AllElEEl ll
Mie-
Ma
Donderdag, 4 Uovemloor 1886.
U
30ste Jaargang. No. 2034.
DWALINGEN DES HARTE.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
POLITIE.
een zwartbonte KOE,
Rinnenlandsch Nieuws.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAöïiSI, Laan, D, F,
SCHAGER
pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Z a t e r
dagavond. Bij inzending tot 'a middags 12 ure, worden ADVEE-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
XNGEZON^^ STUKKEN één dag vroeger.
COURANT.
Yermist op de markt, alhier van 28 Oct. jl.
gemerkt met twee roodaard stippen op de staart en dragende
een dek, waarop den naam P. CLAIJ en inet roodaard de let
ters W. K. vermeld staan.
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter secretarie dezer
gemeente.
Schagen, 3 November 1886.
Onze plaatsgenoot, de heer J. Bakker, is benoemd tot
le Ambtenaar ter Secretarie der gemeente Beverwijk, na j.1.
afgelegd examen. Van de 58 sollicitanten naar deze betrekking,
waren er 5 opgeroepen, waaronder 3 gediplomeerde heeren.
Als een zeldzaamheid kan worden gemeld dat in den tuin
van het Weeshuis te Barsingerhorn, de aardbeziënplanteii in
dit jaar voor de tweede maal bloeien, en er zich bij enkelen
reeds het vruchtbegin vertoont.
Het bestuur van het Nederlandsch handelsmuseutn te
Amsterdam is voornemens, gedurende dezen winter, eene zaal
beschikbaar te stellen om iederen werkeloozen timmerman, schrijn
werker, enz. gelegenheid te geven tot werken en liet vervaar
digde daar te verkoopeu. Om den werkman aan de noodige
grondstof te helpen, wordt op de hulp van het comité gehoopt,
ten einde de noodige geldmiddelen bijeen te brengen.
Roman van FRIEDRICH FR1EDR1C11.
XIX.
41.)
De terugrit ging nog laDgzamer dan de heenreis; het had
opgehouden met regenen, maar de wind streek huilend over
de uitgestrekte heide en deed den wagen schudden, alsof hij
omver geworpen moest worden.
Leo's gedachten hielden zich met de jonge vrouw bezig,
want hij kon haar erustig, bezorgd gelaat maar niet vergeten.
Hoe schoon moest zij zijn, wanneer het geluk hare wangen
deed kleuren en hare oogen van vreugde deed schitteren. Wederom
legde hij zich zeiven de vraag voor, of zij Horst bemind had.
Daar raakte hij toevallig de flesch aan, die hij in zijn mantel
had gestoken, en onwillekeurig ontstelde hij.
Volgens zijne vaste overtuiging was de baron niet zijne
natuurlijken dood gestorven, maar door vergift, en in de flesch
meende hij het bewijs er van te hebben. Hij had zijn vermoeden
met uitgesproken, want hij had ternauwernood fijd gehad er
aan te denken. Nu drong een andere vraag zich bij hem op:
wanneer Buschbeck door vergiftiging gestorven was, wie
wie had het hem dan ingegeven Hij kon zich niet verhelen,
in de eerste plaats de verdenking viel op de jonge vrouw,
hij zelf dacht er ook aan, en beefde voor zijne eigen gedachte.
Neen neen, dat kon niet zoo zijn, dit schoone gelaat met
®e lijdende trekken, kon niet aan eene misdadigster toebehooren
Hij wilde niet aan hare schuld gelooven, maar vermoeden en
'tijfel slopen gelijk kleine duivels zijn gemoed binnen en
knaagden aan datgene, wat hij met moeite vasthield.
Zij had haren man verpleegd, en had hem den brandewijn
pgediend. En was er een traan over hare wangen gerold, foen
Deo haar Buschbeck's dood mededeelde Zij had hero wel is
Waar niet lief gehad, maar hij was toch haar echtgenoot geweest
eQ de dood roept allicht een traan te voorschijn. Zij was wel
?eer ontsteld geweest, maar kon dat niet evengoed zijn door
jmt bewustzijn, dat zij een leven vernietigd had? Het werd
f® in den wagen te eng en te warmhij had wel willen
Ul^Hjgen om te voet naar de stad verder te gaan.
