Bintienlandsch Nieuws. Wordt Vervolgd. Brengt ter kennis van belanghebbenden 1° dat de jacht op eenden in deze provincie zal worden gesloten den 28sten Februari e.k. met zonsondergang 2° dat de jacht op ander waterwild zal worden gesloten den 15den April e.k. met zonsondergang; 3° dat het weispel van hcartelen met steekgaren of vlieg net zal mogen worden uitgeoefend van 2 Mei tot 15 Juli e.k.; 4° dat de kooilieden met uitzondering van die in de ge meente Texel, op wie deze bepaling niet van toepassing is, hunne kooieenden opgesloten of gehokt moeten houden van het tijdstip der sluiting van de jacht op eenden tot 1 Mei 1887 5° dat de viucherij, met uitzondering van die met den hengel in de hand, van die met aalkorven, aaldobbers en pa lingfuiken, van die met het schepnet of de gebbe om kleine vischjes te vangen voor de aaldobbers, eu van die op snoek in de gemeente Texel, zal zijn gesloten van 1 April tot 1 Juni e.k. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente der piovincie worden aangeplakt. Haarlem, 29 Januari 1887. De Commissaris des Konings voornoemd, (GetSCHORER. Schagen, 11 Februari 1887. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Schagen, 16 Februari 1886. Aan belangstellenden en belanghebbenden, en dat zullen in dit geval zeer zeker alle ingezetenen van Schagen zijn, kunnen wij mededeelen dat de feestcommissie voor de regeling van de feestelijke herdenking van 's Konings 7Osten verjaardag, te dezer plaatse, dank zij de flinke deelneming der ingezetenen en de welwillende medewerking van den gemeenteraad door eene verleenen van eene subsidie, groot f 95.in staat is gesteld haar programma geheel en al ten uitvoer te brengen. Was de Commissie eerst van plan om f 300 uit te reiken uitsluitend voor de feestgaven aan dc behoeftigen dezer gemeente, thans is zij in staat gesteld dit bedrag op te voeren tot f 100. inderdaad geen onbelangerijk cijfer. Wat aangaat de regeling der volksfeesten zoo zal die bestaan in vijf afdeelingenMastklimmen, Tonnetjes kruien, Varkensvangen, Tonzitten en Zakloopen, allen spelen bij het volk welbekend en zullen bij deze volksspelen verschillende prijzen, bestaande in levensmiddelen en kleeding- stukken, tot een gezamelijk bedrag van f 80 worden uitgeloofd aan den prijswinners. Uit den aard der zaak mogen aan deze volksspelen alleen personeu uit het volk deelnemen en kan men de prijzen dan ook gevoegelijk eene extra feestgave noemen. Omtrent de regeling der volksspelen en der uitdeeling van de feestgaven, zie men de beide in dit nummer voorkomende advertentiën. Teneinde niemand te bevoordeelen, door het houden van uit bestedingen omtrent de leverantie van levensmiddelen, heeft de commissie gemeend, het beste te handelen, door uitreiking van bon» van f 0.50, zoodat iedere bedeelde vrij is, voor de hem verstrekte bons zich datgene te verschaffen, wat hij in zijne huis houding noodig heeft, (zie verder adv.) Evenwel heeft de Commissie gemeend te moeten waken voor misbruiken en is dan ook op de Bon's bepaaldelijk ver meld, dat volstrekt geen sterken drank voor dat geld mag worden gekocht, terwijl elke leverancier verplicht is, de bons welke hem worden aangeboden voor levensbehoeften, met zijne naamteekening te voorzien. De bons worden hem dan betaald door den Penningmeester der commissie, op 23 Februari a. s. Ook de vereeniging D. D. is door de inteekening op hare lijsten in staat gesteld haar voorgenomen