Algemeen Nimn-
Mie- L
De mijn nn Ut. Giirlott.
Zondag, 10 April 1887.
31ste Jaargang. Ho. 2079.
AMSTERDAMSCHE KRONIEK.
JACHT EN VISSCHKRIJ.
ONDERWIJS.
-
Gemeente Sc hagen*
Bekendma k i n g e n
81.
Wordt Vervolgd.
SCHAGËR
COURANT
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- 4 Zater
dagavond. EU inzending tot *a middags 12 ure, worden ADVER-
1' EN TIEN in het eeratuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: SCHA GK Hl, Laan, I>, 5.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENUËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meerfO.lft
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De Burgemeester der gemeeute Schagen, brengt ter kennis
van de ingezetenen, dat de aanvragen ter bekoming van jacht
en vischacten en van kostelooze vergunningen tot uitoefening
der visscherij, voor het seizoen 1887/88, ter Secretarie voor de
belanghebbenden ter invulling verkrijgbaar zijn, dagelijks, Zon.
en Feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure
Schagen, den len April 1887.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat tor Secretarie dezer gemeente, inlichtingen zijn
te bekomen omtrent de stukkeu, welke overgelegd moeten
worden bij de aanmonstering voor de Haring vitssclie-
I'i.j-
Schagen, 5 April 1887.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANG EN BERG.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter ken
nis van de ingezetenen
1. dat het toelaten van nieuwe leerlingen, op de openbare
lagere school aldaar, zal geschieden op den tweeden Mei
Roman naar het Engelsch van W. WANNA.
Negenentwintigste HoofcLstiils.
Mijn leven in Gwendowey verliep kalm en zonder eenige
gewichtige gebeurtenis. Ik vond een bescheiden huisvesting bij
zekeren Mark Drew, dien ouden man, die mij den welgeraeenden
raad gaf, van de bokspartij af te zien; het was een wit ge
pleisterd huisje, aan de grens van het moeras gelegen, op
tamelijken afstand van het geraas en woelig leven der mijn.
Veertien dagen waren er reeds verloopen. Hoe kort de tijd
ook was, zoo scheen het mij toe alsol sedert mijn vertrek er
reeds een jaar verstreken was; zoo zeer verlangde ik naar eenig
bericht van huis. Ik had wel reeds een brief ontvangen, die
kwam van Annie. Zij meldde mij daarin, dat thuis alles nog
bij het oude was, doch schreef geen enkel woord over Madeline
en George Redruth. Ik had dat schrijven ook terstond beant
woord en wel op zulk een humoristischen toon als het mogelijk
Was; eene zekere schuwheid had mij evenwel weerhouden, dat
onderwerp aan te roeren, van hetwelk ik het liefste had gespro
ken en waarvan de onderzekerheid mij ten zeerste hinderde.
Met betrekking tot de gelegenheid om misschien van andere
zijde iets van St. Gurlott te vernemen, was ik zoo van allen
verkeer afgesloten, alsof ik op het andere hallrond der aarde
leefde. Het dorp, waar ik woonde, geleek op een in het midden
*an een onbevaarbaar meer gelegen eiland; de bewoners er van
wisten juist zooveel of eerder nog meer van Kamschatka dan
yan St. Gurlott. Van geslacht tot geslacht hadden de menschen
in deze plaats gewoond en waren hunne kinderen met elkander
getrouwd; hun geheele bestaan bewoog zich om de mijn; behalve
deze had niets voor hen eenig belang; slechts weinigen hadden
wit de zee gezien, ofschoon de kust slechts veertig miilen
Verwijderd lag.
Do plaats had een kerk— en een schoolgebouw; in de kerk
unetionneerde de Referendaris William Stephenson, bekend als
»1 ulj" Stephenson de Jagersgeestelijke"; in de school stond
«*"e onderwijzeres aan het hoofd, wier kennis ongeveer een
graad boven die van hare kweekelingen stond. Billv Stephenson
en ziin ambtgenoot hielden eiken Zondag een preek en wel
«tn zeer korte; de referendaris was evenwel steeds eene welkome-
e verschijning, wanneer hij in de week door de omstreken
ed, om zijne herderlijke bezigheden af te doen te doopen,
of zieken te bezoeken, want hij verstond voortref-
c 'J* buust, met de menschen in hunne taal om te gaan.
s gelaarsd en gespoord, steeds gereed voor een jacht op
a. s., en alsdan kunnen worden toegelaten de kinderen,
geboren in het jaar 1881;
2. dat de, ouders die hunue kinderen wenschen toegelaten te
te zien, daarvan aan het Hoofd der School, den Heer Kloeke,
kenuis moeten geven, vóór den 25 dezer, met overlegging
van geboorte- en vaccine-bewijzen der nieuwe leerlingen
8. dat verzoeken om kosteloos onderwijs voor de nieuwe
leerlingen, moeten worden gedaan ter gemeentesecretarie,
vóór den 20 dezer.
