Zondag, 5 December 1886
30ste Jaargang. ITo. 2043.
ST. N1COLAAS.
DWALINGEN DES HARTE.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
Roman van FRIEDRICI1 FR1EDR1CH.
XXIII.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: laan, D, 5.
Wordt Vervolgd.
RAAIT.
AM- k LlllWÉi.
pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
|d8Savon^' 'nzeI1ding tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
j pjllfTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
I jfjQEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
De burgemeester van Schagen, brengt ter voorkoming
Tim bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dal de schoor-
Lteenen, voor zooverre die des zomers worden gestookt, volgens
art. 160 van het politiereglemënt dezer gemeente, ten minste
twee malen 'sjaars, in Maart en December, moeten worden
ceveegd en schoongemaakt.
Schagen, 3 December 1886.
De Burgemeester voornoemd,
Cs. de Pater,
Weth.
Sommige beroemde mannen worden tijdens hun leven
verheerlijkt en bewierookt. Dit getal is waarlijk niet groot
en gewoonlijk duurt die verheerlijking eenigen tijd, om
plaats te maken voor eene wijziging der aigemeene opinie,
welke meestal op eene verkoeling uitloopt. De groote
wereldgeschiedenis en die van 1t tijdperk, waarin ons
eigen leven voorvalt, leert ons dit op overtuigende wijze.
Tot de zeer groote zeldzaamheden behoort het, wanneer
er voor iemand gedurende zijn leven een standbeeld wordt
opgericht.
Weer andere menschenkinderen worden gedurende hun
leven miskend en verguisd en ze dalen ten grave als een
slachtoffer dier miskenning, zich beklagende over de ver
regaande onkunde of ondankbaarheid hunner tijdgenooten.
Na hunnen dood verloopen er dikwijls verscheidene jaren,
neen! zelfs eeuwen, voordat men tot een ander inzicht
komt. Een of ander geleerde doorzoekt oude documenten
en doorsnuffelt bibliotheken. Op zekeren dag ontdekt hij
hoogst toevallig papieren, die een geheel ander licht wer
pen op den levensloop der miskende personen. Al wordt
hij dan nog niet eens door 't gevoel van liefde voor recht
en billijkheid genoopt, om zijn onderzoek voort te zetten
en 't resultaat daarvan wereldkundig te maken, dan kan
51.)
Voor de poort van liet stadje, waarin Niemitz eertijds Apo
theker was geweest, lag een door een ringmuur omgeven be
zitting, die vele jaren achtereen was bewoond door een gepen-
sionneerd overste de Beer. De oude lieer, die eenige weken
geleden gestorven was, had hier een soort kluizenaarsleven
geleid. Van de gelieele wereld afgesloten, had hij dit landgoed
sedert jaren niet verlaten en volstrekt niet de behoefte gevoeld,
met de mensclien om te gaan. Het landgoed, dat alleen uit
een huis en een tamelijk grooten tuin bestond, had liem
T°ldoende bezigheden gegeven en hij had noch arbeid, noch
kosten ontzien, om den tuin in een klein paradijs te veranderen.
be erfgenamen van den overste, die in de residentie leefden,
bilden dit goed verkoopen, maar daartoe bestond in de kleine
al zeer weinig kans. Men vond den gevraagden prijs veel
te jmog, keurde de afgescheiden ligging af en had bovendien
pneindig veel op de bezitting aan te merken, omdat die was
Ingericht naar een anderen smaak dan in het stedeke gebrui-
*eijk was. Men vond de heerlijke lanen van wijnranken ver-
r velend en men begreep niet, hoe een verstandig menscli de
jSte plaatsen bad kunnen beplanten met waardelooze struiken,
aar waar ooftboomen zoo voortreffelijk hadden moeten gedijen;
i jachtend haalde men de schouders op over een kleine, maar
öliefst ingerichte oranjerie, omdat er tot liet onderhoud
,leavan veel geld werd vereischt en het geen geldelijk voor-
verschafte. De overste bad bovendien nooit de genegen-
ei der stedelingen bezeten, omdat hij zich niet om hem
I bekommerd had.
