missen; thans gaan wij „heusche" Indianen zien en van nagemaakte Amerikaansche tobogannings afglijden op de tentoonstellingen. En zoo zie ik nu geene nieuwe on derneming van dien aard aangekondigd, of ik 'maak mij nieuwsgierig, oprecht nieuwgierignaar het „nooit vol maakte schouwspel," waarmee men nu weder het publiek zal pogen te lokken. Als men eenmaal in die richting begonnen is de belangstelling van het publiek te prikkelen, weet men niet waar men eindigen zal. Dat is ook het hoofdbezwaar, dat ik tegen het optre den van Generaal Booth, den commandant van het Red- dingsleger, en zijn staf heb. Wat zal hij ten laatste moe ten doen, om zijn eigenaardig publiek te lokken naar de door hem gevormde samenkomsten Zijn stelsel is ove rigens zoo kwaad niet. Booth wil „het volk achter de kerk" bereiken, zooals Groen van Prinsteren „het volk achter de kiezers" bewerkte. Dat was van meet af zijn oorspron kelijk denkbeeld. Hoe welsprekend en gevierd predikant hij in het begin van zijn loopbaan ook was, begreep hij maar al te goed, dat de uitvaagsels der maatschappij, die hij wilde helpen en bekeeren, nooit een syllabe te hooren kreeg, van zijn prachtige preeken. Hij zag wel, dat hij op dit gebied met preeken en traktaatjes niets beginnen kon. Dat pleit voor zijn gezond verstand en kan een heilzame wenk zijn voor hen, die in dit opzicht nog altijd blind zijn en in de verste verte niet weten, hoe zij op de onderste lagen der volksklasse moeten werken. Booth wist het wèl. Hij las den lieden wel uit de hoogte de les, maar daalde zoo ver tot hen af, als het slechts eenigszins met eerbaar heid en goede zeden was overeen te brengen. Om hun smaak en hun voorkeur te leeren kennen, bezocht hij langen tijd hunne herbergen en uitspattings-lokalen. Hij zag welk een ontzettenden invloed zang en muziek op deze ruwe gasten hadden, en hoe vooral rumoerige vertoonin gen bij hen in trek waren. Op het punt van begrip en ontwikkeling niet veel meer dan groote kinderen, konden zij ook als de kinderen niet lang achtereen rustig blijven. Toen wist Booth, welken weg hij had in te slaan. Hij mengde puur wereldsche elementen in zijne godsdienstige samenkomsten, enkel en alleen met het doel om de men- schen te trekken, die hij er hebben wilde. Hij liet „Hal- lelujah-meisjes" optreden, die op alom bekende deunen een stichtelijk lied zongen, met een refrein waarbij de hoorders konden invallen. Het „publiek" kreeg een werk zaam, rumoerig aandeel in de meetings en bepaalde zich niet langer tot enkel luisteren. Waar het in de toespraak of het lied te pas kwam, moesten de hoorders in de han den klappen, met de voeten trappelen, met mutsen en doeken zwaaien, en luidruchtige ontboezemingen slaken. Op straat hielden de opzichtig gekleede leden van het Leger reusachtige optochten, en in de zaal kregen de toe hoorders zwarte of koperkleurige bekeerlingen uit verre landen te zien. Was Booth daarom een kerkelijke Barnum? Volstrekt nieter valt geen oogenblik aan te twijfelen, of de hoofdleiders van het Reddingsleger zijn volkomen te goeder trouw, en de heilzame invloed van hun optreden in de slechtstbefaamde wijken van Londen en andere groote steden laat zich dan ook niet loochenen. Hier te Amster dam zal die invloed misschien niet zoo merkbaar zijn, en zeker niet zoo groot, want het eigenlijke „volk achter de kerk" is hier van gansch ander gehalte dan dat te of gij mij tot uwe vrouw zoudt willen nemen. En nu wilt gij mij van u wijzen, wilt gij mij het eenige weigeren, wat mij het leven heerlijk en geheiligd kan maken uwe vergif fenis en uwe liefde Dat was te veel! De betoovering van den ouden hartstocht overvleugelde mij weenend en jubelend drukte ik de geliefde aan mijn hart. En zoo kwam het, dat ik, Hugh Trelany, een man uit het volk, de verloofde werd van miss Graham. Wanneer ik nu aan alles terugdenk, na zoovele jaren, die er sedert zijn verstreken, schijnt het mij bijna nog altijd ongelooflijk toe, doch wanneer ik mijne oogen van het papier ophef, op hetwelke ik deze regelen schrijf, dan zie ik aan mijne zijde de