è- Ln
Donderdag, 5 Januari 1888.
.*ste Jaargang. Ho.
TOCH VERLOR F. IV.
'N
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SIHAGM, I.aan, B, 5.
Gemeente Scha gen.
Bekend mrki n g.
een S1G4UENP1JPJE met ÉTUI,
en eene PRIKSLEDE met LEUNING en PRIK
STOKKEN.
SCHAGËR
Alieieei I
4J.
COURANT
gjDit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Eij inzending tot 's middags 12 ure, worden ABVEE-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
POLITIE
Ter gemeentestiretarie alhier zijn inlichtingen te bekomen
omtrent de volgende op het ijs onder deze gemeente, gevondene
voorwerpen
Burgemeester en We houders der gemeente Schagen doen te
weten
I. Dat door den Raid dier gemeente, in zijne vergadering
van den 16en November 1887, is genomen het volgende be
sluit
„De Raad der gemeente Schagen;
„Heeft besloten tot de vaststelling der navolgende belasting-
„verordening
V E R 0 F. D E N T N G tot heffing eener plaatselijke belas
ting op het houden van danspartijen.
Art. 1.
„Er zal, te rekenen van den dag der afkondiging dezer ver
ordening in de gemeente eene plaatselijko belasting worden
„geheven op bet geven of ondernomen vau danspartijen in
„logementen, kotfie- of wijnhuizen, tapperijen, openbare tuinen
„of velden en andere plaatsen welke tot vermaak voor het
„publiek en gewinshalve, hetzij tegen of zonder betaling van
„entreegeld, of met of zonder voorafgaande inteekening zijn
„toegankelijk gesteld.
Roman van G. RECKE.
XIV.
Maar Sabine moest zekerheid hebben. Zij sprong eensklaps
van haar stoel op en haalde haar doek uit de kast; schielijk
maakte zij zich gereed om uit te gaan en ging toen naar
het bed van den oude. „Gij zult nu niets noodig hebben,"
zeide zij met heesche, bevende stem, „ik moet een boodschap
in de stad doen, doch ben weder spoedig terug."
„Maak, dat gij weg komt!" knorde de oude.
Sabine gaf geen antwoord, maar spoedde zich voort. In kor
ten tijd had zij het gasthuis bereikt en de oude doctor ontving
haar met onverholen vreugde. „Nu, gij zult toch niet weder
bij ons komen willen?" vroeg hij.
Het jonge meisje schudde het hoofd. „Neen, doctor, het gaat
met mijn vader niet beter, maar ook niet slechter, daar kan
God alleen helpen; doch ik heb een verzoek; zou ik misschien
een oogenblik den zieke mogen spreken, gij weet wel, doctor,
den jongen man, dien ik laatst verpleegde?"
De oude heer glimlachte en hief schertsend den vinger om
hoog. „Zuster, gij zult toch geen dwaasheid begaan en
Hij voleindigde den zin niet, toen het meisje hevig bloosde
en verdrietig haar hoofd omwendde. „Nu, het was niet kwaad
bedoeld, maar het is mij aangenaam, dat gij eens naar het
jonge mensch komt zien. Ik weet bovendien niet, wat wij met
hem moeten beginnen; hij is lichamelijk bijna volkomen ge
nezen, maar het mofd, het hoofd, hij houdt zich maar aan
zijn idee—fixe en hield niet op met smeeken, tot ik hem heb
toegestaan naar Amerika aan zijn vader te schrijven sedert
zijn nu vijf of zes weken verloopen, er is natuurlijk geen
antwoord gekomen; daarentegen kwam wel de oude heer White
ij mij en bracht mij den brief van den ongelukkigen man
men had hem van uit Chicago dien brief toegezonden, zeide
J' en moest er nu voor zorgen, dat het jonge mensch
voortaan dergelijke dwaasheden achterwege lietik was natuur-
dit geval zeer verlegen, zooals gij kunt begrijpen
wist ik nu maar, wat ik met den ongelukkige moest beginnen."
me was zeer bleek geworden en keek den doctor met
groote oogen verwonderd aan. Was het dan mogelijk, wat de
°u e eer gezegd had 1 Harry had naar Amerika geschreven
en de brief was opgezonden aan den man, dien zij tot nu
steeds voor een bedrieger had gehouden Met eigen oogen
ïad de doctor het immers gezien; ja, nu was het toch wer-
r m t echte en ware Arthur White, die in deze stad ver-
oe e. En Harry Kon het werkelijk waar zij',e en Harry toch
„Als zoodanige localileiton worden, wat betreft deze belas
ting, ook beschouwd, de plaatsen waar, onder het voorgeven
„dat er eene dansschool wordt gehouden, aan iedereen gelegen
heid tot dansen wordt gegeven.
