wann? Een arme zieke te Hoogvliet ontving onlangs een bezoek van een welgesteld inwoner dier plaats. Na de nooden van den arme ver nomen te hebben was de bezoeker zoo aan gedaan, dat hij een der buren verzocht bij hem te komen, dan zou hij hem versterkende middelen voor den zieke meegeven. Natuur lijk werd aan dat verzoek gevolg gegeven, en tot zijn eer zij gezegd, dat de menschlievende man woord hield. Hij gaféen ei. Dezer dagen werd onder de gemeente Houten een landbouwer in den vhier ten door een adder, die in een verscholen lag. Na de wond te hebe?"'^ gewasschen, sloeg_ hij er geen ncht L"p Ult' Nu ech.er (loon zich sporen van vigjfp °')- voor en heeft hij zich in het ziekidn Utrecht onder geneeskundige behaiieli"8 te steld. W Al weder een ongeluk met onl Ma Bij liet binnenkomen co Nieuwedib jl' h6' derdag van het oorlogschip Het D0\ \v°n" deze bodem in aanraking met hetin de h liggende schroefstoomschip le kin je Koni Emma der Nederlanden, en brak bij die "l"' legenheid een stang en gaffel. ®c' Pas heeft de Minister eene col missie h' noemd om het ongeluk dat dl Schond trof, te bestudeeren, nu kan hijben twee? benoemen om dit nieuwe ongeve| te Leoor° doelen Intusschen, als het zóó dat met n„ oorlogschepen m tijd van vrede, wat 211|]e, wij dan in oorlogstijd te wachtei hebben De Staats-Courant behelst ht vol>ren(|e bericht „Bij Koninklijk besluit van 8 'Augustus 1886 No. 24 zijn Leendert Met; en Jacobns Mens, wonende in de WillemsUat te Am. sterdam, benoemd lot broeders inde orde van den Nederlandschen Leeuw." Hun onderscheidingsteeken is en zilveren medaille, aan welks eene zijde ht zinnebeeld der orde van den Nederlandschen eeuw prijlp zijnde een leeuw, zooals hij in l;t wapen van het rijk voorkomt, gedekt met len gouden Koninklijken kroon, aan de andce zijde heeft de medaille de spreuk der ore V i j-1us Nobilitat. 1 >eze medaille liaigt aan een Nassausch blauw lint, ter breedt van ander hal ven duim. Als bijzonderheid, die te\ens oet zien, hoe veelzijdig nuttig die instelling va het broeder schap van den Nederlandschen leuw is, dient nog vermeld, dat aan deze oderscheiding een jaarlijksche toelage van 20 verbonden is, welke som voor de helft op de weduwe overgaat. r? -i 1 Bij de besproken onderscheichg laat zich i als van zelf de volgende aanshten Bij Koninklijk besluit van 19 Augustus j 1886 No. 22 is, als blijk van Zaer Majesteils e goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuigscrifc, ingesteld 81 bij Koninklijk besluit van 22 Sptember 1855 No. 64, toegekend aan de weawe Buurman, I geboren Christina Van der \\>ude, en aan I P. J. Singels, te Amsterdam, weens de redding I van een inspecteur van politieop 25 Juli II, die door de oproerige menije bijna werd verdronken. De gebroeders Mens zijn bionder ingenomen met hunne benoeming tot broeds in den orde van den Nederlandschen Leeuw. En t meer, wijl de be- looning voor hun moedig gedrag;oo geheel onver wacht kwam. Toen zij Vrijdag biden burgemeester j werden ontboden wisten zij „van deiprins geen kwaad" Jacobus wilde zoo maar „in zijnjewone spulletjes" ,r gaan, maar Leendert bracht zijn broeder aan het g verstand dat men „knapjes voor in Achtbare inoest corapareeren." Gelijk reeds vermeld werd, oibingen zij van ver- schillende zijden blijken van bebigstelling. Zater- I dagochtend vertelden zij niet zeder voldoening dat E er al ver in de twintig brieven e briefkaarten w I ren gekomen. Ook de visckrarkt, waar beiden dagelijks handel drijven, liet zicj niet onbetuigd- ït De aanlegplaats was met het dundoek getooid. Leendert is 44 jaren oud, getrawd eu vader van m acht kinderen. Jacobus is de zeng bijna gepasseerd, q Zij wonen in de Willemstraat, 'oorheeu het Uan- id sche pad genaamd, en destijdstene smalle, onaan- k, zienlijke gracht, gelijk men ka zien op de fraaie j aquarel, die zij oulangs ten gekenke ontvingen en f waaraan eene plaats werd ingeiiimd aan den wan j. van de mooie kamer bij Leenckt. Er zijn daar relequien, zou men zeggen, ml het oog op de? n hechtheid die de eigenaar er bor aan den dag wanneer hij ze den bezoeker toort Bij het raam li»|k o. a. het portret van prinses Ulbelmina; een U den kroon op een kussen prikt op de kls e e enkele blik op de gezichten «a Leendert en^J^ vrouw bij dit portret, vestig'de overtuiging» 1 het aanvallig koningskind eeit ruime plaats m hart bekleedt, en dat de uitlukking „denoop vaderlands" voor hen geen jfele klank 1S- I Verder ziet men, behalve «rtretten, de 8'be izell der koninklijke familie in is, onder een g i stolp. Een groote vlieger, ïjt het stedehj hangt eveneens aan den waL Joor In de woning van Leend't, welke je]jj]c I eene gang binnentreedt, ziehet er "eten, zieD, uit. Zij getuigt van weistal, en men 't„ forsch I dat de huisvrouw, een stoo vrouw, met tl maar vriendelijk uiterlijk, da hand aa ja Het spreekt vanzelf, dat j "iet weinig

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 2