kinderfeest op flinke wijze te doen plaats hebben, terwijl beide commissién zich tot de vaststelling van een gemeenschappelijk programma hebben verstaan, waardoor beide feestvieringen elkander als 't ware afwisselen en het publiek ze allen kan bijwonen. Zoo ziet men alweder dat ons Vaderlandsch devies „Een dracht maakt Macht* op nieuw bewaarheid is geworden en wij voor ons twijfelen er dan ook geenszius aan, dat als het Oranje—zonnetje op dien dag zich in al zijn glans aan ons wil vertoonen, of de feestviering in Schagen zal tot aller genoegen en tevredenheid plaats hebben en de faam zal kunnen ver kondigen dat Schagens Burgerij op waardige en flinke wijze 's Konings 70sten verjaardag heeft herdacht. Zoo zij het! De openbare uitvoéRüg, op Zondag j.1., door eenige leden der Sociëteit Ceres, alhier, in dat lokaal gegeven, was bezocht door een zeer talrijk publiek, hetwelk alle redenen had om de uitvoering te roemen. Het kluchtspel „drie hoeden," werd zeer goed gespeeld en wisten de spelers de daarin voorkomende moeielijkheden flink te overwinnen. Het stuk zelve was noch al bewerkelijk en vroeg inderdaad veel actie. Het tweede stukje: „De koopman in Oudheden," blijspel met 1 bedrijf, door Rosier Faas se n daarentegen, was een juweeltje en werd uitstekend en zeer verdienstelijk opgevoerd. "Vooral de heer Honing, als Abraham Klij, koopman in oudheden, bewees dat de hoofdrol aan hem was toevertrouwd; zijne geestige en filosofische gezegden, zoowel als zijn goed bestudeerd en natuurlijk spel, deden hem herhaaldelijk den luiden bij va! van het publiek verwerven. Laat bij vele rederijkers-uitvoeringen dikwijls de zang zeer veel te wenscheu over, ditmaal mogen we dien gerust onbe rispelijk noemen, vooral van de dames A. Roggeveen en N. Stammes; terwijl het accompagnement van het strijkorchest onzer Harmoniekapel een uitstekend effect maakte. Omtrent de uitvoering der tooneelstukjes meenen wij nog verplicht te zijn een woord van waardeering te betuigen aan alle de personen, die in de beide stukjes optraden, voor de inspauning en ijver, welke zij blijkbaar hebben besteed om tot zulk een goede uitvoering te geraken. Of er hier en daar niet wat zou zijn aan te merken, o zeker, maar men moet niet vergeten dat het allen dilletanten waren en met dien maatstaf gemeten dan mogen we vrijelijk verzekeren dat dit gezelschap onder de liefhebberij-tooneelge- zelschappen een goede plaats inneemt. Naar men ons toefluisterde bestaat het plan bij deze heeren en dames om zich tot een rederijkersgezelschap te vormen onder den naam de „Roos", iets wat wij met het oog op de bestaande traditiën ten opzichte van dezen naam niet onaardig zouden vinden. Het nette en uitgebreid decoratief, de goede regeling en is overkomen, wat moet het dan zijn Hij keek mij lang en doordringend aan, toen zeide hij „Dat Annie heenging, daarvan was een geheim leed de oorzaak een zwaar leed, hetwelk zij diep verborg in haar gemoet, en van zulk een eigenaardig karakter, dat zij het niet eens aan haar vader of moeder kon bekennen. De brief, die Annie ons schreef, kwam uit een gewond hart, Hugh, uit een hart, dat misschien aan den een of anderen' schurk toebehoort. En zooals ik denk, zoo denken anderen ook. Meent gij, dat ik het ge heimzinnig gefluister der menschen niet gehoord, en daarbij niet opgemerkt heb, hoe medelijdend zij mij aanzagen Ik begreep hem maar al te goed, want dezelfde gedachte was