AlfClEül
MïrtÉ- L
la
Donderdag, 22 December 1886.
30ste Jaargang. Ho. 2048.
DWALINGEN DES HARTE.
Nationale Militie.
JACHT.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGKf, I^aan, I), 5.
Zondag,
Zij, die zicli met 1 Januari
1887 op ons blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum verschij
nende nummers GRATIS.
de Red.
Boor de Invallende feest
dagen, (Kerstmis en Nieuwjaar),
zullen de nummers vaii
26 December 1886
en
Zondag, 2 Januari 1887,
respectievelijk worden uitgegeven op
Vrijdag 24, en Vrijdag 31 December, e.k.,
en worden belanghebbenden ver
zocht, hunne Stukken of A d -
v e r t e n t i n v r o e g t ij d i g in te
zenden.
In het Nummer van Vrijdag,
31 December, bestaat wederom
de gelegenheid, een Nieuwjaarsgroet
te plaatsen, a f0.25, van 15 regels;
elke regel meer f0.05.
de RED.
m
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
POLITIE.
Roman van FRIET)RICR FRIEÜRICH.
XXVI.
OPROEPING
SGHAGER
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEK-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
COURANT.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Achter gebleven:
op de markt alhier, van 16 December j.1.,
een Schaap.
Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Secretarie dezer
gemeente.
De Burgemeester der gemeente Schagen
Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende
56.)
SLOT.
//Goeden morgen, Dora. Waarom hebt gij mij laten roepen
Met deze woorden trad Hedwig den volgenden morgen Dora's
kamer binnen.
//Waarom?" riep Dora uit, terwijl zij op haar vriendin toe
snelde en haar kustte. //Om u te zienGisteren zijt gij niet
gekomen, heden hadt gij mogelijkerwijze u ook niet laten zien
//Gij weet dat papa verkouden is, ik zou hem niet gaarne
alleen laten en kan ook maar kort bij u blijven."
//Weet gij dat zoo precies!" viel Dora haar schertsend in
e rede. „Ik vermoed, dat gij iets langer zult blijven."
//Dora, hebt gij iets bijzonders vroeg Hedwig, wie het
opgeruimde voorkomen van Dora opviel.
«/Doe eerst uw hoed en doek af, gaat zitten dan zal ik
a''es vertellen," ging Dora voort en trok Hedwig op een
stoel. „Zie zoo, nu zal ik u zeggen, dat ik u een groet moet
overbrengen, doch gij moet raden van wien."
lp Hedwig's gelaat werd het rood verdrongen door eene
d®vjoe bleekheid; het viel gemakkelijk te raden, aan wien zij
#Jk weet het niet," zeide zij eindelijk.
//Kaad eens. De groet komt van iemand, die gisterenavond
J nnj was en ik heb moeten beloven, den groet u terstond
e(|en morgen over te brengen."
eze woorden hadden op Hedwig eene ontnuchterende uit-
h kk had aan Horst gedacht, hij kon immers geschreven
oori; nu was die hoop eensklaps weder verdwenen.
//Ik weet het niet," herhaalde zij op een toon, uit welken
De Commissaris des Konings in Noord Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie
d.d. 1 December 1886 n° 51
Gelet op art. 11 der wet tot regeling der jacht en visscherij
van 13 Juni 1857, (Staatsblad n° 87),
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
dat de sluiting der jacht op klein wild voor Noord—Holland
is bepaald op Vrijdag 31 December 1886, met zonsondergang
en dat alzoo op grond van het bepaalde bij het eersre lid van
art. 27 der aangehaalde wet het verkoopen, te koop uitstallen
en vervoeren van wild, uiterlijk tot en met 14 Januari 1887
zal mogen plaats hebben.
En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en
voorts in elke gemeente van Noord Holland worden aangeplakt.
Haarlem, 6 December 1886.
De Comissaris des Konings voornoemd,
(Get:) Schorer.
Schagen, 14 December 1886.
De Burgemeester voornoemd,
G. Langenberg.
tot de inschrijving voor het jaar 1887, volgens de
wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.)
Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende
op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie
van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), herinnereu bij
deze de belanghebbende Ingezetenen, iari hunne verplichting
tot het doen van aangifte voor den dienst bij de Nationale Militie,
met verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 20,
alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende
Art. 15. Jairlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den eersten Januari van het jaar
bun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moedor, of,
zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet
van 23 Juli 1850, (Staatsblad No. 44.)
2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste
achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van het
jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield;
3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was^l is
zijn voogd geen ingezeten, mits hjj binnen het Rpk verblijf houdt,
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreomdeling behoorende
tot eene Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten
krijgdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wedorkeerigheid is aangenomen
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
geen blijde verwachting racer sprak.
z/Klopt uw hart dan niet sneller? Zegt het u niet, van
wien die groet komt? Van Horst!"
Bijna verschrikt sprong Hedwig van haar stoel op.
,/Is hij hier?" riep zij uit.
„Ja, gisteren avond kwam hij onverwachts met Leo bij mij."
