van Marqué t in Henegouwen.
Langzamerhand is het slot herschapen in eene scboone
buitenplaats, wier inrichting wel getuigt van den rijkdom
van den eigenaar, maar overigens, zijn toren uitgezonderd,
niets merkwaardigs bezit dan de herinnering.
En deze knoopt aan het kasteel eene legende vast, die
natuurlijkheid genoeg bezit, om waar te kunnen zijn.
ft Was in den jare 1205. Holland was gegeeseld gewor
den door den bekenden opvolgingskrijg tusschen Willem
van Holland en Lodewijk van Loon, en ook Kennomerland
had zwaar te lijden gehad. Egmond, o. a., was geheel
verbrand en verwoest, waarom Mevrouwe van Egmond
met haren zoon een schuilplaats had gpzocht en gevonden
op het kasteel van H6er Dirk van Rietwijk.
Haar gemaal, Wouter I, had destijds twist èn met den
Graaf van Holland èn met den Abt van Egmond. Doordat
hij een molen van deze verbrand had, waren de stallen
van gene door de vlammen aangetast, en hierover was de
Graaf zoo gebelgd, dat hij een bevel tot inhechtenisneming
uitzond. Wouter had dat verwacht, en daarom zich mede
verscholen in Rietwijks huizinge, maar men had hem toch
govangen weten te nemen, en, tot verblijfplaats was hem
aangewezen het kasteel van Marquette.
Den 31en Dec. 1205 was hij nog vrij geweest; toen de
klokken luidden tot viering van den nieuwjaarsdag ram
melden zijne boeien.
De gade op Rietwijk was ten hoogste ongerust. Hare
knechten hadden bij de plundering dienst genomen in een
der beide legers, en waren sedert niet weergekeerd. Slechts
vier getrouwen nog restten haar, waarvan één gehuwd
was; haar plicht gebood haar dus, van geen redding te
gewagen tegenover hen.
Zou ze zoo weinig vrouw zijn, dat ze haar eigen gade
redde, en daarbij den echtgenoot eener eveneens liefhebbende
vrouw opofferde? Dat nooit! Daarvoor was ze te veel
vrouw en te veel edele
Reeds meerderde haar angst eiken dag. Reeds vreesde
zij voor 't leven van den geliefdedaar wordt ze
op een morgen gewekt door paardengetrappel op de val
brug zij ziet ten venster uit bezwijmd zinkt zij
neeren als zij de oogen opslaat rust ze in de armen
van den gade
ft Was op Marquette den ganschen avond rustig geweest.
Mevrouwe had zich vroeg te bedde begeven, en Sta, hare
kamenier, had mede haar slaapvertrek opgezocht. Een
oogenblik was ze voor een stoel neergezonken, en had ze
gebeden voor 't slagen van het waagstuk, dat haar echt
genoot haar den vorigen nacht had aangekondigd, maar
toen had ze, als gistoren en zoovele andere avonden, het
licht voor het venster geplaatst en een touwladder neder-
gelaten. Met een kloppend hart, maar overigens kalm,
wachtte' zij. Niet lang leed het, of ze hoorde een zacht
slaan van het touw tegen den muur, een gelaat werd
zichtbaar, eindelijk een geheele gestalte en haar echtgenoot
stond naast haar.
Nauwelijks had hij den touwladder ingehaald, of een
verschrikkelijk misbaar liet zich aan drie kanten van het
kasteel hooren. De moedige vrouw glimlachte, terwijl ze
de wachten zich naar den trans hoorde spooden. Zacht
ging ze hareu echtgenoot voor naar een somber vertiek,
schoof voorzichtig de grendels weg, haar gade ging naar
binnen, en niet lang leed het of hij kwam met een geboeiden
man terug. Snel werd de terugtocht aangevangen. De
touwladder werd neergelaten, en langzaam steeg het drie
tal af. Vijf paarden stonden gereed, waarvan zij er twee
gebruikten. De jonge vrouw bestuurde met vaste hand het
ros van don geboeide Even daarna liet zich paardenge
trappel achter hen hooren, en zes inor.schen spoedden zich
door de duisternis naar Rietwijk heen. De sneeuw verborg
hun spoor.
