Landbouwbla d.
50 SEPTEMBER.
A L(i lill E E N
A DVERTES'TIE"
DONDERDAG
DWALINGEN DES HARTE.
Ao. 1886.
30v/e Jaargang.
JU 2023.
A' I E l W S-
Gemeente Schagen.
Bekendmaking.
Herhalings-Onderwijs.
WINK
Binnenlandsch Nieuws.
COURANT.
SCHAKER
Dit blad verschijnt, tweemaal per week: Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
zuL-sbs.'.rrrxr'—- :m.-a-m^uuampjl
Burgemeester en Wethouders van Schagen, bren
gen ter kennis van belanghebbenden, dat het Her
halings-Onderwijs, aan de gemeenteschool aldaar,
zal aanvangen Maandag 4 October a. s., des avonds
ten vijf ure.
Tot de Herhalingsschool worden alleen leerlingen
toegelaten, die het gewoon Schoolonderwijs genoten
hebben het onderwijs wcrdt kosteloos gegeven.
De leerlingen kunnen zich, medebrengende hun
vaccinebewijs, aanmelden aan de gemeenteschool,
op Vrijdag 1 October e. k., des avonds van vijf
tot zes ure.
Schagen, den 24en September 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
UITGEVER:
TE SCHAGEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Dinsdagmorgen, omstreeks 9 ure, ontstond
er brand in de timmermanswerkplaats van den heer
P. Westenberg te Haringbuizen, welke brand in
korten tijd het huis geheel en al aan den grond
legde. Van den inboedel heeft men nog het een en
ander kunnen redden.
De eigenaar was voor zaken afwezig.
De brand schijnt ontstaan te zijn door dat een
der kinderen in de werkplaats met lucifers speelde,
waardoor de krullen in brand schijnen geraakt te zijn.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft den
socialist Geel wegens poging tot moord op den
commissaris van politie J. I). Stork, op 4 Juli jl.,
veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 8 jaren en
de kosten van het geding.
Te Akkerwoude is dezer dagen een behoef
tige familie aangenaam verrast, toen bij het over
lijden eener hoogbejaarde grootmoeder een spaarpotje
werd gevonden, inhoudende niet minder dan vijf-
en-veertig honderd gulden, bestaande hoofdzakelijk
in gouden tientjes, zilveren dukaten en muntbil
jetten van verschillende waarden.
Noch de grootvader, noch een der kinderen wist
bij of voor het overlijden iets van den verborgen
schat, die zorgvuldig ingepakt in de bedstede was
bewaard geworden.
Het beeld van Hugo De Groot te Delft stelt
dezen voor in toga, met een boek in de eene en
een pen in de andere hand. De wijde toga, in
plooien neerhangende en van onderen saamloopende,
laat de net geschoeide voeten vrij, terwijl aan den
hals het open kleed den geplooiden kraag laat zien,
die den krachtigen kop van den denker voordeelig
doet uitkomen. De vervaardiger is er bijzonder in
geslaagd, de aandacht te trekken voor het fijnbe-
sneden gelaat, dat tot den toeschouwer spreekt.
Roman van IRIEDRICI1 I'RIEDR1 CU.
XIV,
32.)
Horst leed nog heviger dan Hedwig. Toen hij
Dora had verlaten, hadden zeer neerslachtige
gedachten zich van hem meester gemaakt. Waarvoor
zou hij een leven voortslepen, dat voor hem geen
waarde meer had Het besluit, dezen last van zich
af te werpen was in hem opgekomen, doch toen
was in zijne verbeelding de kleine gestalte van den
geestelijke hem verschenen en diens ernstige, eerlijke
oogen haddenhem vermanend aangezienDaarop had
hij die akelige gedachten laten varen en het besluit
genomen, den rampzaligen hartstocht, die hem bijna
verteerde, te bestrijden en te overwinnen. Hij leed
een onbeschrijflijke kwelling, hij streed met alle
kracht, en meer en meer kwam hij tot de overtuiging,
dat hij niet in Dora's nabijheid mocht blijven en
haar niet mocht wederzien. Zoolang het mogelijk
was, haar op één dag te bereiken, achtte hij zijn
kracht niet sterk genoeg, om aan de verleiding
weerstand te kunnen bieden, en wanneer hij haar
weerzag, dan waren al zijn moeite en strijd tevergeefs
geweest.
