A1161661 ÉIS-
31ste Jaargang. No. 2128.
Ponderdag, 22 September 1887.
KENNEMERLAND.
IN HET ACHTERHUIS.
Gemeente Scha gen.
Bekendmaki n g.
v.
URANT.
Atelei- k LaiftiM
^Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater*
dagavond. Eij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGFA', I.aan, I>. 5.
Prijs per Jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cents.
ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.16
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter gemeente secretarie alhier zijn inlichtingen te bekomen,
omtrent een in deze gemeente gevonden
gebreiden wollen doek.
We hebben Castricum reeds achter ons gelaten, en,
langzaam wandelen we verder in de schaduw van 't weelde
rigst geboomte, waaraan duin en weide om strijd eene
schilderachtige afwisseling bieden.
Reeds is de afstand tot de breede, rechte laan van
Marquette, die loodrecht op den Haarlemmer Straatweg
staat, aanmerkelijk verkort.
Hoe schoon teekent zich reeds in de verte die rijkdom
van groen af tegen de diep blauwe luchtHoe we ver
langen naar eene rustplaats, als die ons daar ginds wacht
in het vriendelijke, eeuwenoude dorpje Heemskerk
Maar we behoeven niet zoo ver te gaan, om onze
matte leden rust te schenken Hier, ter rechterzijde van
den weg verheft zich een lage grafheuvel, door het volk
gewoonlijk „de Bult" genoemd.
i Een eenvoudig gedenkteekon, waarnaast twee steenen
banken den vermoeiden reiziger een rustplaats bieden,
iwerd hier door een edele uit den omtrek en zijne gade ge-
Roman van E. A. KOENIG.
8-1.
XVIII.
De afrekening,
SLOT.
«Mijn arme vrouw! Mijn arm kind jammerde de magere
man, terwijl hij naar zijn geldkast liep. Ik geraak aan den
bedelstaf, men moet mij eerst nog bewijzen, dat de oude Moll
verkelijk de papieren heeft nagelaten.'
«Mijn vader was een eerlijk en nauwgezet man,' zeide de
doctor met verheffing van stem, «hij heeft kort voor zijn dood
°og een lijstje opgemaakt der effecten, ze zijn dus wel aanwe-
*tg geweest. En al geraaktet gij werkelijk aan den bedelstaf,
d»n zou zulks slechts eene geringe vergelding zijn voor uwe
tonden. Uwe vrouw en uw kind zullen er niet onder lijden,
t'J zullen bij mij een veilig toevluchtsoord vinden. En ik wil
nog iets zeggen. Gij hebt uit laffe wraakzucht een aanklacht
^gediend tegen den inspecteur Mundorf; wanneer gij het waagt,
die aanklacht niet in te trekken, dan zal ik u onbarmhartig
de volle gerechtszaal het masker van het gelaat rukken
jtojtendien verlang ik ook dat gij uw ambt als armverzorgrr
•Ook ik verlang dit," voegde Jakob Katernberg eraan toe,
jaUeen een eerlijk man mag zulk eene betrekking waarnemen;
dankt gij nog niet heden er voor, dan zal ik zore draeen,
kt gij bedankt wordt.'
tubert Katernberg antwoordde niets; hij stond bij zijn les-
aar te rekenen en deed, alsof hij de laatste woorden niet
oord had; Johanna, die wel inzag, dat nu alles verloren
verliet met valschen schaterlach het kantoor,
e magere man was eindelijk met zijne rekening gereed;
*ierp een pakket effecten en geldswaardig papier op tafel,
Wzwaar zuchtende, streek hij met beide handen over zijn
hoofd.
*j',aar hebt gij uwen buit,' zeide hij, bevende van haat en
j ej *Geef hier de cassette en dan dadelijk mijn huis uit,
nel moge u verslinden.'
a* 13 de dank voor uw medelijden I* zeide de doctor tot
i#n er*kaan, terwijl hij de papieren narekende. vGij hadt
vo'gen en de geheele geschiedenis den rechter in
sLven geven moeten; bij Zeus, medelijden is hier al zeer
*j* geplaatst.'
wel zijn," antwoordde Jakob schouderophalende,
niet 1 Le e^en^eling draagt mijn naam, en ik wil de wereld
en z|VfcrHa^ten °p het schouwspel, dat een man zijn broeder
0r^\r„ bet tuchthuis heeft gebracht. Is de afrekening
*^a> alleen heeft hij vergeten, de rente er bij te rekenen."
plaatst, en vermeldt in een eenvoudig opschrift de waarde
van het plekje gronds, dat we zonder eenige aandoening,
of het moest die der nieuwsgierigheid zijn, hebben betreden.
Hier toch werden de Graven van Holland gehuldigd als
Heeren van Kennemerland, hier moesten zij 't trotsche
hoofd buigen voor den wil der traditie, en, ten aanhoore
van dienaren, 't zij dan edelen, landlieden of boeren, het
vernederend woord uitspreken, dat zich schier sissend door
de tanden een weg baande, en dat den eed behelsde, waar
mede hij, die het uitsprak, de Hooge Graaf van Holland,
de rechten bekraclitte van de Vrije Heerlijkheid Kennemer
land, waarover hij per gralia Dei Heer was.
