DWALINGEN DES HARTE.
Donderdag, 18 November 1886.
30ste Jaargang. Ho. 2038.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: RCHrVKKF, Laan, 5.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Roman van FR IE DEICEL ER1EDR1CH.
XXI.
iiinnenlandsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
SCHAGER
Alltltfl il
"j5it blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
dagav°hd. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB-
;tBjjT1ÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
TOEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
COURANT.
Aiïtrfflit-
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter alge-
Dieene kennis, dat door Cornelis Zeeman vergunning is ver
docht, den stal, deel uitmakende van zijn perceel, kadastraal
lekend in Sectie A, No. 720, aan de Marktplaats alhier, te
inrichten tot Slachtery.
j)e bij het verzoek gevoegde, bij de wet voorgeschreven
kening met toelichting, liggen ter inzage ter Gemeente-
retarie. Bezwaren tegen het verleenen dier vergunning, kun
nen schriftelijk worden ingediend, en desverkiezende mondeling
worden toegelicht, in eene door het Gemeentebestuur ten
Baadhuize aldaar te houden zitting, op Vrijdag, 26 November
s., des voormiddags, van 10 tot 12 ure.
SCHAGEN, den 12en November 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd;
G. LANGEN BERG,
de Secretaris,
DENIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SCHAGEN;
gelet op art. 265 der Gemeentewet,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het door
Heeren Gedeputeerde Staten op den lOen November j. 1.
goedgekeurde Suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag
dezer gemeente en dat voor de belasting op de honden, dienst
1886, gedurende vijf maanden ter Secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3 maanden
45.)
De openbare gerechtelijke behandeling van Dora's zaak moest
wegens hare ziekte, tot groote ergernis van het publiek, uitge
steld worden. Men ging zelfs zoo ver, dat men het waagde den
rechter van onderzoek en de rechters van plichtverzuim betichten,
ja in het vertrouweu deelde men elkander mede, dat, wanneer
het eene burgervrouw betrof, er zooveel omslag niet mede
gemaakt zou worden, doch daar men het nu te doen had met
eene „mevrouw de barones", werden er zooveel plichtplegingen
gemaakt.
Netto stelde met opzet het doen zijner openbare aanklacht
uit; teneinde zijn bewijsmateriaal zooveel mogelijk te voltooien;
hij wilde Dora's schuld ontwijfelbaar bewijzen en daartoe waren
de bewijzen, die hij in handen had, niet voldoende.
Niemitz was tot zijn vreugde naar de boerderij van het
landgoed teruggekeerd. Netto liet hem in het geheim ten streng
ste gadeslaan, unar het vermoeden tegen hem werd door niets
versterkt of verzwakt.
Daar liet zich op zekeren dag een man, Sperber geheeten,
die wegens landlooperij opgepakt en door de politie tot een
veertiendangsch arrest veroordeeld was, zich aandienen bij den
rechter van onderzoek en legde tegenover dezen het volgende
getuigenis af. Hij was in het voorjaar zonder huisvesting en
eeuig middel van bestaan geweest; daar het weder nog te guur
was om in de open lucht te overnachten, was hij eenige weken
ang lederen avond laat, door een venster, dat hij gemakkelijk
!an huiten kon openen, omdat een ruit er van gebroken was,
huis van baron van Buschbeck binnengeklommen en had
ln een kamer, die volstrekt niet gebruikt scheen te worden,
®P een oude sofa geslapen. Voor het aanbreken van den dag
a(j hij het huis langs denzelfden weg verlaten. Voor ontdekking
P hij niet gevreesd, daar hij wist, dat het groote gebouw
^hts bewoond werd door den baron en zijne vrouw, en een
en bediende met een dienstmeisje. Op zekeren avond, toen
PJ op het punt stond, het venster te openen, werd hij door
Nerende schreden in zijn gang gestoord. Snel had hij zich
er eeu nabijzijnd boschje verborgen. Van daar had hij
®K'en, hoe een man voorzichtig een verlicht venster was ge
werd en daar eenigen tijd had staan luisteren. Daarna had
'J een op het vensterkozijn staande flesch genomen, dezelve
0 den mond gebracht en toen, gelijk hij uit de armbeweging
n den onbekende had opgemaakt, er iets in gegoten, waarop
'J de flesch weder op het kozijn plaatste. Het gezicht van den
Ou had hij niet kunnen herkennen, omdat deze met den rug
t°e stond, doch toen hij kort daarop hem rakelings
was gegaan, had hij gezien, dat die man de vroegere
PpÜieker Niemitz was geweest.
de handelwijze van den apotheker had hij niets verdachts
na den dag der uitreiking van het aanslagbiljet, bij den Raad,
op ongezegeld papier, worden ingebracht.
Schagen, den 16en NOVEMBER 1886.