Hem bleef nog een andere weg open, hij moest
weder op reis gaan hij moest zich zeiven de mo
gelijkheid afsnijden, Dora weder te zien. De middelen
om op reis te gaan, bezat hij immers. Hij diend
zijn verzoek om ontslag uit den dienst in.
Niettegenstaande zijne meerderen hem trachtten
over te halen, het vooruitzicht op een schitterende
toekomst aldus niet te vernietigen, bleef hij toch
standvastighij gaf voor, geen liefde meer voor zijn
carriere te bezitten, en het ontslag kon hem niet
geweigerd worden.
Toen hij het eindelijk ontving, gaf hem dit eenige
verlichtinghet gevoel der vrijheid, waarnaar hij
zoo vurig had verlangd, verdrong voor een oogen-
blik datgene, waarvoor hij ze had aangevraagd.
Zijn vader noch Ebers wisten iets van zijn besluit
eu hij stond op het punt beiden te schrijven, toen
hij een brief van zijn vader ontving.
Met weinige woorden deelde deze hem mede, dat
bij een lichte aanval van beroerte had gehad, die hem
bevreesd maakte en waarna het hem zeer wenschelijk
toescheen, met hem over Dora's toekomst te spreken-
«Het is mijn plicht, wanneer ik moet sterven, haar
niet onverzorgd achter 1e laten, want zij heeft mij
een groot offer gebracht," zoo eindigde hij den brief.
«Zij heeft met haar vader gebroken, deze moet
bovendien, naar ik hoorde, zijn vermogen aan de
beurs verspeeld hebben; bij hem zal zij dus geen
bescherming vinden. Is het u mogelijk, kom dan
spoedig over."
Deze regelen verwekten bij hem een zonderling
gevoel. Het was niet de angst om het leven van
zijn vader, maar de vreugde, Dora weder te zien.
Weg was zijn besluit, daar hij voor zijn plicht hield,
aan de roepstem van zijn vader gehoor te geven;
weg was alles, wat hij door zwarea strijd had
gewonnen; met vermeerderde kracht deed zijn harts
tocht zich nu gelden.
Het was reeds te laat, om het landgoed van zijn
vader nog denzelfden dag te bereiken toch verliet
hij onmiddellijk de residentie, want hij wilde liever
een nacht op reis doorbrengen, om maar geen uur
te verliezen.
Reeds vroegtijdig kwam hij den volgenden morgen
op het landgoed aan; hij werd nog niet verwacht,
want de bediende was over zijn vroege komst zeer
verbaasd.
Dora ijlde hem tegemoet. Hare wangen waren
zeer bleek, een vluchtig rood toog over haar gelaat
toen zij hem de hand reikte.
«Uw vader heeft mij eerst van morgen gezegd, dat
hij u geschreven en verzocht had, over te koinen,"
zeide zij.
«Hoe gaat het met hem vroeg Horst.
«Goed. De arts was gisteren hier en heeft mij
de verzekering gegeven, dat er niet de geringste
aanleiding tot vrees was. Hij heeft hem wel is waar
bevolen, eenige dagen zijn rust te nemen, doch uw
vader gevoelt zich zoo wel, dat het mij moeite
heeft gekost, hem tot heden zijn Jcamer te doen
houden. Hij verwacht u nog niet en zou het liefst
een wandelrit gemaakt hebben."
«Ik ben dadelijk na de ontvangst van zijn brief
afgereisd; doch het was mij helaas, niet meer mo
gelijk hier nog voor den nacht te zijn."
«Gij ziet er zeer bleek uit," merkte Dora op,
die ontstelde over de verandering, welke er met
Horst had plaats gehad.
«Ik heb niet geslapen maar dat doet er ook
•Prijs per jaar f 3.Franco per po.-t 3 00
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentièn van één tot vijf regels 0 75
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Volgend versje mag, na den Grotius—dag»
nog wel in herinnering gebracht worden
Vrouw Rijgersberg sprak tot den kastelein,
De slotvoogd van het sterke Loevestijn,
Wat hebt gij toch om over mij te klagen,
Dat ik mijn man heb uit dit fort doen dragen
Dankt mij veeleer dan dat gij mij beticht,
Gij hadt de Huig en die heb ik gelight.
