Zondag, 19 December 1886. 30ste Jaargang. Uo. 2047. DWALINGEN DES HARTE. Hationale Militie. JACHT. OPROEPING DE LAATSTE DAGEN- Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHAOKïtt, Laan, 5. Zij die zich niet 1 Januari 1887 op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschij nende nummers GRATIS. de Red. Gemeente Schagen Bekendmakingen. Roman van FRIFDRICH FRlEDRlCll. XXV. SCHAKER Alf (Kil 1 Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- ipEUUËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. jj^G-EZONDEN STUKKEN één dag vroeger. COURANT. ntit- Lili Prijs per jaar f3.Franco per post f3.0O. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. BEVOLKING. Cornelis Hartman, laatst wonende te Sloten, (N. Holl.), thans alhier, wordt in zijn belang aangemaand, zich zoo spoedig mogelijk te vervoegen ter Secretarie dezer gemeente. POLITIE. Achtergebleven: op de markt alhier, van 16 December j.1., een Schaap. Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Secretarie dezer gemeente. De Burgemeester van SCHAGEN, brengt ter kennis van hen, wie zulks aangaat, dat bij gelegenheid van de gedurende dezen Winter in het Noord Hollandsch Koffie huis alhier te houden Vo Iksvoordrachten, voor geene andere loealiteiten vergunning zal worden verleend, om daarin na het bij het politie reglement bepaalde sluitings uur te mogen tappen, en men zich mitsdien met geenerlei verzoek van dien aard tot hem behoeft te wenden. SCHAGEN, 14 December 1886. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBEEG. De Burgemeester der gemeente Schagen Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris des Konings in Noord Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie d.d. 1 December 1886 n° 51 Gelet op art. 11 der wet tot regeling der jacht en visscherij van 13 Juni 1857, (Staatsblad n° 87), Brengt ter kennis van belanghebbenden: 55.) //Het was uw plan om heden nog uit te gaan vroeg Horst. //Ja, maar nu blijf ik tehuis," zeide Leo. //Gij wildet uw geliefde een bezoek brengen //Ja." //Dan zult gij ook tot haar gaan." //Nu niet." //Ook dan niet, wanneer ik u vergezel P" //Dan wel //Leo, het is u toch niet onaangenaam P" bracht Horst nog w het midden. //Ik bezoek immers mijn moeder!" //Ik verheug mij er over," verzekerde Leo. //Slechts moet 8'j mij toestaan, dat ik Dora op uw bezoek voorbereid." //Ik zou u daarom verzocht hebben. Ik zal u vergezellen en voor het huis wachtenik doe dit ook nog om een andere rede. Naar ik gehoord heb, heeft Ebers zijn pensioen genomen, hij en Hedwig verkeeren veel met Dorahaar wilde ik heden liefst niet daar aantreffen ik ben er nog niet op voorbe reid, haar te zien." //Heden zult gij haar niet ontmoetenEbers heeft koude gevat en zal bij dit weder zijn huis niet verlaten." //Hebt gij hem nader leeren kennen //Ja, een voortreffelijk man »Aan wien ik oneindig veel heb te danken, alles, wat ik hen. Toen ik mij in de grootste vertwijfeling van hem losruk te en weinig lust had het leven langer te dragen, toen ik het voor onmogelijk hield, den hartstocht in mijn binnenste te over winnen, toen gaf hij mij den raad, te arbeiden en te worstelen. Ik heb zijn raad, ofschoon ik er weinig heil van verwachtte, opgevolgd en die raad heeft mij geholpen. Doch kom nu dat de sluiting der jacht op klein wild voor Noord—Holland is bepaald op Vrijdag 31 December 1886, met zonsondergang en dat alzoo op grond van het bepaalde bij het eersre lid van art. 27 der aangehaalde wet het verkoopen, le koop uitstallen en vervoeren van wild, uiterlijk tot en met 14 Januari 1887 zal mogen plaats hebben. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord Holland worden aangeplakt. Haarlem, 6 December 1886. De Comissaris des Konings voornoemd, (Get.-) Schorer. Schagen, 14 December 1886. De Bnrgemeester voornoemd, G. Langenberg. -G tot de inschrijving voor het jaar 1887, volgens de wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), herinnereu bij deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne verplichting tot het doen van aaDgilte voor den dienst bij de Nationale Militie, met verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 29, alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle mannelijke iugezetenen, die op don eersten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moedor, of, ziju beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van 23 Juli 1850, (Staatsblad No. 44.) 