dikwijls genoeg bij mij zeiven opgekomen. „Wat er ook gebeurd mag zijn," zeide ik, „dat eene moogt gij zeker gelooven, op Annie rust geen schuld. Oom, weet gij, wat ik dikwijls het gedacht? Dat Annie ons verliet, om zich te bevrijden van de aanzoeken van George Redruth." „Wat zegt gij schreeuwde hij mij toe, mij aanstarende en over het geheele lichaam bevende. „Daar is iets tusschen hen beiden voorgevallen. Misschien heeft hij haar hart weten te winnen en zij, den grooten afstand erkennende, die hem en haar scheidde, zeide tot zich zelve ,Ik wil hem eenigen tijd uit den weg gaan, tot ik geleerd zal hebben hem te vergeten, of totdat hij daar niet meer zal zijn.'" Oom fronste de wenkbrauwen. „Neen, neen, Hugh daar steekt meer achter, maar wat het ook zijn mag, ik ben er zeker van, dat de jongeheer niet de hand in het spel heeft gehad. Ik weet eenmaal, dat gij hem nooit hebt kunnen dulden, maar hij heeft een goed hart en is tot geen slechte daden in staat, ik ken hem toch van kindsbeen af. Ik vertrouw master George evengoed als mij zeiven." Met het oog op zijn hevig zieleleed, bezat ik niet de kracht, hem alles te zeggen, wat ik wist; maar al had ik dit ook gedaan, dan had ik toch niet het vaste vertrouwen op de rechtschapenheid van den jongen heer in hem kunnen schokken. „Het is iemand anders, dien ik verdenk," ging hij na een pauze voort, „iemand, van wien John Rudd mij het een en ander heeft medegedeeld. Drie of vier dagen, nadat Annie was afgereisd, heeft John Rudd haar in Falmouth met den inspec teur Johnson gezien. Zij stonden naast elkander op de kade, Annie weende. Hoe het zij, dit is zeker, dat sedert dien nacht, in welken Annie vertrok, ook de inspecteur is afge reisd, naar Londen, zooals de menschen zeggen. Neem dit alles nu bij elkander en zeg mij dan, Hugh, wat gij er van denkt." De saak was mij een raadsel, ik haastte mij evenwel hem te nlaatsin» der requisten en de uitstekende grim meering hebbei voorzeker ook het hunne bijgedragen tot het welslagen dez, uitvoering. Jongstleden Zondagavond had te Barsingerhorn de uit- voerinc plaats van het zanggezelschap Caec,ha. Hoewel het programma een zeer bescheiden aantal zaDg. stukken bevatte, werd het toch nog een druk avondje voorde werkende leden, omdat er ditmaal iets zeer ongewoons zou zongen worden, n. 1. eene operette genaamd „Klaas "fc„ Trien Dit kluchtige zangspel, gedicht en gecomponeerd door P. Yasseur vie'i blijkbaar zeer in den smaak bij alle toehoorders. De inrichting van het tooneel in de verschillende tafereelen, de eigenaardige kleederdrachten der boeren en boerinnen, waar. aan v°ooral de zangeressen zooveel zorg hadden besteed, de begeleiding door pianomuziek, de handeling der verschillende „roepen, en bovenal de wijzen waarop de hoofdpersonen, Klaas en Trien, hunne rollen voordroegeu dat alles in overeen, stemming met elkander, bracht zulk een prettig verrassenden indruk te weeg, dat van verschillende kanten werd aange- drongen op eene tweede opvoering van „Klaas en Trien" 0p den feestavond van Zaterdag aanstaande, wanneer er vrij entree zal zijn (behalve voor kinderen natuurlijk). Men schrijft uit Wormerveer: Sedert eenigen tijd doet in verschillende dag- en weekbladen een bericht de ronde, dat in de Zaaustteek zich ook de crisis doet gevoelen dat de toestand van den houthandel, die vroe ger den bloei dezer streek uitmaakte, bedroevend is dat overal ongekende slapte heerscht