31ste Jaargang. ITo. 2152. NATIONALE MILITIE. ïVordt Vervolgd. AlnrtntiG- k LaiiiM Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Dij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- TENTTÈN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHjtGKHT, I>ann, lï, 5. Puijs per jaar f8.Franco per post f3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.1» Groot© letters worden naar plaatsruimte berekend. C* e mee n te Scha gen Bekend m a k i n g. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen omtrent een alhier in eenen winkel achtergebleven SH'OOBfctfl\B>. JACHT. De Burgemeester der gemeente Schagen Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris des Konings in Noord-Holland; Gezien bet besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie d.d. 30 November 1887 no. 19 Gelet op art: 11 der wet tol regeling der jacht en vissclierij van 13 Junij 1857, (Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden dat de sluiting der jacht op klein wild voor Noord-Holland is bepaald op Zaterdag 31 December 1887, met zonsondergang; en dat al zoo op grond van het bepaalde bij het eerste lid van art27 der aangehaalde wet, het verkoopen, te koop uitstallen en vervoeren van wild uiterlijk tot en met 11 Januari 1888 zal mogen plaats hebben. En zal dit besluit in bet Provinciaal blad worden geplaatst en voorts in iedere gemeente van Noord-Holland worden aan geplakt. Haarlem, 8 December 1887. De commissaris des Konings voornoemd, (GetSCHORER. Schagen, 13 December 1887. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. TOCH VERLOREN, Roman van G. RECKE. 22. XII. «Hebt gij zulk een haast, lief kind vroeg Arthur M hite bet kamermeisje en trachtte tegelijk de eenvoudige kleine in de rooskleurige wangen te knijpen. Rosa had hem blozend ont weken en daarbij was de blik van den Amerikaan toevallig op de brieven gevallen, welke zij in de hand hield. i>/Ah, brieven.... toch niet een voor mij vroeg hij en nam steeds gekscherende, het meisje de brieven uit de hand. In hetzelfde oogenblik echter werd Arthur White doodsbleek en bad hij met wilden, vertwijfelden blik om zich gezien, alsut plotseling een vreeselijk gevaar hem boven het hoofd hing en hem dreigde te verbrijzelen. «Om Jezus wil, mijnheerWat deert u had het meisje ontsteld uitgeroepen. //Nietsniets," was het antwoord geweest van den Ame rikaan, die met de rechterhand tegen den muur leunde, terwijl hij krampachtig de brieven vasthield. Rosa werd ongeduldig. O, ik smeek u, geef mij de brie ven terug mijne juffrouw wacht op mij,' zeide zij. Maar het gelaat van den Amerikaan had een harde, koude uitdrukking gekregen en gelijk gloeiende kolen vlamden zijne °°gen. Daarop was hij eensklaps veranderd, alsof hij vreesi e, dat iemand hem wellicht had kunnen gadeslaan. Hij haalde dan ook weder ruimer adem en trok het ontstelde meisje met 5 ffiede naar een donkeren hoek der gang. Meisje, ik denk ?at gb wel weet, wat een paar honderd gulden is,* duwde hij daar met trillende stem toe, «wilt gij die verdienen Iegelijk na® hij uit zijne portefeuille een banknoot van tweehonderd gulden. Het meisje sloeg hem met verwondering gade. «Mijnheer 5.- Te schertsen maar ik heb werkelijk geen tijd Juffrouw' wacht mij boven, met de brieven, k gij tweehonderd gulden verdienen P" had de Amen aan 2 ,/Hg gevraagd, terwijl hij het verbleekte meisje de bank- U ,Viak Voor de oogen hield. «O, gij behoeft niet te verschnk- acht'i ,d hiJ er dadelijk op laten volgen, terwijl een duivel- bii/n^i k z*°h om zijne lippen plooide. «Ik verlang me de i? f Veel van u dleeu dezen brief, dien ik hierin in »t.f1 'leh, moet gij mij uitleverenik wil weten, wat n staat u;: inn Rosa's - bespeurde, voegde hij er nog °P hetis - e »o, het is niets kwaads, volstre dunkt, de r weinig jaloerschheid van niij, OPROEP1XG tot de inschrijving voor het jaar 1888, volgens de wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders van Schngen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie van 19 Augustus, 1861 (Staatsblad No. 72), herinneren bij deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor den dienst bij de Nationale Mi litie, met verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle man nelijke ingezetenen, die op den eerslen Januari van het jaar hun 19do jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens vooed ingezeten is volgens de Wet van 28 Juli 1850, (Staatsblad No. 44.) 2o. Lij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van het jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, be- hoorendo tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver plichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienst plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19dejaar, doch vóór het volbrengen vao zijn 20ste ingezeten wordt, is ver plicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar do in schrijving volgens Art. 16, moet geschieden. kan verloren zijn geraakt, dus gij kunt gerust de twee honderd gulden verdienen en geen haan kraait er naar." Maar Rosa had beslist met Tiet hoofd geschud. «Voor geen geld ter wereld, mijnheer!" had zij toornig geantwoord. «Hoe zou ik mijne goede meesteres zoo bedriegen o zeker, het was ook maar een grap van u." Daarbij had zij handig hein de brieven ontrukt en wilde ontvluchten. Maar met ijzeren handgreep had de Amerikaan haar vast gehouden, terwijl hij haar een blik toewierp, waarvoor zij tot in den diepsten schuilhoek van haar hart sidderde. „Meisje, gij kent mij niet had hij met zijn van woede trillende stem haar toegeroepen. «Het is nu eenmaal een gril van mij, dat ik dien brief wil hebben, gij zult mij hem geven!' «Neen, genadige heer was het besliste antwoord geweest. «Dood en duivelJa, zeg ik had de Amerikaan