- I '1 Was een vriendelijk, innemend heer geweest, maar zijn
r '"'gen, om ongestoord en geheel voor zich alleen te leven,
marl j ongestoord en geneer voor ziuu
aü den lieden niet bevallen. Men had zelfs omtrent hem het
twucht verspreid, dat hij ziek van geest was, of, gelijk men
ee Woordelijk zeide ,half gek'. De oude heer had echter,
b n beider en te scherp verstand, en was zoo verstandig,
""ui te lachen. Daar hij met de mensclien niet omging
a 'et hein ook onverschillig zijn, waarvoor zij hem hielden.
ora bad dit landgoed eenige jaren geleden eens bezocht,
01' huwelijks had zij vernomen, dat de overste was overleden,
e v-ensch kwam bij haar op, dit goed te koopen. Zonder
Prijs per jaar f 3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVEPTEN'IIËlSr van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel ir. eer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
t nog de eerzucht, de zudit naar roem op geschiedkun
dig gebied zijn, die hein daartoe aandrijft. Wat hij alsdan
aan t licht brengt, heeft vooreerst het groote voordeel
van nieuw te zijn en sensatie te verwekken. Men leest,
verbaast zich en niet minder ergert men zich. Wat is dan
't gevolg Niets meer of minder dan de toepassing van
den bekenden stelregel: „de uitersten raken elkander!"
Men scheldt op 't voorgeslacht en men wil als 4 ware
toonen, dat men zijn roeping vrij wat beter begrijpt. Men
kan den overledene niet weer in 't leven terugroepen,
maar men richt een standbeeld voor hem op. Ieder, die
deze woorden niet zou willen beamen, denke onder meer
anderen maar aan de Maagd van Orleans, door vijand en
landgenoot veroordeeld en op den brandstapel gebracht. In
onze eeuw, werd, zooals men beweert, zelfs haar proces
herzien, tn alle gevallen werd er meer dan een standbeeld
ter harer eer opgericht, en is men in hare vereering nog
verder gegaan.
Nog weer andere menschenkinderen worden, jaren na
hunnen dood, door toevallige omstandigheden verheerlijkt,
't Is 100 of 200 ja, zelfs 300 jaar geleden, dat ze gestor
ven zijn of geboren werden, en deze of gene gevoelt zich
opgewekt, om zoo'n dag niet onopgemerkt voorbij te laten
gaan. Laat er nu maar een op 't denkbeeld komen, dat
een standbeeld een heel goed effekt op het marktplein
zou maken, en dan is de eerste stoot gegeven. Er vor
men zich Commissies en er worden bijdragen ingezameld
en prijsvragen uitgeschreven en zoo krijgt de zaak haar
beslag. Of ze nu altijd mooi zijn en blijven, en den eer
bied opwekken die bij de onthulling.in-de aanspraak van
den feestredenaar aan den man in kwestie wordt bewezen,
is eene tweede vraag, maar de standbeeldenmanie heeft
zoo van die tijden, dat zij vele aanhangers mag tellen.
Wanneer dankbaarheid de drijfveer tot het oprichten
van een standbeeld kan zijn, dan dunkt mij, dat de man,
wiens geboortefeest door zoovele duizenden van allerlei
rang en stand wordt gevierd, daarop waarlijk wel aan
spraak zoude kunnen maken.
De goede bisschop, die zoovele eeuwen geleden leefde,
zal voorzeker gedurende zijn leven menig woord van dank
voor zijne talrijke weldaden ontvangen hebbenmenig dank-
evenwel haar voornemen te verraden, reed zij naar de stad, en
werd het spoedig met den notaris, met den verkoop er van
belast, eens, daar de koopprijs inderdaad zeer billijk was en
zekerlijk niet de helft bedroeg, van hetgeen de overste er voor
had betaald.
