AMSTERDAMSCHE KRONIEK.
Wordt Vervolgd.
Binnenlandsch Nieuws.
Een nette Pinkster Een groene Pinkster Wat zou het
wezen Do strijd, de onzekerheid heeft lang geduurdEr
waren dikwijls meer stemmen voor wit, dan voor groen.
Maar op het uiterste nippertje heeft moeder natuur toch
medelijden gekregen met de arme menschenkinderen, en
de kale takken van boomen en struiken met wat loof be
strooid. Een gegeven paard mag men niet in den bek
zien, en zoo moet ge dezen keer het Pinksterloof ook
niet op den keper bekijken, 't Is als zoovele andere din-
geD van onzen hedendaagschen modernen tijdOp 't oog
mooi en kleurig, maar van nabij bezien, vallen zij tegen.
Zoo moet ge dit jaar ook het Pinkstergroen liefst op een
afstand bewonderen, om uw genoegen niet te bederven.
Als ik de breedgetakte kruinen der olmen en iepen en
beuken langs den waterkant van onze stadsgrachten aan
zie, word ik weemoedig gestemd. En de jasmijnen en
Geldersche rozen in onze Stadsplantsoenen, die er veer
tien dagen geleden nog zoo veelbelovend uitzagen, hoe zijn
ze gehavendDe ruwe stormvlagen, die ons daags na
Hemelvaartsdag deden rillen en beven, hebben millioenen
pas ontsproten twijgjes geknakt, leelijke zwarte randen
getrokken om de jonge blaadjes, en de half ontloken knop
pen der bloesemtakjes meedoogenloos doodgezweept. De
lente moet er nu zijn, volgens den almanak; maar hoe
komt zij zoo grillig als een kostschooljuffertje en zoo norsch
als een doleerende catechiseermeester? Ik: hoop hartelijk,
dat zij ons nu eindelijk eens wat vriendelijker zal gaan
toelachen.
In afwachting daarvan beginnen er van alle kanten
verlokkende stemmen te komen, die ons uitnoodigen, om
de schoonheden van het voorjaar te gaan genieten. Noord
waarts het van ouds bekende Buiksloter Tolhuis, aan den
overkant van het IJ, waar men binnen een paar minuten
met een der aardige havenbootjes heenvaart. Nu de ouder-
wetsche „theetuinen," na de jongste kolossale uitbreidin
gen van Amsterdam, tot de geschiedenis behooren, is „het
Tolhuis" het toevluchtsoord geworden van alle vaders en
moeders, die hun kroost eens een prettigen zomermiddag
buiten het „muffe stadsgewoel" willen verschaffen. Meer
vorstelijk, en een heel eind verder buiten de stad dan het
Tolhuis, bevindt zich het niet minder geliefkoosde oord,
dat den officieelen naam van „Schulpbrug" draagt, maar
door de spraakmakende gemeente „Schollenbrug" is ge
doopt en dan ook in de wandeling nooit anders genoemd
wordt. Men gaat er heen met de havenboot, en heeft dan
vooral een allergenoegelijkst tochtje langs de schilderachtige
oevers van den Amstel. Op beide plaatsen ontbreekt het
niet aan muziek. Ook is er 's Zondagsmiddags tegenwoor
dig muziek in Artis, wat natuurlijk voor de andere inrich
tingen van dien aard een groote afbreuk is. Heden avond
beginnen de Vrijdagavond-concerten in het Vondelpark,
door de kapel van bet zevende regiment infanterie. De
wakkere directeur dezer kapel, de bij oud en jong met
roem bekende heer Sonnemann, zal die uitvoeringen echter
niet meer dirigeerenhij is gisteren aan een sleepende
ziekte overleden, na een werkzaam en voor de kunst wer
kelijk productief leven. Er was bijna geen festiviteit in
Amsterdam denkbaar, of Sonnemann luisterde met zijne
getrouwen de bijeenkomst door eene muziekale uitvoering
op. En wie bij muziek ook gaarne iets zien wil, kan in
de zomerschouwburgen terecht, die thans hunne deuren
voor het pubüek ontsloten hebben na het eindigen der
win ter-campagne.