Burgemeester en "Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Schagen, 17 November '86.
„De Componist en de Orgeldraaier," aldus is de titel
van het gisterenavond door de Nederlandsche Tooneelisten, in
het Noord—Hollandsch Koffiehuis alhier, opgevoerde tooneelstuk.
De ongunstige weersgesteldheid was voorzeker wel de voor
naamste reden, dat de opkomst van liet publiek zoo gering was.
Het stuk, dat een echt Eransch product van den tweeden of
derden rang is, desniettegenstaande gebreveteerd met deD veel-
belovenden titel van „het nieuwste beroemde stuk," heeft ons slecht
voldaan. Wellicht dat de spelers, ontmoedigd door het geringe
bezoek, hier en daar een gedeelte hebben weggelaten ten
minste het 5e bedrijf onder anderen, kwam ons al bijzonder
„kort afgemaakt" voor, misschien dat de ware tektst is,
gelijk die gegeven werd, hoe dit ook zij, wij vonden dat er
tusschen de verschillende gebeurtenissen hier en daar eene
zekere leemte bestond, die het voor den toeschouwer moeielijk
maakte, den juisten gang der voorvallen na te gaan.
Van waar o. a. kwam de oude markies zoo eenklaps te Pa
rijs, niettegenstaande Dr. Hebert, in Parijs zijnde, in hetzelfde
bedrijf verklaarde dat zijn plan otu door een huwelijk met
gevonden, omdat hij alleen aan zijn eigene verlegenheid had
gedacht. Het verblijf in het huis van den baron had hij toch
niet langer veilig geacht en had vervolgens in een hoop stroo
op het land, een toevluchtsoord gezocht. Twee of drie dagen
later had hij gehoord, dat de baron gestorven was; men had
algemeen gezegd, dat hij zich dood gedronken had. Hij had
de streek verlaten, en aan het voorgevallene ternauwernood meer
gedacht. Van een medegevangene had hij nu vernomen dat
de jonge vrouw van den baron gevangen genomen was, omdat
zij haren man vergiftigd had. Zij bad hem het vergif in den
brandewijn toegediend; toen was het hem dadelijk ingevallen,
wat hij op dien bewusten avond had gezien.
De rechter van onderzoek, die van de getuigenis proces
verbaal liet opmaken, richtte tot dezen vagebond verschillende
vragen, die hij evenwel geheel en al in overeenstemming met
zijn verhaal beantwoordde.
Zonder aarzelen werd Netto van dit getuigenis in kennis
gesteld. Hij ontstelde toch, omdat hij Dora's schuld reeds als
zeker bewezen had aangenomen. Het trof hem zeer onaange
naam, want hij kon zich niet verhelen, dat hij zich tamelijk
sterk bloot had gegeven, wanneer de gevangene toch onschul
dig was. Maar kon Dora niet in gemeenschap en medeplich
tigheid met haren vader de misdaad begaan hebben
Nog in hetzelfde uur begaf hij zich naar de gevangenis, om
zelve Sperber in het verhoor te nemen. De man rertelde hem
de geheele toedracht op dezelfde wijze, gelijk hij dat den rech
ter van onderzoek had gedaan.
„Bernerktet gij niet, dat het gordijn een weinig ter zijde werd
geschoven, of dat de man voor het venster door eenig teeken
zijn tegenwoordigheid bekend maakteaan iemand in de kamer
„Ik heb niets gemerkt."
„Hebt gij al den tijd goed toegezien
„Ja, ik stond op geen vijf pas af stands."
„Wist gij dat de baron ziek was
„Neen."
„Waaraan hebt hij den gewezen apotheker herkend
„Aan zijn houding en aan zijn gezicht."
„Het was toch avond."
„Het was niet erg donker en ik kon zijn gezicht zien."
„Vanwaar kendet gij Niemitz
„Ik kende hem reeds sedert jaren, omdat ik hem vroeger,
toen hij nog in de apotheek was, dikwijls om een aalmoes heb
gevraagd."
„Wist gij, dat hij nu op de boerderij was
„Ik had hem eenige dagen te voren nog daar gezien."
„Was het u bekend, dat de baron getrouwd was met de
dochter van den apotheker?"
„Ik had het gehoord."
„Verwonderdet het u niet, dat Niemitz nog des avonds laat
rondom het huis van den baron sloop
„Ik dacht er niet aan, omdat ik vreesde, dat ik gezien zou I
kunnen worden."
