AMSTERDAMSCHE KRONIEK.
iiinnenlandsch I\ieuws.
Wel, kijk nu eens aanNu hebben toch waarlijk de
groenboer, de almanak, de melkvrouw, en allen wier „weer-
profetiën" nog op het oude stelsel berusten, per slot van
rekening gelijk gekregen. Van storingen in den dampkring,
een centrum van depressie, en andere geleerde termen vte-
ten deze profeten (die brood eten) niet af, en heel hun
wetenschap zal dus wel geen pijp tabak waard zijnmaar
soms slaan zij toch wel eens de plank niet zoo heel ver
mis, en dezen keer althans was het stellig raak. Na den
mist met vriezend weer, die verleden week een halven
dag lang de stad aan den Amstel en het IJ op de hoofd
stad aan de Theems deed gelijken, hebben we ook al
in verband met de wassende maan, om deze vooral niet
te vergeteneen behoorlijke dosis vorst en sneeuw
gekregen, en thans is het hier volop winter. Met de Kerst
dagen was het nog maar zoo half om halfmaar thans
kunnen we met de schepelingen op Nova-Zembla onzen
Tollens nazeggen
„Hier heeft de wintervorst zijn zetel opgeslagen."
Dinsdagavond, toen er plotseling een ontzaglijk sneeuw
kleed van respectabele dikte over Arasterdam naar om
laag zweefde, werden velen beducht voor een algeheele
stremming der vervoermiddelen. Gelukkig bleek die vrees
weldra ongegrond, vooral toen de tram, die gewichtige
factor in het Amsterdamsche menschenleven, den dienst
bleef volhouden. Het ging wel met eenige tijdelijke stoor
nis gepaard, en er werd wel wat langzamer geredeD, of
schoon de wagens met een extra-paard bespannen werden,
maar er was dan toch geen quaestie van staking. Overi
gens is zulk een sneeuwlaag, als zij blijft liggen, voor me
nig arme werklooze weer een bron van verdienste, en
voor den meergegoede een bron van vermaak. Maar toch
eigenlijk voor den minder welgestelden evenzeer. Men moet
b.v. maar eens zien, hoe de straatjeugd zich hier op het
gedempte Damrak amuseert met sneeuwballen werpen en
glijbaantjes maken 1 Het is een alleraardigst tooneel, dat
alle voorbijgangers met genoegen gadeslaan en waar men
onwillekeurig een poosje naar blijft staan kijken. Men zou
bijna wenschen dat het altijd winter was en de leelijke
woestenij, die er nu onder de blanke sneeuw verborgen
ligt, nooit weder voor den dag kwam
En nu zijn we dan midden in de wintervermakelijk
heden. De vijvers en vaarten in het Vondelpark zijn he
den voor schaatsenrijders toegankelijk gesteld (waartoe het
bestuur nooit over gaat voordat het ijs eene behoorlijke
dikte heeft verkregen) en daarvan werd al dadelijk druk
gebruik gemaakt. En op „den vasten wal" daarnaast, op
de rijwegen en wandelpaden, krioelde het heden van den
vroegen morgen tot den laten avond van arresleden, in
bonte verscheidenheid, allen meer of minder sierlijk opge
tuigd, wier vroolijk getjingel een eigenaardige stofieering
aan het winterlandschap bijzette. In pijl snelle vaart vlo-
matroos een plan voorgehad en diens ziekte bracht hém nu in
niet geringe moeilijkheid
De oude man was bijna niet tot bedaren te brengen. Hij
balde in machtelooze woede de vuisten achter den zich verwij-
derenden Amerikaan, noemde hem een ondankbaren schoft en
zond hem duizend vloeken na. Sabine kon niet begrijpen, wat
haren vader zoo in woede kon hebben doen ontsteken. Op
hare vragen kreeg zij echter geen bescheidde oude man keek
haar wantrouwend aan, rukte haar de brandewijnsflesch uit de
hand en ging toen met zijn gelaat naar den muur liggen.
„Ik zal mij wel wachten, u te vertellen, wat mij hindert
Zoo'n liefdezuster," bromde hij, „dat zou juist iets naar uw
zin zijn, wanneer 'gij uw vader kondet uithooren maar
jk zal u wel helpen".