De Koninklijke Vereeniging." Het Nederlandsch Tooneel,
die den Stadsschouwburg op het Leidscheplein bespeelt,
heeft hare wintercampagne besloten met eene opvoering
in onze taal van Francillon, het nieuwste tooneelwerk van
Alexander Dumas. Waarschijnlijk zal dit stuk ook nog wel
in het zomerseizoen een poos op het repertoire blijven.
Hoe „het Nederlandsch Tooneel" er toe gekomen is, dit
werk, zoo door en door Fransch, of liever zoo door en
door Parijsch, voor het Hollandsch publiek op te voeren,
is een dier raadselen, waarvoor deze Vereeniging ons reeds
meermalen heeft geplaatst. De omgeving, waarin een elegante
dame als Francillon zich beweegt, de wereld waarin zij
en haar man en hunne vrienden en vriendinnen leven, zijn
èn voor onze schouwburgbezoekers èn voor onze acteurs
en actrices (gelukkig) totaal onbekend. Ik heb hier Fran
cillon in 't Fransch door een Parijschen troep en in t
Hollandsch door de heeren en dames van het Nederlandsch
Tooneel zien spelen, maar welk een verschilToestan
den als in Francillon beschreven worden, zijn in ons land
een onmogelijkheid, en het is bijna even onmogelijk ze in
onzo taal te beschrijven en te bespreken. Het stuk speelt
in de Parijsche groote wereld en geeft een toestemmend
antwoord op de vraag, of de vrouw, wier man zich aan
echtbreuk schuldig maakt het recht heeft hem met gelijke
munt te betalen, om zich te wreken. Francillon of Francine
zooals zij eigenlijk heet, is deugdzaam, door en door deugd
zaam, maar prikkelbaar, opvliegend en trotsch op de liefde,
die zij haren man toedraagt. Lucien is op en top een
gentleman, maar van een geheel ander karakter en tem
perament dan zijne Francine: zij heeft grondige reden om te
gelooven dat hij haar misleidt. Terwijl zij 's avonds menschen
bij zich hebben, komt zij door de alsdan gehouden gesprekken
meer en meer tot de zekerheid, dat zij zich in haar vermoeden
niet bedriegt Een stormachtige, met onnavolgbaar talent ge
schreven scene heeft er tusschen de beide echtgenooten plaats
als hunne gasten vertrokken zijn. Francine wil haar man tehuis
houden, maar hij wil uiteerst naar zijn club, dan naar het
bal in de opera, zooals hij zegt, en dan nog ergens elders
heen, gelijk zij wel begrijpt. Zij smeekt en bidt hem, niot
te gaan. Maar als alles tevergeetsch is, en hij zich van
haar losrukt, zweert zij hem, dat zij zich zal wreken en
denzelfden weg opgaan zal, dien hij gekozen heeft. Ook
daardoor laat Lucien zich niet verbiddenhij vertrekt.
In het tweede bedrijf verhaalt Francillon, dat zij haar
wraak volvoerd heeft, eerst aan een vriend, later in bijzijn
van Lucien. Zij zegt, dat zij hem gevolgd is op het bal-
masqué, dat zij hem daar gezien heeft met een dame, en
dat zij gesoupeerd heeft, slechts door een dun beschot van
haren man en die dame gescheiden, met een onbekend
heer, dien zij er toevallig ontmoette en aan wien zij zich
heeft overgegeven. En om dit afgrijselijk verhaal te meer
nadruk bij te zetten, werpt zij bij iedere pauseering in
haren woordenstroom, met een hand die de grootste moeite
doet om niet te beven, de bewijsstukken harer schandelijke
daad op tafelhet nummer van de fiacre, het kaartje
van den costumier, de rekening van den restauratiehouder.
En zij vertelt alles, alles wat waar is en wat bewezen
kan worden, en bovendien datgene wat niet te bewijzen
gehoor gaf, bevond hij zich in het rijk eu smaakvol gemeubi
leerd atelier, en toen de doctor dat alles zag, benijdde hij
voor een oogenblik het lot van den eigenaar van zooveel
voorspoed.
