De mijn van St. Gurlott. Donderdag, 14 April 1887. 31ste Jaargang. Ho. 2080. Bekendmakingen. JACHT EN VISSCHERIJ. ONDERWIJS. OP EEN KERKHOF. Gemeente Schagen Uitgever: J. WINKEL. Rureau: SCHAOKW. Laan. D, 5. SCHAGER Alicieci Nieuws- COURANT. tDlie- k Mtaift Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- As Zater dagavond. Eij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH- TENTïfiN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de aanvragen ter bekoming van jacht en vischacten en van kostelooze vergunningen tot uitoefening der vissclierij, voor bet seizoen 1887/88, ter Secretarie voorde belanghebbenden ter invulling verkrijgbaar zijn, dagelijks, Zon en Feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure. Schagen, den len April 1887. De Burgemeester voornoemd, G. LANGEN BEUG. De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van belang hebbenden, dat ter Secretarie dezer gemeente, inlichtingen zijn te bekomen omtrent de stukkeu, welke overgelegd moeten worden bij de aanmonstering voor de Haring visssclie- Schagen, 5 April 1887. De Burgemeester voornoemd, G. L ANG EN BERG. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter ken nis van de ingezetenen 1. dat het toelaten van nieuwe leerlingen, op de openbare lagere school aldaar, zal geschieden op den tweeden Mei a. s., en alsdan kunnen worden toegelaten de kinderen, geboren in het jaar 1881; 2. dat de ouders die hunne kinderen wenschen toegelaten te te zien, daarvan aan het Hoofd der School, den Heer Kloeke, kennis moeten geven, vóór den 25 dezer, met overlegging Roman naar het Engelsch van W. WANNA. Dertigste I loofcl-itnli. 82. Het was een lange, pijnlijke geschiedenis, welke Annie mij >ij gedeelten verhaalde en die mij dermate ontroerde, dat ik renigen tijd noodig had, voor ik alles behoorlijk met elkander in verband kon brengen. 1 Langen tijd zelfs had Annie wederstand geboden aan Geor- 'e Redruth's verzoek, dat zij haar ouderlijk huis zou ver aten. Haar gehecle karakter verzette zich tegen de gevolgen, lie zulk een stap na zich zou slepen; ook begreep zij in hare senvoudiglu-id niet, waarom, wanneer hij baar, gelijk hij ver- lekerde, tut zijne vrouw wilde nemen, hunne verloving dan liet openlijk kon geschieden. «Waarvoor zooveel geheimzin- ligheid, zeide zij, «wanm-er gij het goed en eerlijk meent «Een vlucht uit het ouderlijk huis zou mijn vader het harte (reken,* herhaalde zij hem telkenmale. «Het zou over ons luis t-n over mii zelve oneer brengen. Waarom ulzoo dus te Nuidelen Y' Maar George Redruth verstond de kunst, Annie deze ,gril- ru' zooals hij het noemde, uit het hoofd te prateu. Hij maakte >aar wijs, dat, eenmaal gehuwd zijnde, er van oneer geen 'prake kon zijn, en dat, wanneer haar goede naam ook al roor korten tijd bevlekt scheen, deze daarvoor later dan ook feder des te reiner zou blijken te zijn; wat hem zeiven •«trut, zoo zou hij haar te inniger liefhebben, wegens dit deine offer, hetwelk zij hem bracht. En zoo lokte hij met het jverwiciit, hetwelke zijne tijne maniereu en zijne betere opvoe- •mg hem verschafte, Annie in het verderf. »Ik ben er zeker van, dat hij mij in dien tijd werkelijk en •prachtig lief had,* zeide liet arme meisje, to. ;i zij mij dit frunre. schetste. «Zie, Hugh, er lag zooveel liefde in zijne m, dat gewis niemand er aan getwijfeld zou hebben; was du» een wonder, dat er bij mij geen argwaan opsteeg, dat wanneer hij mij in zijne armen sloot en kuste, slechts den nigen wenscli koesterde, zoo in te slapen, en nimmer, nimmer leer te ontwaken?" Prijs per jaar f3.Franco per post f3.0O. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels f 0.75;, iedere regel meer f 0.15 Qroote letters worden naar plaatsruimte berekend. Tan geboorte- en vaccine-bewijzen der nieuwe leerlingen 3. dat verzoeken om kosteloos onderwijs voor de nieuwe leerlingen, moeten worden gedaan ter gemeentesecretarie, vóór den 20 dezer. Schagen, den 8en April 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Zacht speelt het windje door de ruischende popels en draagt de geuren tot ons van tallooze bloemen, die daar ontluiken naast zerk bij zerk. 