Sabine was er reeds aan gewend, door haar vader ruw en
onbarmhartig behandeld te worden en ook nu schikte zij zich
zuchtende in haar lot. Zij gevoelde zich diep ongelukkig bij
den ruwen, zieken man en wanneer zij niet een kinderlijk
vroom hart had bezeten en het voor een heilige plicht had
gehouden, te volharden, dan ware zij reeds lang weggeloopen,
zoover hare voeten haar maar hadden willen dragen. Zij kon
haren vader liefhebben noch achten; het was voor haar hart
een onaangenaam geval, dat zij dezen verliederlijkten, ruwen
mensch haren vader moest noemen. Zij bezat een vroomen,
ootmoedigen zin en trotsdien overviel haar telken male een
toornig gevoel, wanneer zij er aan dacht, welk een helsch leven
hare arme, ziekelijke moeder aan de zijde van den aan den
drank verslaafden matroos had moeten lijden, tot de dood haar
uit medelijden verloste. Het kuische reine gevoel der jonge
maagd gevoelde zich teruggestooten door de walgelijke gebaren
van den reddeloos aan den drankduivel vervallen man. Zij moest
al hare zelfbeheersching te hulp roepen, om te volharden in
haren plicht, den zieke liefderijk te verplegen. Onuitsprekelijke
r_c.lv, iAj «lox-. uiokc
gadesloeg. Het was een hatelijk leven, hetwelk zij moest lijden,
te midden van die zedelijk verpeste bevolking, die haar open
lijk bespotte en hare instinktmatige walging voor al het slechte
en gemeene, voor verwaanden trots uitkreet. Sedert den dood
harer moeder had Sabine zich als liefdezuster in het gasthuis
laten opnemen. Zoo was zij haren vader langzamerhand geheel
vreemd geworden en zij zag hem dan ook zelfs zelden meer.
Ook Claus Störrhagen had nooit behoefte gevoeld, zijne dochter
te zien of te spreken. Reeds sedert jaar en dag had hij als
matroos dienst genomen op de stoomboot Atlantica en de wei
nige dagen die hij aan wal had door te brengen, gebruikte
den gevallen man alleen, om aan zijne onbeteugelde hartstoch
ten bot te vieren en niet eerder te rusten, dan als zijn zuur
verdiend geld verbrast en verdronken was. Had Claus Störr
hagen zijne dochter al eens een enkele maal opgezocht, dan
was zulks uitsluitend geschied met het doel, om van haar spaar
penningen zich zooveel mogelijk toe te eigenen. Bij zulke ge
legenheden had hij de liefdezuster, zooals hij het zedige meisje
noemde, bespot en beschimpt en was voor het overige zijn eigen
weg gegaan.
Sabine had er nooit over nagedacht, wat eigenlijk haar vader
uitvoerde, wanneer hij aan wal was. Wel had zij zich er over
gen de schaatsenrijdersover de spiegelgladde baan, en
als wedijverend daarmede stormden terzijde daarvan de
fraai bespannen arren over de sneeuwvlakte voort, die in
nog bijna maagdelijke ongereptheid was .blijven liggen. Het
was een prettig, opwekkend schouwspel.