Hedwig sidderde hevig.
„Verheugt gij er u dan niet over!" riep Dora uit, terwijl
zij hare vriendin omhelsde. „Is die groet u dan niet welkom
Hedwig was nog altijd zich zelve niet meester. Dit bericht
had haar te onvoorbereid getroffen.
„En hij wil ons mijn vader niet begroeten?" vroeg zij.
„Dat wil hij juist wel, want uwentwege is hij alleen terug
gekeerd. Hij ziet er evenwel tegen op, u te ontmoeten, om
dat hij vermoedt, dat gij toornig zijt op hem."
„Dora, zeg mij de waarheid/' verzocht Hedwig met smee-
kende stem.
„Ik zeg u die. En ik heb tegen Horst gezegd, dat uw hart
veel te goed en lief is, oyi toornig op hem te kunnen zijn.
Dat mocht ik hem toch wel zeggen
Hedwig wierp zich aan de borst van hare vriendin en snikte
hevig. Dora streelde haar en trachtte haar tot bedaren te
brengen.
„Wees bedaard - nu wordt immers /lies nog goed," j
zeide zij zacht. „Dat uw hart aan hem behoort, weet ik en
hoe innig hij u lief heeft, dat zal hij zelve u spoedig bewij
zen, want hij zal hier komen, daar ik hem beloofd heb
„Nu nietnn nietriep Hedwig uit.
„Waarom niet
„Ik ben te opgewonden; ik weet niet, wat ik doen moet
„Uw hart volgen; dat zal het rechte kiezen."
Daar klonk de huisbel.
„Hij komt," zeide Dora zacht.
„O God, nu kan ik hem niet zien!" riep Hedwig angstig
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving volgens Art. 16, moet geschieden.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is
deze overleden, de moeder, of, zijn heiden overleden, de voogd
woont
2o, Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente
waar hij woont
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd
is, in de Gemeente, w&ar hij woont
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander,
die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont in
do gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland
gewoond heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven
lo. De, in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten,
die geen Nederlander is
2o. De, in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten
Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden inge
schreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders
aan te geven, tusschen den lsten en den 31sten JANUARI.
Bjj ongesteldheid, afwezigheid of onstentenis is zijn vader, of,
is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn
voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Burgemeester en Wethouders vooenoemd, brengen tevens ter
kennisse van de belanghebbenden dat tot de inschrijving ge
legenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter
Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags,
van "des voormiddags 9 tot des namiddags 4 ure.
Schagen, den l8en December 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van de
ingezetenen, dat het aanbieden van en het rondgaan met zoo
genaamde „Nieuwjaarswenschen," hetzij gedrukt, hetzij
geschreven, langs de huizen niet zal worden toegelaten als
mede dat de verschillende armbesturen eene inzameling van
vrijwillige giften langs de huizen zullen houden, ten einde
uit de opbrengst bij het einde dezes jaars, eene buitengewone
bedeeling van levensmiddelen aan de minvermogenden te kun
nen doen.
Schagen, 21 December 1886.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
uit en wilde uit de kamer vluchten.
Dora hield haar terug en drukte het hoofd van het weenen-
de meisje aan haar borst.
De deur werd geopend en Horst verscheen, doch bleef bij
de deur staan. Dora knikte hem vriendelijk toe.
Nog een oogenblik stond Horst in diep stilzwijgen, zijn
borst snakte naar adem; daarna breidde hij zijne armen uit
en riep: Hedwig Hedwig!"
De geroepene kromp bij den klank zijner stem ineen lang
zaam richtte zij haar hoofd op en nauwelijks hadden hare
oogen de zijnen ontmoet, of met een scherpen kreet ijlde zij op
hem toe en wierp zij zich aan zijn borst.
„Hedwig, de mijne de mijne!" riep hij jubelend uit.
Daarna hief hij haar hoofdje op en kustte haar.
Dora had inmiddels de kamer verlaten, maar de beide geluk
kigen hadden dit niet eens bemerkt; zij staarden elkander
een poos zwijgend aan; zij hadden zooveel te bekennen en
toch was alles saam te vatten in deze drie woorden„Ik
bemin u
Horst vertelde haar van zijn strijden, en van zijne betrek
king in Ziirich.
„En zult gij gaarne met mij daarheen trekken vroeg hij.
„Ik volg u, al ware het naar het einde der wereld!" ver
zekerde Hedwig. „Maar mijn vaderHij weet nog niets van
mijn geluk Kom, Horst, ik breng u tot hem Hoe zal hij
zich verheugen, wanneer hij u wederziet
Zij zochten Dora, doch deze was er niet. Jubelend van
geluk,spoedden zij zich nu naar den kleinen geestelijke en
waren verbaasd, toen zij Dora daar aantroffen.
„Ik moest uw vader toch op uw geluk voorbereiden," zeide
Dora lachende tot Hedwig.
Diep bewogen sloot de kleine geestelijke den wedergevon
dene in de armen.
„Ik kan u niet zeggen, hoe blijde ik ben," zeide hij, toen