Hij zocht zich gerust te stellen met de gedachte, dat er nog
jncts bewezen was, dat hij zich vergist had, toen een andere
euenkiiig hem wedsr verontrustte. Was hij niet verplicht, zijn
,ermoeden, dat de baron door vergiftiging was gestorven, den
l .ter mede te deelen? Hij moest optreden als aanklager tegen
0 Jonge vrouw, tegen haar, die Horst beminde Hij achtte dit
onmogelijk. Buiten hem kou niemand verdenking koesteren;
mineer hij zweeg, werd de doode begraven en niemand zou
r misschien ooit aan denken, dat Buschbeck een onnatuurlij-
t0 dood was gestorren. Hij behoefde slechts de flesch, die
Wie is de gelukkige
Van de premieleening ten behoeve van het Paleis voor
Volksvlijt ligt de hoofdprijs, die in 1881 is getrokken, nog
steeds onafgehaald.
De gelukkige bezitter van no. 1 van Serie 2193 heeft recht
op een buitenkansje van f 50.000.
- De socialist A. J. Belderok heeft zich, in de onderstel
ling dat aan Jeanne Lorette in de gevangenis verschillende
voorrechten worden verleend, gewend tot den Minister van Jus
titie, met het verzoek, dat deze maatregelen wille nemen,
dat ook hem bij zijn aanstaand verblijf in de gevangenis de
zelfde welwillendheid worde betoond. Hij vraagt de lectuur
van socialistische bladeu en het aanleeren van Pransch en
Duitsch, het kweeken van vogels en bloemen en het uitoefe
nen van zijn vak, dat van timmerman.
Dr. H. M. Du pare te Amsterdam, die een gunstige be
kendheid verwierf door zijn verhandelingen over infectieziekten
en wat daarmede in verband staat, schrijft in het Handels
blad" het volgende:
„Zoowel voor wetenschap als voor de menschheid is het een
hoogst belangrijk feit, dat de pathogenetische beteekenis van den
komma-bacil roor Aziatische Cholera boven allen twijfel ver
heven is en dat de jongste onderzoekingen overtuigend hebben
geleerd, hoe bij den menseh het Cholera-proces totstandkomt
en hoe het dienovereenkomstig kan worden verhoed. Cholera
is gelukkig geen geheimzinnige ziekte meer, tegenover welke
wij machteloos zijn. Immers nu weten wij met zekerheid, dat
de Cholerakiem, uitsluitend en alleen door het spijsverteerings-
kanaal in het lichaam kan dringen. Daarom is het ook noodig,
dat de regeeringen in de eerste plaats den invoer van dranken
en voedingstoffen uit besmette streken verbieden, hetgeen tot
hiertoe echter nog niet geschiedt.
De firma H. C. A. Thiema te Nijmegen, Uitgever der
misschien het eenige bewijs bevatte, uit den wagen te werpen
en alles was voor altijd in duisternis gehuld.
Onwilllekeurig strekte hij de hand naar de flesch uit, om
haar dadelijk weder terug te trekken. Het was zijn plicht, van
zijn vermoeden aangifte te doen, opdat een zorgvuldig onder
zoek zou kunnen plaats hebben. En wanneer de baron werkelijk
vergiftigd was, was het dan ook bewezen, dat zijne vrouw het hem
opzettelijk had ingegeven Kon zij niet onschuldig zijn Zij
moest het zijn, want hij achtte het onmogelijk, dat zulke edele
trekken aan eene giftmengster zouden kunnen toebehooren.
Hij kende den rechter en kon het hem op het hart druk
ken, tegen de jonge vronw de grootste voorzichtigheid in het
oog te houden.
Hoe vast zijn besluit ook stond, zoo dacht hij toch met
vrees aan de uitvoering er van.
