kinderen kan rond komen en wiens eischen dus niet te I hoog vliegen, kan op zijn levensweg die tevredenheid ge nieten, welke zoo begeerlijk en zoo noodzakelijk is, om ge lukkig te zijn. Nu en dan heeft de armoede eenen aanval op zijne woning willen doen, maar steeds heelt hij ze op eenen eerbiedigen afstand weten te houden. Die man wan delt dus op den middelweg, maar op een zekeren dag is een kwelduiveltje ongemerkt zijne woning binnengeslopen en heeft zich gelegerd aan den kant van dien schoonen middelweg, en hoewel 't zich schuilhoudt, doet het toch nu en dan een zacht gefluister hooren, zoo zacht, dat de man het niet hoort. Langzamerhand wordt het vermeteler en spreekt hoorbaar en in 't oor van den man dringen de woorden door vanhooger op, vooruitkomen en om de lok stem nog aantrekkolijker en overtuigender te maken wijst ze op anderen, die 't ook beproefd hebben en wie 't oogeu- schijnlijk tenminste, zooveel beter gaat dan hem. De stem der ijdelheid voegt er bij„als anderen dat kunnen doen, dan kunt gij dat ook. Zijn zij dan zooveel knapper dan gij De eerzucht en de ijdelheid laten niet los en nu ontdekt hij behoeften, die hem vroeger vreemd waren. Eindelijk bezwijkt hij voor de verleiding en van knecht-zal hij baas en aannemer worden. Wanneer hij eenmaal maar zoover is gekomen, dan is er ook geen houden aan. Al verder en verder wordt de grens gezet en de voorzichtigheid wordt weggeredeneerd. We zien het dagelijks, hoeveel slachtoffers aan de andere zijde van den middelweg terechtkomen, en zij, die hen zien vallen en misschien nog een enkel woord van medelijden voor hen over hebben, doen wat later 't zelfde. Hoe begeerlijk en benijdenswaard komt ons 't lot van den millionnair niet voor Wat zegt Johnson hiervan Hij heeft niet bijzonder veel achting voor hen. „Indien wij," zegt hij, „nauwkeurig degenen gadeslaan, die zulke verba zende schatten bezitten en geheel op de hoogte weten te komen van de middelen, waardoor zij die verkregen hebben, dan zullen we in de meeste gevallen tot de slotsom komen, dat hun toestand niet zoodanig is, dat we daarvoor onze rust en nog minder onze deugd zouden willen opofferen, want meestal geeft zoo'n groot fortuin geen andere voorrechten boven een middelmatig vermogen, dan dat het een ruimer veld opent voor de inwilliging van onze luimen en grillen, voor onwetendheid en ondeugd, voor vleierij en ongebonden heid." Wat nog vreemder klinkt is dit„de te groote rijk dom is dikwijls de oorzaak van armoede. Hij, die schatten bezit, verwaarloost dikwijls zijne zaken en hij, die denkt, dat het er niet op aankomt, of hij dit al of niet doet, is reeds op den weg naar zijnen ondergang. Zoodra hij zoo ver is, wordt hij omringd door menschelijke gieren, die reeds op hem azen." Zou die schildering overdreven zijn Deutinchem. v. <1. Velcle IMz. Slot volgt. Binnenlandsch Nieuws. Wordt Vervolgd. Schagea, 28 September 1887. October staat voor de deur en met hem neemt de reeks der winter-vermakelijkheden en uitspanningen een aanvang. Die, welken onder het bereik vallen van al degenen die bet betalen kunnen, zullen zeer zeker door belanghebbenden worden aan bevolen te harer tijd. Anders is het met de gewone avonden van Volksvoordrachten. De Comissie, die zich met de regeling daarvan telken jare heeft belasten nu ook weder die taak op zich heeft genomen, kon nu juist niet altijd op algemeene deelneming nog meer naar haar toerukkende, ging hij op gedempten toon voort„Gij dwaalt, wanneer gij gelooft, dat ik mij bekommer om enkele duizende guldens hahawaarvoor houdt gij mij wel Het meisje zag hem bevreemd, bijna minachtend aan. „Nu, mij dunkt, voor den rijksten man onzer stad?" „Gij vergist u," viel de handelsraad zijn dochter in de rede. „Ik ben geen rijk man met andere woorden, ik sta voor een bankroet daar hebt gij nu de naakte waarheid." Het jonge meisje was doodsbleek geworden. „Wat gij zegt, ach, dat zijn praatjes stiet zij eindelijk uit, terwijl hare lippen zenuwachtig beefden. „Gij, de geheim-handelsraad Wald- mann de steunpilaar van den handel dezer stad een bankroet palil dat is een hatelijk woord." „Spreek niet zoo luid, het is niet noodig, dat de bedienden reeds heden alles vernemen," voegde