Naar aanleiding van het Grotius—feest wordt
nog de aandacht gevestigd op den volgenden nieuw-
jaarswensch, waarmede Hugo de Groot zijn vriend
Hoogerbeets eenmaal verraste. Men zal begrijpen,
dat men slechts door verruiling der regels de ware
lezing bekomt
Ik wensch u thans een jaar met weinig blijde dagen,
Nooit wensch ik u een jaar voorspoedig naar behagen;
Een jaar om 't allen tijd uw Schepper te verstoren.
En nooit een uur of dag naar Godes woord te hooren.
Gezondheid naar het lijf dit ral ik niemand wenschen.
Maar altijd ziek te zijn dat wensch ik alle menschen.
Een jaar dat vreugdig is wensch ik u nimmermeer,
Een jaar van ongeluk wensch ik van harte zeer;
Ten laatste weDsch ik u door ramp op ramp te klagen.
Maar nooit en wensch ik u dat God u onderschrage;
Ik wensch dat gij nooit ziet het hemelsch firmament.
Maar dat uw ziel geniet de hel met haar torment!
In aansluiting aan den «Princessedag," die
dit jaar voornamelijk te Utrecht zoo feestelijk is
gevierd, hebben de heeren J. W. Schubart, voor
zitter, dr. A. R. Ruitenschild, J. W. R. Gerlach
niet toe."
«Uw vader zal zich er zeer over verheugen, dat
gij aan zijn verlangen zoo spoedig voldoet."
„Heeft hij u gezegd, waarom hij mij wenscht te
spreken
«Hij heeft mij alles medegedeeld."
«En verwondert het u dan, dat ik mij geen uur
rust heb gegund
Dora sloeg de oogen neder; hare ademhaling was
onrustig.
«Uw vader weet nu dat gij zijt aangekomen, wilt
gij u dus dadelijk tot hem begeven, of wilt gij
liever eerst wat uitrusten?" vroeg zij.
»Ik heb geen rust noodig," antwoordde Horst;
hij wilde haar niet zeggen, dat hij toch geen rust
zou kunnen vinden-
Dora geleidde hem naar de kamer van den baron,
doch liet hem alleen binnentreden.
«Goeden morgen goeden morgen, waarde zoon 1"
riep zijn vader hem toe. »Ik ben zeer blijde, ute
zien, niettegenstaande het mij spijt, u hierheen ont
boden te hebben, want ik gevoel mij zoo frisch als
een visch en alleen het strenge bevel van den arts
houdt mij nog op mijn kamer, ofschoon de frische
lucht en een glas wijn mij veel meer goed zouden
doen."
Horst vroeg deelnemend naar zijn gezondheids
toestand.
«Het is niets het is niets 1" ging Busbeck voort.
«Eergisterenmorgen overviel mij een hevige duizeling,
ik zonk hier in den stoel neder, en daar allen van
een beroerte spraken, geloofde ik het zelf ook en
toen kwamen allerlei gedachten mij overvallen. Ik
ben voor mijn leven niet bezorgd, en het is ten
slotte ook volkomen hetzelfde, of ik een paar jaar
eerder sterf of niet, want ik verlies niet veel, maar
ik dacht aan mijne vrouw zij staat geheel alleen
nu, ik heb u geschreven, wat mij bezorgd maakt."
«Vader, laat dat alles aan mij over!" viel Horst
hem in de rede. «Er is Goddank geen gevaar meer
en wanneer hetgeen u bezorgd maakt, mocht gebeu
ren, dan zal ik tot den laatsten cent, dien ik den
mijne kan noemen, voor u en geheel naar uwe
wenschen optreden."
Daaraan herken ik mijn zoon zeide Buschbeck,
terwijl hij Horst de hand toestak. «Ik kan kan
u niet uiteenzetten, hoe alles gekomen is, maar uw
moeder heeft een edel karakter. Tusschen haar en