Niet waar? We gevoelen het, hoe pijnlijk het moet zijn
geweest voor de meesters van Holland, Zeeland, en Hene
gouwen, om zich het woord afgeperst te zien, dat hen,
hoe ook verbloemd, tot dienaars maakte van hun dienaars!
We begrijpen 't, welke aandoeningen Jan van Brabant (de
laatste die op „het Huldtooueel" werd gehuldigd) moeten
hebben bezield, toen hij den ouden Germaanschen grafheu
vel betrad, en bij zich zeiven 't verschil opmerkte tusschen
den „Eerste der Graven," die zich moest buigen voor den
wil van zijn volk, en den doode, die daar sluimerde aan
zijne voeten, en die in het gevoel zijner vrijheid en onaf
hankelijkheid, nimmer den trotschen nek had gekromd, al
ware hij slechts een jvuige dorper geweest 1
Met een gevoel van eerbied voor de geschiedkundige
waarde van de groene terp, vervolgen we onzen weg.
We hebben gestaan op aarde, gewijd door de macht der
geschiedenis on der traditie, we hebben met onze voeten
den voortijd aangeraakt!
En ginds, ter linkerzijde van den weg, steekt het Assum-
burger slot zijne torens boven het groen der boomen uit,
«Wij zouden met alle recht die ook kunnen eischen, doch
wij willen hem dat schenken, gaat nu mede."
Zonder den mageren man, die op een stoel was neergevallen,
nog met een blik te verwaardigen, verlieten beiden met het
kind het kantoor.
«Ik ben er blijde om, dat mijn zuster op het land en dus
buiten schot is," zeide de doctor buiten, «hij kan nu niet zijn
woede aan haar koelen, en dat zou hij anders bepaald doen,
daar hij mij als de oorzaak van zijn val beschouwt."
De Amerikaan had het kind in het rijtuig gezet en stak
zijn geleider beide handen toe.
«Ik dank u duizend maal,' zeide hij diep bewogen; «zonder
uwe trouwe hulp zou dit ongelukkig kind verloren geweest
zijn. De tienduizend gulden, die voor mij bij het pakket zijn,
zet gij vast voor uw zuster en haar kind; ik vrees, dat er een
tijd zal komen, waarin zij die ondersteuning zeer best zal kun
nen gebruiken. En nu heb ik nog een verzoek; bezorg mij een
brave vrouw, aan wie ik de verpleging van mijn kind, ouder
mijn toezicht kan toevertrouwen, en breng die vrouw, zoodra
gij haar gevonden hebt, bij mij in het hotel.'
De doctor knikte bevestigend en knoopte de jas toe, terwijl
hij het wegrollend rijtuig nastaarde.
«Nu is er aan allen nood een einde en ik zal aan de wereld
bewijzen, dat ik een flinke kerel ben,' zeide hij tot zich zei
ven; daarna sloeg hij met rassche schreden den weg in naar
zijne woning.
Maar hij ging niet naar het achterhuishij steeg in het
voorhuis de trappen op en trad Laura's woning binnen.
Het meisje keek verbaasd op; een trek van beschroomdheid
gleed over zijn gelaat, toen hij haar in de oogen keek, die
met vragenden blik op hem rustten.
«Zad het u verheugen, wanneer ik u een aangename tijding
breng, maar die alleen mij betreft zeide hij.
«Hoe kunt gij zulk een vraag doen p" antwoordde zij op
een toon van zacht verwijt. «Gij, mijn beste, trouwste vriend
«Ben ik dat werkelijk
«Twijfelt gij nog daaraan? Ik heb immers geen anderen
vriend dan u 1"
Hij stond nu naast haar en boog zich tot haar voorover
zijn hand lag op de hare, hij keek haar diep in de bruine
oogen.
«Gij kent mijn verleden," zeide hij, en zijn stem trilde van
innerlijke ontroering, «gelooft gij, dat het mij ernst is met
mijne studie
«Ja, dat geloof ik bepaald," antwoordde zij bedaard, «en ik
geloof ook, dat gij het verzuimde zeer spoedig zult inhalen
en een schitterend examen zult doen."
«Ja, ik zal het doen, al is het nu juist niet schitterend,"
bevestigde hij, „en ik zal later mijne plichten als arts nauw
gezet vervullen, al mocht ik nu juist geen /urnen mvndi wor
den. Ik dank u voor die overtuiging, Laura; het geeft mij
moed, u een andere vraag te doen. Zoudt gij, gesteund op de
overtuiging, den moed hebben, mij uw toekomst toe te ver
en we gevoelen ons, of we terug zijn gevoerd tot de tijden
der oudheid, waaraan deze grond ons herinnert.
We hebben de schoone dreef van Marquette ingeslagen,
en, voor we het verwachtten, bevinden we ons in eene
laan, zóó breed, zóó schoon, zóó schilderachtig, als we in
ons Noorden nog zelden aantroffen.