Even levendig gaat het sedert een paar dagen toe. op
de terreinen achter het Rijks-Museum op de Stadhouders
kade, welbekend aan alle bezoekers onzer tentoonstellingen
in de laatste jaren. Daar heeft de „Amsterdamsche Sport
club" hare banen. Op eeo avond, eenige weken geleden,
werden zij, die in de nabijheid van het terrein achter
voornoemd Rijksgebouw wonen, hier eonsxlaps een schit
terend licht gewaar, dat zijne stialen ver in het rond ver
spreidde. Zooals bleek, was men bezig er een proef te
nemen met de electrische verlichting van de ijsbaan der
Sportclub, en deze slaagde uitnemend. Eenige dagen daarna
werd de baan onder water gepompt, in afwachting dat de
wintervorst zijn intrede zou doen. Behalve het electrisch
licht, is er nog een moderne vinding toegepast: het be
stuur heeft namelijk ook gezorgd voor een telafoon op de
tribune, waarvan men (nl. de bezoekers, leden der club)
kosteloos gebruik maken kan. Dat deze baan druk bezoek
heeft, laat zich denkendagelijks kan ^rrten er dames en
heeren uit de bloem van Amsterdams burgerij op schaat
sen bijeen zien. Daar deze baan op den vasten grond is
aangelegd, heeft zij het belangrijk voordeel dat zij volko
men veilig is; niettemin zag ik er hedenmiddag twee da
mes door zakken, maar zij kwamen met een nat pak (of
eigenlijk onderpak) vrij, daar het water slechts een paar
voet diep is. Het bestuur der club heeft voorts den bijzon
der vrijgevigen inval gehad om aan alle hoofden der open
bare armen- en tusschenscholen hier ter stede een aantal
toegangskaarten te zenden, met het verzoek om deze, zoo
dikwijls er ijs zal zijn, des Zaterdags onder die leerlingen
te verdeelen, welke het best hebben opgepast. Op die wijze
worden ijs en schaatsen zelfs aan de volksontwikkeling
dienstbaar gemaakt
Het is verbazend zooals de geestdrift voor het ijsver
maak zich hier alom bogint baan te breken. Zoo zullen
ook de directeuren der openbare middelbare en de hoof
den der lagere scholen in het vervolg des winters den
leerlingen hunner school mogen toestaan; enkele namid-
daglessen te verzuimen om te gaan schaatsenrijden, mits
de ouders voor hunne kinderen daartoe verlof vragen en
het niet in strijd is met den goeden gang van het onder
wijs; voor het verzuimen van een ochtendles zullen zij
echter hunne toestemming niet mogen verleenen.
Behalve de op den vasten grond aangelegde baan, heeft
de Amsterdamsche Sportclub dit jaar op haar terrein een
„haute nouveauté" ingevoerd, nl. een „toboganning" of
Amerikaansche glijbaan. De vinding is oorspronkelijk af
komstig uit Canada, waar men, zooals bekend is, veel aan
winter- en ijsvermaken doet. Deze baan loopt van een
hoogte van 40 meter over eene spiegelgladde sneeuwvlakte
met vrij scherpe helling schuin naar beneden, en levert
verwonderd, toen zij nu bij den ongelukkige geroepen was, in
zijn bezit een aanzienlijke som gelds gevonden te hebben, die
bij onmogelijk van zijn scheepsgage kon hebben overgehouden;
maar zij had tot nu steeds, als bij instinkt, vermeden hem
dienaangaande eenige opheldering te vragen, die zij trouwens
toch niet zou hebben gekregen.
Nu echter gaf het bezoek van den verdachten Amerikaan
haar veel te denken. Wat had die voorgewende Arthur White
toch bij haar vader te doen? Yan waar kende hij, die door
geboorte toch tot de voornaamste standen der maatschappij
behoorde, den loszinnigen matroos, die niets liever deed, dan
in de gemeenste spelonken zijnen hartstochten den vrijen teugel
te vieren Een instinktmatig voorgevoel zeide Sabine, dat geen
rechtvaardige zaak verborgen kon zijn achter deze zonderlinge
kennismaking. Hare bevreemding wies nog, toen zij eensklaps
door het geluid van goudstukken, die op den grond vielen, uit
hare overpeinzing opschrikte.
De oude had zich in bed onrustig heen en weder geworpen
en daarbij was hem de gift van nen Amerikaan ontvallen.
Sabine sprong toe en raapte in zenuwachtige gejaagdheid de
goudstukken op en gaf ze terug aan haren vloekenden vader.