Schagen, den 8en April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Het streven om, in navolging vooral van onze Duitsche
naburen, den Goeden Vrijdag een karakter van rust en
plechtigen ernst te geven, waardoor hij wat meer van andere
dagen onderscheiden zou zijn, begint ook hier ter stede in
wijder kring door te dringen. Zooals de tegenwoordige
regoling is, heden voor het eerst ingevoerd, zal de Goede
Vrijdag voortaan slechts een halve werkdag zijn. Dezen
morgen was er bij de Hervormde gemeente Godsdienst
oefening in de Nieuwe Kerk, waar te tien ure Ds. Ten
Kate een toepasselijke rede voor de opgekomen hoorders
hield. Heden middag wordt er tweede nieuwigheid
geen Beurs gehouden, en dezen avond is er weder dienst
in tal van kerkgebouwen, terwijl de oude gewoonte dat
er geen enkele publieke vermakelijkheid open mag zijn,
natuurlijk gehandhaafd blijft. Er zijn wel reeds dikwijls
door de directiën van schouwburgen en concertlokalen po
vossen of ander wild, of tot beantwoording van een niet al te
teedere scherts met zijn lieve dorpmeisjes, was hij bij de be
woners zijner gemeente buitengewoon populair, doch deed hij
al zeer weinig om ze op de ladder der maatschappelijke be
schaving een sport hooger te brengen.
Op een Zondag, het was de tweede na mijn aankomst, en
ik maakte mij juist gereed om naar de kerk te gaan, zag ik
tot mijne niet geringe verbazing, een rijtuig voor mijn deur
stilhouden, in hetwelke ik vertrouwde ternauwernood mijn
oogen John Rudd en Annie zaten. Slechte tijding vreezende,
snelde ik naar buiten en begroette hen.
Ik hielp Annie van de tilbury en bemerkte, dat zij er zeer
bleek uitzag en beefde. Terwijl nu John Rudd naar de herberg
reed om ziju paard daar te stallen, geleidde ik mijn nicht in
huis.
Zoodra wij alleen waren, barstte zij in een stroom van tra
nen uit.
.Daar is wat gebeurd J" riep ik uit. .Spreek, Annie, om
Godswil, laat mij niet langer in het onzekere. Is er thuis iets
voorgevallen p"
.Thuis is alles in orde, beste Hugh, deswegens kom ik niet.
Ik kom, om u te zeggen dat de trouwdag is bepaald. Zij zul
len aanstaanden Woensdag in St. Gurlott getrouwd worden."
Ik wist van wie zij sprak, ofschoon zij geen namen genoemd
had, en ik was er evenzeer over verbaasd als geërgerd, dat zij
in eigen persoon naar Gwendowey was gekomen, om mij dit
smartelijk nieuws te brengen. Zij bemerkte, hoe mijn gelaat
betrok en riep smeekend uit:
.O Hugh, beste Hugh, wees niet boos! Ik moest komen,
om het u te zeggen, want ziet het breekt immers mijn
hart evengoed als het uwe
Verbaasd zag ik haar aan.
.Breekt het ook uw hart?" herhaalde ik. .Wat gaat het
u nu nog aan?"
.Mat het mij aangaat? Allermeest! Master George,
ofschoon hij nu met miss Graham zal huwen, hij i» mijn echt
genoot foor God."
.Dus had ik toch gelijk!" riep ik, «gelijk van den beginne
af! O, die schurk. Hij was het, die u van huis weglokte
Als zwijgende bekentenis liet zij haar hoofd op de borst
zakken. Al mijn toorn tegen haar ontwaakte weder, want of
schoon ik die verdenking steeds gekoesterd had, zoo trof nu
de zekerheid er van mij toch als een donderslag. Ik keek haar
bijna met aischuw aan, toen zij, de handen smeekend tot mij
opheffende, voortging:
.Goede Hugh, ik beloofde u, op zekeren dag alles te zeg
gen en daarom kom ik heden. Ik wachtte er zoolang moge
lijk mede. Ik wachtte, hoopte en bad tot God, dat George
het niet zoover zou drijven; doch toen ik vernam, dat de
trouwdag was bepaald, toen was ik besloten, niet langer te
gingen aangewend, om in die voor hen zoo schadelijke
bepaling verandering aan te brengen en b. v. hunne etablis
sementen een uur later te mogen openstellen, maar tot
nog toe hebben zij op die pogingen niet het minste succes
gehad. En nu de stedelijke en kerkbesturen juist maatre
gelen in de tegenovergestelde richting hebben genomen, is
er volstrekt geen zicht meer op de gehoopte wijziging
Ik kan overigens niet zeggen dat de Goede Vrijdag,
ondanks de 's morgens geopende kerkgebouwen en de 's
middags gesloten Beurs, er dezen keer stemmiger of inge
togener uitzag dan andere dagen. Het was integendeel zoo
woelig op straat, alsof alle Amsterdammers effectenhan
delaars of speculanten in pretroleum waren geworden.
