Zondag, 8 Mei 1887.
31ste Jaargang. Uo. 2087.
MARKTWEZEN.
Gemeente Scha gen.
Bekend m a k i n t*.
Aangifte van Verhuizing.
V at ls er verder, jongens Spreekt l"
iV °!u, naar buiten, master Hugh," antwoordde Gus Penmaur,
g.. net u daar zeggen."
SCHAGER
Alp li mi lil-
Mit- k L
Dit blad verschijnt tweemaal per week .Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL.
Riircau: Laan, D. 5.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen voor zoo
veel noodig, met het oog op het verzuim, betrekkelijk het doen
van aanaifte ter Secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente,
der ingezetenen in herinnering, de volgende artikelen van het
politiereglement dezer gemeente, als:
Art. 11.
Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal daarvan,
binnen acht dagfen, behooren te worden kennis ge
geven, ter Secretarie der gemeente, op den voet als hierna is
bepaald, te weten
Voor een geheel gezin, inwonende dienst- en werkbodeu
daaronder begrepen, door het hoofd van dit gezin.
Voor afzonderlijk levende personen door hen zeiven.
Art. 12.
Overtreding van het vorig artikel wordt gestraft met eene
boete van een gulden.
Schagen, 22 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGEN BERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter alge-
meene kennis, dat, wegens den invallenden Hemelvaarts
dag, de wekelijksche Donderdag sche markt, zal
1)0 mijn van Si. Gurlott.
Roman naar het Enyehcli van W. WANNA.
Vijf-en-dertigsste Hoofdstuk.
38.
at is er gebeurd riep ik den binnen dringende man
nen toe, met bezorgdheid hun van schrik ontstelde gezichten
aanziende.
Een van hen, Gus Penmaur, een rappe knaap van vijf—en—
wintig jaren, trad naar voren, om voor de anderen het woord
te voeren.
wat 8'j reeds lang hebt voorspeld, master Hugh,"
zeide hij„het water is in de mijn binnengedrongen
at dat te beteekenen had, wist ik maar al te goed. Wan
neer de zee daar binnendrong, was een groot deel der mijn
voor altijd vernield.
»Dat zijn kwade vooruitzichten, jongen zeide ik. „Maar
e was al lang te verwachten, en wanneer niemand beneden
er geen menschenleven in gevaar is, dan is het waarachtig
n°g gelukkig afgeloopen"
aanzT*^ Z°° sPra^» zaë den een den ander veelbeteekenend
icn en elkander iets toefluisteren: ik vermoedde, dat zij
miJ "°S met alles gezegd hadden.
od E 626 aoorden slaakte mijn tante een woeste kreet, snelde
g!? spreker toe en vatte hem bij den arm.
Jjet" zu bet daarbuiten zeggen!" riep zij hem toe. Ik lees
i* in°'de 'W '"'-in droom is waarheid geworden. Mijn man
het 1-' ®'jnHugh, zeg hem, dat hij moet spreken; wat
Z1J/ ih kan het verdragen
snol i n°8enblik trad Annie, die naar haar kamer was ge-
^Id, weder de keuken binnen.
tante 'I °IUt 4451 recbter tijd, Annie Pendragon riep mijne
^fcrzoekT m woeste drift toe. „Al de ellende begon met u.
arnio i eu. daar, dat zij spreken en zeggen, wat er met uw
„OH SgebeUrd!
Haar n-Uf Wat *s er voorgevallen?" vroeg Annie, angstig
j uuj toekomende.
„En ee i baar mede, dat het water in de mijn was gedrongen.
Gus p1 P' Waar. vadervroeg zij angstig.
- enmaur wisselde een vluchtigen blik met zijne kame
len antwoordde toen:
ïant V\rF lS beneden in de mijn, met den jongen heer
e stiet een ontzettenden kreet uit en hief vol
gehouden worden op Woensdag den 18en Mei a. s.
Schagen, 3 Mei 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen
Gezien de Dispositiën van Zijne Excellentie, den heer Com
missaris des Konings in Noord-Holland van den 21en April
1887 Nos lls/27gl en ns/2-22 (Provinciaal Blad No. ls/19);
Gelet op onderscheidene bepalingen der Wetten op het recht
van patent en op de personeele belasting.