haar vader haar vrij barsch toe. „Ik weet reeds sedert geruimen tijd, dat ik met passief werk; wel is waar vermoedt niemand het, men waant mij integendeel solieder dan ooit. Maar maar Hij lette niet op het bleeke, verwrongene gelaat zijner dochter die hem met verglaasde blikken aanstaarde en nog altijd de vreeselijke mededeeliug niet scheen te kunnen begrijpen; maar hij ging op bedaarden toon voort: „Ik gaf heden deze partij, omdat ik hoopte, dat de consul Lindenschmid misschien voor mijne belangen zou zijn te winnen, ik kon natuurlijk slechts voorzichtige toespelingen maken maar hij was heden avond in het oogloopend kort van stof hij wees mijn voorstel zelfs grof van de hand. Vervloekt!" hij stampte met den voet op den grond „als ik goed in zijn spottend gelaat las, dan weet hij reeds meer dan vele anderen kortom," voegde hij er dadelijk op een geheel anderen toon aan toe, „mijne poging is mislukt. Nu blijft ons nog één uitweg over, een enkele!luistert gij?" Het jonge meisje knikte slechts werktuigelijk met het hoofd. „Ja, ik luister „En laat ik het u dadelijk zeggenons laatste hoop is op u gevestigd." „Op mij 1" fluisterde het jonge meisje nog altijd vreeselijk ontsteld. De handelsraad knikte met het hoofd. Hij stond van zijn stoel op en liep eenige malen, in diep gepeins verzonken de kamer op een neder. bogen. Wellicht dat onbekendheid met het streven dier Com missie mede oorzaak daarvan i». Nu zal men oogensehijnlijk met- recht beweren, dat elk inwoner van schagenwel zal weten wat toch eigenlijk die Volksvoordrachten, die al zoovele jaren gehouden werden, bedoelen. En toch het is niet lang geleden, slechts enkele maan den, dat de commissie tot de ontdekking kwam, dat men om trent het doel en de uitvoering geen juist begrip had. De meeste burgers zijn gewoon jaar in, jaar uit, hunne dienstboden of hun kinderen naar zoo'n Volksvoordracht^ te sturen want„'t is toch maar een pretavond." Glad mis t is geen pietavond, maar het is weleen poging om aan onze mingegoede medeburgers, die niet het geluk hebben, van in den winter ook eens te kunnen gaan profiteeren van de verschil lende voor entreé toegankelijke uitspanningen en voor wie dien tijd verre van rooskleurig is, om aan ken een paar (slechts een paar) avonden van aangename en nuttige ontspan ning te verzekeren. De wintertijd is de tijd van concerten, rederijksuitvoeringen enz. enz. en elk burger, de een in meerdere, de ander in mindere mate, neemt deel daaraan. Is het nu zoo overbodig, om onzen plaatsgenooten, die van dat alles wel mogen hooren praten, maar steeds daarbuiten mogen blijven staan ook eens een paar avonden van ont spanning te veischaflen, eene ontspanning, die door het houden van eene Lezing. Muziekuitvoering van Schagens Harmonie kapel, het vertoonen van Dissolving Views, het opvoeren van een tooneelstukje, en wat dies meer zij ongetwijfeld voor de bezoekers ook niet van nut ontbloot is Als elk burger een kleinigheid tot dit doel mocht willen afzonderen, dan wordt daardoor het werk der commissie drage lijk gemaakt en aan onze minder bevoorrechten een tweetal avonden van aangename en nuttige ontspanning bezorgd. De Commissie zal harer zijds er voor zorgen dat die avonden niet vallen in den tijd van Advent of van Vasten. En zij, die inteekenen, worden vriendelijk verzocht, hunne kaarten niet uit te reiken aan kinderen of aan meiden en knechts die het niet noodig hebben, maar zoo mogelijk aan getrouwden uit den behoeftigen stand. Waar velen helpen, wordt het werk gemakkelijk. De bevestiging en intrede van den Eerw. Heer Ds. J. A. Mühring zal plaats hebben op Zondag 2 October a. s. des voor middags te lCD/s ure en des namiddags te l1/, ure te Valkoog. Tot vader en moeder in het Wees— en Armenhuis te Bar- singerhorn zijn benoemd G. Meijer en echtgenoote, van Leeuwar den. Voor genoemde betrekking waren twee-en-vijftig solicitatiën ingekomen. Voor de betrekking van vroedvrouw te Callantsoog heb ben zich 10 sollicitanten aangemeld. Benoemd is Mej. A. de Groot van Egmond aan Zee. De gedenkdag van Alkmaar's ontzet (8 Octoberl573) zal dit jaar, dank zij het loffelijk streven der Alkmaarsche ontzet- vereeniging, op eigenaardige wijze herdacht