't Schijnt een vreemd lied te zingen vol weemoed on toch vol melodie, een lied van langvervlogen tijden en van eene hoopvolle toekomst, van vreugde en rust, van smart en wee, maar toch altijd met éénzelfde refrein, dat opstijgt hoog boven de enkele wolk jes, die er aan het luchtruim zweven, hoog zelfs boven het diep azuur, dat zich daar zoo zorgvol over ons uitbreidt. (Verschoon die Scharmerei 't Is den mensch zoo eigen, te mijmeren en te dwepen en waar vindt hij daartoe meer stof, dan op de plek, waar alles spreekt van vergankelijkheid, waar wie weet hoeveel schoons werd neergelaten in de koude aarde, waar wie weet hoeveel heerlijks, hoeveel edels rust van den zwaren strijd der wereld Hoeveel tranen, in de eenzaamheid van een binnenkamer gestort, waren niet gewijd lan h*1*1 die hier sluimeren aan onze voeten, hoeveel hoop, hoeveel liefde werd er niet gekoesterd voor hen, die hier slapen in den laatsten slaap, die des doods Er ligt iets liefelijks in de gewoonte, de graven onzer dierbaren met bloemen te tooien. De vergeet-mij-niet spreekt hier van eeuwige trouw, de lelie van vlekkelooze onschuld, de roos van schoonheid en heerlijkheid, 't viooltje van nederighid en ootmoed, en, als eene laatste hulde aan de overledenen, groeien en En toch weerstond Annie hein met alle kracht. Zelfs nadat zij ten slotte er toe gebracht was geworden, op zijn voorstel in te gaan, berouwde het haar toch weder, voor er nog enkele uren waren verstreken, en zocht zij Redruth op, met het voornemen, voor goed met hem te breken. Het was in den nacht, die voorafging aan den nacht harer vlucht. Zij hadden afgesproken, niet eerder weder bij elkander te komen, maar Annie, onbekommerd om de mogelijke gevolgen, had hem een briefje gezonden, dat de bede inhield, hem op zekere plaats te ontmoeten. Zij ontving er geen antwoord op; toen zij echter om tien uur naar de aangeduide plaats ging, vond zij George Redruth reeds op haar wachtende. Hij zag er ongeduldig en driftig uit. In plaats van haar te omhelzen en te kussen, begon hij haar er bitter over te berispen, dat zij het gewaagd had, hem een briefje te schrijven. «Wanneer het in handen van mijn moeder was gekomen,* zeide hij, «en zij mij om rekenschap had gevraagd, dan zou het eene vervloekte geschiedenis geworden zijn. Wat wilt gij dan toch eigenlijk; ik meende, dat wij gisteren nacht alles hadden afgesproken." «Dat hebben wij ook," antwoordde Annie, «maar ik wenschte u heden nog te zien, oin u te zeggen, dat ik van besluit ver anderd ben." «Van besluit veranderd! Wat, voor den duivel, wilt gij daarmede zeggen?" «Wat het woord beteekent, sir," ging zij voort, steeds moe diger wordende. «Ik ben er vast van overtuigd, dat wij op het punt staan, iets te doen, wat verkeerd is en geen van ons geluk noch zegen kan aanbrengen. Laat ons dus wachten, zooals wij zijn, en blijven, wat wij zijn, tot gij mij voor de wereld kunt trouwen en in uw huis geleiden." «Gij zijt een kleine zottinantwoordde Redruth ongeduldig, «maar gij zult vinden, dat ik mij door uw dwaasheid niet laat aansteken. Wanneer gij met mij wenscht te breken, zeg het dan, want in dat geval zullen wij elkander dezen nacht voor het laatst gezien hebben." Hoe goed ware het voor Annie geweest, wanneer zij hem bij zijn woord had kunnen nemen; maar ach, het was te laat. Zij beminde hem met zulk een hartstocht, dat zij tot elk offer bereid was, liever dan hem te verliezen. Zoo viel zij hem dan ook nu weder smartelijk weenende om den hals en nep snikkend uit «Neen, verlaat mij niet, ik zou dat nimmer kunnen ver dragen." bloeien en geuren zij tot zij den voorbijganger schier be dwelmen. Zóó moet het ook den treurenden te moede zijn geweest, toen de geliefde ontsliepals een droordringende geur ging er een heerlijkheid, eene liefde uit van geheel zijn persoon, en toen hij henen ging, eerst toen besefte men door 't gemis wat hij geweest wasAkelig spreekt hier alles van sterven en vergaan Neen, vriendelijk spreekt alles van rust en van kalmte, van liefde en van een nieuw leven Daar op de poort gloort het gulden D. O. M. in de stralen der