„Gij zijt wel een gelukkig manzeide hij eindelijk, nadat
hij alles opmerkzaem had beschouwd en in een fauteuil was
gaan zitten, «wanneer men geld heeft, kan men alles hebben
«Geloof dat niet," antwoordde Alfred. terwijl hij hem een
sigaar aanbood, «sta ik dan nu niet voor een wensch waarvan
de vervulling nog zeer ver in de toekomst ligt Gij vindt het
misschien ongelooflijk, als ik u zeg, dat ik Kaatje lief heb,
niettegenstaande ik zeer zelden eens gelegenheid vond, eenige
onbeteekenende woorden met haar te wisselen en toch is bet
zoo. Mij blijft geen andere weg open, langs welken ik haar
kan naderen, dan deze, en toch weet ik niet, of ik langs dezen
weg mijn doel zal bereiken."
«En wanneer gij mijn raad vraagt, dan waarschuw ik er u
voor, dezen weg te gaan 1" zeide de doctor ernstig. «Wat zult
gij bereiken Gij wekt in de ziel van het jonge meisje dwaze
hoop
«Waarom dwaas f'
«Omdat zij reeds uit het oogpunt van stand niet vervuld
kan worden
«Ik ken zulk een oogpunt niet en ik geef het ook niet
het recht, mij mijn levensgeluk te ontrooven I"
«Welaan, noemen wij eerstuwe verhouding tegenover uwe
familie
«Mijne mama is zelve van burgerlijke afkomst
«Bij Zeus, gij stapt al zeer licht over dit bezwaar heen,''
gromde de doctor, «het berouw mocht te laat komen en dat
zou ongelukkig, zeer ongelukkig zijnniet voor u alleen, maar
ook voor Kaatje en hare familie."
«Berouw herhaalde Alfred, die inmiddels uit een hoek
van het atelier een portret gebaald had, dat hij nu op den
ezel plaatste. «Wanneer gij mij voor zulk een onstandvastig
man houdt, dan spijt het mij u mijn geheim toevertrouwd te
hebben. Gij kunt niet eens mij verwijten, dat Kaatje niet in
den kring van mijn stand past, want ik weet, dat haar vader
vroeger in betere omstandigheden verkeerde, en dat zij zelfs eene
zeer voortreffelijke opvoeding heeft genoten. Den uiterlijken
glans, welke haar nog ontbreekt, kan zij zich zeer gemakke
lijk eigen makenmet betrekking tot dit punt is een elegant
toilet de hoofdzaak. Gij zult uit mijne woorden ontdekken,
dat ik rijpelijk met mij zeiven te rade ben gegaan; er kan dus
van later berouw geen sprake zijn.'
De blik van den doctor viel nu op het portret, dat op den
ezel stondhet was het beeld van Kaatjede kleine man
stond op en trad met een uitroep van bewondering nader.
«Zooals zij leeft 1" zeide hij. «Ik wil u het beste wenschen,
en ook niet waar is, met een schorre, scherpe 4
met een stem als een vlijmende dolk, die u door heth'
snijdt en waarmede zij hoopt haren man een diepe m
heilzame wonde toe te brengen. En de man? Is hij
razend, tot in het diepst zijner ziel gehoond en gS
Niets van dit alles: Parijsche typen als deze Lucien v'V
ben geen diepte en hebben geen ziel, niets dan eer
domme gebaren van weemoedige verbazing. Hij blijf-
melijk kalm, onbegrijpelijk kalmhet schijnt hem mZ
j _i LN rliAr» mnllon mrrnl
waarde heermaar wee u, wanneer gij onheil stichtGij lacht
misschien om mijne bedreigingeen verboemeld sujet als ik,
kan immers niet verlangen, dat hij een man als u, ontzag zal
inboezemen, maar ik heb aan de academie een goeden degen
getrokken."
