ISinnenlandsch Nieuws.
tVordt Vervolgd.
het wel niet zeggen, dat er in diezelfde stad zooveel jam-
\mer en ellende geleden wordt, maar in de werkelijkheid
is het niet anders en het leven heeft nu eenmaal van
die schrille contrasten. Door de komst van den winter is
het er natuurlijk met de werkeloosheid niet beter op ge
worden; en werd er dezen zomer reeds geklaagd over bui
tengewone slapte in de werkzaamheden en totaal gebrek
aan flinke bestellingen, thans laat zich die treurige
toestand dubbel pijnlijk gevoelen.
Er is wel ik meen door de Amsterdamsche atdeeling
van het Nederlandsche Werkliedenverbond een dringende
oproeping tot de burgerij gericht, om door het laten ver
richten van alle gewenschte verbouwingen, herstellingen
of verfraaiingen aan huizen, kamers en meubilair zooveel
mogelijk in het nijpende gebrek aan werk te voorzien,
maar men weet hoe het bij dergelijke quaestiën gaat. De
werkgevende burgerij zit zelf ook voor een groot gedeelte
aan lager wal en heeft de leus van bezuiniging bovenaan
op haar programma geplaatst, en natuurlijk wordt er dan
op reparatie van huizen en vernieuwing van meubilair
almede bet eerst bezuinigd „Het zal mijn tijd wel uithou
den is het wachtwoord, en „komen die dagen, dan komen
die plagen Men wacht en stelt uit en aarzelt met zulke
dingen, alles in de hoop op het spoedig aanbreken van
betere tijden. Maar de „betere tijden" laten zich wachten,
van jaar tot jaar, en de timmerman, de metselaar, de
meubelmaker enz. krijgen niet meer dan het onvermijde
lijk noodzakelijke te doen. Vooral de meubelmaker heeft
het hart te verantwoordenniet alleen is de aankoop van
jnieuwe meubelen veel minder dan vroeger, maar wat er
öog van dien aard gekocht wordt, laat men liefst uit Parijs
of Brussel komen. Men heeft het vandaar dol goedkoop,
het ziet er hoogst elegant uit, en daarbij staat het heel
chic om op die wijze den Nederlandschen werkman voorbij
fce gaan. „Chic" noemt men dat. Helaas, ja; het smart mij
diep, zulke dingen in mijn Kroniek te moeten neerschrijven,
maar in de werkelijkheid is het nu eenmaal niet anders.
Een jonggetrouwd paartje meent honderd per cent in de
algemeene achting te rijzen, als het met een eigenaardig
glimlachje er op hoogen toon mededeelt„Wij hebben ons
salon-ameublement uit Brussel laten komen, daar wordt
men het best bediend 1" Ik heb altijd moeite om mijne
verontwaardiging te bedwingen, als ik zulke redeneeringen
moet aanhooren. Want tegenover den lagen prijs en de
oogenschijnlijk hoogst sierlijke bewerking staat de inner-
*gke insoliditeit van het buitenlandsche meubilairhet zit
cht en dicht in elkaar en is streelend voor net oog maar
ngeschikt voor het gebruik, en wil men solieden waar
ebben, dan moet men even goed een hoogen prijs besteden
s te Amsterdam, Botterdam of elders in ons vaderland,
e voorliefde voor het uitheemsch fabrikaat is een der
jfdredonen van den achteruitgang onzer nationale
„d gezwegen nog van den schad<-';" nvep'
j vele andere takken van
én ODzicht beniidt ~^Ken invloed> dien Z1J
Indschen-'-volksbestaan uitoefent. In
„-«rttè Nederlandsche leverancier zijn buiten-
concurrent slechts: namelijk in zoover deze dadelij-
„.jing van het geleverde krijgt, terwijl land- of stadgenoot
soms maanden of jaren op zijn geld moet wachten, waar
door hij niet zoo goedkoop om kan zetten als de vreemde
ling die boter bij de visch ontvangt. Onder die omstandig
heden zijn de vooruitzichten voor onze industrie inderdaad
niet zeer bemoedigend.