Van waar had de oude man dit geld Nog een uur van te
voren had hij er over getobt, dat Sabine nog maar zeer weinig
huishoudgeld had; nu zag zij een som van eenige honderde
guldens bijeen. Geen ander dan de Amerikaan kon haren vader
die groote som gelds overhandigd hebben. Maar hoe kwam
Arthur White er toe, zich zoo vrijgevig te betoonen jegens den
matroos Daartoe moest hij toch wel een krachtige, zeer ge
gronde reden hebben
Sabine rilde over al hare ledeneen drukkend, stekend ge
voel benauwde haar hart. Zij kon 't niet helpen, maar een
vreeselijke verdenking steeg eensklaps in. haar op. Trots alle
onderzoekingen van het gerecht was de moordaanslag, die ge-
Oabiiic'ö uii^eiukkit^cii bcsolitjriiieiiiisj,
niet ontdekt geworden. Bij het jonge meisje bestond er nu
geen twijfel meer, dat geen ander dan de zich noemende Arthur
White er belang bij gehad kon hebben, Ilarry White uit den
weg te ruimen.. Daar hij zeer gemakkelijk zijn alibi kou be
wijzen, en ook Harrj's verklaringen omtrent dit punt eenslui
dend waren, kon de Amerikaan onmogelijk zelve de doemwaar
dige dader zijn, maar moest hij een handlanger hebben.
Maar wie kon dat zijn
Tot nu had Sabine zonder eenig gevolg daarover nagedacht
en de afschuwelijke moordaanslag was voor haar een onopgelost,
donker raadsel gebleven. Nu eensklaps rolde het bloed koorts
achtig haar door de aderen en meende zij eene oplossing ge
vonden te hebben.
Met gevouwen handen zat zij daar voor het bed van den
zieke, en staarde naar den ongelukkige, die met den rug naar
haar toe lag. Een bange, ontzettende vraag dreef het bloed
van het jonge meisje met zooveel geweld naar de slapen, dat
haar hoofd dreigde te bersten. Was het mogelijk, dat die man
dien zij vader moest noemen, zijne handen kon hebben be
zoedeld door een vloekwaardige misdaad. O, dat was meer,
dan haar zwaar beproefd hart in staat was te dragen.
Wordt Veryolgd.
een verrassend schouwspel. Na beneden in een gebouwtje,
zijn kaartjes genomen te hebbea, gaat men met trappen
die terzijde van de baan zijn aangebracht, naar boven op
bet platform, veertig meter boven den beganea gron 1, dus
eene niet onaanzienlijke hoogte. Daar aangekomen neemt
men, alleen of gezamenlijk, in een der gereedstaande slé'
den plaats, steekt „van wal" en vliegt binnen weinige
seconden in duizelingwekkende en steeds sneller worden
de vaart naar beneden. De gewaarwordingen, die den
„passagier,"' op dezen eigenaardigen tocht doen gloeien en
huiveren, bibberen en koken, juichen en sidderen tegelijk,
moeten onbeschrijflijk vreemd, onbeschrijflijk heerlijk, on
beschrijflijk prikkelend in één woordonbeschrijflijk
zijn. „Het is kapitaal" verzekerde mij iemand, die
zoo'n ritje had meegemaakt; „precies of je onderweg k
zoo'n sleê driemaal binnenste buiten gekeerd wordt 1" Ik
moet erkennen, dat zulk een gewaarwording zich moeielijk
beschrijven laat. Onder aan de baan is een vlak einde,
waar de slede doorloopt of tot staan gebracht kan worden
en de passagiers uitstappen. De „toboganning," geeft tot
veel bekijks aanleiding en ook tot vermakelijke incidenten,
als b. v. de slede onderweg omver tuimelt en de „ingeze
tenen" (liefst heer eu dame) pp de gladde, vlakte üver
elkaar tuimelen. Hier ter steae is d&"
zal mij benieuwen, welk woord de apn
hiervoor in omloop zal brengen) iet;
Parijs echter had men er in het laat
begin dezer eeuw een nabootsing vai
waarop de sleden tusschen richels
veel opgang (om den snellen neergan
stuur vond termen om ze te verbied
Eindelijk bestaat er plan maar
om bij al die heerlijkheden achte
nog een nieuwigheid te voegen, nl
Amerika (te Montreal o.a.) zijn „die
kendnu wil men er eens hier een
moeten we eerst een langen, ouderv
ben, die de noodige bouwstof verscbn.
althans een poosje in stand doet bly
den ontwerper hoofdzakelijk aanbevc
seizoen aan tal van werkloozen arb©
tevens om in het alzoo gewrochte ge
te exploiteeren, waarvan het batig i!