„Viel het u dan niet op, dat Niemitz iets met die flesch
de dochter van den markies zich van diens vermogen meester
te maken zou gelukken, zoodra hij broeder en zuster, zoon
en dochter van den ouden markies, maar in Brazilië had, al
waar de oude markies bezig was zijn ontzaglijk vermogen te
vertienvoudigen. De markies bevond zich dus volgens deze al
leenspraak in Brazilië, hetgeen ook in overeenstemming was
met de vorige bedrijven, en ziet, een oogenblik daarna trad
deze dezelfde kamer binnen, alwaar deze alleenspraak plaats had
en bleek uit het verder betoog dat dit bedrijf te Parijs speelde
in een der kamers der woning van den markies.
Wat de opvoering aangaat, zoo kon die ons niet altijd boeien,
ja werd ons gevoel somtijds gekwetst door eeu te veel theatrale
vertooning, daar waar wij alleen het gevoel hadden verwacht
te zien spreken.
Ook het ensemble—spel liet te wenschen over, vooral in het
laatste bedrijf; immers, wanneer eeu meisje haren geliefde, van
wien zij door vele jammerlijke voorvallen geseheiden is geraakt,
eindelijk weder als krankzinnige terugvindt en deze door vreem
den samenloop van omstandigheden weder zijn verstand terug
krijgt, dan is er aanleiding genoeg tot een hartstochtelijk spel,
terwijl nu bedoelde actrice er bij stond alsof zij er niet bij
hoorde.
Het spijt ons inderdaad omtrent deze uitvoering zulk een
ongunstig verslag te moeten geven, temeer omdat dit gezel
schap bij zijn eerste opvoering zoo zeer onze sympathie ver
wierf.
Met betrekking tot het feit, dat dit stuk wasee* debut
van den heer W. G. Rooijaards, leerling der Tooneelschool, zoo
kunnen wij niet nalaten, ook ten dezen opzichte ons leedwe
zen nit te drukken. Als dit een debut is, wat moet dan wel
een niet—debut zijn Genoemde heer toch, speelde volgens
onze meening, in zijn rol als Dr. Hebert, een mulat, veel te
voorhaddat hij er iets in scheen te gieten, gelijk gij meent
gezien te hebben
„Daarover heb ik niet nagedacht; omdat ik vreesde ontdekt
te worden, dacht ik er alteen asm, hoe ik in den kouden, voch-
tigen nacht een drooge rustplaats zou vindeu."
„Wanneer hoordet gij dat da baron dood was?"
Twee of drie dagen later ik weet dat niet meer zoo
nauwkeurig."
Dacht gij toen niet aan hetgeen gij dien avond hadt gezien?"
„Neen."
„Hoordet gij niet, dat de baron geen natuurlijken dood
gestorven was
„Neen, men zeide dat hij zich dood gedronken had."
„Hebt gij later nog met iemand gesproken over den dood
van den baron
„Neen."
Met niemand herhaalde Netto met nadruk.
„Neen, met niem and. Eerst hedenmorgen vertelde een mede-
gevangéne mij, dat de vrouw van den baron ook hier in
voorarrest zat, omdat zij haren man zou vergiftigd hebben."
„Dacht gij toen dadelijk aan hetgeen gij op dien avond
hadt gezien
„Neen, ik dacht er nog niet aan, omdat het mij bijna geheel
en al ontgaan was; eerst toen hij mij zeide, dat de vrouw hem
het vergif in den brandewijn had toegediend, kwam het mij
weder in de gedachte."
Netto deed den man nog verscheidene strikvragen, doch de
man beantwoordde die zeer duidelijk en zonder zich te weer
spreken en de eindindruk van zijne verklaringen was, dat hij
de waarheid gesproken en werkelijk gezien had, wat hij Tertelde
De rechter was door dit verhoor toch zeer ontstemd, want
hij kon nu niet langer twijfelen aan de schuld van deu gewezen
apotheker. Hij nam terstond zijne maatregelen, om den volgenden
morgen n iar het landgoed van den baron van Buschbeck en
naar Niemitz te rijden.
Viel hem dit ook al buitengewoon pijnlijk, omdat hij met
Niemitz vroeger dikwijls omgang had gehad, zoo moest hij toch
zijn plicht nakomen, en dat zou hij gedaan hebben, zelfs wan
neer hij zijn eigen broeder had moeten gevangen nemen.
In gezelschap van een politie—beambte reed hij den volgenden
morgen in een gesloten rijtuig naar de bedoelde boerderij; ge
durende den rit had hij ruimschoots tijd, den politie—beambte
de noodige instructies Je geven.
Toen de wagen op de boederij aankwam en voor het huis
stilhield, trad Niemitz, juist in hetzelfde oogenblik, dat de
rechter uit den wagen stapte, het huis uit. Hij bleef ontsteld
staan, het bloed week uit zijn gelaat, maar hij wist zich da
delijk te herstellen.
Ook Netto was getroffen toen hij den gewezen apotheker
zagzoo zeer was hij veranderd.
Niemitz kwam hem te gemoet en groette hem, wel is waar
niet met vaste stem, als een oud bekende.