zoete zekerheid, dat het zoo is. De geschiedenis mijner liefde is ook de geschiedenis van mijn leven geworden en zal dat altijd zijn, zoo God wil, tot in en over het graf. Is het niet zoo, mijn hartelief?" Zij lacht en buigt zich over mij heen, en geeft mij een kus tot antwoord. Zij volgt mijne pen, als deze over het papier vliegt, en wacht op het einde; zij weet immers, dat mijn ver haal spoedig ten einde loopt. Liefde is van nature zelfzuchtig. In den eersten roes van mijn jong geluk vergat ik bijna het bittere leed, dat over ons huis was gekomen, en toen ik eindelijk mijne geliefde verliet en mij aansloot bij den kleinen stoet, die mijn oom over het moeras droeg, verweet ik mij zeiven mijn zelfzucht, dat ik bij zulk een overgroote smart mij nog gelukkig had kunnen ge voelen. De mijnwerkers hadden zich een draagbaar verschaft, gelijk er voor ongevallen in de mijn steeds bij de hand waren; het ontzielde lichaam werd op dezelve gelegd en met een laken overdekt. Een hand hing van het lijk langs de baar en Annie hield deze hand vast. Vier mannen droegen de baar, ik volgde met tante, die met wankelende schreden aan mijne zijde ging. „God heeft hem tot zich genomen!" zeide ik troostend. //Hij rustte in vrede!" „O God, mijn God!" jammerde tante. „Veertig jaren hebben wij getrouw lief en leed gedeeld, nooit kwam er een boos woord over zijne lippen. Hij is gegaan, waarheen ik hem spoedig volgen zal. Wacht, wacht op mij daarboven, goede man, wacht op uwe Martha, die u zoo lief heeft gehad en spoedig tot u zal komen. Waarom dit treurtooneel uitvoeriger te schilderen, waarom de volgende droevige uren beschreven De tijd en de dood Londen, Parijs of New-York. Als het op onverschilligheid en onaandoenlijkheid aankomt, heeft onze natie haar weerga niet. Maar wellicht gelukt het den heeren en dames van het Reddingsleger, in deze ongevoelige massa bres te schieten. Aan publiek ontbreekt het hun voorhands niet, want 's avonds gaat het aan den ingang der volkszaal in de Gerard-Doustraat op „dooddringen" af. Daarentegen zijn de kostbare balletten in het Paleis voor Volksvlijt voor goed gestaakt, omdat er bijna niemand meerkwam, en door Café-Chantant-vertooningen vervangen. Of deze nu het Paleis redden zullen? Ik denk het niet, want er is reeds sprake van, deze inrichting door buiten- landsche tusschenkomst geheel te reorganiseeren. De Park schouwburg is inmiddels voor nog geen drie ton inandeie handen overgegaan, terwijl de bouw, enz. zeker meer dan het dubbele gekost heeft. Voor beide kolossale maar onpro ductieve etablissementen schijnen er ingrijpende verande ringen op til te zijn. 13 Mei '87. Gijs»t>veclit. IS innen la n dsch V ie uws Schagen, 13 Mei 1887. Tot Vader en Moeder in het Weeshuis teGraft, zijn benoemd de heer J. Kreijger en echtgenoote, alhier. Tot 2en Officifier van het stoomschip „Rotterdam", kapt. G. J. Vis, is bevorderd de heer A. Roggeveen van Sint Maar ten. De afgevaardigden uit iedere Provincie voor den vereeni- ging van Oud-leerlingen der Rijks Landbouwschool, hieldeu eergisteren te Wageningen eene Vergadering ter vaststelling der statuten en reglementen, die weldra aan de Koninklijke goed keuring zullen worden onderworpen. Men stelt zich voor, een bond te vormen tusschen oud- leerlingen onderling, maar tevens wil men de betrekking tus schen hen en de Rijkslandbouwschool en hare leerlingen leven dig houden en voortdurend versterken. De leden der Vereeniging zullen door bemiddeling van het Bestuur in staat gesteld worden van elkander inlichtingen in te winnen zij zullen zoo hun voordeel kunnen doen met de ervaring in verschillende deelen des lands in den practischen landbouw opgedaan. Een zeer gewichtig onderdeel van den werkkring der Ver eeniging zal zijnhet bevorderen van proefnemingen en het oplossen van vragen betreffende akkerbouw, veehouderij, zuivel bereiding en andere afdeelingen van het landbouwvak. De leeraren der Rijkslandbouwschool zullen worden uitge- noodigd raad en hulp te verleenen, om de proeven op degelij ke grondslagen uittevoeren. Daar de oud