«Voor uw degen ben ik niet bang, want ik ben mij zeiven
geen oneerlijke bedoelingen bewust," viel Alfred hem in de rede,
terwijl zijn blik droomend op het portret rustte. «Ik zou u
ook niet zoo schielijk mijn vertrouwen geschonken hebben, wan
neer gij niet dadelijk op mij den indruk had gemaakt van een
man van eer te zijn, en ik hecht veel waarde aan den eersten
indruk. Bovendien zijt gij de vriend van Wohlfarth en een
scherp opmerker; daarom was het dubbel noodig, u klaren wijn
te schenken, opdat gij mij niet valsch zoudt beoordeelen en
nw vriend voor mij waarschuwen."
«Ah zoo, ah zoo, daar gaat mij een licht op!"
ersta mij met verkeerd, ik denk er met aan, van uw ver
trouwen misbruik te maken. Ik verlang ook van u in deze
zaak geen diensten; ik verwacht alleen, dat gij zult zwijeen
en de dingen hun gang zult laten gaan."
«Goed dan, dat beloof ik u," zeide de doctor na eenig na
denken, «ik moet mij toch ook door uw vertrouwen vereerd
gevoelen."
«En hem, wien ik mijn vertrouwen schenk, dien beschouw
ik ook als mijn vriend in alle omstandigheden van het leven
antwoordde Alfred, hem de hand biedende, welke de doctor
zonder aarzelen aannam «staat uw tijd het toe, verhaal mij dan
zonder terughouding uwe lotgevallen, en verzwijg mij niets
ook wanneer er eigen schuld iu het spel is."
«Oho voer de doctor driftig op. «Gij deukt misschien dat
galg en rad voor mij bestemd waren geweest ?K
«Volstrekt niet, want dat weet ik beter. Vergis ik mij niet
dan heeft men u uw erfdeel ontstolen
«Dat vermoed ikmaar helaas, ik kan het niet bewijzen.
Wanneer gij inderdaad hierin belang stelt, dan zal ik u een
ander maal alles verhalen; op het oogeublik ontbreekt mii
daartoe de tijdeen vriend wacht op mij."
«Dan wil ik u ook niet langer ophouden," zeide Alfred
terwijl hij met een handdruk afscheid van hem nam, «wanneer
gij mij een uurtje kunt en wilt toestaan, dan verzoek ik u er
om, gij zult mij daarmede een genoegen doen."
De doctor beloofde dit gaarne, daar ook hij in den nieuwen
vriend behagen vondmaar nu moest hij zich haasten om
naar zijn woning terug te keeren, want de klokken verkon
digden reeds het middaguur eu hij had nog geen maatregelen
genomen om den vriend, die op hem wachtte, te onthalen.
te hinderen, dat hij door dien mallen inval van zijne
nu in zijn rustige rust gestoord wordt; hij luistert geduld
toe en doet af en toe alleen een paar onnoozele vraeD
als iemand die twijfelt of het nu toch wel „Wez2
waar" is. Eerst in de derde blijkt het, dat het verhaal toA
niet heel en al authethiek is. De rit per fiacre naar h»
bal is in orde; wat Francillon van haar gemaskerdcostnlï
zegt, is óók waar; het souper in den restaurant heelt a
óók besteld en betaald, maar alleen om de rekening
te kunnen toonen, en daar is het bij gebleven. Zulkefc.
gen zijn in de elegante Parijsche wereld tegenwoor
mogelijk, volgens de door niemand weersproken strekkipj
dezer nieuwe comedie van monsieur Alexandre Di®^
Of Francillon's bangmakerij geholpen heeft en Lucien h-
huwelijksbootje weer in den rechten koers gestuurd heé
vertelt de acteur niet. De toeschouwer kan er het zij?
van denken.
Een andere plant van vreemden bodem, het excentriek
Leger des Heils, wil hier ook niet tieren. Maar getier et
geschreeuw veroorzaakt zij genoeg. Het is er 's avonh
stikvol, en het gaat er dikwijls zoo ordeloos toe, dat het
publiek handgemeen wordt. Woensdag moest de politie ei
met den stok opranselen, om orde te krijgen, en een pas;
belhamels in de wacht sleepen. Wonderlijke Godsdienst
oefeningen
27 Mei '87. O ijsbrecht.
Schagen, 28 Mei 1887.