De vier gebroeders van het Rief hadden hun heer gered,
die hen wèl loonde, door hun de namen Van der Camere,
Bijl, Van der Codde en De Clopper te geven, elk naar zijn
werk, en hun en hunne nakomelingen vrije jacht toe te
staan in zijne Heerlijkheid.
Den volgenden morgen vond men bij Marquette een
onduidelijk spoor van vijf paarden, en begreep men, dat
wat men voor den vijand had aangezien slechts drie of
vier personen konden geweest zijn, die den gevangene en
de kamenier hadden weggevoerd, tot groote ergernis van
Mevrouw, die geloofd had een aardig, jong meisje in dienst
te hebben genomen.
Einde.
ttinnenlandsch Nieuws.
Wordt vervolgd.
J. v. cl- li.
Twee inspecteurs van politie hebben ZoafWmidd
koffiehuis in den Haag gearresteerd een horlogemik'er^Jr
uit Amsterdam, die ten nadeele van zijn patroon alja u**
ontvreemd een som gelds, een gouden horloge met dito ke"
waarde van ongeveer f200 en een zilveren zakuurwerk VuU,r
kwam uit omdat de bediende het zilveren horloge aan
frouw trachtte te verkoopen voor den billijken prijsvatT*
cents. "Üj
afvraagt„Ben ik gett0UwJ
gedenkwaardigen dag geleidde hij zijn jong, van gelukstralend
vrouwtje naar den eigen haard.
In den loop van dit jaar was er zeer veel veranderd. De
boekbinder Herinann Grundscheid had zijn Roosje gehuwd, en
in het voorhuis was niet lang daarna insgelijks een dubbele
bruiloft gehoudendaar heerschte nu onvermengde vreugde, en
de onderhuisbaas Sehlaumann schreef dit toe aan de omstandig
heid, dat mejuffrouw Adèle Gosebrink niet meer onder zijn dak
woonde.
Koenraad Würfel had iutusschen ook uit New-York ge
schreven; door Jakob Katernberg ondersteund, dreef hij daar
een handelszaak; hij was tevreden.
De aanklacht tegen den inspecteur Mundorf was ingetrok
ken. Hubert Katernberg, gedachtig aan de bedreiging van
zijn zwager, had zijne aangifte terug genomen; daardoor wer-
deu ook de beiden, door hem omgekochte getuigen onzeker.
Het gerecht moest den inspecteur dus wel vrijspreken en de doctor
bracht hem uit de gerechtszaal in triomf naar Laura terug.
Wel smartte het den braven inspecteur, zijne beide oudere
dochters niet meer te huis aan te treffen, en haar op wegen
te weten, die hij moest verfoeien, maar de liefde en het geluk
van Laura stelden hem schadeloos voor het verlorene, en in
gestadigen omgang met den opgeruimden doctor, werd hij ook
zachter gestemd en toegankelijker voor de vreugde van het
leven.
Met den armverzorger en zijne gelijk gezinde zuster was
het niet goed afgeloopen.
- De armverzorger moest zijne betrekking nederleggen, zijne
schurkestreken waren ruchtbaar geworden, en ofschoon diegenen,
die hem indertijd de voorgewend gestolen som vergoedden, nu
niet op zijne bestraffing aandrongen, zoo zag hij zich toch door
allen vermeden en veracht.
Niet lang na zijne afrekening met zijn broeder en zijn
zwager werd er nogmaals bij hem ingebroken, ditmaal namen
de dieven niet veel medezij werden spoedig in hechtenis ge
nomen in de personen van het echtpaar Schunk; de sloten
maker en zijn vrouw zaten nu ook in de gevangenis.
Hubert Katernberg nam die inbraak tot voorwendsel, om
huis en zaak zoo in het geheim te verkoopen, dat de wereld
het eerst te weten kwam, toen hij met zijn zuster reeds voor
altijd de stad had verlaten.