„Drukke Vrijdag" ware voor dezen achtsten Aprildag passender
naam geweest dan .Goede Vrijdag," ofschoon dit mag ik
er gelukkig dadelijk bijvoegen de drukte toch ook van
uiterst goedigen aard was. Dat de drukte reeds iets feeste
lijks heeft, behoef ik er vier dagen vóór den aanvang
der groote periode natuurlijk niet bij te zeggende
Amsterdamsche atmosfeer is een en al feestlucht, die men
naar hartelust met volle teugen inademt en het hart van
blijde geestdrift doet kloppen. Vooral op zoo'n heerlijken
zonnigeu dag, als waarmede de hemel ons heden begun
stigde in dat opzicht een echte Goede Vrijdag. Neen, stem
mige ingetogenheid kon ik onder het straatpubliek niet
veel opmerken. Wat een ontzaglijke menschenstroom aller
wegen, van alle kanten toevloeiend en zich toch naar alle
kanten verspreidend, levendig bewegelijk, met die eigen
aardige goedgehumeurde gejaagdheid, die ge niet zonder
een genoegelijk glimlachje gade kunt slaan. Overvol was
het vooral in den omtrek der Plantage, waar infanterie,
cavallerie, artillerie en mariniers een prachtige parade
hielden ter eere van 's Konings zuster, prinses Sophie,
die heden haar 63sten verjaardag viert. Het fraaie militaire
schouwspel maakte dezen keer meer dan ooit de kijklustige
wachten. Maar eerst ging ik nog eenmaal tot hem en smeekte
hem op mijne knieentoen ook dat te vergeefsch was
kwam ik tot u."
.Gij spreekt," zeide ik op gestrengen toon, .van George
Redruth
.Ja, van den jongen heer."
.Gij hebt een ouderlijk huis om hem verlaten en waart bij
hem in Londen
.God helpe mij ja."
.Waarom hebt gij hem zoolang ontzien?"
«Omdat ik het met een heilige eed had beloofd, daar ik
tot aan het laatste oogenblik geloofde, dat hij zou goed maken,
wat hij misdaan had. Omdat omdat omdat ik met
wensehte, dat hem iets kwaads geschiedde omdat ik hem
zoo innig heb lief gehad. O Hugh, vergeef het mij, zie mij
uiet zoo aan. Gij beloofdej mij iuuners, mij steeds een trouwe
broeder te zijn, o wees dat ook nu
Hoe zou ik hare smeekingen hebben kunnen weerstaan, hoe
zou ik haar in dit oogenblik van mij hebben kunnen stooten
Lk wierp inijn masker van gestrengheid af, kuste haar en
verzocht haar te gaan zitten. Toen zij mij nu aanzag, smee
kend, met tranen in de oogen, toen vervloekte ik den schurk,
die haar bedrogen had, maar niet haar, het arme, misleide
meisje. Plotseling doorkruiste een gedachte mijn brein en ik
vroeg haar
.Hebt gij nog een ander uw geheim toevertrouwd? Weet
oom er van?"
Zij schudde het hoofd.
.Niemand dan gij weet er van,* antwoordde zij. .Hoe zou
ik het ook een ander kunnen toevertrouwen!?*
.Des te beter!* antwoordde ik. .Er is reeds genoeg kwaad
uit ontstaan; voor alles ter wereld niet zou ik willen, dat de
oude man er iets van vernamHij houdt George Redruth
voor onschuldig. God weet, wat hij doen zou, wanneer hij wist
dat hij schuldig was, gelijk gij zegt."
Vol van gedachten, die door haar biecht bij mij waren
opgekomen, liep ik mijn kamer op en neder; eindelijk bleef ik
stil staan, keek haar doordringend aan en nam hare hand.
.Annie, ik moet alles weten, niet slechts een gedeelte, maar
de volle waarheid dan misschien kan ik u helpen. Doch
eerst nog iets van den trouwdag, gij zeidet dat die vastgesteld
was?*
.Ja, Hugh. Daarom kwam ik juist.*
.Gij deed daar wel aan,* antwoordde ik. »En zeg mij nu alles.*
Zij voldeed hier aan en ik luisterde met diepe ontroering
naar hetgeen zij mij opbiechtte. Eenvoudig, onopgesmukt was
haar verhaal omtrent alles, wat er geschied was van af den
dag, op welken zij het ouderlijke huis was ontvlucht.
V