Zondag, 12 December 1886. Nationale Militie, 30ste Jaargang. No. 2045, DWALINGEN DES HARTE. OPROEPING xir3"* Zij <lic zich met 1 Januari w 1887, op ons blad abonnceren, ontvangen de tot dien datum verschij nende nummers GRATIS. de Red. G e meen te Scha gen R e k e n d m a k i n g e n Roman van FRIEDRICH FR1EDR1CII. XXIV. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHAGSMIf, Gaan, lï, 5. rl" PATENTEN. SCHAKER pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater dagavond. lij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TËÏJTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGUZOKDUN STUKKEN" één dag vroeger. Gi^CfeCï-- v i V JL1U. UlCli lllUCJ. UlUUOllg f \J Al W A J.J.VV "v ai"tstoclitelijk kloppen kan Of het nog in staat is, gelukki tC i.-ii 11 1, -x O XV COURANT. rtsii-1 De burgemeester van Schagen, brengt ter voorkoming van bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dat de schoorsteenen, voor zooverre die des zomers worden ge stookt, volgens art. 160 van liet politiereglement dezer gemeente, ten minste twee malen 's jaars, in Maart en December, moeten worden geveegd en schoongemaakt. Schagen, 3 December 1886. De Burgemeester voornoemd, Cs. de Pater, Weth. tot de inschrijving voor het jaar 1887, volgens de wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), berinneren bij deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor den dienst bij de Nationale Militie, met verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende 53.) //Nu zult ge begrijpen, dat ik elke hoop op geluk achter mij liet, toen ik voor bet altaar trad/'" ging Dora voort. „Slechts omdat ik geloofde, mijn vader er door te kunnen redden, reikte ik mijn hand aan een man, dien ik niet beminde, dien ik niet eens kon achten. Ik sidder, wanneer ik terugdenk aan dien tijd, zoo dor was mijn leven, en dikwijls, zeer dikwijls over viel mij toen de gedachte, mij het leven te benemen. Daar vernam ik door Buschbeck, hoe schandelijk ik door mijn ei gen vader was bedrogen, en ook hij was bedrogen, want de baron zou nooit mijn hand genomen hebben, wanneer hij ge weten had, waardoor ik gedwongen werd. Men had hem diets gemaakt, dat ik leeren zou, hem lief te hebben. Ik heb dit nooit geleerd, maar wel, medelijden met hem te hebben, en boe diep hij door zijn rampzaligen hartstocht ook zonk, ik bad medelijden met hem, omdat de grondtrek van zijn karak- hir eerlijk en redelijk was; ik verontschuldigde zijnen harts tocht, omdat ik wist, waarom hij dronk. Hij wilde verdooven, betgeen hem inwendig verteerde. Hij had mij lief en wist, dat mijn hart hem niet behoorde; het pijnigde hem en ook mij, want het smartte mij, hem te zien lijden, en toch kon ik mijn hart niet dwingen. Ik zou dit alles veel gemakkelijker gedra- 8e>i hebben, wanneer Buschbeck hard jegens mij was geweest, ftaar dat was hij niet; hij zou zelfs elk mijner wenken ver- vuld hebben. Toen keerde Horst van zijn reis terug en be zocht zijn vader. Maar al te spoedig raadde ik, dat hij mij beminde en zooveel mogelijk ontweek ik hemwant ik gevoel de* dat mijn eigen hart geen kracht genoeg zou bezitten om hem te weerstaan, wanneer hij mij zijn liefde mocht beken- llen- Dit mocht niet geschieden. Het is toch het geval ge weest, maar dit was alleen het gevolg der omstandigheden. Ik hoop, (];lt Horst geleerd zal hebben, zijn hart te bedwingen, even als ik het gedaan heb; onbeschroomd zou ik hem nu tegemoet treden; ik zou mij er over verheugen, hem weder te zien, gelijk men blijde is een broeder te zien; ik weet dat j'"Ju hart nu niet meer onrustig zou kloppen. Of het nog wel worden en het verledene geheel en al te vergeten? En Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEEtTENTIËN van 1 tot 5 regels'f 0.75; iedere regel meer f 0.15 droote letters worden naar plaatsruimte berekend. Art. 15. Ja irlijks worden voor de Militie ingeschreven alle mannelijke iugezutenen, die op don eersten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van 28 Juli 1850, (Staatsblad No. 44.) 2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van het jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield; 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Kijk verblijf houdt, Voor ingezeten wordt niet gehouden do vreemdeling behoorende tot eene Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich tigheid het beginsel van wederkcerigheid is aangenomen Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving volgens Art. 16, moet geschieden. Art. 16. De inschrijving geschiedt lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moedor, of, zijn beiden overleden, de voogd woont 2o, Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hij woont 3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont 4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont in do gemeente, waar zijn vader of voegd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschrevon lo. De, in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2o. De, in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden inge schreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven, tusschen den lsten en den 31sten JANUARI. Bij ongesteldheid, afwezigheid of onstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. dit hart wenscht gij nu te bezitten! Zou ik u niet bedriegen, wanneer ik uw wensch vervulde Gij hebt mij zooveel goed heid bewezen, dat ik eerlijk en openhartig jegens u moet