Merkwaardig blijft bij dit alles de vindingrijkheid, waar
mee de arme werkeloozen allerlei baantjes ter hand nemen,
om althans eenigermate in het gemis aan verdiensten te
voorzien. In dit opzicht was het strenge winterweer van
de vorige weken, toen de sneeuw hier en daar een voet
hoog op straat lag, voor vele een ware uitkomst. De Om
nibus-Maatschappij had een Heirleger „losse mannen"
noodig om ruim baan voor de trams te maken, en de
Stadsreiniging kon veel volk plaatsen voor het schoon
maken van biuggen en pleinen. Liefhebbers voor deze
baantjes waren er genoeg, meer dan genoeg zelfs; soms
moest de politie tusschen beiden komen om orde onder
den toevloed van sollicitanten te houden. Andere trachten
met allerlei kleine negoties, waarvoor een medelijdend hart
hun het noodige bedrijfskapitaal voorgeschoten of geschon
ken heeft, een droog stukje brood te verdienen. Doch het
spreekwoord van de vele varkens en de dunne spoeling
wordt ook hier bewaarheid, en daardoor bepalen de ont
vangsten van deze negocianten met zeep of postpapier
zich vaak tot een droevig minimum Voor menigeen
brengt de winter nog iets anders dan een welkome gele
genheid tot slede- en schaatsenrijden
6 Januari '88. GrijHtarecht.
Schagen, 7 Januari 1888.
De vergadering, Woensdagavond 1.1. gehouden in het
Noord-Holl. Koffiehuis alhier, ter vaststelling van het Regle
ment der Plaatselijke Liberale Kiesvereeniging, was bezocht
door 28 belangstellenden.
Door de Commissie tot opstelling van een Concept—Regle
ment, werd dit nu bij monde van den heer v. Kluijve, der
vergadering ter goedkeuring aangeboden.
Behoudens eenige wijzigingen van redactionneelen aard werd
het Concept—Regiement met algemeene stemmen aangenomen.
Daarop werden door de vergadering tot bestuursleden geko
zen, de heeren A. W. van Kluijve, W. A. Hazeu, C. Asjes,
W. Kloeke, Ph. de Heer, Mr. C. A. Cau en C. J. Plomp.
De derde openbare vergadering van liberale kiezers in dit
district, Woensdagavond gehouden te Zuid-Scharwoude was
zeer talrijk bezocht. Nadat de voorzitter Mr. A. P. de Lange
de bijeenkomst had geopend met een kernachtig woord over de
geschiedenis en de roeping der liberale parlij onder de oude en
nieuwe grondwet, en een krachtige opwekking tot eensgezindheid,
ook waar de gevoelens over den vorm van samenwerking uiteen
liepen, verkreeg de heer Westerman Holstijn van Barsingerho-- -
het woord. Hij stelde er prijs on - 1 '".geven,''' i.
geen in zijn kring en^ook in het district'werd gewensclU
SSfnEl"^" -Ü ,3at het voorlo°p'g
Ul.a^ -en had t>.k 0p ,jeil oucjeil VOet. Zeer
veler ^-eene centralisatie c -hting in 't leven zou
j nu wenschteu dat etne andbv -ten moesten plaat-
geroepen worden; in de verschillende.. h'gden op cene
selijke kiesverenigingen ontstaan, wier a.^ -ede Kamer
centrale vergadering de keuze van een Lid handen
zouden regelen. Zoodoende zou de leiding der z3i^ *-4\
komen, niet van enkele personen, maar van de kieze.
die verenigingen zouden veel meer invloed op de kiezers bt.