worden. Zij zal na melijk een volksavond organiseeren, waarop door leerlingen van drie openbare scholen en der Christelijke nationale school ten gehoore zullen gebracht worden de Kiudercantate: „DeWaereld in!" van J. deGeyter, benevens verschillende vaderlandschelie deren, o. a. ook die, door het kinderkoor in April jl. op den Dam te Amsterdam gezongen, ter eere der Koninklijke familie. Het een en ander met welwillende medewerking van het mu ziekgezelschap „Concordia" en andere krachten. Zaterdagnacht te half vier kwam bij de politie te Am sterdam een man klagende, dat hij kort te voren op de Prius Hendrikkade bij de Nieuwebrug was aangevallen door drie personen, die hem een prop in den mond duwden, medesleur den achter de schutting van het Centraalstation en daar be roofden van zijn horloge en eenig geld. Verdacht van mede plichtigheid aan deze berooving zijn twee personen aangehouden. Bij een hunner werd een voorwerp gevonden, dat de beroofde als zijn eigendom herkende. Dat stiefmoeders de kinderen uit een vorig huwelijk soms meer dan „stiefmoederlijk" behandelen, is opnieuw te Gennep gebleken. Een der kinderen van een arbeider aldaar, zoo deelt de Limb. Koerier mede, een meisje van 8 jaar, dat lijdende is aan mazelen en derhalve aan eene zorgvuldige behandeling groote behoefte heeft, wordt geregeld 's morgeus buiten deur gezet, om in het dikwijls gure najaarsweder te verblijven, tot dat de vader van zijn werk terugkeert. Als nachtleger is dezen stumpert een hoop oude zakken op den kouden zolder aangewezen. Wanneer zich van tijd tot tijd de een of andere meuschen- vriend over de kleinen ontfermt, dan worden deze gaven voor het eigen kroost bestemd, dat, in tegenstelling met de voor kinderen, goed gevoed en gekleed wordt en aan niets gebrek heeft. de balans zonder een nadeelig saldo te kunnen doen Met dit al blijven echter de treurige toestanden, in Prjeai Ji'H" ningen en andere Noordelijke provinciën bestaan. De denkt natuurlijk dat de ziekelijke philantropie van n 2^""! zijde wel eenigszins den nood zal lenigen. De nood js in die provinciën zeer hoog, alleen flinke, doortastende regelen kunnen hier helpen, wil men geen toestand van chie in het leven roepen men denke toch aan het m" an"r' dig voorkomen van diefstallen aldaar, de plundertoclitl"^11'' Zulke verschijnselen teekciien. De vrijage van de keukenmeid. Mevrouw Jansen, de huisvrouw van een welgesteld co sionuair, had met haar keukenmeid Betsy juist de dage]'wIl. rekening afgesloten, toen deze met een sensatie makende^ L deeling voor den dag kwam „Mevrouw," zeide Betsy, „ik heb reeds bij uw moederg«]j j ik ben, toen gij getrouwd zijt, met u medegegaan en "nu - twintig jaren verlooptn en ik heb nog nooit een vrijer vj?; Nu ben ik zoo wat men noemt geëngageerd en als ik hem dt mij nu hebben wil, niet neem, dan krijg ik iu mijn leven» ander. Nu heb ik een best en schoon inensch, een bescw! mensch, een student in de medieijnen is hij. Hij houdt red van mij, en als ik nu maar alle veertien dagen een uitgaan] krijg, dan zou hij mij licht ontrouw kunnen worden en ij zou ik nooit een doktersvrouw zijn. Daarom wilde ik u mevrouw, of hij driemaal in de week bij mij in de keuken komen. Zie zoo, nu is het er uit. Ik meen het ernstig en sfj u het niet toelaat dan zou ik mijn dienst moeten opzeggen» Het groote nieuws werd dadelijk aan den heer en de jon», juffrouw Jansen medegedeeld. Juffrouw Jansen, de eenige dochter van den commissionuait een achttienjarig meisje van teedere en ronde vormen, een meisje met blond, welig haar en een bekoorlijk stomp neusje, een meisje, dat een voortreffelijke opvoeding had genoten en een flinke huisvtouvv beloofde te worden, sprak met warmte voor de inwilliging van het verzoek van Betsy. De familie Jansen zag het bezoek van den student met span- ning tegemoet. Op den bepaalden dag kwam hij inderdaad. Mevrouw Jansen kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen, zij ging naar de keuken. Betsy had niet overdreven. Daar zat op een keukenstoel een schoone, jonge man hij was eenvoudig inaar fatsoenlijk gekleei en een bril op zijn intelligent en frisch gezicht gaf hem het voorkomen van een geleerde. Spoedig kwam er eenige