Brengen door deze ter kennis van de Ingezetenen dezer
Gemeente
1. Dat de uitreiking van de Beschrijviugsbiljetten betrek
kelijk de belasting op het personeel zal aanvangen op den 6en
Mei aanstaande
2. Dat, overeenkomstig 2 van art. 29 der wet op de
personeele belasting, benoemd zijn om als tegenschatters van
de zijde der belastingschuldigen te dienen, ingeval van herzienig,
achtervolgens het bepaalde bij art. 32 2 der wet, van het
aangegeven bedrag der huurwaarde of aantal deuren en vensters
of haardsteden, de heeren
I. AIUK JlKIJEBt.
2. PIETEIt IIOAIJBi.
3. Dat de uitgifte van de veiklaringen van aangifte voor
het recht van patent zal aanvangen op den 6en Mei aanstaande,
en dat met de weder—bijeenverzamêliug dier verklaringen op
den 17en Mei daaraanvolgende zal moeten begonnen zijn een
ui ander intusschen met uitzondering van de patentplichtigen,
vermeld ouder No. 37 tot 40 van Tabel 14 (Tappers enz.) aan
welke de bedoelde verklaringen, welke binnen drie dagen na
de uitreiking zullen worden opgehaald, afzonderlijk en onverwijld
vertwijfeling de handen ten hemel.
„Dood!" schreeuwde zij. „O, mijn droom, mijn droom! Gij
hebt hem gedood, Annie", gij hebt uw vader vermoord
„Neen, neen, moeder 1 O spreek niet zoo
„Spreek, jongens, spoedig I" zeide ik. „Vertel mij alles
om Gods wil
Gus Penmaur nam hierop het woord en meldde mij, wat hij
zelf wistdat in den loop van den namiddag George Redruth
in begeleiding van mijn oom in de mijn was afgedaald, om de
gevaarlijke buiten-galerijen te bezichtigendat plotseling, ter
wijl beneden allen aan den arbeid waren, het alarmseiu was
gegeven, een ieder de werktuigen had weggeworpen en naar
de ladders was gesneld, terwijl zij gelijktijdig een zonderling
geruisch en gegorgel hadden gehoord, terstond gevolgd door het
binnendringen der zee; dat alles in wilde vlucht op de ladders
was geklommen, en dezen onder het gewicht der mannen inge
stort en met de laatste der mijnwerkers in de diepte waren neer
gestort en dat ten slotte, toen de lieden zich bij de mijn verzameld
hadden, zij benevens twee hunner kameraden ook George
Redruth en mijn oom vermisten.
Ik ijlde naar de deur. Het was intusschen volkomen donker
geworden, een scherpe wiud blies uit het zuidwesten en ging
vergezeld van hagel en regen. Met schrik dacht ik er aan, hoe
donker het daar beneden wel zou zijn, en of zij, die in deze
duisternis lagen, nog wel in het leven zouden zijn. Mijn besluit
was dadelijk genomen. Ik gunde mij den tijd niet, tot tante
of Annie een troostend afscheidswoord te richten, maar rende
dwars over het moeras, naar de mijn, de menschen oproepende
mij te volgen.
Niet één bleef er achter. Toen wij de klippen bereikt had
den, vonden wij het gerucht van het ongeluk reeds algemeen
verbreid. Eene opgewondene, jammerende menigte stond bij
den ingang der mijneenigen droegen brandende fakkels, wier
rood schijnsel aan het geheel een spookachtig uiterlijk verleende.
Eensklaps werd er zacht een hand op mijn arm gelegdmij
orakeerende, zag ik Madeline voor mij, terwijl zij stijf werd
vastgehouden door Mrs. Redruth, die er zeer bleek en ontdaan
uitzag.
„God zij gedankt, dat gij er zijtriep Madeline uit. „Is
er nog eenige hoop
Ik keek haar in het bleeke gelaat en zag in deszelfs door
angst verwrongen gelaatstrekken alleen de liefde voor mijn
medeminnaar, doch in dit buitengewoon oogenblik gevoelde ik
geen ijverzucht slechts medelijden met haar en met hem.
Daarna wierp ik een blik op zijn moeder en vernam haar ver
twijfelenden angstkreet:
„Red hemRed mijn zoon
Beslist wendde ik mij nu tot de mijnwerkers en vroeg hen:
„Is mr. Redruth beneden in de mijn
Ja, ja!" klonk het als in koor.
bij den aanvang des dienstjaars zullen afgegeven worden
4. Dat zij die bij de uitreiking of terushaling van verkla
ringen betrekkelijk het patentrecht mochten overgeslagen zijn,
zich daarop niet zullen kunnen beroepen, maar integendeel
verplicht zijn zorg te dragen, dat de vereischte en behoorlijk
ingevulde verklaringen door hen worden ingediendhetwelk
zal behooren te geschieden, ten kantore van den Ontvanger
van 's Rijks Directe Belastingen waartoe de Gemeente behoort,
onver w ij ld nadat den uitersten dag voor de terughaling
der verklaringen zal verstreken en dus van de omstandigheid
van vergetene uitreiking of wederophaling zal gebleken zijn, aan
welk kautoor tevens de vereischte biljetten kunnen worden ver
kregen.