enz. Na nog eenige andere klaag- tooneu te hebben aangeheven eindigt hef bericht met de naieve opmerking -; „wanneer de zaken blijven zoo als ze zijn, zal het niet lang duren of de geheele Zaanstreek is te gronde gericht 1' Nu moge het waar (zijn dat vele kooplieden klagen; maar dat is toch niet alleen hier het geval. Alom hoort men in den handel spreken over malaise op elk gebied en niet inden houthandel alleen. Bovendien wordt er nergens dan aan de Zaan houthandel gedreven Gelukkig dat, wie hier bekend is, de schouders ophaalt over de ongemotiveerde klacht en vooral over de medelijdende expec- toratie aan het einde; alsof de houthandel geheel opthoudt en er geen andere takken van bestaan, zoowel oudere als nie- were, meer Jploeienals of alle fabrieken in de verschillende Zaanlandsche gemeenten stilstaan, en als of de haven geen nieuwe bronnen van vertier heeft geopend. Wat de bedoeling mag zijn van den oorspronkelijkeri stel ler van het bericht, is ons duister en willen wij niet qualifi- ceeren. Maar zeker is het dat het een vingerwijzing is voor de bewoners onzer streek in het algemeen, om wakker te zijn en te blijven, nu het meer en meer blijkt dat de pogingen tot verbetering onzer haven en tot vestiging van nieuwe of opbeuring van eenigzins kwijnende industrieën, de jalousie en den broodnijd opwekt van zeer vele concurrenten. Met volle instemming nemen wij het bovenstaande over uit de Zaanl. Ct. Wie gedurende de vorige stremming der vaart de bedrijvigheid aan het spoorwegstation alhier gezien heeft zal toestemmen dat de handel vooral ook te Wormerveer nog lang niet ten gronde gericht is Er werden van hier eiken dag minstens 10 h 12 waggons met koopmansgoederen ver zonden. verzekeren, dat het volgens mijne meening geheel ondenkbaar was, dat er tusschen Annie en den pseudo-Amerikaan een of andere intieme betrekking zou bestaan. Oom keek mij eenigs- zins ongelooflijk aan, want volgens zijn eenvoudig begrip scheen Johnson, die fatterige inspecteur, hem wel toe iemand te zijn, die voor het hart eener vrouw gevaarlijk kon worden. Vermoeid stond hij op en reikte mij de hand. „Laat het aan mij over, de zaak te doorgronden, mijn jongen; zooveel is duidelijk, dat eene zware bezoeking over ons is ge komen, en ik weet, dat ik niet zal kunnen slapen, voor ik de waarheid weet, de volle waarheid, gelijk dat in den bijbel staat. Ik heb God gebeden en herhaaldelijk gebeden, dat het niet zoo mocht zijn, als ik vrees, maar wanneer het toch zoo is en er iemand op narde leeft, die mijn klein meisje bedrogen heeft dien zij God genadig, wanneer hij mij in de handen valt." Toen ik hem aanzag, kon ik niet anders dan in mijn hart hem de woorden nazeggen; ja, vloek over den ellendeling! En toch dacht en hoopte ik, dat hij in zijn vrees te ver ging. Ik wist w.-l, welke geruchten er in het dorp en in de mijn rondliepen en ook hem ter oore moesten zijn gekomen, maar ik kon niet gelooven, dat Annie om zulke redenen haar ouderlijk huis was ontvlucht. Slechts eene zaak stond onom- stootelijk bij mij vast, dat, wanneer er werkelijk een ongeluk was geschied, geen ander dan George Redruth er de schuld van dro.