Zijn zieke vrouw, die hij wegens haar broeder haatte, liet
hij met zijn kind op het land achterde Amerikaan trok zich
de veriatenen aan, en toen de ongelukkige vrouw eenige maan
den later stierf, beloofde hij haar, voor haar kind de plaats
eens vaders in te nemen.
Hij vervulde deze belofte des te bereidwilliger, omdat zijn ei
gen kind onder de trouwe en zorgvuldge verpleging flink op
gloeide en ontwikkelde en met teedere liefde aan hem hing,
en hij beschouwde den verweesden knaap voortaan als zijn
eigen, toen hij na eenigen tijd onder de passagiers van een
met man en muis vergaan schip ook de namen las van Hubert
en Johanna Katernberg.
Door een onbekende oorzaak barstte Maandag-middag
tegen 4 uur in de aan het woonhuis bevestigde schuur van den
Heer G. Blauboer (Waardpolder Gem. Barsingerhorn) een hevi
ge brand uit. In minder dan een oogenblik stond alles in
lichter laaie. Auderhalf vierkant zaad, meer dan 180 baaltjes
karwei, een dorschmachiue met locomobile, alsmede een driej irig
paard, werden een prooi der vlammen. Door de vereenigde wer
king der spuiten van Kolhorn en Barsingerhorn en Haringhui
zen, wist men den brand tot genoemde schuur te bepalen en
het woonhuis mét de buitenstaande schelven te behouden,
's Morgens om drie uur was men het vuur geheel meester. Het
grootste deel van het vernielde is tegen brandschade verzekerd.
De uitslag van den Kolf- en Biljardwedstrijd, gehouden in
de Kolfbaan van den Heer Kist te Kolhorn, is als volgt:
Prijskolven: 36 deelnemers.
Prijs: A. Kist van Zuid Scharwoude, f 20; le PremieA. Ha
ringhuizen van Hoogwoud, f 10; 2e PremieH. Moerbeek van
de Kreil, f 6.
Prijsbiljarten18 deelnemers, waarvan 16 niet dubbele en 2
met enkele loten.
Prijs; A. Kist, van Zuid Scharwoude, f 11; Is premie R.
Woud van Lutje Winkel, 7 gld.; 2e premie, A. Schenk, van
Barsingerhorn, f 4.80. Deze partij, 's morgens om elf uur begin
nende, was eerst 's nachts om half drie afgeloopen. Men speelde
partijen van 25 Caramboles.
De Ilaagsche Kroniekschrijver zegt in de N. Gr. Ct.
Het groote evenement van deze week betreft de arrestatie
van den Heer J. A. de Bergh, den van vroeger alom beken
den schrijver der ,/Haagsche Peunekrassen," later hoofdredac
teur van dt (gele) „Amsterdamsche Couiant" nog later reiziger
om de wereld en laatst rentenier in een der nieuwste straten
van de hofstad. Menigeen heeft het verwacht, dat de opvlie
gende man op een goeden dag in de gevangenis zou terecht
komen. Het is bekend, dat de heer De B. sedert geruimen tijd
is aangetast door een hevige, vermoedelijk doodelijke kwaal, die
zijn toch reeds zeer prikkelbaar en zenuwachtig gestel onder
mijnt. Vandaar dat er in ziju woning nog al eens huiselijke
twisten voorkwamen, waarin echter tot hiertoe de buitenwereld
niet behoefde le worden gemengd. Maandag echter was hij in
opgewonden toestand gevaarlijk geworden en daar hij, reeds
sedert jaren, steeds vuur- en andere wapenen onder zijn bereik
heeft, (waartoe hem vroeger de veiguuuiug van bevoegde zijde
werd gegeven) dreigde hij zijn vrouw te dooden. Deze was, of
schoon de man vaak met zulke bedreigingen voor den dag was
gekomen, ditmaal ernstig bevreesd en riep de hulp van een
paar politie-agenten in, die echter spoedig weder ft huis ver
lieten, op last van den bewoner. Nauwelijks waren zij bij de
deur of de heer De B. loste een revolverschot, zonder hen of
iemand anders te raken. Het is nu zeer de vraag, of men hier
te doen heeft met een poging tot doodslag, of met een daad
van ijdel vertoon. Dat zal de rechter hebben te beslissen. Doch
inmiddels is de delinquent gevangen genomen en hij verkeert
in zeer lijdenden toestand. Hij zelf gelooft dat hij niet weder
uit den kerker zal komen; moedeloos sprak hij kort na zijn
arrestatie: //Och, eigenlijk is ft mij onverschillig of ik in de
vaDgenis of in mijn huis sterf. Het is in elk geval spoedig
gedaan."