leerlingen over het geheele land verspreid zijn, bestaat de beste gelegenheid de proeven onder uiteenloopende gegevens te nemen. Door wederkeerige hulp zal den leden het aanschaffen van zaaizaden uit andere streken hetzij voor de zaadwisseling, hetzij voor de invoering van aanbevelenswaardige variëteiten gemakke lijk worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor de verspreiding van goede fokdieren. Eindelijk stelt de vereeniging zich tot taak voor leerlingen, die een der afdeelingen aan do Rijklandbouwscho >1 hebben doorloopen en lid wenschen te worden, des gevraagd, beuvc een bij den landbouw op te sporen, of bij landbouw^*! ^hikte plaatsing te zoeken ter voltooiing hunner pt^ heeft de wonden geheelddaarover te spreken heet de wonden opnieuw te openen. A.clit en dei'tig-ste Ilooftlxtvilï:. Een jaar na de catastrophe in de mijn en den dood van John Pendragon, trouwde ik met Madeline Graham. Het hu welijk had op zeer eenvoudige wijze plaats in Londen; na de voltrekking van het huwelijk gingen wij voor eenige maanden op reis naar het zuiden. Op zekeren morgen, toen ik met mijn jong vrouwtje op het terras van een aan het meer van Genève gelegen hotel zat, en in de „Times" studeerde, zag ik in dezelve eene advertentie, die mij pijnlijk trof; het was de bekendmaking van de gedwongen verkooping van Redruth- huis, bij St. Gurlott in Cornwallis. Kort geleden had de maatschappij, in wier handen de mijn was, zich genoodzaakt gezien, tot likwidatie over te gaan; ik wist dat George Redruth hierdoor een geruïneerd man was geworden. Tusschen neef en nicht had weinig of geen brief wisseling meer plaats gehad, doch toen de bom sprong, had Madeline met mijne volle instemming, hare tante geschreven, en haar een aanzienlijk deel van haar vermogen aangeboden- het aanbod was evenwel niet aangenomen geworden. Het laatste wat wij van de Redruth's hoorden, was, dat moeder en zoon met elkander in Londen leefden; spoedig daarop ont vingen wij het bericht van den dood der oude dame, hetgeen mijn lieve vrouw veel droefheid veroorzaakte. Tot aan haar laatste oogenblik had mrs. Redruth Madeline, die zij voor de oor zaak hield, van al het over haar losgebarsten leed, geweigerd haar te vergeven; met dien wrok is zij ook uit dit leven gescheiden. Ik overhandigde Madeline de courant en nakort beraad besloten wij, dadelijk naar Cornwallis te vertrekken. Zoo kwaru het, dat wij acht dagen later in St. Gurlott aankwamen, waar tante en Annie, die per telegram van onze komst verwittigd waren, ons met alle hartelijkheid in het oude, lieve huisje ont vingen. Zooals Annie mij nog dienzelfden avond mededeelde was George Redruth naar Amerika gegaan, om zich daar voor goed te vestigen; voor zijn vertrek had hij Annie nog opge zocht en haar berouwvol vaarwel gezegd. Ja, Hugh,* zeide zij, „hij heeft mij om vergiffenis gesmeekt en ik heb hem die van ganscher harte geschonken. Ik geloof wanneer ik gewild had, dat hij mij als zijne vrouw met° zich zou hebben genomen." „En gij hebt het niet gewild Zij schudde weemoedig het hoofd. „Neen, Hugh. Na hetgeen er gebeurd is, was dat niet meer mogelijkik weet ook, dat meer de vertwijfeling en de nood van het oogenblik uit hem spraken dan de liefde. Ik herkende hem ternauwernood meer en zeer zeker zou niemand hem no» herkend hebbenhij is slechts de schaduw van zijn vroeger ilf vorming. Daar in beginsel is aangenomen de vergaderingen mogelijk bij geschikte gelegenheden zooals tentoonstel Congressen of in t' algemeen bij gelegenheden waar tegenwoordigheid van vele oud-leerlingen mag verwachte de eerste afgeni ene vergadering gehouden worden te Hu'.1* tijdens het congres. - De directeur der Rijkslandbouwschool werd benoemd tot viseerend lid terwijl het Hoofdbestuur zich heeft gccoimj^ als volgt President: C. B. Beijermans, Waardenburg. Oud-President: H. Biltinm, Hz Haarlemmermeer Secretaris: H. W. Japing, Doetinchem. PenningmeesterD. Hastelman, Zoelen. Lid van het bestuur: G. Schröder, Bunnik. Als een curieus staaltje van de tot stand gekomet, T> broedering tusschen België