conversatie tusschen mevrouw Jansen en den vereerder van Betsy. De student vertelde, dat hij een arme drommel was, die geen geld genoeg bezat vóér zijn studie en hij vergenoegde zich daarom met Betsy. Zijn gedrag was zoo fatsoenlijk, zoo beminnelijk, dat ziek dergelijke gesprekken met de vrouw, zoowel als met den heer des huizes dikwijls herhaalden. Hij kreeg zooveel vertrouwen, dat hij de jongejuffrouw in de geschiedenis mocht onderwijzen. Op zekeren avond werd hij zelfs uigenoodigd om het avondmaal te b1 ij ven gebruiken. Zulke uitnoodigingen vonden meer en w' plaats en langzamerhand was de student een huisviiend geworden. Zijn betrekking tot Betsy bleef altijd even innig- Hij gedroeg zich met waardige terughouding tegenover jongejuffrouw Jansen. Zoo leefden dan de vijf personen van onze geschiedenis, durende anderhalt jaar. Mevrouw viel het op, dat haar dochtertje verschillende vrij® afwees. aj Maar de heer Jansen, wien dit niet opviel en die van k" jongen man hield, leende hem het geld, om te kunnen promo- veeren. 1 Noor deze plechtige gelegenheid had onze held een fijneI rok geleend, en als men nu eenmaal een rok heeft dan men de gelegenheid bij de vleugels vatten, dacht hij. Hij begaf zich daarom dadelijk na de promotie naar heer Jausen. „Hooggeëerde vriend," zeide hij tot dezen, „u hebt m'J doctor gemaakt, maak mij nu ook tot schoonzoon." De heer Jansen had er niets tegen. En Betsy Ook Betsy had er niets tegen. y Betsy was er blij om, want nu kwam de waarheid aan Heht. J De jongejuffrouw Jansen had niet den vereerder van de keumeid veroverd, neen, want de jonge student was nooi vereerder geweest. Hij had het jonge meisje op een daaspjj tijtje leeren kennen, en de beide harten ontvlamden w voor elkander. Nu kwam het er op aan, om den jonge" dent toegang te verschaffen tot het huis der ouders va" meisje en hem het verder studeeren mogelijk te maken; Daarvoor had nu het meisje alles aan de keukenmei vertrouwd en wij weten hoe de brave Betsy vol zelfop0 alle moeielijkheden wist te overwinnen. Met de spoorbooten „Holland" en „Friesland tusschen Enkhuizen en Stavoren, werden in Augustus passagiers. f Het voglend aantal voedende bestanddeelen vin ijl; Rundvleesch 27; Eieren 27y2; Koemelk lf/s! l"rwe Aardappelen 19; Suikpr in Nederland 100. Ongeveer 3 weken geleden joeg zekere M-, *e Dordrecht, zijn vrouw, tengevolge van huiselijke D*1- Sedert dien tijd verkeert de ongelukkige met hare in de nabijheid van Oranjedorp, achter een turfhoop, noch guurheid van weer beveiligd, ter prooi aan ellende. -Men meldt het volgende: mt Zelf de M untendammer bezembinders hebben rede fecr dat „het vet van den ketel" is. Deze lieden, die koloniale Muntendam nog altijd de eer van hun bedrijf ophouden, hebben een even moeitevol als te werk. Vroeger ging er nog wel eens eene scheep» a.^ jn naar de omstreken doch met het slinken van de lL^ nabijheid, is ook de aftrek minder dan voor'ieenV,er(fi]l bezem verdringt den heidebezem meer en meer. Uit Leeuwarderadeel wordt aan N. R. Ct. geschreven De burgerlijke armbesturen in deze gemeente passen bij hunne taak van armverzorging meer en meer werkverschaffing toe, en laten het stelsel van bedeeling in den laatsten tijd varen, welke maatregel zeker gunstig werkt. „De werkverschaffing bestaat in vlasbraken, waarvoor vele verbouwers hun product in handen der armvoogden geven doch, wijl dit bij lange na niet in de behoefte kan voorzien, worden in andere provinciën, hoofdzakelijk iu Groningen, nog belang rijke hoeveelheden opgekocht, om hiermede des winters de ar beiders aan het werk te houdeu. In groote landbouwdorpen, waar de arbeidende bevolking haar] onderhoud met veldwerk- zaamheden wint en zoodra deze af zijn, met het vlasbraken een aanvang moet maken, is, zooals van zelf spreekt, eene ver bazend groote hoeveelheid grondstof noodig. In het vorige jaar, toen de prijzen van dit gewas steeds naar beneden liepen, heeft dit eeu aanzienlijk deficit op de begrooting veroorzaakt, daar een even hoog weekloon werd uitgekeerd als vroeger toen er veel hoogere prijzen besomd werden. „Thans, nu het vlas beduidend lager is ingekocht, hoopt men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 2