Art. 2.
„De belasting zal verschuldigd zijn, onverschillig of de dans
partijen al dan niet voor iedereen toegankelijk zijn, en of zij
„worden ondernomen of gegeven door de eigenaars of huurders
„van die localen of plaatseD, of door bijzondere personen of
„vereenigingen.
Art. 3.
„De plaatselijke belasting, voor iedere danspartij verschuldigd,
„bedraagt zes gulden.
Art. 4.
„De belasting zal niet verschuldigd zijn
le. „Wanneer, bij gelegenheid der algemeene kermis, o
„van andere feestelijkheden in de gemeente, door don Burge
meester algemeene vergunning tot het geven of ondernemen
„van danspartijen wordt verleend
2e. „Door de ondernemers van danspartijen, op de ge
huchten in de gemeente, tijdens de aldaar jaarlijks gohouden
„wordende afzonderlijke kermissen.
3e. „Wanneer in de bij art. 1. bedoelde localen enzoo-
„voort, door particulieren besloten danspartijen aan bijzondere
„genoodigden worden gegeven.
uit
de
h'j
ge-
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den
13en December 1887. No. 21.
II. Dat door dien Raad, in zijne vergadering van den zelfden
datum, is vastgesteld de volgende verordening tot invordering
„Do Raad der gemeente Schagen;
„Gelet op zijn besluit van beden, tot beffing eener plaatse
lijke belasting op bet ondernemen of geven van danspartijen;
„Gezien art. 257 der Wet van 29 Juni 1851, (Staats-
„b 1 ad No. 85.)
„Besluit vasttestellen de navolgende Verordening tot
een arme krankzinnige zijn, die onder den invloed zijner ziekte
zijn vroegeren heer belasterde? Maar wat had dan de
Amerikaan met haren vader uit te staan Op welken grond
gaf hij dezen zulk een aanzienlijke som gelds Arthur White
maakte niet den indruk een man te zijn, die vrijwillig ~;i
zuivere menschenliefde weldadig is.
Zoo door twijfel gepijnigd, kwam de jonge zuster in
ziekenzaal, in welke Harry nog altijd vertoefde, ofschoon
reeds lang het ziekbed had verlaten.
Harry ontving de jonge zuster, de trouwe verpleegster ge
durende zijne lange ziekte, met levendige, hartelijke blijdschap.
Hij bestormde haar met vragen en verwijten, waarom zij hem
toch verlaten had en in zijne opgewondenheid lette hij er niet
op, hoe Sabine hem verstrooid antwoordde en hare oogen met
onrustigen, onderzoekenden blik op hem gericht hield.
Zij bracht het gesprek ongemerkt op de vooruitzichten van
den herstelde en zij ontdekte daarop, hoe een smartelijke trek
Harry's schoon gelaat verduisterde.
lk weet niet, welk noodlot mij beschoren is,* zeide hij zuch
tende, „mijn vader was de liefde en goedheid zelve voor mij,
nu heb ik hem reeds sinds vele weken geleden geschreven en
hem gesmeekt, zoo mogelijk langs telegraphischen weg mij te
bevrijden en mij mijn recht te helpen herwinnen, maar tever-
geefsch; daarbij is het mij zoo wonderlijk in het hoofd," voegde
hij er met een pijnlijk lachje aan toe, „het verleden ligt gelijk
een benevelende droom achter mij, ik heb mij reeds dikwijls
op de namen mijner goede vrienden in Chicago willen bezinnen,
om ook hen om hulp te vragen, maar het is alsof mijn geheu
gen is verstomptde doctor meent, dat alleen plotselinge
schrik of ontsteltenis mij weder kan doen herstellen o, mijn
God, is het leven, dat ik nu moet lijden niet vreeselijk genoeg?*
Sabine had hem zwijgend aangehoord. „Gij weet, dat'ik tegen
woordig woon in het huis van mijn vader,* zeide zij toen
op aarzelenden toon, „ik geloof, dat gij nu wel een uurtje
moogt uitgaan, zoudt gij misschien met mij mede willen gaan
naar mijn huis; ik heb u wellicht eene openbaring te doen;*
zeide zij met bijna klanklooze stem.
Met een gelukkig lachje om de lippen, vatte de jonge man
hare beide handen. „Gij maakt mij overgelukkig, lieve zuster!*
riep hij ontroerd uit.
Spoedig daarna verlieten zij het gasthuis. Weldra hadden zij
den ettepoel* bereikt en terwijl zij de morsige steeg betra
den, had Sabine een gevoel, alsof haar hart in de bo°rst zou
uiteenbersten. Nu stond zij voor de beslissing. Misschien leidde
deze gang tot geluk van den ongelukkigen 'jongen man, die
niets kwaads vermoedende naast haar liep, maar wanneer het
ontzettende vermoeden van haar hart werd bewezen werkelijk
heid te zijn, w at zou er dan van haar zelve worden
Intusschen stond op haar gelaat te- lezen, dat zij vast be
sloten was. \oor het huis haars vaders aangekomen, had zij
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
„invordering van voorschreven belasting.