-g. Nog langen tijd keek ik oom na, hoe hij met gebogen hoofd langzaam huiswaarts trok, daarop begaf ik mij mar het strand. De zon scheen warm en helder, eindelijk kwam ik bij het strand; de zee lag daar spiegelglad. Ik legde mij op een der hooge rotsblokken aan den oever, en richtte de oogen naar den blauwen, onbewolkten hemel. Een groote, zwarte vogel vloog krassend over mij heen, anders was alles stil en hoorde men alleen het zwak geklots der golven een muziek, die voor eiken strandbewoner iets eigenaardigs, bekoor lijks heeft. Plotseling trof een bekende stem mijn oor. Ik rees uit mijne liggende houding op en luisterde. Het wa» mij, alsof ik mij verplaatst zag, in den tijd, toen nog de zeenimfen aan den schoot der zee ontstegen, en in den zonnenglans van den* morgen hun Sirenenlied zongen. Snel begaf ik mij in de richting vanwaar die zoete melodiën tot mij kwamen. Een bocht van het strand omslaande, zag ik het raadsel opgelost daar, waar het vluchtig schuim der golven in een kleinen bocht, over de witte kiezelsteentjes wegvloog, stonden twee welbekende gestalten de eene was de zw.rte kamenier van Demerary, de andere was Madeline Graham. Een parabel ter gelegenheid van het aanstaande Konings feest. Zwijgend zat een stuurman aan 't roer van zijn schip. Het oog met spanning op den wimpel gevestigd, werd slechts nu en dan even afgewend om het kompas te raadplegen, den horizon te onderzoeken, waar zich onheilspellende teekenen begonnen te vertoonen. Een kort en krachtig woord gaf van tijd tot tijd een bevel aan een der matrozen, die, onbewust van eenig naderend gevast* zich in de nabijheid vermaakten met zorgeloozen kout. Plotseling sleekt de storm op. Het tooneel van kalmte en zorgeloosheid is in een oogwenl veranderd. Alles komt in rep en roer; ieder haast zich om k zeilen te bergen, de masten te schoren, het want te bevestigen en wat los staat, vast te sjorren. Angst is te lezen op alk' gelaat en bij het toenemen der stormvlagen stijgt de radeloos* heid, die zich van allen heeft meester gemaakt. De stuurman alleen zit nog altijd stil aan 't roer; iets dieiier is de rimpel op zijn voorhoofd, maar overigens verraadt niets, wat er toch ook in zijn binnenste wel zal omgaan. Iets korte' en krachtiger nog dan gewoonlijk luiden zijn bevelende blS raadpleegt met wat sneller afwisseling horizon, wimpel en kompa-' en dan wijzigt een bijna onmerkbare druk op net roer de rich ting van het schip, nu naar links dan naar rechts, al naar hd voor het oogenblik noodig schijnt; maar zijn schier bewegi"? looze kalmte verliest hij niet, hoe radeloos de anderen roiidloopen. Eindelijk vermindert de storm; het gevaar is weer geweken.' een lachende zonneschijn verheldert ook het gemoed der zorgde bemanning; de aan flarden gescheurde zeilen *or<k" gehecht of door nieuwe vervangende radeloosheid van zoo^' maakt plaats voor een vroolijke bedrijvigheid, om de sp0** van oen doorgestanen nood te doen verdwijnen. Ue stuurman alleen zit nog altijd stil aan 't roer. e 'a-11 reikt veilig de haven, en allen haasten z' om spoedig bij vrouw en kind te komen en vroolijk het Wj der gelukkige thuiskomt te vieren. Een kleine minderheid bemanning echter blijft achter en steekt de koppen bijeen |p td?'agen; °f Jgem termen bestaan, om den steun"' «chan\Prv IPt!' fV j 'n van nood niets voor het ge»', rtrTh," Ud h6eft *edaaD' daar "ij ™a' ru9t'= richten. ZlUen' terwij' hiJ de anderen liet werk het dienda3rmmen ?r"eetft1We,d de aanklacht inderdaad ook ij kraukzinniw rechtbauk verklaarde de beschuldigers O* dam ffehonrf''an=3 de hnizen der ingezetenen te dam gehouden, ten einde een uitkeering van levensnut

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 2