De morgenstond was juist aangebroken, toen hij weder in
de stad aankwam. Zijn moeder ontstelde, toen zij hem zag.
„Leo, wat is gebeurd? Gij zijt ziek!" riep zij uit.
„Neen," antwoordde hij, op een stoel nedervallende. „Ik
ben alleen vermoeid ik heb niet geslapen maar dat zal
wel spoedig overgaan."
„Slaap dan tenminste nog eenige uren."
„Dat gaat niet ik heb een ernstigen zieke te bezoeken
hij wacht op mij."
„Ik zal hem een boodschap zenden en hem laten weten, dat
gij een weinig later zult komen."
„Ik bid u, laat dat," antwoordde Leo. „Geef mij een kop
sterke thee, dat zal mij voldoende opfrisschen."
De oude dame verliet de kamer en keerde spoedig met het
gewenschte terug.
„Was uwe hulp nog noodig vroeg zij, terwijl haar zoon
de thee gebruikte.
„Ik kwam te laat. Ik was daar nog geen uur toen de baron
stierf. Mijne verdere tegenwoordigheid was overtollig, daarom
ben ik zoo spoedig teruggekeerd."
Leo's moeder zweegzij had den baron niet gekend en stel
de daarom niet veel belang in zijn dood.
Leo verliet spoedig daarop het huis en nam de flesch met
zich mede, zonder dat zijne moeder dat bemerkte. Hij begaf
zich naar den rechter Netto. Door het dienstmeisje naar Netto's
studeervertrek gebracht, moest hij geruimen tijd wachten, want
de rechter sliep nog.
Vermoeid zette hij zich neder en reeds wankelde hij weder
in zijn besluit, toen Netto, een man, in het midden van de
veertig, een groote, gespierde gestalte, met opene, maar harde
gelaatstrekken, binnentrad.
„Goeden morgen, doctor riep hij uit, terwijl hij Warberg
de hand toestak. „Gij hebt mij waarachtig uit de veeren ge
haald. Ik sliep nog heerlijk, omdat ik heden een tamenlijk
vrijen dag heb maar gij ziet er uit, alsof gij mij werk brengt.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afaonderlijke nummers 5 Cents.
ADVEETENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Geschriften over Sociale Vragen, verspreid wordende van wege
de „Liberale Unie" te Amsterdam, verzoekt ons mede te
deelen, dat het eerste nummer zal bevatten
Air. A. Kerdijk, wettelijke beperking van arleidsvrjkeid en
arbeidstijd voor kinderen, jeugdige werklieden tn vrouwen.
Deze geschriften zullen verschijnen in 80. formaat van 32
tot 48 pagina's druks en ten einde ze onder ieder» bereik te
brengen, voor slechts 10 cent per Ex. verkrijgbaar zijn.
In de Sehie, tusschen Botterdam en Ouwerschie, profi
teerde Zondag enkele jongen» van het buitengewoon fraaie weder
door een poosje te zwemmen. 31 October
Hoe kinderen tol misdaad vervallen kunnen, blijkt uit
hetgeen men nader meedeelt omtrent de kinderen, die onlangs
te Arnhem waschgoederen op een bleek gestolen hebben. Van
het viertal is de oudste 16 jaren, één is 11 en twee anderen
nog jonger. Zij hebben geen moeder meer, en hun vader, die
over de Duitsche grenzen werkzaam is, kwam slechts eenmaal
per week over en kon bij zijn heengaan slechts 50 cent aan
de kinderen achterlaten, om daarvan de week rond te komen.