vorming van een fonds, om bij elk!
gereed te zijn voor de uitvoering va
ijspaleis zou ruim 50 meter breed e
wordenbinnen de rondom door gak
zouden bonte en afwisselende ijsveri
opgeluisterd dooreen muziekcorps, u
rijders enz. enz. In één woordged'
zoen wil men weer en wind dienon
velen een gelegenheid tot aangenam
den. En dit yspaleis maar la
ten of er iets van komt. Als het ei
mijn Kroniek behoorlijk nota van te nemen,
Ik eindig voor heden maar niet zonder al mijnen lezers,
midden uit de sneeuw en het ijs waarop Amsterdam
thans aan 't rijden en 't glijden is, met warmte, met
gloed, met vuur een „zalig uiteinde" van 't oude en een
„blijde intrede" van 't nieuwe jaar te hebben toegewenscht 1
29 December 1887. Grijsübr-eclit.
Scbngen, 31 December 1887.
Door Z. M. de Koning is aan de Gymnastiek—en Scherm -
vereeniging alhier, rechtspersoonlijkheid verleend.
Dank zij de vrijwillige bijdragen der Burgerij, dezer dagen
aan de commissie voor uitdeeling der nieuwjaarsgiften verstrekt, is
aan 150 hoofden van gtzinnén, aan brood en winkelwaren, meel
en rijst, tot een bedrag van f 400.uitgedeeld.
Donderdagmiddag jl. had alhier in het Noord—Hollandsch
Koffiehuis eene vergadering plaats van Kiezers uit het nieuwe
Hoofd-Kiesdistrict Alkmaar, tengevolge van eene daartoe gedane
oproeping door het gewezen bestuur der op 9 Dec. 11. ontbonden
Centrale Kiesvereeniging van het oude district.
Een dertigtal Kiezers was ter vergadering opgekomen.
De heer mr. A. P. de Lange, die de vergadering leidde, deelde
mede, dat deze vergadering, evenals die van Alkmaar en te
Zuid—Scharwoude, moest dienen, om te komen tol eene nauwere
aaneeusluiting der Liberale Kiezers van dit nieuwe district. Spr.
achtte het niet noodig, te wijzen op het belangrijke daarvan
met het oog op den nieuweu toestand. Spr. herinnerde er aan
dat in de Liberale partij in dit district thans stroomiugen van
tweeërlei aard bestonden, waarvan de eene partij zich verklaarde
voor de inrichting der nieuwe Centrale Kiesvereeniging op den
voet der oude, terwijl de andere partij, de jongere, zioh had
vc.kiaard »uoi de oprichting van plaatselijke Kiesvereenigingen
met een Centraal bestuur.
De heer de Lange geloofde evenwel aan een middenweg, op
welken beide partijen samen zouden kunnen werken iu het
belang der Liberale partij. Voorloopig was het de vraag, dat
allen zich aaneensloten, en wenschte dan ook uit deze verga
dering een paar heeren te zien aangewezen, om mede plaats te
nemen in de voorloopige commissie. Daarna zou dan een alge-
ïneeue vergadering worden belegd, op welke het reglement der
nieuwe Centrale Kiesvereeniging kon worden vastgesteld.
De heer Cohen Stuart releveert nu, dat het nieuwe district
Alkmaar voortaan zal stellen 1 candidaat, dat de periodieke
verkiezing om de 4 jaar wordt gehouden eu het getal Kiezers
iu het nieuwe verkleinde district approximatief door de uitbrei
ding van het Kiesrecht, even groot zal blijven (4 a 5000) ais
dit het geval was bij het oude. Daar de oude Centr. Kiesver.
fiuautiëel geen baten bezat, begon de nieuwe Centr. Kiesver.
finantiëel onder niet al te gunstige omstandigheden; algemeem
deelneming van de zijde der Liberale Kiezers was dus nood
zakelijk.
Het voorstel van den heer Fortuijn, om de contributie voort
aan te brengen op f 0.50 in plaats van op f 1.werd be
schouwd als niet beboerende tot de punten die nu reeds te~