zijn/' „Ik verlang geen ander hart dan het uwe riep Leo. //Gij hebt verleerd, aan het geluk te gelooven, maar ik, ik wil dit geloof in u weder opwekken. Mijne liefde zal gelijk de voor jaarszon aan uw hart weder een nieuw leven schenken. Wilt gij uw lot aan mij toevertrouwen Schenk mij uw hand, ik zal die als mijn hoogste kleinood heilig achten." Hij stak Dora zijn hand toe. Dora beefde, zij scheen te aarzelen. z/En wanneer uw keuze u later berouwt," vroeg zij, hem met hare groote oogen doordringend aanziende. riep Leo uit, sloeg beide armen om „Nimmer nimmer haar en drukte haar aan zijn borst. //Zeg mij nu, dat ik u niet onverschillig benzeg het mij, ik moet die woorden van uwe lippen hooren ging hij voort, terwijl hij haar hartelijk kustte. Dora lachtte, gelijk hij haar nog nooit had zien lachen. /,Moet ik u dat nog zeggen vroeg zij, hem vol liefde in de oogen ziende. En toch zal ik het u zeggen, want ge zult in de eerste dagen dikwijls genoeg moeten hooren, hoe dwaas gij gehandeld hebt, en wanneer de inenschen hier het u niet zeggen, dan zult het wel in hnnne oogen kunnen lezen. Zij houden mij nog altijd voor trots en hoogmoedig, en velen zijn nog heden er vast van overtuigd, dat ik Buschbeck vergiftigd heb/' z/En al gelooft de geheele wereld dat, dau zou ik op uw bezit nog trotsch zijn," riep Leo vol vuur uit. z/Zal het uw betrekking geen schade doen bracht Dora nu in het midden. z/Nu gij de mijne zijt, vrees ik niets niets, want nu weet ik, dat ik mij overal eene positie kan verwerven. Laat mij nu mijn geluk genieten, zet u hier aan mijne zijde neder, geef mij uwe hand, nu ruil ik met geen sterveling ffZijt gij werkelijk zoo bescheiden vroeg Dora lachende. z/Zult gij het uw moeder heden nog mededeelen z/Zeker, ik zou mijn geluk wel aan alle mensehen willen toeroepen en ik zou het voor mijne moeder geheim houden Zou zij het niet dadelijk uit mijne oogen kunnen lezen „En mag ik het morgen ook tegen Hedwig en haren vader zeggen P" Aan alle, alle menschenriep Leo uit. Hij sprak nu zoo- Burgemeester en Wethouders vooenoemd, brengen tevens ter kennisse van de belanghebbenden dat tot de inschrijving ge legenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den 7en December 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Scha gen, brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier van het Patentrecht over het Tweede kwartaal van het. dienstjaar 1886/87 op den 3en dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord—hol land is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvan ger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezetene, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 9 December 18S6. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd. G. Langenberg. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis, dat de patenten, aangevraagd in de maanden Augustus, Sep tember en Octo'oer 1.1. 2e kwartaal, dienstjaar 1886/87, ter gemeentesecretarie door belanghebbenden kunnen worden afge haald vanaf Zaterdag den llen tot en met Vrijdag den 17en dezer des voormiddags van 9 tot 12 ure; den invallenden Zondag uitgezonderd. Schagen, den lOen December 1886. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. veel over zijn geluk, hij herhaalde zoo dikwijls de verzekering zijner liefde en bouwde zulke koene en gelukkige plannen voor de toekomst, tot Dora zelve hem vermaande, zijn moeder niet langer op zijn terugkomst te laten wachten. „Laat mij nog wat blijven verzocht hij. „Uwe moeder zal zich over u ongerust maken." „Wanneer ik bij u ben „Zij weet immers niet, wat u bij mij terughoudt." Leo rukte zich met moeite van de geliefde los. „Tot weerziens, tot morgenriep hij haar nog eenmaal toe daarna spoedde hij zich voort. Zijne moeder zat met ongeduld op hem te wachten. „Gij komt laat," zeide zij, toen hij bij haar binnentrad; doch ternauwernood had zij een blik geslagen op zijn van ge- lukstralend gelaat, of zij voegde er vragend bij. „Leo, is er iets gebeurd P" „Ik breng een hart met mij, hetwelk mijn eigendom is en dat ook gij zult lief hebben!" riep Leo haar toe. „Dora?" viel de oude dame hem in de rede. „Ja, gij hebt het geraden." „Geraden? Ik heb het reeds lang in uwe oogen gelezen.' „En is zij u welkom?" De oude vrouw stak haar zoon beide handen toe. „Welkom?" herhaalde zij met bewogen stem. „Ik weet, dat gij geen edeler hart zoudt hebben kunnen vinden, hetwelk ik u toewensch en als moeder u slechts toewenschen kan." Leo sloot zijne moeder in zijne armen en kustte haar hartelijk. „Zie, Dora verheugt er zich reeds in, u te mogen verplegen en u het leven gemakkelijk te maken!" riep hij uit. De oude dame biggelden de tranen langs de wangen. „Mijn leven is nu reeds gemakkelijk en gelukkig, nu ik weet, dat gij gelukkig zijt," zeide zij. „Ik heb in mijn leven veel leed ondervonden, nu ligt alles als een lang verdwenen droom achter mij, en aan den hemel, die mij dikwijls zoo duister toescheen, zie ik alleen de ster van uw geluk „Ja, het is een goede ster, die voor ons zal schijnen," riep de jonge man jubelend. Den volgenden morgen verliet Leo vroegtijdig zijne woning, om zijne patiënten te bezoeken; hij wilde zich haasten, oin tijd te winnen, teneinde Dora een vluchtigen morgengroet te brengen. Onderweg ontmoette Nero hem, hij wildde dezen voorbij snellen, doch hij had hem nog niet bereikt of Nero riep hem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1