Iemand die zich zeiven
niet?'
Sedert eenige jaren woonde te Zevenaar een man, zich noe
Jacob Schneider, koopman enz. die vroeger woonachtig
's Heerenberg. Naar het gerucht gaat, moet deze persoon^,
het Duitsche leger hebben verlaten tijdeus Metz werd belwl!
en, na hier en daar zich verscholen te hebben, eindelijk
's Heerenberg zich hebben gevestigd. Daar kwam hij ij^
king met een rondreizend koopman, wiens papieren hij moethebb»
gekocht, en sinds dien tijd droeg hij den naam van W
Schneider. Op die papieren is hij gehuwd. Nu doet zich de vet^
kooper van de papieren op en vordert deze terug De zich noe!
mende J. Schneider echter was niet bereid die te geven eej
aanklacht volgde en de rechter van instructie deed een o'rnhr
zoek instellen. Hoe echter de geschiedenis is, is tot nu toeniti
recht duidelijk. De rechter van Instructie heeft Jacob Schna-
der in arrest doen nemen.
In het Zeeuwsche Dagbiad, komt een ingezonden stol
voor van den heer P. A. Jansen, waarin deze heer bekend
maakt, dat hij zich van de Soc. Dem. partij heeft afgescheiden
Dit afscheiden schrijft de heer Jansen toe aan de volgende
oorzaken
,/Het groote auditorium dat ik steeds had en de bijvalsbe-
tuigingeu, die ik mocnt inoogsten, versterkten mij in de tneemn;
dat ik in de geest sprak mijner hoorders. Wat gebeurt echter
van lieverlede anonyme schrijvers doen in Recht voor Alles
misselijke aanvallen op mijn persoon, welk blad goed vondfe
stukken te plaatsende afdeeling Den Haag verbood den ver
koop van mijn portret en de door mij geschreven brochuMh
Walhalla. Drankverkoopers (ik behoor daaronder,) wordt in dit
blad beweerd, kunnen niet tot de sociaal-democraten behoorn.
Dit alles liet ik nog passeeren, hoewel ik het betreurde root
de eensgezindheid onder de partijgenooten. Nu ik echter lees
dat eenige leiders der Sociaal-Democraten openlijk wraak prediken
en voornemens zijn bij die wraakoefening vrouwen noch kinderen
te sparen, nu mag ik niet langer met de Sociaal-Democrates
denzelfden weg bewandelen, en geef ik door deze regelen u»
de partijgenooten kennis, dat ik ophoud in vereeniging melk
Sociaal—Democraten mee te werken tot oplossing der socisl:
kwestie."
De bekende straatvogels te Amsterdam, de zoogenaamd
Japanneezen, ook wel //Christiaan en zijnzuster" geheeten, zei
len dezer dagen van woonplaats verwisselen. Tot dusver hadde#
zij hunne tenten in den //Duivelshoek" opgeslagen, maar baart
en omgeving begonnen de luidjes, die een aardig duitje bij el
kaar schijnen te hebben, steeds meer tegen te staan, zoodatlut
plan bij hen tot rijpheid kwam, om zich elders metterwoon te
vestigen.
gaan Woningen zijn
de meeste eigenaars wilden voor geen geld
er in de hoofdstJ
ter wereii
rit
Maar waarheen te
genoeg,
de //Japanneezen" herbergen, uit vrees voor
de zijde der buren en van de Amsterdamsche straatjeugd.
zochten daarom naar wat anders en waren zoo gelukkig rwl'
loopig klaar te komen. M
Een jacht in de Keizersgracht bij de Prinsenstraat
liggen, trokken de musici de stouten schoenen aan en oegsre-
zich naar den eigenaar, een winkelier in schoenen op de
gracht. Deze keek natuurlijk vreemd op bij dit ongewoue
zoek, maar zijn verrassiug ging in de grootste verbazing ore'>
toen men naar de koopsom van het jacht vroeg. Deze bed
f 950, en na een oogenblik van beraad werd de koop g«s 0,e"'
Als handgeld werd f 150 a contaut betaald, terwijl de or
f 800 van de spaarbank zullen gehaald worden en daarna
taald.