2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van het jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen hot Ri)k verblijf houdt, Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling bebooreDde tot eene Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich tigheid het beginsel van wederkcerigheid is aangenomen Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving volgens Art. 16, moet geschieden. Art. 16. De inschrijving geschiedt Hij stond op. Zij verlieten het huis en begaven zich naar Dora. Horst bleef buiten wachten. ;,Ik breng u dadelijk bericht" zeide Leo. Zijn hart sloeg toch iets sneller, toen hij Dora's woning binnentrad. Dora kwam hem tegemoet. z/Gij komt heden zoo laat," zeide zij, terwijl zij hem mede naar de kamer trok. //Ik vreesde reeds, dat het weder u te ontstuimig was." z/Er is geen weder, hetwelk mij zou terughouden, om u te bezoeken," antwoordde Leo. //Ik kreeg bezoek z/Van een patiënt P' z/Neen, van een vreemdeling ik heb hem zelfs meege bracht, maar hij aarzelde om binne:> te treden, omdat hij niet weet, of hij u welkom is." z/Wie is hij vroeg Dora snel. z/Raadt gij het niet Een donkere blos overtoog Dora's gelaat, zij talmde met het antwoordzij scheen op Leo's gelaat te willen lezen, wat hij dacht. z/Horst zeide zij toen op gedempten toon. „Hij is het, mag hij binnentreden //Zeker zeker hij is immers uw vriend en mijn zoon," gaf Dora ten antwoord. Hare stem beefde toch een weinig. Leo snelde de kamer uit om zijn vriend te halen. Toen Dora alleen was, drukte zij de beide handen tegen haar hart, een gevoel van angst overviel haar, doch zij her stelde zich en toen enkele minuten later Horst binnentrad, ging zij hem tegemoet en stak hem beide handen toe. „Welkom, Horst!" riep zij uit. //Ik moest eigenlijk boos op u zijn, omdat gij eerst laat vragen of gij mij gelegen komt." „Ik wilde u niet verschrikken," antwoordde Horst, wiens borst nog sneller adem haalde. //Verschrikken P' herhaalde Dora met een kalm lachje. //Verschrikken, wanneer men een vriend wederziet?" //Misschien zou het u evenzoo gegaan zijn als Leo, en hadt lo. Van een ongehuwde iu de gemeento, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont 2o, Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hij woont 3o. Van hora, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont 4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont in do gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven lo. De, in een vreemd rjjk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2o. De, in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden inge schreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven, tusschen den lsten en den 31sten JANUARI. Bij ongesteldheid, afwezigheid of onstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. Burgemeester en Wethouders vooenoemd, brengen tevens ter kennisse van de belanghebbenden dat tot de inschrijving ge legenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags, van f des voormiddags 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den l8en December 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Er ligt altijd iets plechtigs in denkbeeld van de laat ste dagen. Neem 't leven van een alledaagsch menschen- kind; al is hij niet beroemd, niet geërd in den lande, toch heeft hij dan een kring, hoe bescheiden ook, van kinderen, bloedverwanten of bekenden, en 't kan niet an ders, of deze zullen, na zijn verscheiden, nog meer dan eens spreken over de laatste dagen van 't leven van hem of haar, die is heengegaan. En gelijk 't met het leven van een mensch in 't bizon der gaat, evenzoo gaat het met alle mogelijke tijdperken of gedeelten van tijd, waarin de eene of andere merk waardige gebeurtenis is voorgevallen. Zoo'n tijdperk hebben de menschen zeiven bepaald, toen ze aan 't verloop van 365 dagen den naam van een jaar gaven. Dat heeft men gedaan, niet alleen om 't tijdver gij ook mij niet herkend," bracht Horst hier tegen in. „Herkendet gij hem niet P' vroeg Dora aan Warberg. //Niet terstond." z/Gij zijt wel veel veranderd, maar ik zou u toch dadelijk herkend hebben," ging Dora voort en sloeg Horst nauwkeurig gade. //Gij ziet er veel mannelijker uit. Maar wanneer zijt gij gekomenP' //Heden avond." ;/En gij wist, dat ik mijn leven en mijn geluk in de hand van uw vriend wil leggen z/Ik verwachte u reeds gehuwd aan te treffen." ;/Nu, onze harten zijn ook werkelijk reeds vereenigd," zeide Dora, terwijl zij Leo's hand vatte en vast in de zijne hield. z/Ik hoop, dat gij over mijne keuze tevreden zult zijn." „Ik kan u beiden slechts geluk wenschen!" verzekerde Horst. Dora was hartelijker tegen Leo dan zij gewoonlijk was. Of zij Horst toonen wilde, dat zij alles had overwonnen en zich gelukkig gevoelde? Horst verhaalde nu van zijn strijd om het dagelijksch bestaan en van zijne betrekking in Zürich. Met gespannen aandacht luisterde Dora naar hem. z/Horst, gij vraagt niet eens naar Hedwig?" zeide zij eindelijk. z/Toch wel! Hoe gaat het met haar?" vroeg Horst een weinig verlegen. „Goed. Zij was ernstig ziek en heeft veel geleden. Gij zult haar wel zeer veranderd vinden, want zij is stil geworden. Wij zijn zeer nauw met elkander bevriend en er gaat nauwelijks een dag om, op welken wij elkander niet zien. Wanneer zult gij haar en haar vader bezoeken „Ik weet het nog niet ik zie er tegen op, hen te ontmoe ten, want ik heb op hun vertrouwen niet meer dien aanspraak, gelijk vroeger." „Toch wel, Horst!" viel Dora hem levendig in de rede. „De harten van beide menschen belmoren u voor altijd en ik ken geen trouwere harten 1"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1