5. Dat de dag waarop de patenten voor de patentplichtigen
vermeld in No. 37 tot 40 van Tabel 14 (Tappers enz.), ter
afhaling gereed zullen zijn, nader en in tijds zal worden aan
gekondigd, doch dat deze patenten, ingevolge art. 2 dsr wet
van 24 April 1843 (Staatsblad No. 17) niet mogen uitgereikt
en de bedoelde patentplichtigen (Tappers enz.), deze hunne
beroepen niet mogen uitoefenen, alvorens hun verschuldigden
aanslag wegens het patentrecht dier beroepen, over het vorig
dienstjaar ten volle en dien over het nieuwe dienstjaar voor
de helft te hebben betaald, waarvan een ieder bij de afhaling
van het patentblad, door vertoon van de vereische kwitantien
zal moeten doen blijken.
Wordende eiudelijk een ieder, ten alle overvloede herinnerd,
dat de noodzakelijkste inlichtingen betrekkelijk eene behoorlijke
invulling der beschrijvings-billetten, zoo voor de personeele be
lasting als het patentrecht, op die biljetten afgedrukt zijn om
door oeianghebbendtn te kunnen worden geraadpleegd.
Schagen, den 4en Mei 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
„Wie zag hem het laatste r"
„Ik i antwoordde Gus Penmaur. „Hij ging met uw oom
naar de buitenste gangen."
Ik begaf mij naar den hoofdingang en sloeg de valdeur open,
ging op mijn knieën liggen, boog mijn hoofd door de opening
en luisterde. Gelijk het gerol van den donder, het gebrul en
gebruis van de woedende watermasse klonk het geluid dat uit-
de diepte opsteeg. Ik twijfelde er niet meer aan het vreese-
lijkste was gebeurd.
De zee had zich baan gebroken naar de mijn.
Voor hen die beneden in de mijn waren, gaf er, wanneer zij
nog in leven waren, nog eene mogelijkheid tot reddinger
moest iemand afdalen, hen opzoeken, zelfs met gevaar van zijn
eigen leven. Zonder ook maar een oogenblik te aarzelen, be
sloot ik, die opdracht vrijwillig op mij te nemen. Hoe zon
derling het ook klinkt, maar, zoodra ik dit besluit had genomen,
kreeg ik mijn volle bedaardheid terug.
„Hoort, jongens," riep ik mijne kaïneraden toe, „er is nog
altijd hoopik daal in de mijn af."
Een dof gemonpel van goedkeuring, vermengd met kreten
van ontzetting, begroette mijn besluit.
„Het helpt niets, master Hugh," riep Gus Penmaur mij toe.
„De onderste ladders zijn weggespoeld
„Dat weet ik," antwoordde ik. „Wanneer ik evenwel maar
behouden op het midden-platform kan komen, dan kan ik mij
van daar aan een touw laten neerzakken. Laat een van u zoo
spoedig mogelijk naar het bureau gaan en al de touwen en
kaarsen medebrengen, die hij daar vinden kan."
Hard loopeud snelden eenige lieden voort, om het verlangde
te halen, terwijl ik den achtergeblevenen mijn reddingsplan
ontvouwde. Eenige der moedigsten, onder hen, Gus Penmaur,
verklaarden zich dadelijk bereid, met mij naar het platform af
te dalen en mij van daarin de diepte te laten zakken.
In minder tijd dan ik noodig heb, om deze woorden neer te
schrijven, waren ook de lieden van het bureau teruggekomen
met touwen en kaarsen, in voldoenden voorraad. Ik had zooveel
kaarsen bij mij, als ik maar in mijne zakken kon bergen, stak
er twee of drie op mijn hoed en was nu gereed om af te da
len.
Reeds had ik den eersten voet op de ladder geplaatst en was
ik juist van plan neer te dalen, toen Madaline op mij toetrad.
„God bescherme u," riep zij uit „en voere u weder levend
en gezond terug!"
Ik vatte haar hand en drukte die aan mijne lippen.
„Wanneer hij nog leeft," zeide ik, „dan breng ik hem u en
zijne moeder terug. Ween niet, miss Graham, nog is alles niet
verloren
Ik dacht, dat hare tranen hem golden, doch vreemd, op dit
oogenblik ontwaardde ik geen spoor van jalouzie in mij ik
gevoelde niets dan innige deelneming met hare smart. Hoe