middagzon, en 't is, als spreidt het zijn luister uit over de gansche omgevingD. O. Mja, die woorden zweven over het kerkhof, hier in stille berusting, daar in snerpende wanhoop, ginds in vertwijfeling en met innig verlangen mede naar de stille rustplaats, die de brandende oogleden verkoelen zal en den traan zal afwisschen, en de rimpels zal wegvagen van het voorhoofd, en het harte zal stillen dat nu nog zoo angstig klopt, alsof het bersten zoude 1 O, de dood is vaak een uitkomsthet leven is soms zoo wreed, zoo pijnlijk, zoo vol teleurstellingen 1 Ik heb eens een jong meisje hooren zeggen „Ik wenschte dood te zyn of krankzinnig, opdat ik niet meer denken kon en gevoelen 1" Die woorden troffen diep Jong, schoon, en geëerd als zij was, schenen ze schier ongerijmd, en toch hadden ze grond O, wol moet de smart groot geweest zijn en diep gevoeld, als zij zulke woorden op de lippen kon leggen Arm kind Ik had haar zoo gaarne vertroost 1 Maar dat lijden wilde, kon niet vertroost worden Laat ik niet verder den sluier oplichten van een zoo kiesch tafereel: laat ik niet verder spreken over dat ge slingerde leven, waar alles om mij spreekt van dood en van kalmte en rust. De eenvoudige zerken, hier en daar afgewisseld door een geknotte zuil als beel i van een jong, geknakt leven, stem men ernstig maar kalm. Koud schier schijnen ons de weinige woorden, welke den wandelaar verkondigen, wie daar sluimert onder 't stille marmer en onwillekeurig komt de wreede gedachte bij ons op, of dan de arme ook na zijn dood nog moet worden onderscheiden van hem, die meer gezegend is geweest met aardsche goederen Hiereene Hij zag, dat hij zijn spel gewonnen had, en werd na een weinigje hartelijker. Hij legde haar hoofd op zijn schouder, streelde hare wangen en kuste haar. «O Annie, Annie!" zeide hij. «Gij zijt een ondeugend, klein nest. Wanneer gij zoo spreekt, als gij het zooeven hebt gedaan, dan moet ik denken, dat gij mij eigenlijk volstrekt niet lief hebt en dat het u er alleen om te doen is, mijne vrouw te worden, terwille van mijn stand. Zie, mijn schat, wanneer ik u niet oprecht lief had, dan zou ik nu aan uwe liefde twij felen. Lief hebben wil ook zeggen onvoorwaardelijk vertrouwen, en gij stelt in mij geen vertrouwen.* «Toch wel, toch wel, George, ik vertrouw u «Dan moet gij mij echter ook daarvan de bewijzen geven. Kom, zeg zelve, waarom besluiteloos te zijn en te weenen, alsof ik u in ik weet niet welk vreeselijk ongeluk wil betrekken. Wat heb ik dan voor verkeerds van u verlangd? Niets, dan wat honderde meisjes reeds voor u gedaan hebben in plaats van openlijk, in het geheim te huwen en de daadzaak voor zichtigheidshalve eenigen tijd geheim te houden. Na weinige weken keert gij in allen eer met mij terug, om als mijne eerlijke vrouw huis en erf met mij te deelen." Dat klonk verleidelijk genoeg; geen wonder, dat Annie eindelijk toegaf zij had hem zoo innig lief, zoo innig, zoo kinderlijk vertrouwend. Opnieuw beloofde zij, zich alleen on voorwaardelijk te willen voegen naar zijne wenschen; daarna verliet zij hem. Het was de laatste nacht, dien zij in het ouderlijk huis zou doorbrengen; in dien nacht sloot zij geen oog en staarde naar het maanlicht, dat door het kleine venstertje haar kamertje binnendrong, terwijl zij nadacht over het verleden en over de toekomst. Wanneer dat, wat George Rïdruth haar in het vooruitzicht had gesteld, eerlijk gemeend was en zij vond geen reden, om daaraan te twijfelen dan moest immers alles zeer spoedig in het reine komen. Zouden ook al haar vader en hare moeder bittere smart gevoelen over hare vlucht, het was immers maar voor een korten tijd en dan de vreugde van het wederzien en welk een wederzien als de hoog geëerde vrouw van den jongen heer dat zou alles weder goed maken! En toch gelukte het Annie niet, een stem in haar binnenste tot zwijgen te brengen, welke stem anders sprakmaar het was te laat, sedert de laatste samenkomst waagde zij het niet meer, den geliefde ook maar in het minste tegen te streven. Zij stond vroeg op en kwam naai beneden; terwijl mijn r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 5