Art. 1.
„Zij die eene danspartij wenschen tegevon of te ondernemen,
„zijn verplicht daarvan aangifte te doen aan den Burgemeester,
„volgens een door Burgemeester en Wethoudors vasttestellen
„formulior, kosteloos ter secretarie verkrijgbaar.
Art. 2.
„De aangifte moet geschieden uiterlijk op den dag, vooraf
gaande aan dien, waarop de danspartij zal plaats hebben. Heeft
„de partij echter des Maandags plaats, dan zal de aangifte
„uiterlijk Zatordags te voren moeten geschieden.
Art. 3:
„De aangifte, die door den aangever moet worden gedateerd en
„onderteekend,moet inhouden: den naam, voornamen enwoonplaats
„van den aangever, voluit geschreven, alsmede opgave van den
„tijd wanneer, benevens duidelijke vermelding van het gebouw of
„de tent waarin of van de plaats wddr de danspartij zal worden
„gehouden.
Art. 4.
„Dadelijk nadat de aangifte is geschied, is het geheele bedrag
„der belasting verschuldigd.
Art. 5.
„De Burgemeester teek ent de aangifte voor gezien, met ter-
„melding van het bedrag der verschuldigde belasting, houdt
„daarvan aanteekening in een register, en zendt dezelve ten
„spoedigste aan den Gemeente-ontvanger ter invordering.
Art. 6.
„De invordering geschiedt volgens de arlt. 258 tot 282,
„der Wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85.)
Art, 7.
„De danspartijen zullen geen aanvang mogen nemen voor de
„belasting i betaald.
Art. 8.
„De gevers of ondernemers van danspartijen, zijn verplir
„de kwitantiën der betaalde belasting, op de eerste aanvi
den sleutel in het slot der deur gestoken en dezelve ge."
Nu noodigde zij Harry uit, binnen te treden en schc
met zacht geweld in de kamer.
Daarbinnen zat de zieke man in het bed en had
woest, door hartstocht verwrongen gelaat gekeerd naar de
nentredenden.
In dit oogenblik weerklonk er eene afgrijselijke kreet
het vertrek. Harry stond daar met wijd opengesperde o'
en uitgestrekte armen. „Het gezicht, o, het vreeselijke gezic
stamelde hij, vol ontzetting naar den zieke starende. „Op he.
water was het hij hij Het koude angst
zweet kwam den ongelukkigen jongen man op het voorhoofd
en deze zonk met gewrongen handen op de knieën.
Claus Störrhagen's gelaat was doodelijk bleek, zijn trekken
verrieden de grootste ontzetting en het witte schuim kwam
hem op den mond. Hij kromde zich in zijn bed en lag daar,
den knielenden in gespannen opmerkzaamheid aanziende, gelijk
een roofdier, dat zich de overmacht van zijn tegenpartij is
bewust.
Sabine had de handen over de borst gevouwen en staarde
met verglaasde blikken naar de beide mannen. „Dus toch, dus
toch schuldig stamelde hare lippen en als beschermend op
Harry toesnellende, barstte zij in krampachtig snikken uit.
XV.
Nadat de Amerikaan het beruchte gedeelte der stad
zich had gelaten en de breedere straten der oude r
ingeslagen, bleef hij een wijle besluiteloos staan, f
eensklaps een zijstraat in en hield na eenige ooger
voor het hooge huis van den juweelen-handelaar
„Gij komt vermoedelijk om naar de steenf'
begon Salomon Meijer, nadat zijn bezoekev
plaats genomen.
Arthur White knikte met het hoofd.
antwoordde hij. „Eigenlijk heb ik er niet
gij hebt mij onverantwoordelijk la
mijnheer Meijer ik hoop, dat de steene».
gekomen en tot mijne tevredenheid mogen uitvalR
Salomon Meijer wreef de handen en keek vragend
procuratie—houder, die zijner zijds evenwel van de aanwezighe,
van den vreemden heer weinig nota nam, maar als vast;
klonken op zijn kantoorstoel zat en zeer verdiept scheen
zijne berekeningen. „De steenen kunnen u verschaft worde
zeker," zeide de kleine handelaar, „maar gij zult mij ten goe
houden, mijnheer White, wanneer ik mij veroorloof, openhi
tig met u te spreken."
Arthur White fronste de wenkbrauwen. Wat moet dat I
teekenen vroeg hij op gerekten toon.
De kleine man knikte met het hoofd. Blijkbaar wist hij n