In Recht voor
Allen heeft Domela Nieuwenhuis de i
Jat orP
van den Parth afgeschoten. In een advertentie
zegt hij
in
Uit Utrecht wordt gemeld:
Het scheelde weinig of op de Maandag alhier gehoaden paar
denmarkt ontstond eene ernstige botsing tusschen een grooten
trein, van de oefening terugkeerende veldartillerie en "eenige
boeren. Een boer wilde door den trein heenrijden, wat hem
door een kapitein werd belet, die zijn paard dwars voor dat van
den boer, gespannen voor eene tilbury, stelde. De boer legde
de zweep over het paard en daar de kapitein zijn standplaats
behield ook over 's kapiteins rug. De officier trok den sabel en
diende den boer met het plat een paar slagen toe. Andere boe
reu schoten toe en daarna ook andere veld-artilleristen, en ze
ker ware er eene flinke vechtpartij ontstaan, als niet de politie
tusschenbeide was gekomen en den boer in hechtenis had geno
men.
Zaterdagnacht werd de hulp der gemeente-politie teSlo-
terdijk ingeroepen door de huisvrouw H. H., wonende aan den
Spaarndammerdijk, wier man herhaaldelijk dreigde haar en haar
zoon te zullen vermoorden. Toen de politie zijne woning bin
nentrad, hield hij zich alsof hij rustig op zijn bed lag te slapen,
maar aangezien men hem niet vertrouwde, werd hem voor dien
nacht een ander logies gegeven.
het mandje vsst,^
Voor de talrijke bewijzen van vriendschap en toegei
ontvangen uit alle oorden des Lands en zelfs daarbuiten,
mijn oprechten dank, evenals voor de bewijzen van
mij anoniem werden tcegezouden zulke lafaar1"
eens hun naam noemen met de verzekering, ual
plicht hoop te volbrengen, zonder mij daarvan te
brengen door de betaalde dienaren der kliek, die het
onder wil houden om zelve een gemakkelijk en
leven te kunnen leiden. De dienst der vrijheid is
dienst, mogen wij daarin steeds trouw worden bevon e
de sociaal—democratie
Een dienstbode te 's Hage kocht aan een g
tweehonderd snijboonen en hield stevig het mandje
die door den koopman werden afgeteld. Na reeds !'V
helft gevorderd te zijn, vroeg hij: „Zou die kerel -
dronken ziju?" De meid keerde zich om, doch za?>,lSBSiiÉ
wijl had de ander een handvol van de reeds a'^e^ri|j bad^
teruggenomen en ging toen leuk weg doorteilen- -J j
buiten den waard gerekend, daar mevrouw slinnm
beiden en alles boven uit het raam had gadeges a^
den koopman te kennen gaf, dat het haar zoo"1- '1'
kreeg zij ten antwoord: „Voor ieder boontje dat e u»
lieve mensch, geef ik een maatje appelen; te
Mevrouw deed dit met recht, en allen kwamen s
tuiging dat er 26 ontbraken. Zij nam niets,
niets, maar de meid kreeg iets 6011 s^aD
V oor bet verrichten van
herstellingen
waterleidingen, is het somtijds moeieüjk, m
bodem door te dringen; de „Deutsche Bau-U!1 '^„gcht*
veelt in dit geval het gebruik maken van ü""irn)t df
aan. Deze onder de sneeuwlaag aangebracht, vei"
zoodat het graven na eenige uren mogelijk
de
graven
iikheid
volkomen