Toen zij des avonds terugkeerde, en Ebers haar koop mede
deelde, was deze zeer verrast, doch verried niet die vreugde,
welke zij verwacht had.
//Hebt gij den koop reeds gesloten?" vroeg hij.
z/Zeker, vindt gij het niet goed? De prijs is billijker dan ik
verwacht had."
,/Ik zou het u toch beslist afgeraden hebben."
//Waarom?"
z/Gij hebt verstrooiing noodig en zult daar niet gemakkelijk
vrienden verwerven. Ik zou u geraden hebben, naar de resi
dentie te trekken."
/,Juist de stille, afgezonderde ligging van het landgoed
heeft mij verlokt; ik ben bang voor de mensclien, ik verlang
ook niet meer vrienden, dan ik bezit, u en Hedwig en de
moeder van doctor Warberg.//
Ebers schudde bedenkelijk het hoofd.
,/Zult gij altijd zoo deuken en gevoelen?" bracht Ebers
hiertegen in. //Gij zijt nog te jong, dan dat niet alle levens
lust bij u zou terugkeeren."
„Gelooft gij, dat hetgene, wat ik in weinige jaren beleefd
heb, zoo spoedig vergeten zal zijn?''
„Gij zult het in ieder geval vergeten."
"Maar waarom En hebt gij aan iets niet gedacht? Gelooft
gij, dat het mij zoo gemakkelijk zal vallen, van Hedwig en
u te scheiden Nu zullen wij bij elkander blijven en kunnen
wij elkander in enkele uren bereiken. Gij hebt ook verge
ten, dat gij mij nog kortelings mededeeldet, dat gij er over
dacht om uw pensioen aan te vragen, en dan met Hedwig
naar de stad te trekken. Dat heeft vooral op mijn besluit
invloed gehad en daar ik u niet ontberen kan, zoo hoop
ik, dat het Hedwig aangenaam zal zijn, wanneer wij niet
te ver van elkander wonen."
„Zij zal, even als ik, zich hierover verheugen," verzekerde
Ebers.
Nog voor het invallen van den winter, betrok Dora het
landgoed en besteedde er al haar zorg aan, hetzelve geheel en
al in den toestand te houden, waarin de oude overste het had
achter gelaten. De bezigheid met de bloemen en planten deed
haar goed en deed haar niet gevoelen, dat zij alleen was.
offer zal hem in de gedaante van stille tranen van dank
baarheid gebracht zijn, maar de waardige man zal in de
verste verte niet hebben kunnen vermoeden, dat zijn naam,
na vele eeuwen, op duizende en duizende tongen zoude
zweven.
