Algemeen Advertentie- ZOINDAG 11 1 E l' \V S- I. A N t) It O L XV It L A 5 OCTOBER. dwalïn^OIESTËRTL BRIETEN UIT AMSTERDAM. s. Ao. 1886. 3(We Jaargang J. IVUXKEL, Gemeente Schagen. Bekendmakingen. POLITIE. tcmonnaie. VERMIST Aa 2024. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenhèn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: TE SCHAGEN, Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar f 3Franco per post 3.60 Afzonderlijke nummers f 0.Ó5Ï Advertentiën van één tot vijf regels 0 75 iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Ter Gemeente-secretarie zijn inlichtingen te bekomen omtrent een alhier gevonden por- op de markt alhier van 30 September j 1., Tier Schapen, waaronder één liaai, allen rood gemerkt in beide zijden. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter secretarie dezer gemeente. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Scha gen. Brengen naar aanleiding van art. 203, alinea 3 der Wet van 29 Juni 1851, (staatsblad No. 85) ter openbare kennis, dat de begrooting der plaatse lijke inkomsten en uitgaven voor 1887, zooals zij aan den raad der gemeente is aangeboden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd tot en met den 12en October a. s. en dat een ieder daarvan, tegen betaling der kosten, een afschrift zal kunnen bekomen. Schagen, den 29en September 1886 Burgemeester en Wethouders voornd. De Burgemeester, G. LANGENBERG. De Secretaris, Denijs. Roman van IRIEDRICH IRIEDRICH 33.) //Ontmoet ik u eindelijk hier?" vroeg Horst aan Dora. Dora ontstelde bij deze plotselinge ontmoeting. „Hoe hebt ge uw vader bevonden?" vroeg zij. z/Goed, hij scheen mij zelfs opgeruimder en kalmer toe dan vroeger," antwoordde Horst. //Hij heeft mij medegedeeld, hoe gij zijne echtgenoote zijt geworden gij zijt bedrogen, gij hebt u opge offerd, om z/Horst, heeft hij u dat medegedeeld viel Dora hem in de rede. vHet woord ontsnapte hem tegen zijn wil; ik drong er toen bij hem op aan, en na veel smeeken heeft hij het mij eindelijk gezegd." //Ik wenschte, dat gij het nooit vernomen hadt!" //Waarom? Meent gij, dat ik geloofd zou hebben, dat liefde u boeide aan mijn vader, die ook zeer goed uw vader kon zijn? De natuur zelve heeft immers jeugd voor jeugd bestemd en lente en herfst zijn nimmer te vereenigen." vHorst, ik bid u," viel Dora hem angstig in de rede. //Gij kunt gerust zijn," ging Horst op gedempten toon voort. //Ik weet wel, welke grenzen het leven en de toestanden trekken; ik zou nooit hierheen zijn teruggekeerd, wanneer mijn vader mij niet had geroepen. Ik heb mijn ontslag genomen en reeds ontvangen; ik wilde mij binnenkort op reis begeven, voor onbepaalden tijd. Of ik zou zijn teruggekeerd, dat weet ik niet en ik wenschte het zeker niet. Nu is deze reis eenige dagen uitgesteld." //Horst Horst gij wilt ons verlaten!" riep Dora uit. Deze mededeeling greep haar meer aan, dan zij mocht laten blijken. »Ik moet. Kan het voor u een geheim zijn gebleven, wat mij voortdrijft, of gelooft gij, dat dit besluit mij zoo gemakkelijk is gevallen Ik heb met mij zeiven gestreden, zooals slechts een mensch strijden kan Er zijn andere gedachten in mijn brein opgekomenZie, ik begrijp den onge- Eene wandeling door Amsfcerdamsche achterbuurten en dievenholen. Ieder lezer van Dickens zal een levendigen indruk bewaard hebben van de Londensche achterbuurten »n de boeven, waarmede hij bijna in elk zijner romans zijne lezers in kennis brengt. Men is bijna gemeenzaam geworden met de zakkenrollers en dieven, die hij beschrijft, zóó duidelijk dat men meenen zou ze dadelijk te zullen herkennen en te ontmaskeren, wanneer men ze eens in levenden lijve ontmoette. Lang zamerhand en bijna zonder zich er rekenschap van te geven is men bekend geworden met hun handgrepen en schurkerijen, evengoed als de beste geheime Engelsche politieagent en men weet den weg door al die donkere gangen en steegjes alsof men geen Hollander maar een zoon van Albion was en Londen op zijn duimpje kende, want al lezende is men zelf in die stegen geweest en heeft men de misdadigers met,eigen oogen gezien, zóó scherp wist de schrijver ons alles te teekenen. En toch was onze eind-indruk steeds „Nu ja, dat is allemaal zoo in Londen, maar gelukkig hebben wij in Holland zulk eene armoede niet, en onze achterbuurten zijn prach tige straten, vergeleken bij die Engelsche Zoo zullen velen met mij gedacht hebben, maar ten onrechte. Ik durf in vollen ernst beweren lukkige, die ter wille van het elleudige leven, dagen achtereen met de golven worstelt, hij toch heeft de hoop, dat een golf hem op den reddenden oever zal werpen, maar degene, die zonder hoop strijdt, is een dwaas, en ik ben zulk een dwaas Of heb ik eenige hoop Dora beefde over al hare leden; hare bleeke wangen waren nog bleeker geworden. „De tijd," stiet zij met moeite uit; hare lippen waren niet in staat, meer te zeggen. //De tijd," herhaalde Horst in bittere vertwijfeling, vDat woord wordt den mensch altijd toegeroepen, wanneer hem geen hoop meer overblijft! Stilt dan