een nauwer band brengen tusschen do verschillende doelen
het district, en het politieke leven in eigen kriug opwekken. -
De Kiesvereeniging te Barsingerhorn had al een poging gedaan
om dat doel te bereiken, en hij hoopte dat deze vergadering
over dat beginsel van centralisatie zich zou uitspreken. Zoowel
de heeren de Lange en Cohen Stuart, alsook de heeren Boel
mans ter Spill en Walewijn van Alkmaar betoogden dat zulk
eene beslissing op deze vergadering onmogelijk was, en geen
practisch nut zou hebben, zij verzekerden dat het voorloopig
Comité volstrekt niets had beslist over de richting en vorm der
nieuwe centrale Vereniging. De heer Reede van Z.Scharwoude
'ven;
'n,
was het wel in beginsel met den heer Westerman Holstijn
eens, maar achtte den tijd te kort om zulk eene geheel nieuwe
regeling tot stand te brengen. Ook anderen betuigden hun in
stemming met het gesprokene, waarna de voorzitter de heeren
Reede en van Twuijver van Z. Scharwoude, van den Vijzel van
St. Pancras, Swager van Heer Hugowaard en Westerman Hol
stijn van Barsingerhorn uitnoodigde om met het bestaande
Comité een plan tot centralisatie te ontwerpen. Allen namen
deze beroeming aan, de laatste na de verzekering van Dr. Bosch
van Z. Scharwoude en van den heer van den Vijzel, Presideut
der Kiesvereeniging te Laugendijk, dat hetgeen de heer Wester
man Holstijn wenschte geheel in den geest der groote meerder
heid van de vergadering was. Hij sprak tevens een woord var
dank en hulde aan het voormalig Bestuur der cenfrale vereen
ging, en aau dit voorloopig Comité, en de voorzitter sprak zij
innige hoop uit dat een middel tot verzoening en vereeniging
zou gevonden worden, en dat in elk geval de minderheid in
deze qusestie zich blijmoedig zou schikken naar den wensch der
meerderheid, en bjven eigen inzichten het belang der liberale
partij zou stellen. Alle aanwezigen verklaarden zich daarop tot
eene centralisatie te willen medewerken, zonder zich thans aan
iets te verbinden.
In den Dinsdagavond gehouden vergadering van de Li
berale kiesvereeniging te Hoorn, is tot voorloopig candidaat
voor de Tweede Kamer gekozen de heer Mr. W. K. baron van
Dedem. Aan het bestuur zijn 4 heeren toegevoegd tot het op
maken van een ontwerp-reglement voor eene centrale liberale
kiesvereeniging.
Aan een particulier schrijven over het spoorweg-ongeluk
bij Buinenwold ontleent de Prov. Gr. Ct. het volgende „Daar
even ontving ik je felicitaties. Hartelijk dank daarvoor, de
wijze waarop ik gespaard ben, is werkelijk wel een gelukwensch
waard. Doch ter zake, Na Assen gepasseerd te zijn, was ik met
één passagier overgebleven. Ik legde mij op eene bank neer
en sliep weldra in. In eens voelde ik een schok en werd wakker.
Wat er verder met mij gebeurde, weet ik niet meer. Ik kwam
echter op mijn beenen terecht, doch kreeg mijn valies op het
hoofd. Dit veroorzaakte daar eene wonde, die echter niets te be-
teekenen heeft. Het portier stond open, mijn medepassagier was
weg, het licht verdwenen, en een ooeenblit lor—
conducteur met, oir vreeset ijk bebloed aangezicht langs mijn
j|,é naar beneden glijden. Ik zocht mijn pet en verdere ba
gage bijeen, en stapte den trein uit. De treinen van Meppel
en Groningen waren tegen elkander geloopen. De locomo
tieven waren verbrijzeld, de waggons stonden in de hoogte.
De achterste wagens waren blijven staan. Mijn wagen was de
eerste, die was blijven staan. Niets liet zich hooren, het was
doodstil. Een oogenblik stond ik versuft, doch daarna liep ik
om den trein heen en bereikte de tegenovergestelde zijde. Enkele
zwarte massa's bemerkte ik in het grasdat waren menschen.
Een hunner was uit den trein gesprongen en had het been
gebroken. Een conducteur liep naast den trein. Het bloed
stroomde hem uit neus en mond. Zijn verhemelte, tongen wang
waren verbrijzeld. Eu niemand kon hem helpen, want er was
geen arts in den trein. Ik gaf hem mijn zakdoek om hetoWect^k
klom
^rdat het portier ver-
iK tastte rond in stukken
mijne hand een gezicht. Het
armen tusschen twee staven
,iij geheel ongedeerd, doch hij kon
we ook niet, daarvoor waren onze
brij
hout, t.
was dat VÜ.
tentottenAmerika is toch niet uit de wereld. Gij hebt nu
reeds sedert eenige maanden, gelijk gij beweert, uw gezond
verstand teruggekregen, waarom hebt gij mij, vreesdij ken be
drieger, dan niet reeds lang ontmaskerd. Waarom hebt gij niet
geschreven aan mijnheer uw papa in Chicago, dat ware toch
het eenvoudigste geweest en de waarheid had daardoor aan het
licht moeten komen."