Voor de morgen en overmorgen alhier te houden Pancv-
fair, zijn naar wij vernemen, eeuige vrijwillige bijdragen gec
als: flacons eau-de-cologne, 1 vat Bier, 2 kazen en een j
worst; terwijl aan de commissie het vrije gebruik van stalk
tjes is verleend en ook nog door eenige ingezetenen toezeggia
is gedaan van diverse artikelen, welke ten verkoop kuras
worden aangeboden.
Met zekerkeid kunnen wij thans melden dat de Harmonie
kapel het geheel zal opluisteren door de uitvoering van eenia
muzieknummers.
Daar men onder onze plaatsgenooten algemeen met inse
nomenheid hoort spreken over het streven der vereeniffl
Csecilia, twijfelen wij er niet aan of het talrijke bezoek, tap
vens de vele aankoopen zullen haar in staat stellen onze F
moniekapel een schoon en fraai Vaandel te kunnen
De Maandag te Helder gewoed hebbende brand, wl
drie woonhuizen en twee pakhuizen in de asch gelegd werk
schijnt te zijn aangestoken door twee kinderen, die met lucite
op stroo in de nabijheid hadden gespeeld.
De ingezetenen der Gemeente Grootebroek zijn in del»
ste weken onder den indruk van eene, gelukkig hoogst
zaam voorkomende treurige zaak.
Gelijk algemeen bekend is, was het voor het bestaan der"
op den kleinhandel in sterken drank de gewoonte, dat
enkele personen op het ijs sterken drank ten verkoop werd»
geboden. 3®
Sedert de invoering der bedoelde wet is zulks niet geoorta-
Toch waagden zich hier en daar nog personen met stel»
drank ten verkoop op het ijs en menig borreltje werd er
sluikwaar geschonken en gebruikt.
Hoogst moeielijk valt het de politie, zulke wetsovertreder
waar te maken, omdat doorgaande het publiek, dat vtf *j
overtredingen getuige is, tegeu de politie partij kiest en de
ten verbloemt, ontkent of onbeslist laat. n
In het begin dezes jaars, naar wij vermeenen 2 Januari,
in deze gemeente een verkooper van sterken drank in he'
door den Brigadier der Rijks veld wacht, gestationeerd te En-^j
zen op heeter daad betrapt. Bij de behandeling dezer n» j
het kantongerecht te Hoorn gingen verkooper en koopcii
laatste zelfs onder eede, het feit ontkennen. De verkoopt'
echter schuldig bevonden eu veroordeeld tot 17 dagen
nis. Toen deze zijn straf had ondergaan, stond de ko®?^
verdacht van meineed voor de arrondissements-recM
Alkmaar, waar de verkooper en nog twee ingezetenen
gemeente, als getuigen opgeroepen, onder eede opnieuw
ontkenden en tijdens de terechtzitting in hechtenis wer
nomen.
De kooper werd intusschen schuldig verklaard aan
en veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. w *»1
Gisteren stonden de verkooper S. B. benevens P.
als verdacht van meineed te recht en werd dooi
Officier von Justitie tegen den eerste geëischt 18
tegen de beide anderen ieder 2 jaar gevangenisstraf.
bank verdaagde de uitspraak over acht dagen.
Osch in Noord—Brabant wil Assen naar de
Nauwelijks was het bekend, dat men in Drente s 10® 0prv"
reusachtige varkensslachterij, een a la Cincinnati ff"
ten, of in Osch wordt een tweede gebouwd. En
ook. Zij wordt ingericht op de aflevering van een
varkens per week.
^j|
Dr. J. G. F. Riebel uit Utrecht, een der
zegt in het Haagsche Dagblad o. a.: -nin^0
»Op .lava zooals in de zoogenaamde Buitenoezi
heugden de inlanders zich sedert meer dan tien J. y.
neer onze wakkere troepen in Atjeh échec 'ec'en',.p£r^l>^
bumatra wisten zij sedert lang uit ervaring,
de Minister hoog opgeeit, dat de formatie van be