de tijd het verlangen, brengt zij de vervulling van datgene, wat het hart met eiken slag verlangt? Neen! de tijd kan alleen het hart verstompen! Het is immers natuurlijk, dat het door dien aanhouden den strijd en onvervulde wenschen eindelijk verlamt, het wordt moede en mat, het zwijgt eindelijk en wordt onverschillig, onverschillig voor het leven en deszelfs vreugde, die het kan aanbieden! Of gelooft gü, dat zelfs een grijsaard de vernietigde droomen en het verwoest geluk zijner jeugd vergeten kan? Hij deukt mischien nog met een smartelijk lachje daar aan, en de menschen noemen hem een kalmen ouden man doch wat weten zij er van. hoe vele jaren hij noodig heeft gehad, hoe veel er in hem is ge storven, alvorens het in zijn gemoed zoo kalm werdl" Horst had deze woorden in den hartstocht der vertwijfeling gesproken. Horst, uwe ontroering jaagt mij vrees aan!" viel Dora hem in de rede. //Waarom? Omdat gij nog jong genoeg zijt om mijn gevoelen te deelen. Gij hebt de kracht, om uwe bedaardheid te bewaren, maar uw oog verraadt mij, dat gij niet kalmer zijt dan ik. Gij verbergt uw hart en vermoedt niet, hoezeer gij tegen de na tuur zondigt!" Driftig vatte hij Dora's hand. Zij onttrok hem die. z/Gij vergeet dat ik de echtgenoot ben van uw vader!" z/Neen, ik vergeet dit niet, want sedert weken en langer roep ik mij zeiven dit wakend en droomend toe. Haha, de echtgenoot van mijn vader! Gij hebt dat Amsterdam althans, zij het ook niet zulk een uitgebreid terrein als Londen, maar toch evenals die wereldstad enkele buurten rijk is, zoo men hier al van een rijkdom kan spre ken als men iets gaarne wil missen, die veilig kunnen vergeleken worden met de door Dickens zoo vaak beschrevene. De schrijver onzer Amsterdamscho achterbuurten, de wel bekende Justus van Maurik, heeft ons rond geleid in enkele gedeelten van den Jordaan, hij heeft het zoogenaamde „fort van Sjakoo," een poel van ongerechtigheid op de Elandsgracht, aan de vergetelheid ontrukt, wat te verdienste lijker is omdat het voor eenigen tijd werd ge sloopt hij heeft ons in den „Duvelshoek" en op den Uilenburgwal gebracht, maar Amsterdam heeft nog andere stegen aan te wijzen die nooit worden bezocht door „heeren" dan die van de policie. Voor eenige dageD ik zal het geduld mijner lezers niet langer op de proef stellen en het verhaal van mijn tocht beginnen heb ik het zeldzame voorrecht genoten meer van die stad mijner vaderen te zien dan de meeste mijner stadgenooten. Ik dacht overal goed den weg te weten en overal geweest te zijn, maar 'k heb nog heel vvat kunnen leeren. Het zou mij te ver afleiden om mee te deelen op welke wijze en door welke toevallige omstandigheden, maar 't gelukte mij met eenige moeite toestemming te verkrijgen van een hoog geplaatst policiebe- ambte, met twee rechercheurs of stille agenten mee te mogen gaan op een hunner wande lingen. Ik trof het bijzonder: zij waren juist een kerel aan het zoeken; die zich aan mis. mij gezegd, dat het hoofd het hart moet beheer- sehen, dat is juist de reden, die mij aanspoort te vlucht, ten, ver, ver weg, opdat honderden mijlen tusschen ons liggen maar gelooft gij dat dit alles mijn hart kan veranderen Dora, wij zien elkander naar alle waarschijnlijkheid nu heden voor de laatste maal in dit leven, ik wijk voor de wet, die ik niet kan veranderen; ik weet dat gij de echtgenoote van mijn vader zijt, doch eenmaal, slechts eenmaal moet ik u zeggen, hoe onuitsprekelijk ik u bemin Ver vloek mij deze bekentenis zal misschien het eenige zwaartepunt van mijn geheele leven zijn, de ster, die mij zal voorlichten op de donkere baan, die er nu voor mij ligt. Ik bemin u Hij wierp zich voor haar op de knieën, vatte hare hand en drukte die aan zijne lippen. z/Horst Horst, wat doet gij riep Doia ont steld uit en toch niet in staat hem hare hand te onttrekken. Geef mij een woord op mijne reis mede, een enkel woord 1" smeekte Horst. »Zeg mij, dat nw hart mij niet vreemd is zeg mij, dat gij mij bemint, en dit woord zal mij in de ooreu klinken, wanneer ik in den vreemde ronddool." Dora stond roerloos; zij sidderde hevig. Dora, dit eene woordsmeekte Horst. Dora wist ternauwernood, wat zij deed, en als onbewust fluisterden hare lippen: nJa, ik bemin u Horst sprong nu op en drukte haar onstuimig aan zijn hart. i/Mijn, mijn, wanneer dan ook voor altijd gescheiden!" riep hij uit, maar Dora rukte zich uit zijne omarming los, en deinsde verschrikt terug, want op nog geen tien schreden afstands van hen, stond haar echtgenoot. Buschbeck stond daar als aan den grond genageld; geen toorn flamde er uit zijne oogen, maar een onbeschrijflijke smartelijke frek lag op zijn gelaat. Hij keerde zich om, hij wankelde. »Ah, mijn vader!" riep Horst verbleekend en wilde hem naijlen. Dora hield hem terug. Zij kende den toorn van haar echtgenoot, en moest deze iemand treffen, dan wilde zij het offer zijn. „Vlucht, vlucht ik bezweer het u riep zij bevend uit. //Wij mogen elkander nimmer nimmer wederzien!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1