met on- drukte stem haar toegebeten. «Geef hier den brief en steek het geld op hoed u, mij nog langer te w eerstreven ik denk, dat één woord van mij voldoende is; om u hals over kop het huis uit te doen jagen.' Maar het meisje bleef trots zijne bedreigingen standvastig; ja, zelfs toen de Amerikaan zijn aanbod vertienvoudigde, had Rosa nog geweigerd. Zij zou zich liever in stukken laten hou wen, dan hare goede meesteres te bedriegen en achter haar rug om, een schurkenstreek te begaan. Arthur White kon het meisje niet langer tegenhouden, want zij had in hare ontroering zeer luid gesproken en bovendien kon er elk oogenblik iemand voorbij komen. «Nu goed, gij zult uw zin hebben,* had hij ten slotte met bevende stem gezegd. «Ik ben de laatste, die u tot ontrouw wil verleiden maar ik ben gewoon mijn wil door te zetten; wanneer ik u nu twee duizend galden bied, om mij gedurende een half uur den brief te verschaffen, wanneer uwe meesteres hem gelezen heeft zul gij dan nog weigeren?' Toen had het meisje geaarzeld en begon zij zich te bedenk- ken. Twee duizend gulden w as een aanzienlijke som voor haar, die tien jaren zou moeten dienen om zulk een bedrag bij elkander te garen. Zij had een minnaar, dien zij kon huwen, wanneer zij zooveel geld ten huwelijk brachtzij konden dan een zaak beginnen en gelukkig en tevreden met elkander leven. Wat beteekende het ook eigenlijk, wanneer de verloofde van haar juffrouw dien brief las Zijn jaloersche luim zou zeker niet bevredigd worden, want Rosa geloofde, hare meesteres te goed te kennen, dan dat zij kon aannemen, dat deze haren verloofde zou bedriegen en met een auder heer briefwisseling zou houden. Wel is waar, het was ten slotte toch altijd ver keerd behandeld maar twee duizend gulden was toch ook een aanzienlijke som Artiiur White had zeer goed opgemerkt, hoe de duivel der hebzucht in het arme meisje met de deugd had geworsteld. Hij liet het dan ook niet ontbreken aan allerlei betoogingen Art. 16. Do inschrijving geschiedt: lo. Yan een ongehuwde, in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont. 2. Yan een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente, waar hij woont 3. Yan hem, die geen Vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont; 4. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont in do gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge woond heeft. Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven lo. De, in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een in gezeten, die geen Nederlander is 2o. De, in een vreemd Rijk verblijf hondende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten Art. 18. Elk die volgons Art. 15 behoort te worden inge schreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethou ders aan te geven, tusschen den lsten en den 31sten J a n n a r i Bjj ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden zijn voogd tot het doen van dio aangifte verplicht. Burgemeester en Wethoudeis voornoemd, brengen tevens ter kennisse van de belanghebbenden dat tot de inschrijving ge legenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstnande, ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den 19 December 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. en aanmoedigingen en de uitslag was dan ook, dat het meisje hem beloofde, zoodra zij kon, den brief op zijn kamer te brengen. «Het is goed, ik verlaat mij op u,* had Arthar White gezegd, «Wee u, wanneer gij mij bedriegt, of een woord van onze afspraak verraadt mijn toorn zou u vernielen In zijn kamer teruggekeerd, was de Amerikaan vermoeid in zijn leunstoel neergevallen en zat daar langen tijd, terwijl hij met verglaasde oogen voor zich uitstaarde. Hij had zijn plan, om uit te gaan, geheel vergeten. Hij had den hoed nog op, en hield in de rechterhand nog altijd het fatterige wandelstokje omklemd. Zoo zat hij in zijn stoel, gelijk een beeld van ver twijfeling. Onheilspellende gedachten verhitten zijn brein, deden zijne lippen zenuwachtig trilllen. «Wie kan haar uit Chicago schrijven Dood en duivelvloekte hij. «Het was een onbekende mannenhand ik moet het weten, wat voor geheimen zij te Chicago heeft I Maar zijn geduld werd op een lange proef gesteld; eerst kort voor het diner werd er aan de deur van zijn kamer geklopt en op zijn driftig «binnen", stormde het kamermeisje met ang stig gelaat binnen. Zij hield den bewusten brief in de hand en gelijk een roofdier op zijn prooi valt, rukte hij den brief het meisje uit de hand. ik weet, dat ik verkeerd doe ik zal het nooit kunnen verantwoorden stamelde de kleine angstig. Een honend gelach was alles, wat de Amerikaan hierop antwoordde. Hij haalde zijne portefeuille voor den dag en nam er het judasloon uit. «Daar is het geld en maak nu, dat gij wegkomt 1" zeide hij. «Maar mijnheer, ik moet den brief dadelijk terug hebben de juffrouw heeft hem van morgen minstens een half dozijn malen gelezen zij zou hem kunnen missen o, mijn God, de angst zou mij dooden l" Het meisje sidderde inderdaad van angst en schaamte. «Domme gans antwoordde Arthur White, die intusschen gezocht had naar de onderteekening van den brief en verbleek te, als hij Richard Löwenberg's naam daar onder las. «Maak, dat gij wegkomt l" gromde hij haar toe, «er is veel te veel aan te lezen over een uur kunt gij hem terughalen.' «Mag ik er niet op wachten smeekte het meisje met ge vouwen handen. «In duivels naam, neen !c schreeuwde Arthur. «Denkt gij dan, dat ik u twee duizend galden geef, om u maar eens een pleizier te doen marsch, er uit en kom niet binnen het uur terug Hierbij wees hij gebiedend met de rechterhand naar de deur en het verschrikte meisje vloog daarop de kamer uit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 1