Aan weerszijden van den rijweg strekt zich een rij boomen
uit, wier breede kruinen het heerlijkst lommer bieden, en
die, met hunne lage takken en dikke starameD ons van
een eerbiedwaardigen ouderdom getuigen.
't Mos groeit liefelijk en weelderig aan hun voet, en
sierlijk wordt de eentonigheid verbroken hier door twee
palen, die terugwijzen naar een dwarsweg, welke er vroe
ger moet zijn geweest, maar zich thans in het kreupelhout
verliest; er tegenover door eene welvarende boerderij; op
de plaats, waar we aankwamen, hebben we een smaakvol
gezicht op het dorp Heemskerk zelf, dat zich, als achter
groen verscholen, aan onzen blik voordoet, en als we ons
omkeeren, kunnen we ons nauwelijks verzaden aan de
majesteit der laan, waaruit we kwamen, en die in de
zuiverste rechte lijn zich uitstrekt van den Heirweg tot
hier.
En daar, aan 't einde van de heerlijke allée, die we
nooit genoeg bewonderen kunnen, verheft zich een weidsch
heerenhuis.
Een breede voorpoort leidt over de gracht, die het om
geeft en voert in een niet te groot plantsoen, dat echter
sierlijk is aangelegen, al groeit het kreupelhout er wat
wild, en al draagt alles de sporen van de eenzaamheid.
Dat huis, het is het eens zoo beroemde Slot van Heems
kerk, dat in 1619 aan Daniël van Hartam verkocht, van
hem den naam ontving van Marquet naar de Heerlijkheid
trouwen Wij stonden dan beiden niet meer zoo alleenik
had dan het recht u te beschermen en voor u te zorgen, en
uwe liefde zou mij moed geven en vol geestdrift doen zijn
zij zou mij een spoorslag zijn, om met onvermoeide volharding
te arbeiden, tot het doel bereikt is. Laura, wees de mijne,
maak mij gelukkig met uwe liefde en vertrouw mij geheel en
alik zal u steeds op de handen dragen."
Hij was voor haar op de knieën gevallen en keek nu met
smeekenden blik tot haar op, die het van geluk gloeiende ge
laat naar hem toeboog.
«Weet gij het dan nog niét, dierbare, ondeugende man,
hoe lief ik u heb fluisterde zij en een heete traan viel uit
hare schoone oogen op zijn wang.
Hij hield haar lang omarmd en bedekte hare oogen en hare
lippen met gloeiende kussen, daarna sprong hij eensklaps op
en onder het gejuich van «Hoerrah 1* danste hij in de kamer
rond, terwijl hij zijn jas losmaakte en het pakket effecten en
bankpapier op tafel wierp.
«Gij naamt mij, eer gij wist, dat ik rijk was geworden,*
jubelde hij, „dat is heerlijk 1 Ja ja, lief kind, ik ben nu rijk,
want ik heb mijn vaderlijk erfdeel ontrukt aan de klauwen
van mijn edelen zwager, daar ligt het, veertig duizend gulden 1*
Ouder luiden schaterlach omarmde hij het verbaasde meisje
en danste met haar in het rond.
Eindelijk ging hij zitten en verhaalde haar het voorgevallene,
terwijl zij de papieren nazag en het bedrag berekendehij
zeide haar, dat zij nu niet meer voor anderen behoefde te ar
beiden, daar de rente van het kapitaal voor beider onderhoud
voldoende was.
Maar meer dan dit alles, verblijdde haar de hoop op de
vrijspraak 'naars vaders, tegen wien Hubert Katernberg nu wel
niet meer zou durven optreden.
De doctor dacht nu ook aan de belofte, welke hij den Ame
rikaan had gegeven, en hoezeer het hein ook speet, zijne be
minde te moeten verlaten, durfde hij nu toch niet langer tal
men, met eene verpleegster voor het kind te zoeken.
Laura had de papieren wederom bij elkander gelegd en ze
aan haar verloofde overhandigd.
„Sta mij toe, dat ik die verpleging op mij neem,* zeide zij
op hartelijken toon, «wij doen daarmede een deel van den
dank af, dien wij jegens de Voorzienigheid verschuldigd zijn.
Gij zult zoo spoedig geen geschikte vrouw vinden, die met
liefde zich over het verwaarloosde kind zal ontlermen; wan
neer gij ze later vindt, dan trek ik mij gaarne weder terug.'
De doctor was na eenig nadenken met dit voorstel tevreden,
hij bood nu zijn verloofde den arm en geleidde haar naar het
hotel, en Jakob Katernberg nam met hartelijken dank dit
menschlievend aanbod aan.
En doctor Christiaan Engelbert Moll hield woord. In het
bezit van een aardig kapitaaltje, dat hem onthief van de zorg
voor de eerste levensbehoeften, belette niets hem meer, om al
zijn tijd aan zijne studie te wijden; na verloop van een jaar
deed hij met glans zijn examen, en eenige weken na dezen