„O, dat heb ik gedaan," stamelde Harry verward, zich vol
afschuw van den Amerikaan afwendende, „maar, maar
„Maar gij hebt vermoedelijk geen antwoord ontvangen?" zeide
Arthur White glimlachend, terwijl hij zijn portefeuille te voorschijn
haalde en daarin begon te zoeken. „Ziet hier, hierDaarbij
nam hij een met verbleekte inkt geschreven brief, „kent gij
dit gekrabbel
De jonge man verbleekte en ontstelde hevig. „Groote God,
mijn briefstamelde hij, niet in staat meer te zeggen.
„Het is uw brief," ging de Amerikaan voort, terwijl hij een
ézegenvierenden blik wierp op zijn broeder; „men heeft mij dien
nagezonden uit Amerikaik denk, dat gij nu er wel van over
tuigd zult zijn, jong mensch, dat gij schromelijk dwaalt."
„O, gij schurk! gij schurk!" stamelde Harry-
In dit oogenblik trok Eugenie met warmte partij voor den
mgeiukkigen, jongen man. „Ook ik heb een brief uit Chicago
ontvangen," zeide zij, den Amerikaan strak aanziende.
„Ja, dat weet ik, van uw minnaar, mijn schoone verloofde,"
zeide de Amerikaan gelaten, „maar gij kunt u de moeite be-
•paren, mij dien voor te leggen, ik zal u den inhoud wel me-
ideelen."
„Omdat gij een ellendeling zijt!" riepEngenie vergramduit,
„omdat gij mijn kamermeisje hebt omgekocht, u den brief uit
e leveren!"
"jthur White was een oogenblik als verslagen; maar dat
.urde ook maar een oogenblik; daarna was hij ook tegen dit ver
wijt gewapend en trad met ijzeren voorhoofd op het meisje toe.
Wilt gij mij daarvan een verwijt maken vroeg hij met een
koel lachje. „Als uw verloofde zult gij mij toch wel toestaan,
mij op de hoogte te houden van den inhoud der brieven, welke
uw vroegeren minnaar u schrijft?"
Eugenie wendde zich met doodsbleek gelaat tot haren vader.
„Bescherm mij tegen dezen onbeschaamde!" smeekte zij.
De handelsraad haalde de schouders op. „Waarin kau ik
helpen vroeg hij toen ontwijkend, „het is een onverkwik-
elijk ceval, gij "zegt elkander wederkeerig onverholen uwe
ïeenin"maar eerlijk bekend, komt mij de geheele geschiede
nis zeer dubbelzinnig voor."
„Gij zult er anders over oordeelen," viel Eugenie hem driftig
in de rede, „wanneer ik u mededeel, dat in dien brief mij
werd medegedeeld het overlijden van uw stiefbroeder, van den
waren Arthur White." Zij had dit alles driftig gesproken, zon
der te letten op Harrv's tegenwoordigheid. Nu trok de jonge
man aller aandacht, door dat hij een hevige kreet slaakte.
„God, mijn vader, dood!" jammerde hij op weeklagenden
toon; hij tuimelde achterover en wanneer Sabine hem niet spoe-
djg had gegrepen, zou hij op den grond zijn neergevallen. Hij
leunde nu tegen de jonge zuster en hield het bleeke gelaat met
de linkerhand bedekt. „Dood, dood!" stamelde hij weder.
„Gij hebt hem gedood, ellendige bedrieger!" schreeuwde hij
eensklaps en sprong met ongedachte vlugheid op den Amerikaan
toe, terwijl hij hem in de borst greep.
Maar Arthur White schudde hem van zich af. „Zal ik nu
nog geen bescherming vinden voor de beleedigingen van dezen
krankzinnige riep hij driftig zijn broeder toe. „Of deze man
gaat heen, of ik
Eugenie vatte haar vader bij de hand. „Zie dezen ongeluk-
kigen, jongen man aan, hoe de smart over het afsterven van
zijn vader hem heeft geschokt, zoo iets kan geen leugen zijn
riep zij met overtuiging uit. „Vader, men heeft jegens ons
schandelijk bedrog gepleegd, maar wees nu man genoeg, om
den schurk te verpletteren, die
„Geen woord meer!" viel de zich noemende Arthur White
haar met bulderende stem in de rede, „ik ben niet over de
oceaan gekomen, om mij te laten beleedigen," en tot den nog
altijd besluiteloozen handelsraad voegde hij er aan toe, „wij
zullen elkander op eene andere plaats spreken. Ik verlaat nog
in dit uur uw huis, maar neem u voor mij in acht, want mijn
geduld is nu ten einde."