Zelden is iemand op zulk eene zonderlinge wijze vereerd
geworden. Men ziet geen stoet van vrome pelgrims, die
zich naar zijn graf begeven, en daar gekomen, een traan
plengen ter eere van zijne nagedachtenis. Zoo ooit, dan
speelt eigenbelang een groote rol in de instandhouding van
't feest, dat zoo populair is geworden, dat geen moderne
denkbeelden of wat ook in staat is, om het te doen op
houden. In onzen tijd, waarin zoo menige vrome overlevering
geheel wordt uitgewischt of als belachelijk wordt gebrand
merkt, blijft niet alleen dit feest bestaan, maar de viering
er van neemt telken jare in omvang toe en men zou ver
baasd staan, wanneer men 't cijfer mocht te weten komen
van de enorme sommen, die er op dit feest worden uit
gegeven. Zou dan hier 't eigenbelang niet de drijfveer
van de instandhouding zijn Stelt u voor, dat er een bevel
werd uitgevaardigd, waarbij de viering werd verboden
Arme fabriekanten, arme winkeliers van allerlei aard, hoe
groot zouden uwe verliezen zijn Arme kleine en ook arme
groote lieden, wat al geschenken zoudt gij missen Wat
is er van 't oorspronkelijke geworden De overlevering is
verdwenen. Onze hedendaagsche kinderen zijn veel te wijs,
om zich te laten wijsmaken, dat de goede Sint hen komt
beloonen of straffendat hij, op zijn paard gezeten, door
do lucht rijdtdat zijn knecht aan de zoete kinderen het
lekkers en aan de stouten de roede komt brengen de
aardigheid is er af, om klomp of schoen, met hooi voor't
paard, neer te zetten, en den volgenden morgen in angstige
spanning t'-' gaan zoeken, wat er op dien nachtelijken tocht
ingekomen is. Dat alles behoort tot het verledene. ff Is
nu geworden eene welkome gelegenheid om elkander dik
wijls als met geschenken te overladen, die telken jaren in
omvang en kostbaarheid toenemen. Vraag aan de groote
postkantoren naar 't aantal pakketten, die er met dit feest
door 't geheele land verzonden worden en gij kunt uwe
ooren nauwelijks gelooven. Bij vele kinderen heeft het
zuik eene uitbreiding gekregen, dat ze, helaasleidt tot
Zij was alleen. Leo's moeder kon haar niet zoo dikwijls
opzoeken en Ebers kwam nog zeldzamer. Hij sukkelde en
durfde zich niet aan het ruwe weder blootstellen, en Hedwig
wilde haar vader niet alleen laten, hoe gaarne zij haar vriendin
ook had opgezocht.
In de stad was Dora langen tijd het eenige onderwerp van
liet gesprek. Men gunde haar de sclioone villa niet, men vond
het vreeselijk, dat zij het gewaagd had, zich zoo nabij de
stad neer te zetten, en eenparig oordeelde men, dat men haar
in geen geval in den gezelligen kring zou opnemen.
Dit besluit was nu eigenlijk zeer voorbarig, want Dora
maakte er niet in het minste werk van, in dien kring opge
nomen worden. Dit rekende men haar natuurlijk weder als
hoogmoed toe en men ergerde zich daarover ten hoogste.
Den heer Netto, die voor Dora dikwijls partij trok en baar
warm verdedigde, beschuldigde men, dat hij naar de hand en
het vermogen der jonge weduwe dong. Hij had haar wel is
waar, sedert zij uit de gevangenis ontslagen was, niet weder
gezien, doch men had opgemerkt, dat hij op zekeren avond, van
de wandeling terugkeerende, Dora's huis voorbijging, en het
stond dus vast, dat hij de jonge weduwe in het geheim be
zocht. Daar hij zich hiertegen niet verdedigde, omdat hij van
dat gerucht niets te weten kwam, zoo vond men in zijn zwij
gen eene bekentenis.
De winter verstreek en toen de lente kwam, verraste Ebers
Dora op zekeren dag met zijn bezoek en de mededeeling, dat
hij zijn pensioen had genomen en nu met Hedwig in de stad
kwam wonen. Hij vond in Dora's nabijheid eene geschikte
woning en nu was Dora's eenzaam leven geëindigd. Gelijk
zij vroeger dagelijks naar de pastorie was gegaan, zoo kwamen
Hedwig en haar vader bijna iederen dag tot haar in den
prachtigen tuin. Ook Leo en zijne moeder kwamen nu meer
malen des avonds.
Leo's opgeruimd karakter bleef niet zonder invloed op Dora's
gemoedsstemming.
Hij verstond de kunst van aangenaam te vertellen en zag
ook de toekomst met vertrouwen tegemoet. Ook bij Ebers
wist hij de herinneringen aan een levenslustigen studententijd
op te wekken en meermalen gelukte het hem Dora en Hed
wig een gullen lach af te dwingen.
Zoo kwam er bij Dora, zoowel als bij Hedwig, meer levens
lust en levensmoed.