en Nederland kan ïiet dienen{*9 Iemand te Bergen-op-Zoom, schreef zijn vader een bJ Door een toeval echter verloor hij den brief. Zijn vader i ving dezen echter toch, aan de achterzijde verrijkt ma volgende op schrift „Brief door een Belg gevonden en door hem op de post ben Ik hoop dat hij tevreden zal zijn. Belg en Hollander zijn Zij zijn broeders. M. H." Door het verhuizen naar Noord-Amerika is in delai jaren te Cocksdorp op Tessel de bevolking met de helft minderd. De boterprijzen zijn thans in Gelderland zóó laag, men op een der voornaamste markten, en wel te Arnhem, i eerste qualiteit kan koopen voor 80 en 85 cent per kilo. Drenfsch Porcopolis Het plan van de heeren Thomsora en Deseniss van Har: om in Assen een machinale varkensslachterij op te ricit heeft veel kans van slagen. Zij hebben een stuk gronds kocht, op voorwaarde, dat aldaar in voldoende homM water, voor hun inrichting geschikt, wordt gevonden.TeneiJ hieromtrent zekerheid te verkrijgen zal in de volgende e een artesische put worden geboord. Komt de zaak tot ka dan zullen in deze inrichting jaarlijks 50,000 varkens ha geslacht worden, een hoeveelheid, die hoofdzakelijk in Dra zal wordeu opgekocht. SSuitenlandsch iMieuws. De Parijsche correspondent van de Times schrijf:i zijn blad, dat de Pranschen zich opnieuw hebben voor te reiden om hun kalmte te bewaren, daar zij binnen v® dagen waarschijnlijk aan een nieuwe proef onderworpen sa worden. Het hooggerechtsof te Leipzig heeft namelijk f met buitengewoon veel ophef het proces te behandelen, Schnaebelé betrokken is. De acte van beschuldigen telt pagina's en men heeft vier uren noodig om het te lezen. De acte bevat alle feiten die door de Dnitschers sedertee: maanden verzameld zijn, zooals de rapporten over het tw zoo vervallen en ter nedergedrukt zag hij er uit bloedde, toen ik hem zag." „Hem trof slechts een rechtvaardige straf!" zeide ik®8 „Annie gij hebt goed gedaandat hij berouw heeft, mij om zijnentwille maar gij zoudt met hem nooit jp geworden zijn." De lezer weet reeds, dat mijn huwelijk met Madeline tot een rijk man maakte. Nu wist, dat mag ik gerust^ van alle belanghebbenden niemand de waardij der mijn te beoordeelen dan ikzorgeloosheid, nalatigheid eI! stand hadden haar wel is waar in alle deelen hevig i" doen geraken, maar ik was er vast van overtuigd, dat® meer dan een vermogen uit gegraven kon worden. R met Madeline daarover, wij namen de zaak zeer op en deden ten slotte den likwidateur der maatschappl aanbod. De zaken stonden daar vertwijfeld genoeg, mijn aanbod zeer aanneembaar was, zoo werd het aan? Een jaar daarna was er eene nieuwe maatschappij aan wier spits Hugh Trelany Esquire als voornaamste houder stond. Aanzienlijke sommen werden besteed lei door mij reeds lang voorgeslagen verbeteringen eu haald indringen der zee onmogelijk gemaakt, zoodat ten tijd de zaak wonderbaarlijk toenam en een bron vaart werd voor zijne eigenaars zoowel als een ze2e" geheele bevolking van St. Gurlott. «e Nog eene daadzaak blijft mij over te vermelden. ten Redruth—huis en betrokken het; tante Mart»® ,*3 namen wij bij ons in en leefden gelukkig en elkander, tot na eenige jaren tante Martha stierf- - j nu nog bij ons in en is de getrouwe hoedster °n Het laatste wat zij van George Redruth vernomen j dat hij als welgesteld koopman in het verre *e- -John Rudd is altijd nog de oude, hij maakt ^e 15 verzen meer, maar wanneer hij nu en dan zeer welkomen gast een uurtje aan onzen haar P dan weten onze kleinen, dat „oom John" steeds i zakken van zijn ulster voor de lekkerbekjes heeft. Dan zitten wij bij elkander voor het kne praten over de levenden en de dooden. it Zoo, door Gods wonderbare bestiering, r? oude vaderland, in staat gesteld een steun te Z1J die eens mij hebben bijgestaan. St. Gurlott j,frt de plaats, waar gelukkige menschen wonen i '"i el. wordt vergood door de brave, eenvoudige 'f) *-j het volle genot van aardsch geluk, ben nu de it\ eens als laatste dienaar was binnengetrokke der mijn van St. Gurlott. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 2