Hij deed alsof hij zich wilde verwijderenmaar Ludwig
Waldmann hield hem instinktmatig bij de arm vast. Blijf!"
fluisterde hij met bevende lippen, want gelijk een centners'ast
drukte hem de gedachte, dat hij een verloren man was, wan
neer Arthur hem vijandig gezind werd. Het was iinmsrs ook
niet mogelijk, dat de jongeling gelijk kon hebben Hal Arthur
niet alle bewijzen aan zijne zijde Alle omstandigheden wezen
er op, dat geen ander dan hij, de werkelijke Artuur White
kon wezen.
In de oogen van den Amerikaan gloeide een zegenvierend
vuur, toen hij de wijfeling van den handelsraad ontdekte. „Ik
blijf alleen onder voorwaarde, dat gij mij voortaan beschermt
geklemd zat; 0»^
met weg, en helpet,
krachten niet toereiken
en wij gingen verder om Ce zien of er te helpen was. Bij de
locomotieven was de aanblik vreeselijk. De ketels waren ge
sprongen, het zwarte water vloeide over den grond, doch van
,jjt~e beloofden hem terug te komeu
voor zulke afschuwelijke beleedigingen," antwoordde hij met
het gelaat van een in zijn eer gekrenkten man. „Met zulk
volk," daarbij wees hij met minachting naar Harry, „maakt men
in Amerika korte metten, men werpt ze eenvoudig het huis
uit en steekt ze in het dwangbuis."
Harry vatte met krampachtig gebaar de hand der zuster.
„Voort, voort van hier!" stamelde hij. „Ik kan de tegenwoor
digheid van dien mensch niet langer verdragen, ik moet lucht
hebben, lucht."
Sabine zuchtte diep. Zij had met blijde hoop Harry er toe
bewogen, den bedrieger te ontmaskeren, nu moesten zij inte
gendeel als leugenaars dit huis verlaten. Zij vatte vol deelne
ming de hand van den jongen vriend. „Moed, Harry! fluister
de zij teeder, „gij moet uw recht herwinnen; ik zal niet rusten,
voor ik u de overwinning heb doen behalen."
De Amerikaan stond dicht bij hen en had die korte samen
spraak gehoord. Hij boog zich nu naar de jonge zuster en keek
haar strak aan. Er lag een eigenaardige, magnetische gloed in
zijn blik. Sabine huiverde en dacht onwillekeurig aan haar va
der. Blijkbaar moest den blik van de gehate voor haar eene be
dreiging bevatten; maar in dit oogenblik beloofde zij zich plech
tig dat juist de omstandigheid, waarin de misdadiger zijn kracht
zocht, voor dezen juist verderfelijk zou worden. Zij wendde zich
daarbij om en trok den jongen man met zich voort.
Arthur White haalde ruimer adem, toen de deur achter bei
den in het slot viel. „Ik mag u zeker wel om een onderhoud
onder vier oogen verzoeken vroeg hij op deftigen toon den
handelsraad.
„Ik sta tot uw dienst," antwoordde deze, hij wees met de
hand naar de deur van zijn kamer en ging den ander voor.
De Amerikaan wilde hem volgenmaar plotseling bezon hij
zich en zijn blik gleed met duivelachtige uitdrukking langs
Eugeniehij ging naar haar toe en maakte voor haar een stijve
buiging. „Ik dank a voor dit vermakelijke schouwspel, want
ik weet zeer goed, dat dit uw werk is; maar hoed u nu voor
mij, gij geraakt niet van mij af, mijn trotsche, schoone ver
loofdewellicht had ik anders medelijden met u gehad, doch
nu blijf ik onverbiddelijk. Gij behoort mij, zijt aan mij ver
vallen en wel zoo reddeloos, dat een God in den Hemel zelve
u niet meer kan verlossen." Hij boog zich spottend en volgde
toen met trotsch omhoog geheven hoofd en zegevierend gelaat
zijn broeder.