De verzoeking moet dan wel sterk zijn geweest. Zij zijn than*
naar het huis van arrest op de Beek overgebrachtmaar de
vraag rijst wie schuldiger zijn, de jeugdige dieven of de zor-
gelooze vader en zoo deze niet in staat was zijn gezin
beter te verzorgen, wat moet men dan denken van de wijze,
waarop somtijds in ons beschaafd land de armverzorging wordt
uitgeoefend
Te Bockanje heeft een pas gehuwd man zijn vrouw ver
laten. Weduwnaar zijnde en vader van 4 kinderen, huwde hij
onlangs een weduwe met 2 kinderen. In groote armoede leefde
hij in een hut in de duinen, doch na zijn hertrouwen woonde
hij bij zijn vrouw in een knap huisje. De man »cheen echter
tegen dit betere leven niet te kunnen, althans hij heeft zijn
wederhelft verlaten met zijn kinderen, en woont nu weer in
Nu, dat schaadt niet, ik houd mij bij het oude liedje arbeid
maakt het leven zoet' ofschoon ik de zoetigheid er van nooit
heb leeren kennen. Nu, wat brengt gij mij
Slechts aarzelende deelde Leo hem zijue ontdekking en zijn
vermoeden, dat de baron door vergift was gestorven, mede.
„Ha! Dat verwondert mij eigenlijk volstrekt niet," gitig N«tto
levendig voort. „Dat de geschiedenis met den baron geen goed
einde zou nemen, heb ik reeds lang voorzien maar ik dacht
altijd, dat hij zich dood zou drinken. Dat schijnt zijne jonge
echtgenoote iets te langzaam gegaan te zijn. want dat zij er
achter steekt, daarop verwed ik alles, wat ik bezit."
Warberg onstelde van deze woorden. Kon hij bij zulk een
vooroordeel rekenen op een kalm onderzoek.
Hij gaf zijn gevoelen als zoodanig te kennen.
„Beste doctor, mijne beschouwing is geeu vooroordeel, maar
berust op eenige deugdelijke gegevens en vermoedens der om
standigheden, die gij niet op dezelfde wijze kunt overzien, omdat
gij nog maar korten tijd hier zijt," ging Netto voort. „Als
rechter leert men de menschen kennen. Luister nu eens aan
dachtig en zeg mij dan, of ik gelijk heb of niet. Ik kende de
barones reeds als meisje; zij had een trotsch, koel karakter;
eigenlijk heb ik haar nog nooit zien lachen. Velen hielden haar
voor zeer schoon, voor eene schoonheid, maar dat heb ik niet
gevonden, want zij was mij te koel en te stijf. Nu, leelijk was
zij in geen geval. Dit jonge en lieve meisje, dat het aan ver
eerders niet ontbrak, te meer daar haar vader een rijk man
was, werd gedwongen, te trouwen met den baron, een man,
tweemaal zao oud als zij, en vau wien het algemeen bekend
was, dat hij de nachten bij spel enjdrank doorbracht, een woest
leven had geleid en met zijne eerste vrouw, een lieve, verstandige
vrouw, een zeer ongelukkig leven had geleid. Dat de jonge
dame haren echtgenoot niet liefhad, wist een ieder, en daarover
heb ik mij waarachtig niet verwonderd. De baron zette zijn
dol en woest leven niet alleen voort, maar zonk meer en meer
en verkeerde ten laatste alleen met lieden, die ver beneden hem
stonden; want zijne vroegere vrienden en kennissen hadden zich
geheel en al van hem teruggetrokken, zich van hem losgemaakt.
Daar leerde de jonge barones den zoon van haren ouden en aan
den drank verslaafden echtgenoot kennen, beiden werden op
elkander verliefd, hetgeen ik volstrekt niet zoo onnatuurlijk
kan vinden, want jeugd past bij jeugd, dat is een oude natuurwet
zij bekennen elkander hunne liefde, de baron komt er achter,
overvalt hen misschien
„Weet gij dat alles?" viel Leo hem in de rede.
„Het is in ieder geval door getuigen nog niet bevestigd,
m3ar alle gegevens spreken er voor. De jonge baron, die het
uitzicht op eene schitterende carrière had, neemt eensklaps zijn
ontslag, vermaakt door eene schenkings-oorkonde aan zijne
jonge stiefmoeder zijn vermogen en verdwijnt. Is dat geen be
wijs genoeg?"